Regeling bestuurscommissie openbare bibliotheek Vlissingen 2008

1. De bibliotheekcommissie heeft als doel op innovatieve wijze:

• a.

  het vervullen van de vier kernfuncties van de bibliotheek, te weten de culturele, informatieve, educatieve, maatschappelijke en ondersteunende functies;

• b.

  burgers te stimuleren met informatie- en kennisvragen naar de bibliotheek te komen;

• c.

  informatie fysiek en inhoudelijk toegankelijk te maken;

• d.

  burgers te ondersteunen in het omgaan met alle soorten media en

• e.

  zorg te dragen voor een structurerende en stimulerende werking die van betekenis is voor de Vlissingse samenleving;

• f.

  zorg te dragen voor de door het college vastgestelde aanvullende diensten.

2. Om het doel te verwezenlijken kan de bibliotheekcommissie gebruik maken van alle middelen die daaraan dienstbaar zijn binnen de door het college gestelde financiële kaders.

1. De bibliotheekcommissie is ingesteld voor onbepaalde tijd.

2. Het boekjaar valt samen met het kalenderjaar.

1. De bibliotheekcommissie bestaat uit minimaal drie en maximaal zeven leden.

2. Het college benoemt de leden op voordracht van de bibliotheekcommissie, met inachtneming van het bepaalde in het derde en vierde lid.

3. Leden van de gemeenteraad van Vlissingen kunnen geen lid van de bibliotheekcommissie zijn.

4. De leden dienen, naast affiniteit met de Vlissingse samenleving, bij voorkeur op grond van hun juridische deskundigheid, financieel-economische deskundigheid, organisatiedeskundigheid, deskundigheid op het gebied van personeelsbeleid of deskundigheid met betrekking tot de kernfuncties en publieke dienstverlening een bijdrage kunnen leveren aan het doel van de bibliotheekcommissie.

5. Artikel 15, eerste lid, van de Gemeentewet is op de leden van de bibliotheekcommissie van overeenkomstige toepassing.

6. De bibliotheekcommissie kan zich in haar vergaderingen door deskundigen laten bijstaan, die daarin een adviserende stem hebben.

1. De leden van de bibliotheekcommissie worden voor vier jaar benoemd.

2. De bibliotheekcommissie stelt een rooster van aftreden op waarbij nooit alle leden tegelijkertijd kunnen aftreden.

3. De leden kunnen na afloop van hun zittingsperiode terstond, maar maximaal eenmaal worden herbenoemd.

4. In een vacature wordt zo spoedig mogelijk voorzien.

5. Een lid van de bibliotheekcommissie dat tussentijds is benoemd, treedt af op het tijdstip waarop degene in wiens plaats hij is benoemd, zou hebben moeten aftreden.

1. Het college kan een lid van de bibliotheekcommissie dat naar zijn oordeel in ernstige mate door handelen of nalaten afbreuk doet aan het functioneren van de bibliotheekcommissie

• a.

  voor maximaal vier maanden schorsen, of

• b.

  ontslaan.

2. De bibliotheekcommissie kan op de gronden en voor termijn als vermeld in het eerste lid een lid van de bibliotheekcommissie schorsen, mits daartoe wordt besloten met ten minste tweederde van de stemmen. De bibliotheekcommissie onderwerpt haar besluit onmiddellijk aan het oordeel van het college.

3. Wanneer het college de schorsing als bedoeld in het tweede lid bevestigt, wordt de schorsingstermijn geacht ingegaan te zijn op het moment van het besluit van de bibliotheekcommissie daartoe.

1. De bibliotheekcommissie heeft, met inachtneming van het bepaalde in artikel 156 van de Gemeentewet, alle bevoegdheden die bij of krachtens de wet aan het college op het gebied van het openbaar bibliotheekwerk zijn toegekend, voor zover daarvan in deze regeling niet is afgeweken.

2. De bibliotheekcommissie is bevoegd tot het geven van betalingsopdrachten.

3. De voorzitter en secretaris tekenen alle stukken die van de bibliotheekcommissie uitgaan.

1. De bibliotheekcommissie en elk van haar leden afzonderlijk zijn aan het college verantwoording schuldig over het door de bibliotheekcommissie gevoerde bestuur.

2. Zij geven het college alle inlichtingen die het college voor de uitvoering van zijn taak nodig heeft.

3. Zij geven het college mondeling of schriftelijk gevraagde inlichtingen, tenzij het verstrekken daarvan in strijd is met het openbaar belang.

4. De bibliotheekcommissie brengt jaarlijks aan het college schriftelijk verslag uit omtrent haar werkzaamheden. Het verslag wordt bekendgemaakt.

5. De bibliotheekcommissie brengt dit verslag tegelijk uit met haar ontwerp-jaarrekening.

1. Een commissievergadering zal in beslotenheid plaatsvinden wanneer ten minste drie aanwezige leden daarom verzoeken of de voorzitter dat noodzakelijk acht.

2. De gedachtewisseling in een besloten commissievergadering is vertrouwelijk.

1. De bibliotheekcommissie kan al dan niet uit haar midden commissies benoemen.

2. Een in het eerste lid bedoelde commissie kan onder verantwoordelijkheid van de bibliotheekcommissie belast worden met aangelegenheden die tot de bevoegdheid van de bibliotheekcommissie behoren.

3. Een commissie is verantwoording verschuldigd aan de bibliotheekcommissie.

4. Het huishoudelijk reglement bevat regels voor de werkwijze en samenstelling van de commissies.

1. Het college benoemt uit een door de bibliotheekcommissie opgemaakte voordracht een directeur. De directeur kan niet zijn een lid van het college, lid van de gemeenteraad van Vlissingen of lid van de bibliotheekcommissie.

2. Het college kan de directeur schorsen en ontslaan.

3. De bibliotheekcommissie kan in spoedeisende gevallen tot schorsing overgaan. Het doet daarvan terstond mededeling aan het college. Deze schorsing vervalt wanneer het college haar niet in zijn eerstvolgende vergadering bekrachtigt.

4. De taken, bevoegdheden en verplichtingen van de directeur worden geregeld in een directiestatuut dat door het college wordt vastgesteld.

5. De directeur mag geen handelingen verrichten als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Gemeentewet.

6. De directeur woont de vergaderingen bij van de bibliotheekcommissie. Hij heeft in die vergaderingen een adviserende stem.

7. Het college wijst een plaatsvervanger voor de directeur aan.

8. De directeur mag geen andere bezoldigde betrekkingen of ambten bekleden zonder toestemming van het college.

1. De bibliotheekcommissie biedt het college jaarlijks vóór 1 juli voorafgaand aan het betreffende jaar een ontwerp-begroting met toelichting aan en vóór 1 april van het navolgende jaar een ontwerp-jaarrekening met toelichting.

2. Indien het college zich niet kan verenigen met de voorgestelde ontwerpen, treedt het in overleg met de bibliotheekcommissie om overeenstemming te bereiken. Wanneer het college de begroting en jaarrekening aan de raad in ontwerp aanbiedt, doet het college verslag van de gang van zaken.

1. De directeur draagt zorg voor de interne klachtbehandeling.

2. De Zeeuwse ombudsman wordt aangewezen voor de externe klachtbehandeling als bedoeld in titel 9.2 van de Algemene wet bestuursrecht.

1. De bibliotheekcommissie kan een verzoek tot wijziging of intrekking van deze regeling indienen bij het college.

2. Het college kan deze regeling te allen tijde wijzigen of intrekken. Het college kan niet daartoe overgaan dan na overleg met de bibliotheekcommissie.