Regeling vervallen per 21-12-2022

Verordening behandeling bezwaarschriften

Geldend van 15-06-2015 t/m 20-12-2022

Intitulé

Verordening behandeling bezwaarschriften

Verordening behandeling bezwaarschriften

De raad van de gemeente Best;

Raadsbesluit

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht;

besluit:

vast te stellen de Verordening commissie bezwaarschriften.

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    verwerend orgaan: bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen;

  • b.

    commissie: vaste commissie van advies voor de bezwaarschriften.

Artikel 2 Inleidende bepaling commissie

  • 1. Er is een commissie ter voorbereiding van de beslissing op bezwaren tegen besluiten van de raad, het college en de burgemeester.

  • 2. De commissie is niet bevoegd ten aanzien van bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten op grond van:

    • a.

      een wettelijk voorschrift inzake belastingen of de Wet waardering onroerende zaken;

    • b.

      de Verordening Organieke Functiewaardering gemeente Best 1995;

  • 3. In plaats van het horen en adviseren over een bezwaar door de commissie kan, met betrekking tot door het college bij afzonderlijk besluit daartoe aangewezen categorieën van bezwaarschriften, het horen ambtelijk plaatsvinden. Gedurende de pilotperiode van één jaar, heeft de indiener van het bezwaar de mogelijkheid om na de fase van het ambtelijk horen, het bezwaarschrift alsnog voor te leggen aan de commissie. Dit lid is van kracht gedurende de periode 1 juni 2015 tot en met 30 november 2016, waarna de gemeenteraad besluit over de te volgen werkwijze.

Artikel 3 Samenstelling van de commissie

  • 1. De commissie bestaat uit twee kamers.

  • 2. Burgemeester en wethouders bepalen de taakafbakening van de kamers.

  • 3. Iedere kamer bestaat uit een voorzitter en ten minste twee leden.

  • 4. De voorzitters en de leden van beide kamers worden door burgemeester en wethouders benoemd, geschorst en ontslagen.

  • 5. De voorzitter en de leden van de kamers kunnen geen deel uitmaken van of werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van een gemeentelijk bestuursorgaan van de gemeente Best.

  • 6. De kamers regelen zelf de vervanging van de voorzitter.

Artikel 4 Secretaris

  • 1. Burgemeester en wethouders wijzen voor iedere kamer een secretaris aan. De secretaris is geen lid van de kamer.

  • 2. Burgemeester en wethouders wijzen tevens een of meer plaatsvervangers van de secretaris aan.

Artikel 5 Zittingsduur

  • 1. De voorzitter en de leden van de commissie worden benoemd voor een periode van vier jaren. Zij kunnen maximaal één keer worden herbenoemd.

  • 2. Elke vier jaren treden twee commissieleden dan wel een commissielid en voorzitter af aan de hand van een rooster van aftreden. Het rooster van aftreden wordt door burgemeester en wethouders vastgesteld.

  • 3. De voorzitter en de leden van de commissie kunnen op elk moment ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan burgemeester en wethouders.

  • 4. De aftredende voorzitter en de aftredende leden van de commissie blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.

Artikel 6 Ingediend bezwaarschrift

  • 1. Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.

  • 2. Het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken wordt zo spoedig mogelijk in handen van de secretaris van de desbetreffende kamer van de commissie gesteld.

Artikel 7 Bemiddeling

De commissie onderzoekt of de zaak in de minne kan worden geschikt alvorens de zaak in behandeling wordt genomen. De secretaris verricht daartoe de nodige handelingen.

Artikel 8 Uitoefening bevoegdheden

De bevoegdheden ingevolge de hierna genoemde artikelen van de Algemene wet bestuursrecht worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de voorzitter van de commissie:

  • a.

    artikel 2:1, tweede lid;

  • b.

    artikel 6:6, wat betreft het de indiener stellen van een termijn;

  • c.

    artikel 6:17, voorzover het de verzending van stukken betreft tijdens de behandeling door de commissie;

  • d.

    artikel 7:4, tweede lid;

  • e.

    artikel 7:6, vierde lid.

Artikel 9 Vooronderzoek

  • 1. De voorzitter van de kamer is bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te laten inwinnen.

  • 2. De voorzitter van de kamer kan uit eigen beweging of op verlangen van de kamer bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en hen zo nodig uitnodigen daartoe op de hoorzitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van het college vereist.

Artikel 10 Hoorzitting

  • 1. De voorzitter van de kamer bepaalt in overleg met de secretaris plaats en tijdstip van de zitting waarin de belanghebbenden en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de desbetreffende kamer te laten horen.

  • 2. De voorzitter van de kamer beslist over de toepassing van artikel 7:3 van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 3. Indien de voorzitter op grond van het tweede lid besluit af te zien van het horen, doet hij daarvan mededeling aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan.

Artikel 11 Uitnodiging zitting

  • 1. De voorzitter nodigt de belanghebbenden en het verwerend orgaan ten minste twee weken voor de zitting schriftelijk uit.

  • 2. Binnen drie dagen na de uitnodiging kunnen de belanghebbenden onder opgaaf van redenen de secretaris van de kamer verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen. De secretaris legt dit verzoek, indien nodig, voor aan de voorzitter van de kamer.

  • 3. De beslissing op het verzoek wordt uiterlijk één week voor het tijdstip van de zitting aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan meegedeeld.

  • 4. De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen die genoemd zijn in het eerste tot en met het derde lid.

Artikel 12 Quorum

Voor het houden van een zitting is vereist dat de meerderheid van het aantal leden van de kamer, onder wie in elk geval de voorzitter, of zijn plaatsvervanger, aanwezig is.

Artikel 13 Niet-deelneming aan de behandeling

De voorzitter en de leden van een kamer nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn. Zij laten zich zo nodig vervangen.

Artikel 14 Openbaarheid zitting

  • 1. De zitting van een kamer is openbaar.

  • 2. De deuren kunnen worden gesloten indien de voorzitter van de kamer of een van de aanwezige leden het nodig oordeelt of indien een belanghebbende daartoe een verzoek doet.

  • 3. Indien de kamer vervolgens beslist dat gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid van de zitting verzetten, vindt de zitting plaats met gesloten deuren.

  • 4. De zitting van de kamer vindt in elk geval achter gesloten deuren plaats wat betreft bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten op grond van de Wet werk en bijstand (WWB), de Participatiewet, de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) en de Wet investeren in jongeren (WIJ).

Artikel 15 Schriftelijke verslaglegging

  • 1. Het verslag als bedoeld in artikel 7:7 van de Algemene wet bestuursrecht vermeldt de namen van de aanwezigen en hun hoedanigheid.

  • 2. Het verslag houdt een zakelijke vermelding in van wat over en weer is gezegd en wat verder ter zitting is voorgevallen.

  • 3. Indien de zitting geheel of gedeeltelijk met gesloten deuren plaatsvond, of indien belanghebbenden, respectievelijk hun gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding.

  • 4. Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag kunnen worden gehecht.

  • 5. Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de desbetreffende kamer van de commissie.

Artikel 16 Nader onderzoek

  • 1. Indien na afloop van de zitting maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter van de kamer uit eigen beweging of op verlangen van de andere commissieleden dit onderzoek houden.

  • 2. De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de kamer, het verwerend orgaan en de belanghebbenden toegezonden.

  • 3. De leden van de kamer, het verwerend orgaan en de belanghebbenden kunnen binnen een week na verzending van de nadere informatie aan de voorzitter van de kamer een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist op zo'n verzoek.

  • 4. Op een nieuwe hoorzitting zijn de bepalingen in deze verordening die betrekking hebben op de hoorzitting, zo veel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 17 Raadkamer en advies

  • 1. De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

  • 2. De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.

  • 3. Indien bij een stemming de stemmen staken, beslist de stem van de voorzitter van de desbetreffende kamer.

  • 4. Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt indien die minderheid dat verlangt.

  • 5. Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.

  • 6. Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de desbetreffende kamer ondertekend.

Artikel 18 Uitbrengen advies en verdaging

  • 1. Het advies wordt, onder medezending van het verslag als bedoeld in artikel 14 en eventueel door de kamer ontvangen nadere informatie en nader verslag, tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het bezwaarschrift dient te beslissen.

  • 2. Indien naar het oordeel van de voorzitter van de kamer de termijn van 12 weken, genoemd in artikel 7:10, eerste lid, van de Awb, ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies en het nemen van een beslissing, verzoekt hij het verwerend orgaan tijdig de beslissing te verdagen.

  • 3. Van een besluit tot verdaging ontvangen de commissie en de belanghebbenden een afschrift.

Artikel 19 Jaarverslag

De commissie brengt jaarlijks vóór 1 juli aan de bestuursorganen van de gemeente verslag uit van haar werkzaamheden in het voorafgaande kalenderjaar.

Artikel 20 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking op 15 juni 2015.

  • 2. Per die datum komt de “Verordening behandeling bezwaarschriften” zoals vastgesteld bij raadsbesluit van 31 mei 2010, te vervallen. Die verordening blijft evenwel van toepassing op de bezwaarschriften die zijn ingediend voordat deze verordening in werking treedt.

Artikel 21 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als:

Verordening commissie bezwaarschriften 2015.

Aldus besloten door de raad van Best

In zijn vergadering van 18 mei 2015

de griffier, M.J.H.J. Baijens

de voorzitter, drs. A.G.T. van Aert