Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR367375
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR367375/1
Beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie
Geldend van 17-03-2004 t/m heden
Intitulé
Beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatieHet college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lingewaard;
gelet op het bepaalde in:
- -
artikel 3 van de verordening afvalstoffenheffing;
- -
artikel 2 c.q. 3 van de verordeningen baatbelasting;
- -
artikel 1 van de verordening onroerende-zaakbelastingen;
- -
artikel 2 van de verordening rioolrechten;
besluit:
vast te stellen de volgende:
beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie
Algemeen
In sommige gevallen brengen de wettelijke regels met zich dat meer personen belastingplichtig kunnen zijn voor één belastingobject (onroerende zaak, perceel).
In de gevallen waarin dat voorkomt mag de gemeente de aanslag ten name van één van de belastingplichtige stellen. In deze gevallen hanteert de gemeente Lingewaard een voorkeursvolgorde bij de aanwijzing van de belastingplichtige die de aanslag op zijn of haar naam krijgt.
Deze voorkeursvolgorde is gebaseerd op veronderstelde betaalcapaciteit en doelmatige c.q. doeltreffende heffing en invordering en wordt toegepast voor zover de gegevens voorhanden of te achterhalen zijn.
De in de voorkeursvolgorde neergelegde criteria bevatten geen limitatieve opsomming. Zij moeten worden beschouwd als richtlijnen voor de meest voorkomende gevallen.
Voorkeursvolgorde
1 Met betrekking tot de gemeentelijke belastingen die worden geheven van genothebbenden krachtens eigendom, bezit of beperkt recht wordt, indien er met betrekking tot één onroerende zaak verschillende categorieën genothebbenden zijn, de aanslag in onderstaande volgorde gesteld ten name van:
1.1 de beperkt gerechtigde, waarbij de volgende voorkeursvolgorde geldt: 1.1.1 de vruchtgebruiker c.q. gerechtigde krachtens recht van gebruik en bewoning;
1.1.2 de opstaller, met uitzondering van degene die een afhankelijk opstalrecht, dan wel een opstalrecht ten behoeve van de aanleg en het onderhoud van onder- of bovengrondse leidingen heeft;
1.1.3 de erfpachter dan wel de beklemde meier;
1.2 de eigenaar of de appartementsgerechtigde;
1.3. degene die op andere wijze als genothebbende naar voren komt, daaronder begrepen de bezitter.
2 Met betrekking tot de gemeentelijke belastingen die worden geheven van genothebbenden krachtens eigendom, bezit of beperkt recht wordt de aanslag in onderstaande volgorde gesteld ten name van:
2.1 indien er binnen één categorie genothebbenden personen zijn die volgens de beschikbare gegevens in Lingewaard wonen of gevestigd zijn: 2.1.1 de eerstgerechtigde in de volgorde die door het kadaster wordt aangehouden;
2.1.2 degene die bij de afdeling financiën, onderdeel belastingen, als genothebbende of gebruiker bekend is;
2.1.3 degene die ook als gebruiker wordt aangemerkt;
2.1.4 bij gelijke aandelen de oudste in leeftijd;
2.1.5 een natuurlijk persoon boven een niet-natuurlijk persoon;
2.2 indien er binnen één categorie genothebbenden geen personen zijn die volgens de beschikbare gegevens in Lingewaard wonen of gevestigd zijn, maar wel personen die volgens de beschikbare gegevens elders in Nederland wonen of gevestigd zijn:
2.2.1 de eerstgerechtigde in de volgorde die door het kadaster wordt aangehouden;
2.2.2 degene die bij de afdeling financiën, onderdeel belastingen, als genothebbende of gebruiker bekend is;
2.2.3 degene die het grootste aandeel in het genotsrecht heeft;
2.2.4 bij gelijke aandelen de oudste in leeftijd;
2.2.5 een natuurlijk persoon boven een niet-natuurlijk persoon;
2.3 indien er binnen één categorie genothebbenden geen personen zijn die volgens de beschikbare gegevens in Nederland wonen of gevestigd zijn, maar wel personen die volgens de beschikbare gegevens in het buitenland wonen of gevestigd zijn:
2.3.1 de eerstgerechtigde in de volgorde die door het kadaster wordt aangehouden.
2.3.2 degene die bij de afdeling financiën, onderdeel belastingen, als genothebbende of gebruiker bekend is;
2.3.3 degene die het grootste aandeel in het genotsrecht heeft;
3 Met betrekking tot de onroerende-zaakbelastingen die worden geheven van gebruikers, wordt de aanslag in onderstaande volgorde gesteld ten name van:
3.1 degene die in de Gemeentelijke Basis Administratie (GBA) als hoofdbewoner staat geregistreerd;
3.2 degene die ook als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht wordt aangemerkt;
3.3 degene die een nutsvoorziening van het belastingobject op naam heeft;
4 Met betrekking tot het rioolrecht van gebruikers (afvoerrecht) en de afvalstoffenheffing wordt de aanslag in onderstaande volgorde gesteld ten name van:
4.1 degene die in de Gemeentelijke Basis Administratie (GBA) als hoofdbewoner staat geregistreerd;
4.2 degene die ook als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht wordt aangemerkt;
4.3 degene die een nutsvoorziening van het belastingobject op naam heeft;
4.4 degene die de huur van het hele belastingobject betaalt aan een elders wonende verhuurder;
5 Indien en voor zover aanslagen van verschillende gemeentelijke belastingen worden verenigd op één aanslagbiljet, worden deze in onderstaande volgorde ten name gesteld van de belastingplichtige die:
5.1 ingevolge de onderdelen 1 en 2 kan worden aangewezen;
5.2 ingevolge onderdeel 3 kan worden aangewezen;
5.3 ingevolge onderdeel 4 kan worden aangewezen.
6 De onderdelen 1 tot en met 5 vinden geen toepassing indien:
6.1 de aanslag kan worden opgelegd aan degene die met betrekking tot het voorgaande belastingtijdvak of kalenderjaar de aanslag heeft gekregen, gezorgd heeft dat de aanslag betaald is en nog steeds belastingplichtig is;
6.2 bij de afdeling financiën, onderdeel belastingen, bekend is dat één van de potentiële belastingplichtigen de desbetreffende aanslag op zijn/haar naam wil hebben, althans voor zover dit niet leidt tot een mogelijke situatie dat de belasting niet kan worden betaald dan wel ingevorderd.
7 Voor zover de belasting wordt geheven over een belastingtijdvak, is bij de toepassing van de voorkeursvolgorde beslissend de situatie bij de aanvang van dat tijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
8 Aangezien de voorkeursvolgorde erop is gericht de aanslag op te leggen aan een belastingplichtige die in staat geacht mag worden om de belasting te betalen, kan ook tot een andere keuze gekomen worden dan uit de voorkeursvolgorde zou volgen.
9 Wijzigingen kunnen – indien reeds een aanslag aan een belastingplichtige is opgelegd – pas plaatsvinden met ingang van het eerstvolgende belastingtijdvak.
10 Indien in uitzonderingsgevallen, door welke oorzaak dan ook, een aanslag wordt opgelegd in afwijking van het in de voorgaande onderdelen bepaalde, is die aanslag alleen ongeldig als er sprake is van willekeur. (Beroep bij de rechter is mogelijk).
11 Indien een belasting niet wordt geheven bij wege van aanslag, maar op andere wijze, is het bepaalde in de onderdelen 1 tot en met 10 van overeenkomstige toepassing.
Ondertekening
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl