Cafetariaregeling

Artikel 5 Vastgestelde bestedingsmogelijkheden

• 1. Het college kan op verzoek van de medewerker (een deel van) zijn bezoldiging, eindejaarsuitkering, vakantietoelage en vakantie-uren verlagen voor vastgestelde bestedingsmogelijkheden.

• 2. Voor de toepassing van het vorige lid zijn als bestedingsmogelijkheden vastgesteld;

  • a.

    Studiekosten, de medewerker kan een bron inzetten voor een studie of opleiding die gericht is op het vervullen van een functie in de toekomst al dan niet binnen de gemeente of het op peil houden van vakkennis indien de studiekosten slechts gedeeltelijk of niet door de gemeente wordt vergoed.

  • b.

    Vakbondscontributie, de medewerker kan, indien hij lid is van een vakbond, een bron inzetten voor de vakbondscontributie.

  • c.

    Verhogen toekomstig pensioen, de medewerker kan een bron inzetten voor deelname aan het ABP ExtraPensioen.

  • d.

    Bedrijfsfitness, de medewerker kan een bron inzetten voor het lidmaatschap van een door het college vastgesteld fitnesscentrum.

  • e.

    Eigen bijdrage fiets van de zaak, de medewerker kan een bron inzetten bij de aanschaf van een fiets voor woon/werkverkeer voor de verschuldigde eigen bijdrage op basis van artikel 9, lid 3 van de Regeling vervoer- en verblijfkosten.

• 3. Bij gebruikmaking van vakantie-uren genoemd in het eerste lid, geldt een vergoeding per vakantie-uur overeenkomend met het uurloon bij aanvang van het kalenderjaar waarop het verzoek betrekking heeft.

• 4. De gemeente is niet aansprakelijk voor eventuele negatieve gevolgen voor salarisafhankelijke uitkeringsrechten bij gebruikmaking van de bezoldiging, eindejaarsuitkering en vakantietoelage genoemd in het eerste lid.

• 5. De verlaging van het bruto salaris mag niet leiden tot een bruto salaris dat lager is dan het wettelijk minimum(jeugd)loon.