Regeling vervallen per 16-02-2024

Verordening cliëntenparticipatie, Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Wijchen

Geldend van 15-10-2017 t/m 15-02-2024

Intitulé

Verordening cliëntenparticipatie, Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Wijchen

Verordening cliëntenparticipatie Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Wijchen

De raad van de gemeente Wijchen;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 24 maart 2015;

gelet op artikel 47 van de Participatiewet, artikel 42 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW), artikel 42 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen(IOAZ) en artikel 150 van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen de Verordening cliëntenparticipatie Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Wijchen

Artikel 1. Cliëntenraad Participatiewet Wijchen (CPW)

  • 1. De personen bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Participatiewet worden bij de uitvoering van deze wet betrokken door een cliëntenraad.

  • 2. Deze cliëntenraad heet Cliëntenraad Participatiewet Wijchen (CPW).

  • 3. De CPW is, voor zover redelijkerwijs mogelijk, zodanig samengesteld dat deze een afspiegeling vormt van de bij de uitvoering van de Participatiewet, de IOAW en de IOAZ betrokken personen.

  • 4. De CPW heeft een adviesstatus.

  • 5. De leden van de CPW en de onafhankelijk voorzitter worden benoemd door het college, na voordracht door het dagelijks bestuur van de CPW.

  • 6.

    • a.

      De CPW en belangenorganisaties kunnen kandidaten voordragen.

    • b.

      Indien het aantal leden is gedaald tot 4 en voor de vacature van het vijfde lid na 5 maanden nog geen voordracht zoals bedoeld in lid 5 heeft plaatsgehad, kan het college een lid benoemen zonder deze voordracht.

  • 7. Het aantal voorgedragen kandidaten is maximaal het aantal beschikbare zetels in de CPW.

  • 8. Indien het aantal leden is gedaald tot 4 en voor de vacature van het vijfde lid na 5 maanden nog geen voordracht zoals bedoeld in lid 5 heeft plaatsgehad, kan het college een lid benoemen zonder deze voordracht.

  • 9. Leden kunnen zich maximaal twee keer herkiesbaar stellen.

  • 10. Leden zullen als gevolg van hun lidmaatschap op geen enkele wijze voordelig of nadelig worden behandeld door de gemeente.

  • 11. De CPW heeft een onafhankelijk voorzitter.

  • 12. De CPW bestaat uit ten minste 5 en ten hoogste 12 personen.

  • 13. De CPW komt ten minste 4 maal per kalenderjaar in vergadering bij elkaar.

  • 14. In het huishoudelijk reglement kunnen aanvullende bepalingen worden opgenomen ten aanzien van benoeming, zittingsduur en beëindiging lidmaatschap van de leden.

Artikel 2. Taken van het college van burgemeester en wethouders

  • 1.

    Het college wijst een ambtelijk contactpersoon aan.

  • 2.

    Tenminste twee maal per kalenderjaar vindt bestuurlijk overleg plaats.

  • 3.

    Het college vraagt via de ambtelijk contactpersoon advies aan de cliëntenraad over nieuwe en te wijzigen verordeningen en beleidsvoornemens van het college op een dusdanig tijdstip dat de CPW voldoende tijd heeft om tot advisering te komen en dit advies van wezenlijke invloed kan zijn op het te nemen besluit. Wanneer dit zal leiden tot een ongewenste vertraging in de dienstverlening naar de cliënten, kan hiervan in bijzondere omstandigheden worden afgeweken.

  • 4.

    Het gemeentebestuur zorgt ervoor dat de CPW wordt betrokken bij de beleidsontwikkeling.

  • 5.

    Het college kan adviseringsverzoeken vertrouwelijk voorleggen aan de CPW.

  • 6.

    Bij afwijking van het uitgebrachte advies van de CPW, stelt het college de CPW daarvan gemotiveerd in kennis.

Artikel 3. Ondersteuning CPW

Het college zorgt voor adequate en ambtelijke ondersteuning van de CPW.

Artikel 4. Taken en bevoegdheden van de CPW

  • 1.

    • a.

      De CPW brengt gevraagd en ongevraagd advies uit aan het college over voorgenomen vorming, uitvoering, controle en evaluatie van het gemeentelijk beleid inzake de Participatiewet, de IOAW en de IOAZ.

    • b.

      Bij advisering over beleid waarover ook de Kandidatenraad van het Werkbedrijf adviseert, betrekt de cliëntenraad de overwegingen van de Kandidatenraad nadrukkelijk bij hun advies.

  • 2. Het advies als bedoeld in het eerste lid wordt mondeling of schriftelijk uitgebracht voor de datum waarop het college voornemens is het beleid vast te stellen, dan wel tot uitvoering, controle en evaluatie hiervan over te gaan.

  • 3. De CPW heeft geen bevoegdheden in zaken betreffende individuele klachten, Bezwaarschriften en andere zaken met betrekking tot individuele personen.

  • 4. Ieder lid is bevoegd agendapunten aan te dragen.

  • 5. De CPW benoemt uit zijn midden een secretaris, penningmeester en vice-voorzitter.

  • 6. De CPW stelt een door het college goedgekeurd huishoudelijk reglement vast, waarin in ieder geval de vergaderingen, vergaderorde en wijze van besluitvorming is opgenomen.

  • 7. De CPW neemt zitting in de Kandidatenraad van het Werkbedrijf waarin zij één zetel heeft.

  • 8. De CPW dient jaarlijks een aanvraag voor de normsubsidie in, zoals bedoeld in artikel 5 en deze aanvraag voldoet aan alle daarvoor geldende vereisten.

Artikel 5. Financiële middelen

De CPW voldoet al zijn (on)kosten uit de normsubsidie waarvoor de CPW in aanmerking kan komen.

Artikel 6. Beslissing college in gevallen waarin de verordening niet voorziet

In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

Artikel 7. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1 augustus 2017

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening cliëntenparticipatie Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Wijchen

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 21 mei 2015 voortgezet op 29 mei 2015.
De voorzitter,
De griffier,

Toelichting

Algemeen

Met deze verordening wordt uitvoering gegeven aan artikel 47 van de Participatiewet, artikel 42 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) en artikel 42 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen(IOAZ). Artikel 47 van de Participatiewet draagt de gemeenteraad op bij verordening regels vast te stellen over de wijze waarop personen als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Participatiewet of hun vertegenwoordigers betrokken worden bij de ontwikkeling van het gemeentelijke beleid. Personen als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Participatiewet zijn personen:

- die algemene bijstand ontvangen;

- als bedoeld in artikel 34a, vijfde lid onderdelen b en c, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (hierna: WIA), artikel 35, vierde lid, onderdelen b en c, van de WIA en artikel 36, derde lid, onderdelen b en c, van de WIA tot het moment dat het inkomen uit arbeid in dienstbetrekking gedurende twee aaneengesloten jaren ten minste het minimumloon bedraagt en ten behoeve van die persoon in die twee jaren geen loonkostensubsidie als bedoeld in artikel 10d van de Participatiewet is verleend;

- personen als bedoeld in artikel 10, tweede lid, van de Participatiewet;

- personen met een nabestaanden- of wezenuitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet;

- personen met een uitkering ingevolge de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;

- personen met een uitkering ingevolge de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

- personen zonder uitkering;

en, die voor de arbeidsinschakeling zijn aangewezen op een door het college aangeboden voorziening.

In artikel 42 van de IOAW en de IOAZ is bepaald, dat het college zorg draagt voor de realisatie en vormgeving van cliëntenparticipatie bij de uitvoering van de wet, met inachtneming van artikel 150 van de Gemeentewet.

Om een goede werking van de CPW te waarborgen worden de leden van de cliëntenraad ondersteund en gefaciliteerd door de gemeente. De regering hecht sterk aan actieve betrokkenheid van burgers die met de Participatiewet te maken krijgen.

Artikelsgewijze toelichting

Enkel die bepalingen die nadere toelichting behoeven worden hier behandeld.

Artikel 1. Cliëntenraad

Dit artikel bepaalt hoe de cliëntenparticipatie concreet wordt vorm gegeven.

Eerste lid

Omdat het niet mogelijk is om alle personen persoonlijk te betrekken bij het beleid ligt het voor de hand een cliëntenraad samen te stellen die bestaat uit vertegenwoordigers van de doelgroepen zelf of vertegenwoordigers uit belangenorganisaties. De leden van de cliëntenraad worden benoemd door het college. Het college zal een afgewezen voordracht moeten motiveren.

Derde lid

Om de actieve betrokkenheid van alle personen goed tot zijn recht te kunnen laten komen, is het van belang dat de CPW een afspiegeling is van alle in artikel 7, eerste lid, onderdeel a, van de Participatiewet genoemde doelgroepen. Het gaat hierbij om de hierboven ( in de algemene toelichting) genoemde personen. Een evenredige vertegenwoordiging van bovengenoemde groepen in de CPW is daarom het uitgangspunt van deze verordening. Dit voor zover dat redelijkerwijs mogelijk is. Dit uitgangspunt is in overeenstemming met het VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap. De doelstelling van dit verdrag is het bevorderen, beschermen en waarborgen van het volledige genot door alle personen met een handicap van alle mensenrechten en fundamentele vrijheden op voet van gelijkheid en het bevorderen van de eerbiediging van hun inherente waardigheid (zie het Tractatenblad van het Koninkrijk der Nederlanden, 2007, nummer 169).

Zesde lid

De proefperiode en het inwerken van (kandidaat-)leden zoals omschreven in het huishoudelijk reglement van de CPW is ook bij een benoeming zoals bedoeld in lid 6 b van toepassing. 

Artikel 2. Taken van het college van burgemeester en wethouders

Het wordt belangrijk geacht dat de CPW tijdig wordt betrokken bij de totstandkoming van beleid zodat het uitoefenen van invloed op het beleid op die wijze mogelijk is. Daarom is in het derde lid bepaald dat het college ervoor zorgt dat de CPW wordt betrokken bij de beleidsontwikkeling.

Artikel 3. Ondersteuning CPW

Om zijn taken effectief te kunnen vervullen is het van belang dat de CPW wordt ondersteund en gefaciliteerd. Voorbeelden hiervan zijn het beschikbaar stellen van vergaderruimte en het in de gelegenheid stellen van ambtenaren van de gemeenten om vergaderingen van de cliëntenraad bij te wonen voor het geven van uitleg of een toelichting als de CPW hierom vraagt.

Artikel 4. Taken en bevoegdheden van de CPW

Geen toelichting.

Artikel 5. Financiële middelen

Bedoelde (on)kosten kunnen bijvoorbeeld kosten zijn die verband houden met deskundigheidsbevordering, het inwinnen van advies, achterbanraadpleging en organisatiekosten.