Regeling vervallen per 01-01-2017

Verordening subsidiëring godsdienstonderwijs 2005

Geldend van 29-09-2005 t/m 31-12-2016

Intitulé

Verordening subsidiëring godsdienstonderwijs 2005

i3282.pdf [Klik hier om het document te downloaden] Nadere richtlijn 2006

i3283.pdf [Klik hier om het document te downloaden] Nadere richtlijn 2009

Verordening tot regeling van een subsidie in de kosten voor het geven van godsdienstonderwijs aan leerlingen van in de gemeente Bergambacht gevestigde openbare scholen voor basisonderwijs.

Artikel 1

Aan kerkelijke gemeenten, plaatselijke kerken en door het gemeentebestuur erkende rechtspersonen met volledige rechtspersoonlijkheid, als bedoeld in artikel 31 van de Wet op het basisonderwijs wordt, mits wordt voldaan aan de bepalingen van deze verordening, ten laste van de gemeente op hun aanvraag een subsidie verleend in de kosten van het geven van godsdienstonderwijs aan leerlingen van openbare basisscholen in de gemeente Bergambacht.

Artikel 2

Het subsidie bestaat uit:

  • a.

    Een vergoeding in de kosten van het geven van godsdienstlessen tot een maximum van één wekelijkse les van 45 minuten per groep van de leerjaren 5 tot en met 8 en bedraagt per wekelijks lesuur van 45 minuten per jaar maximaal het bedrag waarop een vakleerkracht bij het basisonderwijs per jaar aanspraak kan maken volgens het rechtspositiebesluit onderwijzend personeel en een eventueel daaruit voortvloeiende reiskostenvergoeding.

  • b.

    Een tegemoetkoming in de kosten van lesmaterialen t.b.v. het godsdienstonderwijs tot een maximum van € 2,50 per aan het godsdienstonderwijs deelnemende leerling per jaar per in artikel 1 genoemde instelling.

  • c.

    Een bijdrage in de hoogstnoodzakelijke bestuurskosten voor instellingen als bedoeld in artikel 1 die uitsluitend als doelstelling hebben het verzorgen van godsdienstonderwijs aan scholen binnen de gemeente Bergambacht. Deze bijdrage bedraagt ten hoogste € 150 per jaar.

Artikel 3

Voor de toepassing van deze verordening wordt onder "godsdienstonderwijs" verstaan het onderricht in bijbelkennis, bijbelse geschiedenis, godsdienstleer en -geschiedenis en cultuurgeschiedenis van het christendom alsmede soortgelijk onderricht in andere godsdiensten en levensbeschouwingen.

Artikel 4

De aan de school werkzame groeps- en vakleerkrachten kunnen in geen geval als godsdienstleraar in de zin van deze verordening worden aangemerkt.

Artikel 5

Het subsidie mag noch middellijk noch onmiddellijk aan de school zelf ten goede komen. Het subsidie wordt beëindigd indien in strijd met het bepaalde in de eerste volzin van dit artikel wordt gehandeld.

Artikel 6

  • 1. Jaarlijks vóór 1 april zendt de instelling als bedoeld in artikel 1 aan burgemeester en wethouders per school over het afgelopen jaar een opgave van:

    • a.

      het aantal wekelijks gegeven lessen, als bedoeld in artikel 2, onder a, met vermelding van tijdsduur, de groepen en het aantal leerlingen per groep dat aan de lessen heeft deelgenomen.

  • 2. De opgave als bedoeld onder a. van het vorige lid wordt vóór inzending aan de gemeente voorzien van een handtekening van de directeur der school, ten teken, dat de opgave naar waarheid is gedaan.

  • 3. Burgemeester en wethouders kunnen op aanvraag van de instelling voorschotten op het subsidie, als bedoeld in artikel 2 verlenen.

  • 4. Burgemeester en wethouders stellen, na ontvangst van de in het 1e lid van dit artikel bedoelde opgave, de vergoeding vast. Eventueel bij voorschot door de instelling teveel ontvangen bedragen worden onverwijld in de gemeentekas teruggestort.

Artikel 7

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen ter uitvoering van deze verordening richtlijnen geven.

  • 2. In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslissen burgemeester en wethouders.

Artikel 8

De verantwoordelijkheid voor de inhoud van het godsdienstonderwijs als bedoeld in artikel 2, 1e lid onder a, alsmede de zorg dat het onderwijs pedagogisch en didactisch verantwoord is, berust bij de instelling die het onderwijs doet geven.

Artikel 9

Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening subsidiëring godsdienstonderwijs" en treedt in werking na haar bekendmaking.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 27 september 2005

De griffier, De voorzitter,

mw. mr.drs. E.J. Karman-Moerman A.van Erk