Regeling vervallen per 01-07-2023

Besluit participatievoorzieningen Werk en Inkomen Lekstroom

Geldend van 18-07-2015 t/m 04-11-2016 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2015

Intitulé

Besluit participatievoorzieningen Werk en Inkomen Lekstroom

In dit besluit worden de participatievoorzieningen die in de Participatieverordening WIL, zoals vastgesteld in het AB van 24 juni 2015 en in de Participatieverordening van Houten, zoals vastgesteld door de raad van 9 juni 2015 en de Participatieverordening van Nieuwegein, zoals vastgesteld door de raad van 28 mei 2015, worden genoemd nader uitgewerkt. Deze nadere regels vormen de grondslag voor te nemen besluiten.

Het dagelijks bestuur van de Gemeenschappelijke regeling Werk en Inkomen Lekstroom

gelet op artikel 8a en artikel10b, vierde lid van de Participatiewet;

gelet op artikel 2 van de Participatieverordening WIL;

gelet op artikel 2 van de Participatieverordening WIL (Houten);

gelet op artikel 2 van de Participatieverordening WIL (Nieuwegein);

besluit de volgende nadere regels voor participatievoorzieningen vast te stellen:

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

De begripsomschrijvingen zoals bedoeld in artikel 1 van de Participatieverordening WIL zijn van overeenkomstige toepassing op deze nadere regels.

Artikel 2. Meldingsplicht en medewerkingsplicht

  • 1. De belanghebbende aan wie een bijdrage voor scholing is toegekend is verplicht onverwijld een melding te doen aan het DB zodra aannemelijk is dat de scholing niet of niet geheel zal plaatsvinden, of dat niet aan de overige verplichtingen zal worden voldaan.

  • 2. Degene aan wie de bijdrage voor scholing of een startersbonus of een loonkostentegemoetkoming is toegekend, is verplicht desgevraagd alle medewerking te verlenen aan een onderzoek naar de rechtmatigheid en/of doelmatigheid van de verstrekte voorziening.

Hoofdstuk 2 Voorzieningen voor klantgroep 1, 2 en 3

STARTERSBONUS

Artikel 3. Startersbonus

  • 1. Voor de startersbonus komt de werkgever in aanmerking die een belanghebbende in dienst neemt, met dien verstande dat de dienstbetrekking wordt aangegaan voor tenminste zes maanden en voor minimaal 16 uur per week.

  • 2. De werkgever moet:

    • a.

      ingeschreven staan bij de Kamer van Koophandel;

    • b.

      geen werkzaamheden verrichten die strijdig zijn met de publieke taak van de deelnemende gemeenten;

    • c.

      meewerken aan de afspraken, neergelegd in het traject, behorende bij de dienstbetrekking.

  • 3. De werkgever kan niet zowel een startersbonus ontvangen als een loonkostentegemoetkoming als bedoeld in artikel 11 voor dezelfde belanghebbende.

Artikel 4. Hoogte startersbonus

  • 1. De startersbonus bedraagt € 1000,- bij een 16-urige werkweek; of

  • 2. De startersbonus bedraagt € 2000,- indien de werknemer zoveel uren werkt dat hij niet langer aanspraak maakt op een bijstandsuitkering, IOAW- of IOAZ-uitkering.

  • 3. De startersbonus genoemd in het eerste lid wordt naar rato verhoogd tot een werkweek van 32 uur.

  • 4. De hoogte van de startersbonus kan niet hoger zijn dan de daadwerkelijke bruto salariskosten.

Artikel 5. Aanvraag startersbonus

  • 1.

    De aanvraag voor de startersbonus wordt vóór aanvang van het dienstverband ingediend.

  • 2.

    De werkgever maakt voor het aanvragen van de startersbonus gebruik van het daartoe bestemde aanvraagformulier.

  • 3.

    De startersbonus wordt slechts eenmaal per belanghebbende verstrekt aan dezelfde werkgever.

  • 4.

    Een werkgever kan maximaal vijf keer per jaar aanspraak maken op de startersbonus.

SCHOLING

Artikel 6. Bijdrage voor scholing (Scholingsvoucher)

Belanghebbende komt in aanmerking voor een bijdrage voor scholing, indien de scholing naar het oordeel van het DB bijdraagt aan de arbeidsinschakeling.

Artikel 7. Bedrag voor scholing

  • 1. De te verstrekken bijdrage voor scholing bedraagt 100% van de werkelijke kosten van de scholing, tot een maximum van € 750,–, inclusief BTW, per belanghebbende.

  • 2. In individuele situaties kan naar het oordeel van het DB afgeweken worden van het maximum bedrag als genoemd in eerste lid.

Artikel 8. Aanvraag bijdrage scholing

  • 1. De aanvraag voor de bijdrage voor scholing wordt vóór aanvang van de scholing ingediend.

  • 2. Belanghebbende maakt voor het aanvragen van de bijdrage gebruik van het daartoe bestemde aanvraagformulier.

Artikel 9. Weigeren bijdrage scholing

  • 1.

    Er bestaat geen recht op de bijdrage voor scholing indien belanghebbende onderwijs of een beroepsopleiding wil volgen waarvoor een beroep gedaan kan worden op de Wet studiefinanciering 2000 of op hoofdstuk 4 van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten.

  • 2.

    Er bestaat geen recht op de bijdrage voor scholing als de bijdrage uit een voorliggende voorziening gefinancierd kan worden.

NO RISK

Artikel 10. No risk polis algemeen

  • 1. Een werkgever komt in aanmerking voor een no-riskpolis als hij een dienstverband aangaat met:

    • a.

      een belanghebbende met een ziekte of handicap of;

    • b.

      een jongere tot 27 jaar zonder startkwalificatie

  • 2. De polis dekt:

    • a.

      de wettelijk verplichte loondoorbetaling;

    • b.

      een percentage van de werkgeverslasten.

  • 3. Overige voorwaarden zijn van toepassing conform de polisvoorwaarden van de verzekeraar.

Hoofdstuk 3 Voorzieningen voor klantgroep 2 en 3

LOONKOSTENTEGEMOETKOMING

Artikel 11. Loonkostentegemoetkoming

  • 1. Voor de loonkostentegemoetkoming komt de werkgever in aanmerking die een belanghebbende in dienst neemt, met dien verstande dat de dienstbetrekking wordt aangegaan voor tenminste zes maanden en voor minimaal 16 uur per week.

  • 2. De werkgever moet:

  • a. ingeschreven staan bij de Kamer van Koophandel;

  • b. geen werkzaamheden verrichten die strijdig zijn met de publieke taak van de deelnemende gemeenten;

  • c. meewerken aan de afspraken, neergelegd in het traject, behorende bij de dienstbetrekking.

  • 3. De werkgever kan niet zowel een loonkostentegemoetkoming ontvangen als een startersbonus als bedoeld in artikel 3 voor dezelfde belanghebbende.

Artikel 12. Duur loonkostentegemoetkoming

  • 1. De loonkostentegemoetkoming wordt maximaal zes maanden verstrekt.

  • 2. De loonkostentegemoetkoming kan met maximaal zes maanden verlengd worden als belanghebbende dreigt terug te vallen in de Participatiewet.

Artikel 13. Hoogte loonkostentegemoetkoming

  • 1. De loonkostentegemoetkoming bedraagt € 375,- per maand bij een 16-urige werkweek.

  • 2. De loonkostentegemoetkoming bedraagt € 750,- per maand voor maximaal zes maanden als belanghebbende niet langer aanspraak maakt op een uitkering.

  • 3. De loonkostentegemoetkoming uit het eerste lid wordt naar rato verhoogd tot een werkweek van 32 uur.

  • 4. Indien de loonkostentegemoetkoming na zes maanden verlengd wordt, worden de genoemde bedragen gehalveerd.

  • 5. De hoogte van de loonkostentegemoetkoming kan niet hoger zijn dan de daadwerkelijke bruto salariskosten.

Artikel 14. Aanvraag loonkostentegemoetkoming

  • 1. De aanvraag voor de loonkostentegemoetkoming wordt vóór aanvang van het dienstverband ingediend.

  • 2. De werkgever maakt voor het aanvragen van de loonkostentegemoetkoming gebruik van het daartoe bestemde aanvraagformulier.

  • 3. De loonkostentegemoetkoming wordt slechts eenmaal per belanghebbende verstrekt aan dezelfde werkgever.

  • 4. Een werkgever kan maximaal vijf keer per jaar aanspraak maken op de loonkostentegemoetkoming.

Artikel 15. Betaling loonkostentegemoetkoming

De loonkostentegemoetkoming wordt maandelijks achteraf aan de werkgever uitbetaald.

Hoofdstuk 4 Voorziening in het kader van de banenafspraak

Artikel 16. Persoonlijke ondersteuning

  • 1. Het DB bepaalt of persoonlijke ondersteuning noodzakelijk is.

  • 2. Persoonlijke ondersteuning kan bestaan uit:

  • a. Jobcoach;

  • b. begeleiding op de werkvloer;

  • c. nazorg.

  • 3. Indien jobcoaching geïndiceerd is, wordt tevens het begeleidingsniveau (licht/midden) en de duur (maximaal twee jaar) vastgesteld.

  • 4. In overleg met de werkgever wordt bepaald of er een:

  • a. externe jobcoach;

  • b. interne jobcoach (in dienst van de werkgever);

  • c. eigen jobcoach (in dienst van WIL)

    ingezet zal worden.

Hoofdstuk 5 Slotbepalingen

Artikel 17. Inwerkingtreding

  • 1. Dit besluit treedt in werking op de dag na bekendmaking en heeft terugwerkende kracht tot 1 januari 2015.

  • 2. De beleidsregels scholingsvouchers, inwerkpremie en loonkostensubsidie zoals vastgesteld op 30 januari 2014 en de Uitwerking Participatieverordening zoals vastgesteld op 30 januari 2014, worden ingetrokken met ingang van de dag van inwerkingtreding van dit besluit.

  • 3. Voorzieningen die toegekend zijn op grond van de beleidsregels genoemd in het tweede lid blijven van kracht tot de voorziening is afgerond.

Artikel 18. Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als Besluit participatievoorzieningen WIL.

Aldus vastgesteld in de vergadering van het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling Werk en Inkomen Lekstroom van 24 juni 2015.

de voorzitter, de directeur,

C.van Dalen R. Esser