Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR368626
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR368626/1
Regeling vervallen per 01-12-2021
Verordening op de vertrouwenscommissie De Friese Meren 2015 die de aanbeveling tot benoeming van de burgemeester voorbereidt
Geldend van 12-06-2015 t/m 30-11-2021 met terugwerkende kracht vanaf 21-05-2015
Intitulé
Verordening op de vertrouwenscommissie De Friese Meren 2015 die de aanbeveling tot benoeming van de burgemeester voorbereidtDe raad van de gemeente De Friese Meren;
gelezen het voorstel van de voorbereidingscommissie uit de gemeenteraad van De Friese Meren van 16 april 2015;
gelet op de artikelen 61, 61c, 84, 86, 147 en 149 van de Gemeentewet en de artikelen 15 en 31 van de Archiefwet 1995 en artikel 9 van het Archiefbesluit 1995;
B E S L U I T:
vast te stellen
Verordening op de vertrouwenscommissie De Friese Meren 2015 die de aanbeveling tot benoeming van de burgemeester voorbereidt
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
de gemeenteraad: de gemeenteraad De Friese Meren;
- b.
de commissie: de vertrouwenscommissie, de leden en adviseurs;
- c.
de commissaris: de Commissaris van de Koning in de provincie Fryslân;
- d.
de secretaris: de secretaris van de commissie.
Artikel 2 Taken en werkwijze
-
1. De commissie heeft tot taak de aanbeveling tot benoeming van de burgemeester voor te bereiden, in acht genomen de circulaire van de minister van Binnenlandse Zaken.
-
2. De commissie voert daartoe gesprekken met door de commissaris geselecteerde kandidaten.
-
3. De commissie kan besluiten om naast de in lid 2 bedoelde kandidaten ook andere kandidaten die hebben gesolliciteerd, bij haar beoordeling te betrekken. Indien zij daartoe besluit, doet zij daarvan onverwijld mededeling aan de commissaris.
-
4. Indien een niet door de commissaris geselecteerde kandidaat zich binnen de reactietermijn rechtstreeks tot de commissie wendt met het verzoek door haar te worden uitgenodigd, dan beslist de commissie zo spoedig mogelijk op het verzoek en stelt zij de verzoeker schriftelijk van haar beslissing op de hoogte en informeert de commissaris.
-
5. De commissie bepaalt haar standpunt over de geschiktheid van de door haar ontvangen kandidaten. Zij brengt schriftelijk een geheim verslag uit aan de raad en aan de commissaris. De commissie vermeldt daarbij ten aanzien van iedere kandidaat de motieven die tot haar oordeel hebben geleid. Zij doet het verslag vergezeld gaan van een concept-aanbeveling van tenminste twee kandidaten, in voorkeursvolgorde, die naar haar oordeel voor de benoeming in aanmerking komen.
Artikel 3 Samenstelling
-
1. De commissie, te benoemen door en uit de gemeenteraad van De Friese Meren, bestaat uit de volgende gemeenteraadsleden:
- -
Mevrouw G.H. de Vries-Suierveld (fractievoorzitter FNP)
- -
Mevrouw L. Boelsma-Hoekstra (fractievoorzitter CDA)
- -
De heer P.F. Westra (fractievoorzitter PvdA)
- -
De heer J. Meinsma (fractievoorzitter VVD)
- -
Mevrouw J. Speelman-Drees (raadslid D66)
- -
De heer S. Holtrop (fractievoorzitter CU)
- -
de heer R. Visser (fractievoorzitter NCPN)
- -
de heer M.A. Sikkes-Van den Berg (fractievoorzitter GroenLinks)
- -
de heer R.M. van Iddekinge (fractievoorzitter NPP)
- -
-
2. Plaatsvervangende leden worden niet benoemd.
-
3. De commissie kiest uit haar midden een voorzitter en plaatsvervangend voorzitter.
-
4. Als adviseur (zonder stemrecht) van de commissie treedt de wethouder de heer D.L. Durksz op. Hij is geen lid van de commissie.
-
5. Indien een lid van de commissie langdurig niet beschikbaar is of tussentijds de raad verlaat, kan hij of zij worden vervangen door een ander raadslid van dezelfde raadsfractie. Dit lid geldt tot de commissie kennis neemt van de namen van de sollicitanten.
-
6. De griffier en de gemeentesecretaris leveren waar nodig ambtelijke bijstand. De griffier is tevens secretaris van de commissie.
-
7. Indien de griffier niet beschikbaar is, benoemt de commissie een lid van de commissie als vervanger.
-
8. Vanaf het moment dat de commissie kennis neemt van de namen van de sollicitanten, is het niet meer mogelijk de samenstelling van de commissie te wijzigen.
Artikel 4 Werkwijze
-
1. De commissie vergadert zo dikwijls als de voorzitter of tenminste twee leden dit noodzakelijk achten.
-
2. De commissie vergadert uitsluitend indien tenminste zeven leden aanwezig zijn.
-
3. De vergaderingen van de commissie zijn besloten.
-
4. Van het behandelde ter vergadering wordt door de secretaris een verslag gemaakt. Dit verslag wordt door de commissie vastgesteld.
-
5. Het advies van de commissie inzake de aan de raad voor te leggen namen van aan te bevelen kandidaten komt tot stand in een vergadering waarin de commissie bij voorkeur voltallig is.
-
6. Het gevoelen van een minderheid wordt op haar verzoek in de schriftelijke rapportage aan raad en commissaris, als bedoeld in artikel 2 lid 5, vermeld.
Artikel 5 Gesprekken met de kandidaten
-
1. Namens de commissie nodigen de voorzitter en de secretaris de kandidaten uit voor het gesprek met de commissie.
-
2. Plaats, datum en tijdstip van de gesprekken worden zodanig gekozen dat de namen van de kandidaten niet bekend worden bij de kandidaten onderling of bij derden.
-
3. Over de kandidaten worden geen inlichtingen ingewonnen anders dan door tussenkomst van de commissaris. Overleg met derden, met uitzondering van de commissaris, is uitgesloten.
Artikel 6 Geheimhouding
-
1. De leden van de commissie hebben volstrekte geheimhoudingsplicht omtrent hetgeen direct of indirect aan hen als lid van de commissie ter kennis is gebracht. De geheimhouding geldt eveneens voor de adviseurs. De geheimhouding blijft ook bij tussentijds aftreden van leden en adviseurs van de commissie van kracht.
-
2. Noch aan de raadsleden die geen zitting hebben in de commissie, noch aan anderen wordt inzage of informatie verstrekt omtrent de inhoud van aan de commissie overgelegde stukken of het behandelde ter vergadering van de commissie.
-
3. Noch de commissie, noch de gemeenteraad zal de geheimhouding als bedoeld in dit artikel opheffen.
-
4. De geheimhoudingsplicht blijft na ontbinding van de commissie van kracht.
-
5. Indien de commissie vaststelt dat een van de leden of adviseurs de geheimhouding schendt, dan wordt de betreffende persoon uit zijn of haar functie ontheven. Dit besluit wordt niet genomen dan nadat de betreffende persoon door de voltallige commissie is gehoord. Het besluit dient, bij afwezigheid van de betreffende persoon, in een overigens voltallige commissie, in unanimiteit te worden genomen.
-
6. Schending van de geheimhoudingsplicht is strafbaar op grond van artikel 272 van het Wetboek van Strafrecht.
Artikel 7 Communicatie en correspondentie
-
1. De voorzitter van de commissie treedt op als contactpersoon naar buiten.
-
2. Alle stukken bestemd voor de commissie worden gericht aan de voorzitter en gezonden aan het privé-adres van de secretaris. De secretaris bewaart de stukken totdat de uiteindelijke archivering plaatsvindt.
-
3. Alle stukken die van de commissie uitgaan worden ondertekend door de voorzitter en de secretaris en door de secretaris verzonden.
Artikel 8 Beëindiging van de commissie
1.De commissie wordt geacht te zijn ontbonden met ingang van de dag volgende op die waarop aan het gemeentebestuur bekend is gemaakt dat in de vacature is voorzien.
Artikel 9 Archivering van stukken
-
1. De voorzitter en de secretaris van de commissie dragen er zorg voor dat op het in het eerste lid van artikel 8 bedoelde tijdstip alle archiefbescheiden die de commissie zelf heeft opgemaakt, op last van burgemeester en wethouders, onverwijld in een verzegelde envelop en gerubriceerd als "geheim" worden overgebracht naar de krachtens de wet door de raad aangewezen archiefbewaarplaats. Zij dragen er eveneens zorg voor dat uitvoering wordt gegeven aan het bepaalde in de volgende leden van dit artikel.
-
2. Van de in het eerste lid bedoelde overbrenging wordt een verklaring van overbrenging als bedoeld in artikel 9 van het Archiefbesluit 1995 opgemaakt. In deze verklaring wordt melding gemaakt van de met toepassing van artikel 15, lid 1, sub a en c van de Archiefwet 1995 gestelde beperkingen aan de openbaarheid, geldende voor een periode van 75 jaar.
-
3. Alle bescheiden van de commissie en alle kopieën van de in dit artikel bedoelde bescheiden worden door de leden weer ingeleverd bij de secretaris, die zorgdraagt voor onmiddellijke vernietiging.
Artikel 10 Onvoorziene gevallen
In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist de commissie, met inachtneming van het ter zake bij of krachtens wettelijk voorschrift bepaalde.
Artikel 11 Slotbepalingen
- 1.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van haar vaststelling en kan worden aangehaald als “Verordening op de vertrouwenscommissie De Friese Meren 2015 die de aanbeveling tot benoeming van de burgemeester voorbereidt”.
- 2.
Deze verordening vervalt, met uitzondering van het bepaalde in artikel 6, lid 4 van deze verordening, op de dag volgend op de dag waarop de naam van de nieuwe burgemeester is bekend gemaakt aan de gemeenteraad.
Ondertekening
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl