Integraal Veiligheidsplan 2015-2018 - Samen naar een veiliger Zandvoort

Geldend van 19-06-2015 t/m heden

Intitulé

Integraal Veiligheidsplan 2015-2018 - Samen naar een veiliger Zandvoort

De raad van de gemeente Zandvoort;

Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 18 november 2014, nr. 2014/10/002206, Integraal Veiligheidsplan 2015-2018

Gelet op onderstaande wettelijke bepalingen:

Politiewet 2012 artikel 38b

Besluit:

  • .

    Het Integraal Veiligheidsplan 2015-2018 – Samen naar een veiliger Zandvoort vast te stellen.

  • .

    De Kadernota IVB: Naar een veiliger Zandvoort uit 2005 in te trekken.

Samenvatting

[leeg artikel]

[lege alinea]

1. Inleiding

Waarom een Integraal Veiligheidsplan?

Veiligheid is een belangrijke voorwaarde voor een prettige leefomgeving. Veel partijen hebben hier invloed op, zoals ondernemers, maatschappelijke organisaties, politie en het Openbaar Ministerie en natuurlijk de inwoners zelf. De regie hierop is de verantwoordelijkheid van de gemeente, maar we kunnen het niet alleen. We vragen dan ook van onze inwoners en van onze professionele partners dat ze actief meewerken aan het realiseren van een veilig en leefbaar Zandvoort.

Om de regie te kunnen uitvoeren is een Integraal Veiligheidsplan onmisbaar.

Doel: het verbeteren van de veiligheid

In het in 2014 gesloten coalitieakkoord is het volgende opgenomen:

Verhogen van de veiligheid van bewoners en bezoekers op straat en in de leefomgeving en ernstige vormen van (horeca)overlast en onveiligheid voorkomen. 

Wat we daardoor in Zandvoort willen bereiken is een: 

  • -

    Veilige woon- en leefomgeving

  • -

    Plezierig en veilig uitgaanscentrum. 

 

Wij willen dat onze inwoners veilig zijn en zich veilig kunnen voelen: samen naar een veiliger Zandvoort. Het doel van dit Integraal Veiligheidsplan is dat we met de verschillende partners op het gebied van veiligheid afspreken hoe we dit kunnen bereiken de komende vier jaar. We beschrijven in dit plan wat onze missie en doelstellingen zijn. Vervolgens geven we op hoofdlijnen aan hoe de aanpak en de organisatie daarvan eruit zien. Dit doen we op basis van een analyse van de lokale veiligheidssituatie.

 

Basis voor het Integraal Veiligheidsplan

De basis voor het Integraal Veiligheidsplan is de Veiligheidsanalyse Zandvoort 2014. Hierin zijn de veiligheidscijfers 2013, rapportages en analyses van de politie en uitkomsten van de veiligheidsmonitor 2011 en 2014 verwerkt. Daarbij is gekeken naar actuele ontwikkelingen in de gemeente en landelijke ontwikkelingen op het gebied van veiligheid. In de Veiligheidsanalyse zijn speerpunten bepaald die door de raad op 24 juni 2014 zijn vastgesteld.

 

Aansluiting bij de regio

De eenheid van de politie Noord Holland beslaat 38 gemeenten en 3 veiligheidsregio’s. De punten uit de lokale Integrale Veiligheidsplannen van alle 38 gemeenten dienen als basis voor het regionale beleidsplan van de politie Noord-Holland. In de Veiligheidsregio Kennemerland en de andere veiligheidsregio’s in Noord-Holland wordt op veiligheidsgebied samengewerkt met de andere gemeenten.

 

Uitvoeringsplan

Op basis van dit Integraal Veiligheidsplan volgt jaarlijks een uitvoeringsplan waarin we onze doelen en prioriteiten uitwerken in concrete acties. Per prioriteit geven we aan wie wanneer welke acties onderneemt. Dit uitvoeringsplan is leidend maar biedt ook ruimte voor nieuwe ontwikkelingen en omstandigheden. In december 2014 is het uitvoeringsplan 2015 beschikbaar. Eind 2014 presenteren we het uitvoeringsplan 2015 en in 2015 wordt het uitvoeringsplan 2016 opgesteld.

 

Leeswijzer

In hoofdstuk 2 schetsen we een beeld van de huidige situatie in Zandvoort, waarna we in hoofdstuk 3 aangeven waar we heen willen. Vervolgens gaan we in hoofdstuk 4 in op onze prioriteiten en in hoofdstuk 5 beschrijven we de organisatorische borging.

2. Huidige situatie - Veiligheidsanalyse

Voor het bepalen van wat we de komende jaren willen bereiken is het belangrijk eerst en beeld te hebben van de situatie op dit moment. Hiervoor is de Veiligheidsanalyse opgesteld. Deze is in juni 2014 door de gemeenteraad besproken in aanwezigheid van de teamchef politie Kennemerkust en de beleidsofficier van justitie. Op 24 juni heeft de gemeenteraad de daarin opgenomen prioriteiten vastgesteld.

Naast de cijfers (objectief) is bij de prioriteitsbepaling ook de mate waarin inwoners van Zandvoort zich veilig voelen in de eigen buurt (subjectief) en de grote invloed op de persoonlijke levenssfeer van sommige misdrijven eveneens richtinggevend.

Andere veiligheidsthema’s

Voor de andere veiligheidsthema’s, naast de gekozen prioriteiten, geldt dat ze op huidige wijze kunnen worden voortgezet waarbij er aandacht is voor doorontwikkeling van de aanpak. Op het gebied van verkeersveiligheid wordt bijvoorbeeld geadviseerd om meer aandacht te besteden aan fietsers en scooters die rijden op de stoep en voertuigcriminaliteit.

Voor de crisisorganisatie geldt dat er meer wordt ingespeeld op zelfredzaamheid en dat er met kleinere en meer getrainde pools gewerkt gaat worden. Wat betreft de brandweerzorg wordt meer ingezet op eigen verantwoordelijkheid en het verkorten van de meldtijden.

Instrumenten

Aandacht voor de instrumenten om veiligheidsproblemen aan te pakken is van belang. Op het gebied van burgerparticipatie kunnen nog slagen worden gemaakt. Bewoners en ondernemers hebben immers ook een eigen verantwoordelijkheid om er zorg voor te dragen dat zij veilig kunnen leven en ondernemen. Zij ontwikkelen daar steeds vaker zelf initiatieven voor. De gemeente kan nagaan hoe zij deze initiatieven meer kan ondersteunen of bewoners en ondernemers kan activeren om zelf actie te ondernemen.

Op het gebied van cameratoezicht kan de gemeente samen met ondernemers de grenzen opzoeken voor de inzet van particulier cameratoezicht.

Voor veel veiligheidsthema’s geldt dat informatie gestuurde samenwerking een verbetering kan zijn in de aanpak. Door een goede analyse en slimme koppeling van diverse gegevens kan gerichter op problematiek worden ingezet. De gemeente en haar partners kunnen op dit gebied nog verbeteringen doorvoeren.

Zandvoorters voelen zich niet onveiliger dan inwoners elders in Nederland

Uit de Veiligheidsmonitor 2014 blijkt dat inwoners van Zandvoort zich in het algemeen iets minder vaak onveilig voelen dan gemiddeld in Nederland. De inwoners van de gemeente Zandvoort achten de kans om slachtoffer te worden van inbraak, diefstal of mishandeling even hoog als in de rest van Nederland.

Als de cijfers sec worden bekeken lijkt het er op dat het aantal misdaden per inwoner hoger ligt dan in de rest van het land. De verklaring hiervoor is vooral het grote aantal jaarlijkse bezoekers dat niet wordt meegewogen in de aantallen per inwoner. Daarom wordt ook in de aanpak rekening gehouden met die bezoekers en wordt bijvoorbeeld in de zomer extra politie ingezet voor het strand en in de weekenden voor de horeca.

Veiligheidsbeeld Zandvoort

De cijfers

Als we kijken naar de Zandvoortse Veiligheidsanalyse 2014, gebaseerd op de cijfers 2013, vallen de volgende zaken op:

  • V

    Het aantal woninginbraken is gedaald in vergelijking met 2010 maar gestegen ten opzichte van 2012. In 2013 was er een piek, veroorzaakt door één lokale veel pleger.

  • V

    De aantallen criminele geweldsdelicten met een grote impact zijn gedaald vanaf 2010. De mishandelingen die plaatsvinden zijn vooral in het uitgaansgebied. In 2014 zien we weer een stijging.

  • V

    De incidenten huiselijke twist, burenruzie en overlast gestoorde / overspannen personen zijn gestegen ten opzichte van 2010, terwijl deze in 2011 en 2012 juist gedaald waren. Ongeveer een kwart van het totale aantal bedreigingen betreft huiselijk geweld.

  • V

    De totale aantallen vermogenscriminaliteit zijn ongeveer hetzelfde gebleven vanaf 2010 met een lichte (incidentele) daling in 2012. Opvallend zijn de stijgende aantallen fietsendiefstal en overige inbraken en diefstallen.

  • V

    Het aantal vernielingen is vrijwel gelijk aan 2010 maar gestegen ten opzichte van 2011 en 2012. Tegenover een daling van overige vernieling en baldadigheid staat een stijging van vernielingen aan auto’s.

  • V

    Wat betreft winkel- en bedrijfscriminaliteit is er een stijging ten opzichte van 2010 vooral voor zakkenrollerij en bedrijfsinbraken. Winkeldiefstallen zijn er juist minder.

  • V

    De aangiften verkeersongevallen en rijden onder invloed zijn ongeveer gelijk aan 2010 maar waren in 2011 en 2012 lager.

  • V

    In 2013 waren er 28 misdrijven en incidenten georganiseerde criminaliteit, dit is gelijk aan 2011 maar meer dan een verdubbeling van het aantal in 2010 (12).

  • V

    Het aantal incidenten en klachten / meldingen overlast jeugd is lager dan in 2010 en 2012 maar hoger dan in 2011.

 

De veiligheidsbeleving

De veiligheidsbeleving in Zandvoort wijkt niet veel af van die in de regio en de rest van Nederland. Hieronder nog enkele relevante uitkomsten uit het inwonersonderzoek over veiligheid (Veiligheidsmonitor) dat begin 2014 is gehouden:

  • -

    Uit de Veiligheidsmonitor 2014 blijkt dat de grootste bron van onveiligheidsgevoelens in de gemeente Zandvoort plekken zijn waar groepen jongeren rondhangen. Andere relatief vaak genoemde bronnen zijn bij uitgaansgelegenheden, in het centrum van de gemeente en bij het treinstation. Deze gevoelens verschillen niet met het landelijk gemiddelde. De uitkomst van het onderzoek in 2011 gaf eenzelfde beeld.

  • -

    Aandeel bewoners dat zich wel eens onveilig voelt in de eigen buurt is met 16% vergelijkbaar met de regiogemeenten en zelfs iets lager dan in de rest van Nederland (19%). In 2011 was dit nog 18%. Opvallend is dat dit percentage hoger ligt in Zandvoort Noord. Dit geldt ook voor andere uitkomsten in de Veiligheidsmonitor.

  • -

    Drie op de tien inwoners van Zandvoort voelen zich in het algemeen wel eens onveilig. Daarmee ligt het algemene onveiligheidsgevoel in de gemeente Zandvoort lager dan gemiddeld in Kennemerland en Nederland. Vergeleken met 2011 is deze groep wel groter geworden. Binnen de gemeente voelt men in Zandvoort-Noord zich iets vaker onveilig.

  • -

    De meest genoemde vorm van sociale overlast wordt ervaren door dronken mensen op straat. Dit percentage ligt hoger dan in de regio en de rest van Nederland en wordt in Zandvoort-Noord het meest genoemd. Rondhangende jongeren wordt als tweede vorm van sociale overlast genoemd. Met 28% ligt dit overigens lager dan in de regio en de rest van Nederland.

    In de Veiligheidsmonitor 2014 van Zandvoort zijn extra vragen gesteld die niet voorkwamen in de landelijke monitor maar wel in Edam-Volendam.

  • -

    De score op de stelling ‘Als er problemen zijn op het gebied van leefbaarheid wil ik actief bijdragen aan het oplossen daarvan’ was 40%. In Edam-Volendam was dit in 2013 37%. In Zandvoort voelt 66% zich verantwoordelijk voor de leefbaarheid in de eigen buurt. In Edam-Volendam was dit 63%.

  • -

    In Zandvoort vindt 84% van de ondervraagden dat de gemeente helemaal niet zichtbaar was om jongerenoverlast aan te pakken. In Edam-Volendam was dit 80%.

 

 

Achtergrond bij dit veiligheidsbeeld

Er zijn verschillende omstandigheden die bijdragen aan de cijfers en het veiligheidsbeeld.

  • -

    In Zandvoort komen jaarlijks 4 miljoen toeristen.

  • -

    De nabijheid van grote steden als Haarlem en Amsterdam.

  • -

    Zandvoort heeft relatief veel horeca met name in het centrum.

  • -

    De overlast door uitgaande jeugd vooral in de nachtelijke uren waardoor inwoners worden beroofd van hun nachtrust (verstoring), is een serieus probleem, vooral in het centrum van Zandvoort. 

Evaluatie huidig beleid

Op dit moment worden ideeën ontwikkeld om meer samen te werken met inwoners en ondernemers om de leefbaarheid en veiligheid in het centrum van Zandvoort te bevorderen. De laatste jaren zijn er projecten geweest, zoals tegen jeugdoverlast, een strak horecasanctiebeleid om uitgaansoverlast tegen te gaan en voorlichting over woninginbraken. Het integraal veiligheidsbeleid is ontwikkeld en kan nog beter. We hebben hard gewerkt aan het verbeteren van het structureel overleg tussen de betrokken partners maar dit kan nog meer gericht worden op ‘voorkomen’ in plaats van ‘genezen’.

3. Waar willen we heen?

Onze missie

Onze missie is de zorg voor een veilige samenleving. Wij willen dat onze inwoners veilig zijn en zich veilig kunnen voelen: samen naar een veiliger Zandvoort. Daartoe willen wij de veiligheid van bewoners en bezoekers op straat en in de leefomgeving verhogen en ernstige vormen van (horeca)overlast en onveiligheid voorkomen.

Dit betekent dat we een afname van overlast en criminaliteit willen realiseren, en dat we goed naar onze inwoners luisteren en inspelen op waar zij last van hebben.

Wij vertalen onze missie in de volgende meetbare hoofddoelstelling:

afbeelding binnen de regeling

Deze doelstelling is ambitieus, maar we gaan ervoor. We kunnen het echter niet alleen. Samen met inwoners en ondernemers en natuurlijk met onze professionele partners werken we aan een schoon, leefbaar en veilig Zandvoort.

 

Hoe gaan we te werk?

Om dit te bewerkstelligen gaan we uit van onze basiswaarden:

Vertrouwen

  • Zelfredzaamheid en eigen verantwoordelijkheid inwoners

  • Voorkomen

  • Heldere communicatie en informatie-uitwisseling

Nabijheid

  • Gebiedsgerichte aanpak: we pakken die gebieden aan waar problemen zijn

  • Gebiedsgericht werken: samen werken aan een schone, goed onderhouden, sociale en veiligejk wi

Kracht

  • Resultaatgericht: direct ingrijpen waar nodig

  • Persoonsgerichte aanpak: interventiestrategie toegespitst op specifieke personen, patronen van herhaling van daderschap voorkomen en doorbreken

  • Samenwerking

4. Prioriteiten

Prioriteiten voor de periode 2015-2018

Op basis van de veiligheidsanalyse, onze missie en visie, en de afstemming met onze partners, heeft de gemeenteraad de volgende prioriteiten vastgesteld:

afbeelding binnen de regeling

Op deze prioriteiten ligt voor de komende jaren de focus van ons integraal veiligheidsbeleid.

Een veiligheidsbeleid waar wij gezamenlijk met onze inwoners en ondernemers aan willen werken. Ook de partners stemmen hun beleid af op deze prioriteiten en werken samen met ons aan een sluitende aanpak van veiligheidsproblemen binnen deze thema’s.

Naast deze prioriteiten zetten we onze activiteiten op het gebied van andere thema’s voort, voeren we wettelijke taken uit, en reageren we op incidenten en urgente vragen vanuit de samenleving.

Hieronder volgt per prioriteit de aanpak op hoofdlijnen. De specifieke activiteiten en inspanningen van de diverse partners vermelden we in het uitvoeringsplan.

  • 1.

    Geweld en bedreigingen

Motivatie en achtergrond

  • Geweld is de zwaarste vorm van criminaliteit. Het heeft enorme gevolgen voor slachtoffers en hun omgeving. De ingrijpende en veelal onverwachte gebeurtenis tast direct het persoonlijke veiligheidsgevoel aan. Ook het veiligheidsgevoel van de naaste omgeving van het slachtoffer zoals partner, kinderen, familie, vrienden en buren wordt indirect negatief beïnvloed. De maatschappelijke onrust en afschuw over allerlei vormen van geweld, zoals uitgaansgeweld, huiselijk geweld en geweld tegen medewerkers met een publieke taak, is groot. Geweld behoort dan ook tot de zogenoemde ‘high impact crimes’.

  • Geweld komt voor in twee domeinen, namelijk het (semi-) publieke en het private domein. Onder het (semi-) publieke domein verstaan we delicten als bedreiging, mishandeling en openlijke geweldpleging. Deze delicten komen vooral voor op straat, in het uitgaansleven, op het werk en op school. Onder het private domein, dat zich afspeelt in de huiselijke sfeer, valt het delict huiselijk geweld.

  • De thema’s die binnen dit integrale geweldsthema vallen zijn onder andere:

    • -

      Overvallen en straatroof

    • -

      Geweld op straat, waaronder uitgaansgeweld

    • -

      Huiselijk geweld

    • -

      Geweld tegen werknemers met een publieke functie Veilige Publieke Taak (VPT)

    • -

      Geweld op school

    • -

      Geweld tegen ondernemers

    • -

      Geweld in de wijk

    • -

      Voetbalgeweld.

  • Werknemers met een publieke taak kunnen te maken krijgen met agressie en geweld tijdens het uitvoeren van hun werkzaamheden. Dat geldt voor onze gemeente, maar ook voor de organisaties met een publieke taak in onze gemeente. Agressie en geweld kunnen niet alleen grote persoonlijke gevolgen hebben voor medewerkers en politieke ambtsdragers, maar ook een goede uitoefening van hun taak in de weg staan.

  • Het totale aantal geweldsaangiften en incidenten in Zandvoort in 2014 daalt. Ongeveer een kwart van de bedreigingen betreft huiselijk geweld.

  • Het aantal incidenten met gestoorde / overspannen personen is verdubbeld ten opzichte van 2012 (108 in 2013). In Zandvoort, evenals in de andere gemeentes van het werkgebied, is er een stijging van dergelijke incidenten. Veel van deze incidenten hebben steeds betrekking op dezelfde overlast gevende personen. Het komt steeds vaker voor dat voor deze personen, vooral bij drank- en drugsgebruik, geen opvang beschikbaar is in de geestelijke gezondheidszorg.

  • Met de transities van het sociaal domein komen er meer nieuwe taken bij op het raakvlak van veiligheid en welzijn. De laatste jaren zien we een toename in complexe sociale casuïstiek. Vaak is er sprake van een combinatie van psychische-, verslavings-, financiële en veiligheidsproblemen.

  • Door 33% van de ondervraagden in 2014 wordt veel overlast ervaren van dronken mensen op straat, In Zandvoort-Noord is dit zelfs 40%. Het is de meest genoemde vorm van sociale overlast in de eigen buurt en scoort daarmee relatief hoog in vergelijking met de regio en de rest van Nederland.

  • Opvallend is het stijgend aantal incidenten burenruzies. Wat de oorzaak hiervan is, is niet goed in te schatten. De economische crisis kan er toe bijdragen dat men vaker thuis zit door bijvoorbeeld werkloosheid waardoor men zich meer gaat storen aan overlast door burengerucht en dergelijke. In sommige straten wordt door meerdere bewoners overlast ervaren van een of twee personen. Wat eveneens een rol speelt is dat men zich steeds vaker tot politie en gemeente wendt om problemen met buren op te lossen.

 

Veel van de geweldsdelicten in Zandvoort zijn horeca gerelateerd. De zwaarte van deze incidenten lijkt toe te nemen. Maatregelen om dit geweld tegen te gaan komen terug bij de prioriteit horeca- en evenementenveiligheid.

Evaluatie huidig beleid

  • -

    Om geweld aan te pakken worden verschillende soorten maatregelen genomen. Deze maatregelen worden onderverdeeld in:

    • Dadergerichte maatregelen

    • Slachtoffergerichte maatregelen

    • Gebiedsgerichte maatregelen

  • -

    Bij complexe sociale casuïstiek is vaak sprake van een combinatie van psychische-, verslavings-, financiële en veiligheidsproblemen. Bij ernstige overlast of een dreiging van gevaar voor direct betrokkenen en/of de omgeving wordt de afweging gemaakt om drang en/of dwang toe te passen. Uitgangspunt is dat altijd eerst op basis van drang wordt geprobeerd om personen hun eigen verantwoordelijkheid te laten nemen. Dwang is in principe een uiterste maatregel.

  • -

    De Wet Tijdelijk Huisverbod biedt de mogelijkheid om daders van huiselijk geweld of bij dreiging van huiselijk geweld een huisverbod van maximaal 28 dagen op te leggen. In het kader van een huisverbod wordt altijd hulpverlening in gang gezet om de situatie voor beide partijen te verbeteren en herhaling te voorkomen. In 2013 is vier keer een huisverbod van tien dagen opgelegd aan totaal drie personen. Een keer is het huisverbod verlengd. Bij huiselijk geweld is vaak sprake van verslavingsproblematiek (alcohol, drugs of gokken) in combinatie met financiële problemen.

  • -

    De wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (BOPZ) regelt wanneer iemand onvrijwillig mag worden opgenomen in een psychiatrisch ziekenhuis.

  • -

    Samen met de gemeenten in Kennemerland wordt vorm gegeven aan één Advies- en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling (AMHK) waar (vermoedens van) huiselijk geweld en kindermishandeling worden onderzocht.

  • -

    Bij ernstige misdragingen zoals het plegen van geweld, kan de burgemeester een gebiedsontzegging opleggen voor ten hoogste 12 weken met de mogelijkheid van een verlenging met 12 weken. In 2013 is één gebiedsontzegging opgelegd wegens ernstige overlast. Dit gebiedsverbod is ingetrokken na een rechtszitting.

  • -

    Zandvoort neemt deel aan de pilot bestuurlijke informatie justitiabelen. Hierbij gaat het om het verstrekken van informatie aan burgemeesters over vrijkomende gedetineerden die ernstige gewelds- en zedendelicten gepleegd hebben om maatschappelijke onrust te voorkomen. Dit is belegd bij het coördinatiepunt nazorg ex-gedetineerden in het Veiligheidshuis.

  • -

    Het Veiligheidshuis is een netwerksamenwerkingsverband om complexe problematiek aan te pakken. Doel van de samenwerking is in eerste instantie het terugdringen van overlast, criminaliteit en huiselijk geweld. Het Veiligheidshuis Kennemerland zorgt binnen de regio voor afstemming tussen partners uit de justitiële keten, de veiligheidsketen en de zorgketen. De rol van de gemeente in het Veiligheidshuis is de afgelopen jaren veranderd van deelnemer naar regievoerder.

  • -

    Het Openbaar Ministerie is in 2012 gestart met de ZSM-aanpak (Zo Spoedig, Slim, Simpel, Samen Mogelijk). In de ZSM-werkwijze wordt na aanhouding van een verdachte zo spoedig mogelijk een beslissing genomen over het afdoeningstraject. Deze aanpak moet goed aansluiten op de aanpak van het Veiligheidshuis.

  • -

    Buurtbemiddeling[1] is een professionele organisatie in een netwerk met politie, woningcorporaties, gemeente en welzijnsorganisaties, betaald door de gemeente en De Key. De inzet wordt gepleegd door buurtbewoners; vrijwilligers uit de eigen gemeente. Voor bewoners is het gratis. Het komt echter nog vaak voor dat men buurtbemiddeling weigert en stelt dat de problemen al te groot zijn. Het is daarom van belang om in een vroeg stadium door te verwijzen naar Buurtbemiddeling zodat een escalatie wordt voorkomen. Maar vooral ook om de mensen te wijzen op hun eigen verantwoordelijkheid problemen op te lossen.

  • -

    Burgernet[2] en andere sociale media worden in Zandvoort ingezet om daders van (gewelds)delicten snel op te sporen met behulp van inwoners.

[1] Buurtbemiddeling: www.meerwaarde.nl/informatie_advies/conflicten_met_de_buren

[2] www.burgernet.nl

 

Doelstellingen / Indicatoren

afbeelding binnen de regeling

Toelichting op de indicatoren geweld en gestoorde/overspannen personen

In 2013 was het aantal geweldsdelicten lager dan in voorgaande jaren. Bovendien willen wij stimuleren dat mensen aangifte doen van geweld wat juist tot een toename kan leiden. Een verdere verlaging is daarom niet realistisch maar wel streven wij ernaar het aantal in 2013 niet te overschrijden.

De verwachting is dat het aantal gestoorde/overspannen personen verder toeneemt doordat steeds minder mensen worden opgenomen in gespecialiseerde instellingen. Om deze reden is het streefgetal in 2018 gelijk het aantal in 2013.

Toelichting op de indicatoren Veilige Publieke Taak (VPT)

De doelstelling - Geweld tegen werknemers met een publieke functie: Veilige Publieke Taak (VPT) is nog in ontwikkeling omdat de indicatoren hiervoor op dit moment nog niet goed meetbaar zijn. Het uiteindelijk doel is: minder VPT gerelateerde incidenten.

De toekomstige indicatoren hiervoor zijn:

  • -

    Aantal incidenten bijgehouden door het Gemeentelijk Incidenten Registratiesysteem (bij voorkeur een daling, maar indien de focus erop ligt zal er eerder een stijging optreden.

    Als het aantal stijgt, kan dat in dit geval positief worden uitgelegd).

  • -

    Aantal VPT aangiftes bij de politie (dat kan waarschijnlijk alleen per district) (bij voorkeur een daling, maar indien de focus erop ligt zal er eerder een stijging optreden. Als het aantal stijgt, kan dat in dit geval positief worden uitgelegd).

Aanpak en samenwerking met partners

  • V

    Omdat geweld een enorme impact heeft op mensen, is de aanpak van geweld een grote prioriteit van de gemeente, de politie, het OM en alle andere veiligheidspartners. Het thema geweld wordt derhalve ook op de schaal van de politie-eenheid voortvarend opgepakt en staat in het regionale beleidsplan 2015-2018.

  • V

    Wij zijn van mening dat agressie, geweld en bedreigingen tegen werknemers met een publieke taak nooit getolereerd mogen worden en nemen daarom maatregelen Veilige Publieke Taak (VPT). (Daarnaast stimuleert de gemeente andere werkgevers dat ook te doen).

  • V

    Wij voeren de acht landelijke VPT maatregelen (gebaseerd op de landelijke acht VPT maatregelen[3]) uit en stimuleren ook andere lokale werkgevers met een publieke taak om VPT maatregelen te nemen. Daarnaast voeren wij de leidraad of het protocol Bedreigingen, agressie en geweld tegen politieke ambtsdragers in en gaan deze naleven.

  • V

    Wij activeren inwoners om bij alle vormen van geweld altijd aangifte te doen en direct 112 te bellen. Betreft het andere inwoners en bestaat de indruk dat dit niet is gemeld dan vragen wij dit alsnog te melden bij de politie[4], zo nodig bij Meld Misdaad Anoniem[5].

  • V

    Wij gaan meer inzetten op het verkrijgen van informatie van onze inwoners via Burgernet, project Oog en Oor in de wijk en andere vormen van alarmering via sociale media om daders op te sporen (zie ook bij prioriteit woninginbraken).

  • V

    Op basis van de nieuwe Jeugdwet worden gesloten jeugdhulp, kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering opgelegd door de rechter, maar uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van en gefinancierd door de gemeente.

  • V

    Met de gemeenten in Kennemerland en de partners in het Veiligheidshuis gaan we kijken hoe we de rol van het Veiligheidshuis in de toekomst vorm willen geven in relatie tot deze nieuwe ontwikkelingen.

  • V

    Voor andere vormen van geweld zoals bij overvallen en straatroven en bij geweld tegen overheidsmedewerkers en hulpverleners sluiten we aan op repressieve instrumenten, opsporing en strafrechtelijke trajecten van het Openbaar Ministerie (OM).

  • V

    Vanuit het ministerie worden in 2014 uitgangspunten opgesteld waaraan informatiedeling uit oogpunt van privacy zal moeten voldoen. Op basis van deze uitgangspunten worden afspraken gemaakt over informatiedeling tussen de veiligheidsketen en de zorgketen.

  • V

    We gaan nog meer sturen op het voorkomen van escalaties door burenruzies door de inzet van Buurtbemiddeling. Buurtbemiddeling heeft toegezegd in Zandvoort ook “zwaardere zaken” op te gaan pakken. Daarnaast zullen vrijwilligers worden opgeleid om te bemiddelen in groepsconflicten.

  • V

    Op het gebied van veilig ondernemen kunnen de ondernemers gebruik maken van de diensten van het Regionaal Platform Criminaliteitsbeheersing (RPC). Via het RPC kunnen ondernemers bijvoorbeeld overvaltrainingen organiseren. Zie ook paragraaf 5 - Ondermijning/aanpak georganiseerde criminaliteit.

[3] Zie ook www.evpt.nl en www.hetccv.nl/vpt

[4] www.politie.nl/aangifte

[5] www.meldmisdaadanoniem.nl

 

afbeelding binnen de regeling

  • 2.

    Woninginbraken

Motivatie en achtergrond

  • Woninginbraken hebben een grote impact op het slachtoffer en de omgeving en tasten direct het persoonlijke veiligheidsgevoel aan.

  • In 2014 geeft een toenemend aantal van de ondervraagden in Zandvoort aan zich vaak / soms onveilig te voelen in het eigen huis. Dit is hoger dan in de rest van Nederland en de regio.

  • De kans op een inbraak in de eigen woning wordt in Zandvoort niet hoger ingeschat dan in de rest van Nederland en de regio. In Zandvoort Noord is dit hoger.

  • De woninginbraken zijn in 2013 gestegen ten opzichte van 2012. Voor een deel is dit te wijten aan een piek in het najaar waarbij één lokale veel pleger verantwoordelijk was voor ca. 30 inbraken.

  • In 2014 lijkt het aantal woninginbraken weer te stijgen. Vooral door de inbraken in vakantiewoningen van Centerparcs.

  • Bewoners zijn niet altijd zorgvuldig als het gaat om afsluiten van hun huis, hebben niet altijd goed hang- en sluitwerk, en zijn niet altijd oplettend bij verdachte situaties.

  • De stijging van het aantal woninginbraken is een landelijk probleem. De verwachting is dat het aantal woninginbraken de komende jaren verder zal toenemen als gevolg van de oplopende (jeugd) werkloosheid en de welvaartsverschillen tussen Oost- en West-Europa.

 

Evaluatie huidig beleid

  • -

    De meeste inbraken in Zandvoort vinden plaats door middel van braak, ruim 90%. Minder dan 10% van diefstal uit woningen vindt plaats door insluiping waarbij er geen sprake is van braak. Woningen met een keurmerk veilige woning hebben 90% minder kans op een geslaagde inbraak.

  • -

    De gemeente voert de regie op de gezamenlijke aanpak, ondersteund door de regio.

  • -

    In Kennemer Kust vinden wekelijks gerichte inbraken surveillances plaats waarbij politiemensen opvallend en onopvallend in de wijk surveilleren. Ook wordt een ANPR auto ingezet (Automatic NumberPlate Recognition ofwel een voertuig met herkenningsapparatuur voor ‘bekende' kentekens). Dit gebeurt op tijden en locaties waar woninginbraken te verwachten zijn.

  • -

    Tijdens de donkere (winter)dagen van het jaar worden diverse ‘wijk-op-slot' acties gehouden en blijft de gerichte woninginbraken surveillance van kracht. Tijdens de surveillance worden regelmatig aanhoudingen verricht op grond van de Algemene plaatselijke verordening (in bezit hebben van inbrekerswerktuigen). Het verhoogt niet direct het oplossingspercentage, maar draagt wel bij tot het voorkomen van woninginbraken.

  • -

    In het Veiligheidshuis is een aanpak High Impact Crime ontwikkeld. Dit is een persoonsgerichte aanpak op basis van een overzicht van overvallers en woninginbrekers (plegers High Impact Crimes) van de politie. In het Veiligheidshuis worden door de gezamenlijke partners individuele scenario’s voor straf en zorg opgesteld in samenspraak met direct betrokken professionals. Onderdeel van de aanpak is dat de betreffende persoon een brief krijgt van de burgemeester waarin staat dat hij (of zij) nauwlettend in de gaten wordt gehouden en waarin wordt aangegeven dat ondersteuning mogelijk is als hij (of zij) bereidt is zijn leven te beteren.

  • -

    Het OM is in 2012 gestart met de ZSM-aanpak. In de ZSM-werkwijze wordt na aanhouding van een verdachte zo spoedig mogelijk een beslissing genomen over het afdoeningstraject. Deze aanpak moet goed aansluiten op de aanpak van het Veiligheidshuis.

  • -

    In Zandvoort-Noord is in 2013, op initiatief van de bewoners en met medewerking van politie en gemeente, een bewonersbijeenkomst woning inbrakenpreventie gehouden. In april 2014 is een voorlichtingsavond woninginbraken georganiseerd door politie en gemeente voor Zandvoort Zuid. Ongeveer 90 bewoners hebben deze avond bezocht.

  • -

    Vanuit het Rijk zijn er doelstellingen geformuleerd om het aantal inbraken te verminderen en zijn er extra middelen beschikbaar gesteld voor nieuwe aanpakken. Op regionaal niveau wordt de aanpak woninginbraken geïntensiveerd onder andere door het inzetten van een buurtauto inbraakpreventie in heel Noord Holland. In augustus 2014 is deze buurtauto voor het eerst ingezet in Zandvoort. In de loop van het jaar volgen meer bezoeken van de buurtauto.

  • -

    In het 1e kwartaal van 2015 is een tweede voorlichtingsavond gepland in Zandvoort. In september is er een voorlichtingsbijeenkomst tijdens de ochtend geweest in Heemstede, speciaal voor senioren van Heemstede, Bloemendaal en Zandvoort.

  • -

    Burgerparticipatie is een ander thema waar de gemeente op inzet. In 2013 heeft Zandvoort meegedaan aan de landelijke campagne om meer deelnemers te werven voor Burgernet. Deze actie heeft voor Zandvoort vanaf september een toename van 260 deelnemers aan Burgernet opgeleverd. Eind 2013 waren er 991 deelnemers in Zandvoort. Dit is ongeveer 6% van het inwoneraantal.

Doelstellingen / Indicatoren

afbeelding binnen de regeling

Aanpak en samenwerking met partners

  • V

    Wij vragen van bewoners en andere partners eigen verantwoordelijkheid te nemen door zelf preventieve maatregelen te nemen om (woning)inbraken tegen te gaan en bij verdachte situaties de politie direct te waarschuwen.

  • V

    Door gerichte voorlichting willen wij het bewustzijn van onze inwoners vergroten. Het sturen van waarschuwingsbrieven aan bewoners van getroffen straten en de directe omgeving met tips om inbraken tegen te gaan is een van de manieren waarop wij dit zullen doen. Een andere manier is een actiever gebruik van de plaatselijke pers voor de berichtgeving over bijvoorbeeld woninginbraken.

  • V

    Meer dan nu willen we gebruik maken van digitale communicatie bijvoorbeeld via www.stopdecriminaliteit en Burgernet. Ook willen we de pakkans vergroten door Zandvoorters aan te moedigen alert te zijn. Wij gaan inwoners stimuleren bij verdachte situaties 112 te bellen.

  • V

    We gaan hondenbezitters vragen mee te doen aan inbraakpreventie (Oog en Oor in de Wijk).

  • V

    Het Veiligheidshuis krijgt een nog prominentere rol bij de aanpak. Hier worden operationele PGA’s (persoonsgerichte aanpak) gemaakt om herhaling te voorkomen en woninginbrekers uit de anonimiteit te halen.

  • V

    We gaan intensiever overleggen met eigenaren van vakantiewoningen hoe het aantal inbraken in vakantiewoningen verder kan worden teruggedrongen.

  • V

    We gaan door met de bestaande instrumenten en ontwikkelen deze verder.

  • 3.

    Horeca- en evenementenveiligheid 

Motivatie en achtergrond

  • Zandvoort heeft relatief veel horeca met name in het centrum.

  • Uit de Veiligheidsmonitor 2014 is gebleken dat het centrumgebied als onveilig wordt ervaren. Er wordt veel hinder ervaren van horecagelegenheden. In de rest van Nederland en de regio is dit minder.

  • Rondom uitgaansgelegenheden voelen Zandvoorters zich minder veilig dan in de rest van Nederland. Wel is dit aantal in Zandvoort gedaald in vergelijking met 2011. Alleen in Noordwijk en Enkhuizen voelen meer mensen zich onveilig rondom uitgaansgebieden dan in Zandvoort.

  • In 2012 zijn 10 waarschuwingen gegeven en 4 sancties opgelegd volgens het horecasanctiebeleid. In 2013 zijn 11 waarschuwingen gegeven en 7 sancties opgelegd. Daarmee lijkt het erop dat ondernemers zich minder aantrekken van een sanctie en vaker (geconstateerde) overtredingen begaan.

  • Uit de klachten blijkt dat intensiteit en ernst van geluidsoverlast van cafés en terrassen en overlast van uitgaansjeugd toeneemt.

  • Het aantal grootschalige en risicovolle evenementen neemt toe. Er wordt nauw samengewerkt met de hulpverleningsdiensten om deze evenementen goed voor te bereiden en te begeleiden. Aanpassing van het huidige evenementenbeleid aan de nieuwe regelgeving in de Algemene plaatselijke verordening (Apv) is gewenst zodat er meer duidelijkheid komt over de veiligheidseisen die aan de organisatoren worden gesteld.

  • Op dit moment is er nog onvoldoende zicht op de effecten van het verbod op alcohol voor 16- en 17 jarigen in de nieuwe Drank en Horecawet en of de horeca de nieuwe regels voldoende gaat naleven. Evenmin is bekend of dit zal leiden tot een toename van jeugdoverlast op straat.

 

Evaluatie huidig beleid

  • -

    Wanneer iemand zich ernstig misdraagt in de horeca, bijvoorbeeld door gewelddadigheid of bedreigingen, kan de horecaondernemer hem of haar de toegang ontzeggen. De afspraak is dat er dan via de Koninklijke Horeca Nederland, afdeling Zandvoort, ook een collectieve horecaontzegging wordt opgelegd en dat de burgemeester vervolgens een gebiedsontzegging oplegt. Alles met het doel verdere overlast en escalatie te voorkomen en daarbij een signaal af te geven dat misdragingen niet getolereerd worden.

  • -

    In 2013 is geen collectieve horecaontzegging opgelegd. De horecaondernemers geven zelf aan dat zij het voldoende vinden overlastgevers in hun eigen café te weren en zich niet verantwoordelijk te voelen voor wat er bij anderen of elders in het dorp gebeurt. Wel heeft de burgemeester één keer een gebiedsontzegging opgelegd voor een horecabezoeker vanwege mishandeling en bedreiging van politie agenten.

  • -

    Er zijn in 2013 door de politie tijdens de weekenden en op de woensdagavonden horecadiensten gedraaid met extra inzet. Ook tijdens evenementen is er meer politie. Tijdens het seizoen waren de gemeentelijke handhavers frequent aanwezig.

  • -

    In 2013 werd wederom "lik op stuk" beleid gevoerd op overtredingen die door politie of gemeentelijke handhavers werden gemeld.

  • -

    Bij meldingen van geluidsoverlast worden door ambtenaren geluidsmetingen verricht. Hiervoor bestaat een piketdienst zodat men ook ’s nachts en in het weekend de gemeente kan bellen bij geluidsoverlast van de horeca. Bij geluidsovertredingen wordt gehandhaafd op grond van de Wet milieubeheer. Wanneer de geluidsoverlast leidt tot een verstoring van de openbare orde kan het sanctiebeleid drank en horeca worden toegepast zoals dit ook gebeurt bij andere overtredingen door de horeca. In aanvulling op een boete kan de burgemeester, in plaats van bijvoorbeeld een dwangsom, de horeca-inrichting tijdelijk sluiten op basis van het sanctiebeleid drank en horeca.

  • -

    In 2013 zijn er 44 geluidsmeldingen tijdens de piketdienst binnengekomen, 21 keer is men ter plaatse gaan kijken. Slechts in 8 gevallen is een meting verricht, waarvan er in 4 gevallen een sanctie is opgelegd. Het kan zijn dat de geluidsoverlast al gestopt was toen men op de overlastplek arriveerde (minimale reistijd is een half uur) of men kon niet meten door andere verstorende omgevingsgeluiden of de beller stond niet toe dat men in de woning ging meten.

  • -

    In 2013 is het horecasanctiebeleid 18 keer toegepast. In 11 gevallen is een waarschuwing gegeven en 7 keer is daadwerkelijk een sanctie toegepast in de vorm van vervroegde sluiting of (in een geval) tijdelijke sluiting voor 2 weken. De overtredingen betroffen 8 keer de sluitingstijden, 1 keer geweld, 5 keer geluid en 6 keer (waarvan 2 keer in combinatie met een andere overtreding) betrof het overige overtredingen zoals exploiteren zonder vergunning of het niet aanwezig zijn van een leidinggevende.

  • -

    Toezicht en handhaving van de drank- en horecawet is per 1 januari 2013 overgegaan naar de gemeente. In 2014 zijn er controles geweest op verstrekking van alcohol door de horeca, para commerciële instellingen en winkels aan jongeren onder de 18 jaar. Tot nu toe is er één overtreding geconstateerd.

  • -

    Op het gebied van veilig ondernemen kunnen de ondernemers gebruik maken van de diensten van het Regionaal Platform Criminaliteitsbeheersing (RPC)[6]. In het RPC werken overheid, politie én ondernemers samen aan de beheersing van criminaliteit (Samen Veilig Ondernemen). De ondernemers kunnen voorlichting krijgen hoe criminaliteit te voorkomen in de onderneming, een gratis veiligheidsscan laten maken of deelnemen tegen lage tarieven aan trainingen. Zo is er in 2013 een overvaltraining geweest voor horecaondernemers gecombineerd met identiteitsherkenning. In 2014 wordt een cursus identiteitsherkenning worden georganiseerd voor de para commerciële instellingen.

  • -

    Bij vermoedens dat vergunningen misbruikt worden voor het plegen van strafbare feiten of het witwassen van geld wordt de Wet Bibob (Wet ter Bevordering Integriteit Beoordelingen door het Openbaar Bestuur) door de burgemeester toegepast. In 2013 is de wet Bibob formeel niet toegepast maar is wel één keer een vergunning geweigerd omdat er antecedenten bij de politie bekend waren. In een ander geval is de vergunningaanvraag door de aanvrager ingetrokken na antecedentenonderzoek.

  • -

    In Zandvoort hangen 5 camera’s in de openbare ruimte in het centrum. Dit betreft een proef waarvan de termijn is verstreken. Het is nog niet bekend of het cameratoezicht op de lange wordt voortgezet. Naast diverse opgeloste zaken in 2013 en 2014 door de camerabeelden (objectief), geven horecaondernemers en inwoners aan dat de aanwezigheid van camera’s tot een gevoel van veiligheid leidt (subjectief).

[6] Zie voor RPC: www.hetccv.nl/dossiers/Regionale+Platforms+Criminaliteitsbeheersing/index

 

Doelstellingen / Indicatoren

afbeelding binnen de regeling

Aanpak en samenwerking met partners

  • V

    Wij gaan samen met onze bewoners verkennen of er alternatieve vormen van sociale interventie, door bijvoorbeeld buurtbewoners of anderszins, mogelijk zijn in het uitgaansgebied (zie verder bij jeugd-overlast).

  • V

    Horecaondernemers zijn en blijven verantwoordelijk voor een prettige en veilige leefomgeving. Hiertoe organiseren we bijeenkomsten en gesprekken en maken we duidelijke afspraken ter vermindering van overlast en verbetering van de uitstraling van het gebied.

  • V

    Wij gaan nader onderzoeken hoe we sneller en doeltreffender kunnen omgaan met geluidsoverlast door de horeca.

  • V

    Het sanctiebeleid drank en horeca blijft van toepassing op horeca ondernemers die (geluids)overlast veroorzaken en daardoor de openbare orde en veiligheid aantasten.

  • V

    Wij gaan nog meer gebruik maken van camerabeelden van particulieren en ondernemers om de openbare orde en veiligheid te bewaken.

  • V

    Wij blijven de Wet Bibob en andere bestuurlijke mogelijkheden inzetten om te voorkomen dat criminele organisaties infiltreren in de horeca en geld wit wassen.

  • V

    Wij werken persoonsgericht door die personen aan te pakken die overlast veroorzaken, dit doen we onder andere door gebiedsverboden op te leggen en waarschuwingsbrieven te versturen.

  • V

    Het horecateam van de politie blijft actief tijdens uitgaansavonden.

  • 4.

    Jeugd: alcohol- en drugsgebruik en (uitgaans-)overlast 

Motivatie en achtergrond

  • De klachten over uitgaansoverlast nemen toe, vooral de aard van de overlast lijkt ernstiger te worden. Deze overlast concentreert zich in het bijzonder in de kleine straatjes in het centrum, grenzend aan het uitgaansgebied. Er zijn klachten over hard schreeuwen, ruzie maken, luid praten, urineren, overgeven, dronkenschap en wiet roken. Bankjes, bloempotten en andere spullen worden gestolen, auto's worden vernield en brommers rijden te hard en met veel lawaai door de straatjes. De overlast concentreert zich op de tijdstippen waarop de jeugd komt of huiswaarts keert in de nachtelijke uren tot ca. 05.30 uur.

  • Jeugd die tot ongeveer 21:00 uur rond hangt, is over het algemeen nog goed aanspreekbaar en benaderbaar. Jeugd die ’s nacht hangt na bezoek aan horeca en onder invloed van drank overlast veroorzaakt, is bijna niet meer aan te spreken op gedrag. Dat maakt dat er twee verschillende problemen zijn waarvoor ook verschillende aanpakken nodig zijn.

  • Als meest voorkomende overlast door jongeren wordt door 57% van de ondervraagden ruzie maken en/of schreeuwen op straat aangegeven. Van de ondervraagden geeft 16% aan zeker of een beetje te hebben gemerkt dat de gemeente de jongerenoverlast aanpakt, 84% geeft aan hier niets van gemerkt te hebben. Toch is het percentage ondervraagden dat last heeft van rondhangende jongeren relatief lager dan elders in het land. Ook voelt men zich iets minder onveilig op plekken waar groepen jongeren rondhangen dan in de regio en de rest van Nederland.

  • Op dit moment is er nog onvoldoende zicht op de effecten van het verbod op alcohol voor 16- en 17 jarigen in de nieuwe Drank en Horecawet en of dit zal leiden tot een toename van overlast op straat. Hoewel tot nu bij de controles slechts één overtreding op alcoholverstrekking aan jongeren onder de 18 is geconstateerd, geeft dat geen garanties dat dit niet vaker gebeurt.

  • De indruk is wel dat ondernemers en para commerciële instellingen zeker bereid zijn de wet uit te voeren maar dat een deel van de jeugd inventief is en op allerlei manieren probeert toch aan drank te komen.

 

Evaluatie huidig beleid

  • -

    Door extra maatregelen in 2013 zijn de cijfers jeugdoverlast iets gedaald. In 2013 is bij Pluspunt een jongerenwerkster aangesteld met als eerste opdracht het creëren van een jongerenplek. De proef met een jeugdhonk is onlangs geëvalueerd en zal worden voortgezet.

  • -

    Het creëren van een hangplek op een buitenlocatie krijgt voorlopig geen prioriteit nu het onmogelijk lijkt om een locatie te vinden waarbij er voldoende sociale controle is, maar de buurtbewoners geen overlast ondervinden.

  • -

    In 2013 is er op drie plekken door het plaatsen van bordjes een samenscholingsverbod met een avondklok ingesteld. Er is intensief gecontroleerd en verbaliseerd gedurende enkele maanden en er zijn enkele jongeren doorverwezen naar Halt.

  • -

    Op het Gasthuisplein is door het plaatsen een bloembak op een muur een eind gekomen aan de daar gecreëerde hangplek vlak voor de huizen.

  • -

    Er worden door de gemeente en de wijkagent gesprekken gevoerd met bewoners om samen te bespreken hoe de jeugdoverlast teruggebracht kan worden.

  • -

    De kruising van de Kanaalweg met de Haltestraat wordt sinds juni gedurende een proefperiode afgesloten met hekken tijdens uitgaansavonden. In enkele andere zijstraten van de Haltestraat gebeurt dit al sinds 2012.

  • -

    Tijdens uitgaansavonden wordt een speciaal horecateam van de politie ingezet.

  • -

    In augustus 2014 is er een proef gehouden met zogenaamde Susteams van een beveiligingsbedrijf in het centrum tijdens twee uitgaansavonden. Een Susteam wordt ingezet om er op toe te zien dat de uitgaansbezoeker zich houden aan de Algemene plaatselijke verordening (Apv) en ter voorkoming van overlast aan de bewoners en horecagelegenheden. Correctie van ongewenst gedrag vindt plaats door het aanspreken van het uitgaanspubliek op een open en de-escalerende wijze. Het laten inzien dat men bijvoorbeeld overlast veroorzaakt, met als resultaat dat men dit gedrag voortaan achterwege laat, is het belangrijkste uitgangspunt.

  • -

    Deze proef lijkt succesvol te zijn echter voor een meer structurele inzet van dergelijke teams is geen budget beschikbaar.

  • -

    Tijdens uitgaansavonden is enkele malen gericht gecontroleerd op alcoholverstrekking aan jongeren in de horeca. Tot nu toe is één overtreding geconstateerd.

  • -

    Er zijn tot nu toe nog geen signalen dat de invoering van de minimumleeftijd voor alcoholbezit van 18 naar 16 jaar heeft geleid tot een toename van alcoholgebruik door de jeugd op straat. Wel is er nog steeds sprake van “indrinken” op plekken in het Centrum maar dit is niet anders dan in het verleden.

 

Doelstellingen / Indicatoren

afbeelding binnen de regeling

Aanpak en samenwerking met partners

 

  • V

    Wij gaan door met het aanpakken van overlast door uitgaansjeugd.

  • V

    In samenwerking met de GGD gaan we meer inzetten op preventie van alcoholgebruik door minderjarigen. Uiteraard verlangen we hierbij van ouders ook een actieve rol.

  • V

    Wij blijven handhaven op jeugdoverlast en alcoholgebruik door minderjarigen (lik op stuk beleid), bij voorkeur door trajecten via Halt en we gaan jongeren meer aanspreken op hun gedrag.

  • V

    Op iedere door de jeugd zelf gecreëerde hanglocatie acteren we meteen om de overlast in te perken en we gaan in gesprek met omwonenden en jongeren om mee te denken over oplossingen en draagvlak te creëren.

  • V

    Wijkagenten en gemeente blijven in gesprek met inwoners over uitgaansoverlast, en hoe die tegen te gaan. Wij vragen van de horeca ondernemers een actievere rol bij het tegengaan van uitgaansoverlast door de jeugd. Daarbij zullen we ook onze andere professionele partners betrekken.

  • V

    Wij gaan kijken of we alternatieve vormen van sociale interventie kunnen inzetten zoals professionele (Sus)teams, een buurtcomité, studenten/stagiairs of combinaties hiervan.

  • V

    Wij blijven zoeken naar mogelijkheden om eigen plekken voor de jeugd te creëren. Bij een positieve evaluatie wordt het jeugdhonk voortgezet.

  • V

    Wij brengen kleine aanpassingen aan in de infrastructuur als dit helpt om jeugdoverlast tegen te gaan.

  • V

    Wij verzamelen en analyseren informatie om de grootste overlastplekken te bepalen en te bewaken.

  • 5.

    Ondermijning/aanpak georganiseerde criminaliteit 

Motivatie en achtergrond

  • Zandvoort heeft veel horeca en is daardoor een gemakkelijk doelwit van georganiseerde misdaad.

  • De cijfers bij georganiseerde criminaliteit geven vooral inzicht in drugs gerelateerde criminaliteit. Georganiseerde criminaliteit is echter breder en niet goed in cijfers uit te drukken. Veel burgers merken in hun dagelijks leven niets van georganiseerde criminaliteit. Georganiseerde criminaliteit speelt zich doorgaans in het verborgene af en blijft daardoor voor velen onzichtbaar. Op langere termijn kan georganiseerde criminaliteit onze samenleving ondermijnen door de vermenging van onder- en bovenwereld. Bij georganiseerde criminaliteit gaat het bijvoorbeeld om mensenhandel, kinderpornografie, illegale prostitutie, handel in drugs, fraude en wapenbezit.

  • Georganiseerde criminaliteit leidt per definitie tot een onveilige leefsituatie (meer overlast en/of criminaliteit in woonwijken) en is, eenmaal aanwezig, lastig aan te pakken.

  • Nieuw in de Veiligheidsmonitor zijn vragen over cybercrime. Voor het slachtofferschap van cybercrime is berekend hoeveel inwoners één keer of vaker slachtoffer zijn geweest van identiteitsfraude, koop- of verkoopfraude, pesten via internet en hacken. Vijftien procent van de slachtoffers is hier in de afgelopen 12 maanden slachtoffer van geworden. Dit is hoger dan het regionale gemiddelde. Men wordt het vaakst slachtoffer van hacken.  

  • Voorheen was georganiseerde criminaliteit een onderwerp dat vooral strafrechtelijk werd aangepakt. De laatste jaren is de ontwikkeling dat de gemeente met haar partners een steeds belangrijker aandeel krijgt in de aanpak van georganiseerde criminaliteit. Het streven is om het criminele ondernemingsklimaat zo ongunstig mogelijk te maken. Dit vindt in eerste instantie plaats via bestuursrechtelijke maatregelen zoals het tijdelijk sluiten van een pand in het geval van hennepplantages.

  • De Minister van Veiligheid en Justitie maakt zich sterk voor een harde aanpak van “outlaw motorgangs (OMG’s)” en hieraan gelieerde zaken en draagt de lijn uit dat overheidsinstanties OMG’s op geen enkele wijze zouden moeten faciliteren. OMG’s kenmerken zich - in tegenstelling tot reguliere motorclubs - door onder meer een imago van onaantastbaarheid en het dragen van kenmerkende kleding. Zij bewegen zich op de scheidslijn van de onder- en bovenwereld en vertonen norm overschrijdend gedrag.

 

Evaluatie huidig beleid

  • -

    De belangrijkste instrumenten op het gebied van georganiseerde criminaliteit zijn het Regionaal Informatie- en Expertise Centrum (RIEC) en de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (wet Bibob). Het RIEC ondersteunt de gemeente bij de aanpak van georganiseerde criminaliteit. Alle partners op het gebied van de aanpak van de georganiseerde criminaliteit in Noord-Holland hebben het RIEC-convenant getekend, zodat er wettelijk een basis is voor samenwerking en het uitwisselen van informatie. Belangrijke partners zijn onder andere de Belastingdienst, de Douane, de Fiscale inlichtingen- en opsporingsdienst (FIOD) en de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND).

  • -

    Op het gebied van veilig ondernemen kunnen de ondernemers gebruik maken van de diensten van het Regionaal Platform Criminaliteitsbeheersing (RPC). In het RPC werken overheid, politie én ondernemers samen aan de beheersing van criminaliteit. Dit gebeurt onder de vlag van Samen Veilig Ondernemen. De gemeente Zandvoort levert jaarlijks een financiële bijdrage aan het RPC waarmee de ondernemers van Zandvoort worden ondersteund. Bij het RPC kunnen ondernemers voorlichting krijgen hoe criminaliteit te voorkomen in de onderneming. Men kan een gratis veiligheidsscan laten maken of deelnemen tegen lage tarieven aan trainingen. In 2014 organiseert het RPC nog twee congressen Cybercrime met bijhorende workshops. Ook is een website “Veelplegers” gelanceerd waarvoor de communicatie naar het bedrijfsleven onlangs is gestart.

  • -

    Wanneer er vermoedens zijn dat vergunningen misbruikt worden voor het plegen van strafbare feiten of het witwassen van geld kan de Wet Bibob worden toegepast. In 2013 is de wet Bibob formeel niet toegepast maar is wel één keer een vergunning geweigerd omdat er antecedenten bij de politie bekend waren. In een ander geval is de vergunningaanvraag door de aanvrager ingetrokken na antecedentenonderzoek bij de politie. De wet Bibob is op 1 juli 2013 uitgebreid en kan vanaf die datum ook worden toegepast op meer vergunningen, vastgoedtransacties en subsidies.

  • -

    Wij zien een professionalisering van diegenen die (illegale) hennepteelt faciliteren. Bij bestrijding van georganiseerde misdaad, denk aan het oprollen van hennepplantages, is het gebruikelijk dat de burgemeester, aanvullend op het strafrechtelijke traject, bestuurlijke maatregelen oplegt zoals het opleggen van een preventieve dwangsom of het sluiten van een pand. Hennepplantages komen in bedrijfspanden, huurwoningen en koopwoningen voor.

  • -

    Enkele keren zijn er in de horeca van Zandvoort enkele groepen van Outlaw MotorCycle Gangs (OMG's) waargenomen. De politie heeft deze groepen snel in beeld gehad en is in gesprek gegaan. Er is nooit sprake geweest van ongeregeldheden.

 

Doelstellingen / Indicatoren

afbeelding binnen de regeling

Hoewel op dit moment niet erg duidelijk is hoe de doelstelling - terugdringen slachtofferschap cybercrime - is te beïnvloeden geeft dit relatief hoge percentage aan actie gewenst is. Onderzoek zal moeten uitwijzen hoe dit aan te pakken.

Aanpak en samenwerking met partners

  • V

    Wij gaan onderzoeken welke maatregelen wij zelf en onze bewoners en ondernemers kunnen nemen tegen cybercrime in zijn algemeenheid en hacken in het bijzonder.

  • V

    Wij pakken, samen met onze partners, georganiseerde criminaliteit in Zandvoort aan via de Wet Bibob, het uitwisselen van informatie en het nemen van bestuurlijke maatregelen.

  • V

    Wij stellen nieuw beleid op voor de Wet Bibob zodat deze ook op andere vergunningen, vastgoedtransacties en subsidies kan worden toegepast.

  • V

    Wij sluiten in regionaal verband een hennepconvenant af tussen de gemeenten en andere partners zodat we samen gestructureerd kunnen optreden. Het convenant zal in eerste instantie voor het oude politiedistrict Kennemerland gelden 

  • V

    Wij maken een stappenplan en beleid in het kader van de Opiumwet. Met eigen beleid, voorzien van een stappenplan, kunnen we efficiënter en sneller optreden en is de kans van slagen bij de rechter groter.

5. Organisatorische borging

  • 1.

    Interne en externe organisatie

Inwoners

Dit hoofdstuk gaat vooral over de verschillende rollen binnen de gemeentelijke organisatie en onze professionele partners. Dat doet er niet aan af dat wij inwoners zien als een van onze belangrijkste partners bij de uitvoering van het integraal veiligheidsbeleid. De inwoners kunnen als geen ander aangeven wat nodig en gewenst is én pakken in toenemende mate hun eigen verantwoordelijkheid op. De samenwerking met onze inwoners waarbij de gemeente steeds meer een faciliterende rol krijgt en de inwoners een meer sturende rol vormt een van de hoofdpijlers van dit integrale veiligheidsbeleid.

 

Burgemeester

De burgemeester is wettelijk belast met de handhaving van de openbare orde en veiligheid en is daarvoor als eerste aanspreekbaar en politiek verantwoordelijk. De burgemeester heeft het opperbevel bij rampen, branden of grootschalige calamiteiten en is de gezagsdrager op het terrein van de openbare orde en veiligheid en hulpverlening. De burgemeester vervult in verband met deze wettelijke taken een coördinerende rol binnen het integraal veiligheidsplan. Binnen de lokale driehoek (gemeente, politie en OM) stemt hij af wat de rol van de politie is als het gaat om de uitvoerende taken binnen het IVP en welke capaciteit daaraan gekoppeld kan worden. Deze positie maakt het mogelijk om in te grijpen wanneer het draagvlak vermindert, afspraken niet worden nagekomen of een koerswijziging nodig is.

 

Wethouders / college van burgemeester en wethouders

Werkzaamheden van wethouders raken bijna zonder uitzondering het integraal veiligheidsbeleid, waardoor veiligheid kan worden beschouwd als een collectieve verantwoordelijkheid van het gehele college. Veiligheid werkt door op vele terreinen en heeft daardoor raakvlakken met bijna alle gemeentelijke afdelingen. Om deze reden is het noodzakelijk dat het gehele college alert is op veiligheidsaspecten van het gemeentelijk beleid en een actieve rol vervult ten aanzien van integraal veiligheidsbeleid.

 

De gemeenteraad

De raad stelt de kaders en het veiligheidsbeleid in het Integraal Veiligheidsplan vast en heeft een controlerende taak. Zo kan hij later in het proces ook zijn controlerende taak vervullen. De raad neemt jaarlijks kennis van het Veiligheidsprogramma voor het komende jaar.

 

Overlegstructuur

Op bestuurlijk niveau voert de burgemeester in de lokale driehoek overleg over de voortgang van de aanpak op strategisch niveau met betrekking tot veiligheid. Dit overleg vindt 3 maal per jaar plaats. Daarnaast heeft de burgemeester zitting in het Bestuurlijk Overleg Veiligheid. Dit is een overleg van Burgemeesters, OM en politie van de gemeenten van de Veiligheidsregio Kennemerland.

De burgemeester heeft daarnaast driewekelijks overleg met de teamchef van de basiseenheid van de politie waar Zandvoort onder valt. Op het gebied van crisisbeheersing en rampenbestrijding vindt met ongeveer een zelfde frequentie overleg plaats op het niveau van de Veiligheidsregio Kennemerland. Ook met de overige partners voert de burgemeester periodiek overleg.

 

Ambtelijke organisatie en samenwerking met partners

De coördinatie van de uitvoering van het veiligheidsprogramma en de jaarplannen ligt bij de adviseur openbare orde en veiligheid onder verantwoordelijkheid van de burgemeester. Evenals sturing op de aanpak van veiligheidsproblemen en de beheersing van incidenten met een criminele inslag.

Een werkgroep met daarin de belangrijkste interne en externe partners fungeert als klankbordgroep en zal de diverse acties uitzetten binnen de eigen afdeling. Op specifieke onderdelen zullen andere betrokken partners worden geconsulteerd.

In de begeleidende werkgroep en de feed-backgroep zitten vertegenwoordigers vanuit de veiligheidspartners, dit zijn:

  • Interne partijen, zoals de afdelingen Ontwikkeling en beheer (wegbeheer, vergunningverlening, ruimtelijke ordening, toerisme en economie), Reiniging en groen (handhaving, onderhoud), Maatschappelijke zaken en dienstverlening (beleid, uitvoering, beleidsmedewerker jongeren), Publieke Dienstverlening (klachtencoördinator, communicatie, vergunningverlening, burgerzaken) en Strategie en ondersteuning (openbare orde en veiligheid, juridische zaken).

  • Externe partijen, zoals Politie Noord-Holland, Openbaar Ministerie, Veiligheidshuis, Regionaal Informatie- en Expertisecentrum (RIEC), Halt, Veiligheidsbureau, Regionaal Platform Criminaliteitsbeheersing (RPC), woningcorporatie de Key, Centrum voor jeugd en Gezin, Koninklijke Horeca Nederland en overige partijen.

  • Het betreft een groeimodel met waarin gaandeweg ook vertegenwoordigers van inwoners en ondernemers actief worden betrokken.

  • 2.

    Handhaving

Een steeds belangrijkere rol krijgt sociale interventie en signalering door bijvoorbeeld buurtbewoners waardoor overtredingen bijtijds gekeerd en overlast voorkomen kunnen worden. Op deze manier ontstaat als het ware een soort voorportaal in de formele handhaving. Formele handhaving gebeurt door politie, gemeentelijke handhavers, Milieudienst IJmond, belastingdienst, sociale recherche en private partijen.

Meer dan nu het geval is zullen acties gecoördineerd en planmatig dienen plaats te vinden.

Bovendien zullen het gemeentelijk handhavingsbeleid en de jaarlijkse uitvoeringsprogramma’s meer afgestemd dienen te worden op het integrale veiligheidsbeleid en de vastgestelde prioriteiten.  

  • 3.

    Communicatie

We gaan uit van de bestaande communicatie infrastructuur, namelijk:

  • De wijkagenten als aanspreekpunt voor de bewoners uit de wijk. Bijeenkomsten met inwoners en met horecaondernemers.

  • Voorlichtingsbijeenkomsten over woninginbraken en zo nodig waarschuwingsbrieven in gebieden waar veel wordt ingebroken.

  • Burgernet en andere sociale media zoals www.stopdecriminaliteit.nl en NL-alert.

  • De gemeentelijke meld- en klachtenlijn waar inwoners terecht kunnen met vragen, opmerkingen en ideeën.

Daarnaast introduceren we een aantal nieuwe communicatiemiddelen zoals

  • Aansluiten bij bestaande bewonersplatformen zoals buurtverenigingen en bewonersspreekuren van de woningcorporatie.

  • In Nieuw Noord zal de wijkagent een spreekuur instellen in samenwerking met woningcorporatie de key en Buurtbemiddeling. Er zijn plannen om ook de gemeente hierbij aan te laten sluiten.

Onze communicatiestrategie wordt verder uitgewerkt in het uitvoeringsplan.

  • 4.

    Financiën

    • Voor de aanpak van complexe sociale casuïstiek is geen extra financiële investering nodig. Binnen de transitie van het sociaal domein worden (financiële) afspraken gemaakt met instanties. Focus van de aanpak is een goede aanpak en samenwerking tussen de instanties en invullen van de regierol van de gemeente.

    • Voor preventie van woninginbraken zijn op dit moment geen financiën beschikbaar behalve de vaste bijdragen aan het Veiligheidshuis (nazorg ex-gedetineerden en aanpak veel plegers) en aan het RPC dat is gericht op bedrijven. In de begroting 2015 is voor inbraakpreventie een structureel budget gevraagd van € 1.000.

    • De inzet van cameratoezicht levert eveneens een bijdrage in het voorkomen van verstoring van de openbare orde en veiligheid in het uitgaansgebied. Hiervoor is in de begroting 2015 een structureel budget gevraagd van € 2.000 om de pilot cameratoezicht om te zetten naar een permanente vorm van toezicht. Dit is nodig voor huur en verbinding van de camera’s en voor de vergoeding van elektriciteit aan de eigenaren van de gebouwen waar de camera’s hangen.

    • Inzet van een Susteam om gericht te werken aan het verminderen van jeugd- en uitgaansoverlast kost voor twee teams per avond ca. € 1.000. Voor 10 avonden per jaar met twee teams of 20 avonden met 1 team is ca. € 10.000 nodig.

    • Dekking zou kunnen plaatsvinden uit het budget handhaving beschikbaar voor inhuur. Daaruit zou ook de controle op alcoholverstrekking aan minderjarigen worden bekostigd. Dit vraagt om een keuze tussen handhaving horecaondernemers of jeugd aanspreken op gedrag. In beide gevallen betekent het dat er minder capaciteit beschikbaar is voor overige handhaving Algemeen plaatselijke verordening en parkeren. Er kan ook gedacht worden aan een eigen bijdrage van de ondernemers in het centrum die tot 3 uur of later open zijn.

    • Voor alternatieve vormen van sociale interventie op straat zoals inzet van een buurtcomité of studenten/stagiairs is eveneens budget nodig voor training en opleiding, kleding zoals hesjes en eventuele stagevergoedingen. Budget hiervoor is niet aanwezig.

    • Kleine aanpassingen in de infrastructuur zoals hekken, bloembakken en verlichting kunnen worden gerealiseerd binnen de bestaande middelen.

Ondertekening

Zandvoort, 16 december 2014
de raad voornoemd,
de griffier,
de voorzitter,