Weekmarktverordering gemeente Druten

Geldend van 04-06-2015 t/m heden

Intitulé

Weekmarktverordering gemeente Druten

De raad van de gemeente Druten;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 21 april 2015;

 

gezien de inspraak van de ambulante handelaren op de conceptstukken inzake de weekmarkt;

gelet op artikel 147, eerste lid, alsmede artikel 149 en artikel 160, eerste lid aanhef en onder h van de Gemeentewet;

overwegende dat het wenselijk is regels te stellen voor een ordelijk verloop van de weekmarkt;

B E S L U I T

vast te stellen de:

Weekmarktverordening gemeente Druten

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Toepassingsgebied

  • 1 Deze verordening is van toepassing op de door burgemeester en wethouders ingestelde warenmarkt te Druten die op vrijdag van 14.00 tot 18.00 uur wordt gehouden op een door burgemeester en wethouders aangewezen plaats. Ze is echter niet van toepassing op braderieën, jaarmarkten en vrijmarkten.

  • 2 Burgemeester en wethouders zijn bevoegd markten in te stellen, af te schaffen of te veranderen.

Artikel 2 Inrichtingsplan

  • 1 Voor de markt stellen burgemeester en wethouders een inrichtingsplan vast, dat in elk geval bevat:

    a. aanduiding van de dagen en de uren waarop en eventueel de periode waarin de markt wordt gehouden (markttijd);

    b. een kaart van de markt;

    c. aanduiding van alternatieve marktlocaties;

    d. aanduiding van verkoopmiddel;

    e. branchering van de markt.

  • 2 Op de kaart zijn aangegeven:

    a. de grenzen van de markt;

    b. de plaatsen of gebieden die bestemd zijn voor houders van een vaste-standplaatsvergunning.

Artikel 3 Toewijzing standplaatsen

Een standplaats wordt toegewezen als vaste standplaats of standwerkersplaats.

Artikel 4 Vergunningen

  • 1 Het is verboden zonder vaste-standplaatsvergunning van burgemeester en wethouders een standplaats voor het uitoefenen van markthandel in te nemen op de markt.

  • 2 Een vaste-standplaatsvergunning wordt verleend voor 1 jaar en voor de op de vergunning vermelde standplaats, tenzij de vergunning anders bepaalt. Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen een andere standplaats aanwijzen.

  • 3 Na 1 jaar wordt de vergunning ambtshalve voor onbepaalde tijd verleend, mits de in de verordening genoemde weigeringsgronden niet zijn overtreden.

  • 4 Het is verboden, op een markt zonder standwerkvergunning van burgemeester en wethouders als standwerker op te treden op een markt. Onder standwerker wordt verstaan iemand die publiek om zich heen verzamelt en dat door een aansprekende uiteenzetting probeert over te halen artikelen te kopen.

  • 5 Aan een vergunning kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden.

  • 6 Het is de vergunninghouder verboden andere waren aan te bieden of te verkopen dan waarvoor de vergunning is verleend.

Artikel 5 Vereisten

Een vergunning kan enkel worden verleend aan een handelingsbekwame natuurlijke persoon die gerechtigd is in Nederland arbeid te verrichten, die een aanvraag voor een vergunning heeft ingediend bij burgemeester en wethouders en die daarbij tevens aantoont dat hij persoonlijk voldoet aan alle publiekrechtelijke verplichtingen op het gebied van bedrijfsuitoefening en bedrijfsorganisatie, zoals ingeschreven zijn in het Handelsregister.

Artikel 6 Marktmeester

De marktmeester is bevoegd namens burgemeester en wethouders die aanwijzingen te geven die noodzakelijk zijn in het goed functioneren van de markt.

Artikel 7 Mandaatverboden

De bevoegdheid tot het vaststellen van inrichtingsplannen kan niet worden gemandateerd.

De bevoegdheid tot wijzigen daarvan en die tot het verlenen of het intrekken van een vaste standplaatsvergunning dan wel standwerkersvergunning kan niet aan de marktmeester of een andere toezichthouder worden gemandateerd.

Hoofdstuk 2 Vaste standplaatsvergunningen

Artikel 8 Branchering

Het toekennen van vaste standplaatsvergunningen vindt plaats op grond van branchering. Burgemeester en wethouders hebben hiervoor een branche-indeling opgenomen in het Inrichtingsplan.

Artikel 9 Overschrijven vaste standplaatsvergunningen

  • 1 Wenst de houder van een vaste-standplaatsvergunning niet langer zelf gebruik te maken van de vergunning of is de hij overleden of onder curatele gesteld, dan kunnen burgemeester en wethouders op aanvraag van de vergunninghouder, zijn erven of zijn curator de vergunning overschrijven op naam van zijn echtgenoot, geregistreerde partner of andere persoon met wie hij duurzaam samenwoonde, of zijn kind.

  • 2 Kan deze weg niet worden gevolgd, dan kan de vergunning op aanvraag worden overgeschreven op een door de vergunninghouder, zijn erven of zijn curator voorgedragen gegadigde. In dat geval kunnen burgemeester en wethouders de overschrijving weigeren als voor de markt een branchering geldt en de gegadigde naar hun oordeel niet voor een vaste-standplaatsvergunning in aanmerking komt gelet op de branche-indeling.

  • 3 In geval van overlijden of ondercuratelestelling van de vergunninghouder wordt de aanvraag tot overschrijving binnen twee maanden nadien ingediend.

  • 4 Burgemeester en wethouders kunnen van het vorenstaande afwijken voor zover de toepassing daarvan voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de bepalingen te dienen doelen.

  • 5 De aanvraag tot overschrijving wordt alleen geweigerd als niet wordt voldaan aan de uit dit artikel voortvloeiende eisen of aan een eis waaraan een houder van een vaste-standplaatsvergunning volgens deze verordening moet voldoen.

  • 6 Als de nieuwe vergunninghouder reeds over een vaste-standplaatsvergunning voor de betrokken markt beschikt, wordt deze ingetrokken.

Artikel 10 Intrekking en vervallen vaste standplaatsvergunningen

  • 1 Burgemeester en wethouders trekken een vaste-standplaatsvergunning in:

    a. op schriftelijke aanvraag van de vergunninghouder; of

    b. twee maanden na diens overlijden of ondercuratelestelling, tenzij een aanvraag tot overschrijving is ingediend overeenkomstig artikel 9.

  • 2 Burgemeester en wethouders kunnen een vaste-standplaatsvergunning voor bepaalde of onbepaalde tijd intrekken:

    a. als de vergunninghouder ter verkrijging van de vergunning onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt;

    b. als de vergunninghouder, degene die hem vervangt of een persoon die hem bijstaat, zich op de markt schuldig heeft gemaakt aan wangedrag of bedrog of een bij of krachtens deze verordening gestelde bepaling heeft overtreden;

    c. als van de vergunning gedurende ten minste twee maanden geen gebruik is gemaakt; of

    d. als de vergunninghouder niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet en de ‘Verordening op de heffing en invordering van marktgelden’.

  • 3 In geval van intrekking voor bepaalde tijd kan tevens worden bepaald dat de toegewezen standplaats vervalt.

  • 4 Als de vergunninghouder of zijn overeenkomstig artikel 11 aangewezen vervanger zijn standplaats niet uiterlijk één uur na aanvang van de markttijd heeft ingenomen, vervalt de vergunning voor de rest van de dag.

Artikel 11 Persoonlijk innemen standplaats; vervanging

  • 1 De houder van een vaste-standplaatsvergunning neemt de hem toegewezen standplaats persoonlijk in.

  • 2 In geval van vakantie of van bijzondere omstandigheden kunnen burgemeester en wethouders echter toestaan dat de standplaats wordt ingenomen door een vervanger. Een aanvraag daartoe vermeldt de reden en de verwachte duur van de afwezigheid van de vergunninghouder en de naam van de beoogde vervanger.

  • 3 De vervanger treedt op namens de vergunninghouder. De rechten – behalve die tot vervanging ingevolge het vorige lid – en verplichtingen die bij of krachtens deze verordening gelden voor de vergunninghouder, zijn van overeenkomstige toepassing op de vervanger.

Hoofdstuk 3 Standwerkers

Artikel 12 Standwerkvergunningen

  • 1 Een standwerkvergunning kan worden verleend aan degenen die daarvoor minimaal één week vóór de aanvang van de markt bij burgemeester en wethouders een aanvraag hebben ingediend, voldoen aan een eventueel van toepassing zijnde branche- of artikelgroepvereiste en die niet zijn uitgesloten omdat zij gedurende een of meer van de voorafgaande vier marktdagen:

    a. zich op de markt schuldig hebben gemaakt aan wangedrag of aan bedrog of een bij of krachtens deze verordening gestelde bepaling hebben overtreden, of

    b. niet tijdig het verschuldigde marktgeld hebben voldaan dat wordt geheven op de grondslag van artikel 229 van de Gemeentewet en de ‘Verordening op de heffing en invordering van marktgelden’.

  • 2 Burgemeester en wethouders kunnen ten aanzien van een gegadigde bepalen dat een uitsluitingsgrond niet geldt of dat voor de toepassing van het vorige lid een langere termijn in aanmerking wordt genomen.

  • 3 De standplaatsvergunningen worden verstrekt aan de in aanmerking komende gegadigden op volgorde van ontvangst van de aanvragen. Gegadigden die een artikel of artikelsoort wensen te verkopen dat nog niet op de markt verkrijgbaar is, hebben daarbij voorrang.

  • 4 Een standwerkvergunning geldt voor de in de vergunning vermelde dag en plaats en voor de in de vergunning omschreven artikelen.

  • 5 Een standplaatsvergunning kan niet worden overgedragen. De vergunninghouder kan zich niet laten vervangen.

Hoofdstuk 4 Algemene bepalingen voor vergunninghouders

Artikel 13 Bijstand

De houder van een vaste-standplaatsvergunning kan zich doen bijstaan door een of meer andere personen.

Artikel 14 Legitimatieplicht

Degene die een standplaats of een standwerkplaats wenst in te nemen of inneemt op een markt, is op eerste verzoek van een toezichthouder verplicht aan te tonen dat hij daartoe gerechtigd is.

Artikel 15 Markttijden in acht nemen

  • 1 Het is een vergunninghouder verboden meer dan twee uur voor de aanvang en meer dan één uur na afloop van de markt ruimte in te nemen of te doen innemen op het marktterrein met een voertuig, met goederen of anderszins, of goederen aan- of af te voeren of te laten aan- of afvoeren dan wel te verkopen.

  • 2 Een vergunninghouder neemt zijn standplaats in tot de sluitingstijd van de markt.

Artikel 16 Markt schoonhouden

  • 1 Het is een vergunninghouder verboden meer dan twee uur voor de aanvang en meer dan één uur na afloop van de markt ruimte in te nemen of te doen innemen op het marktterrein met een voertuig, met goederen of anderszins, of goederen aan- of af te voeren of te laten aan- of afvoeren dan wel te verkopen.

  • 2 Een vergunninghouder is verplicht de door hem ingenomen standplaats en de naaste omgeving daarvan na afloop van de markt veegschoon achter te laten.

Hoofdstuk 5 Handhaving

Artikel 17 Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde zijn belast de door burgemeester en wethouders aangewezen marktmeester en de overige door hen aangewezen toezichthouders.

Artikel 18 Intrekking en schorsing

Onverminderd het bepaalde in artikel 10 kunnen burgemeester en wethouders een vergunning, al dan niet voorwaardelijk, intrekken dan wel telkens voor ten hoogste vier achtereenvolgende marktdagen schorsen indien de vergunninghouder of de persoon die hem bijstaat:

a. het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften van de vergunning overtreedt;

b. zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

c. niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet en de ‘Verordening op de heffing en invordering van marktgelden’;

d. niet tijdig aanwijzingen van de marktmeester opvolgt.

Artikel 19 Uitsluiting standwerker

Burgemeester en wethouders kunnen een standwerker van de toewijzing van een standwerkersplaats voor 3 jaar uitsluiten, indien deze:

a. het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften van de vergunning overtreedt;

b. zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

c. niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet en de ‘Verordening op de heffing en invordering van marktgelden’;

d. niet tijdig aanwijzingen van de marktmeester opvolgt.

Artikel 20 Wanbetaling

Ieder, van wie wegens wanbetaling de vergunning is ingetrokken, kan niet opnieuw in aanmerking komen voor een vergunning zolang het verschuldigde marktgeld niet is voldaan.

Artikel 21 Onmiddelijke verwijdering

Onverminderd het bepaalde in artikel 125 van de Gemeentewet kunnen burgemeester en wethouders een vergunninghouder of iemand die hem bijstaat of vervangt gelasten zich onmiddellijk van de markt te verwijderen als deze zich op de markt schuldig heeft gemaakt aan wangedrag of aan bedrog of een bij of krachtens deze verordening gestelde bepaling of de voorschriften van de vergunning heeft overtreden.

Artikel 22 Strafbepaling

Overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening wordt gestraft met geldboete van de tweede categorie of hechtenis van ten hoogste drie maanden.

Hoofdstuk 6 Slotbepalingen

Artikel 23 Nadere regels

  • 1 Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere regels te stellen betreffende het bepaalde in deze verordening.

  • 2 Burgemeester en wethouders beslissen in die gevallen waarin de verordening dan wel andere wetgeving niet in voorziet.

Artikel 24 Hardheidsclausule

Burgemeester en wethouders kunnen van het bepaalde bij of krachtens deze verordening afwijken voor zover de toepassing daarvan gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de bepalingen te dienen doelen.

Artikel 25 Intrekking oude verordening en overgangsrecht

  • 1 De Weekmarktverordening 1995, vastgesteld door de gemeenteraad op 7 september 1995, wordt gelijktijdig met de vaststelling van deze verordening ingetrokken.

  • 2 Een krachtens de Weekmarktverordening 1995 verleende vergunning of ontheffing geldt als vergunning of ontheffing verleend krachtens deze verordening. Burgemeester en wethouders kunnen deze ambtshalve vervangen door een vergunning of ontheffing krachtens deze verordening. Ambtshalve vervanging kan gepaard gaan met een wijziging van beperkingen en voorschriften.

  • 3 Aanvragen om vergunning of ontheffing die zijn ingediend onder de Weekmarktverordening 1995 maar waarop nog niet is beschikt bij het in werking treden van deze verordening, worden afgehandeld overeenkomstig deze verordening.

Artikel 26 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1 Deze verordening wordt aangehaald als: Weekmarktverordening gemeente Druten.

  • 2 Deze verordening treedt in werking daags na bekendmaking.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 28 mei 2015.
de raadsgriffier,                                                            de voorzitter,
 
 
 
 
E.E.M. Dreier- Haefkens Msc                                       drs. L.J.E.M. van Riswijk