Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR36169
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR36169/1
Verordening Burgerinitiatief Bloemendaal 2004
Geldend van 28-05-2004 t/m heden
Intitulé
Verordening Burgerinitiatief Bloemendaal 2004Gemeente
Bloemendaal
11
De raad der gemeente Bloemendaal;
gelezen het voorstel van het presidium;
b e s l u i t:
vast te stellen de volgende Verordening Burgerinitiatief Bloemendaal 2004:
ARTIKEL 1
In deze verordening wordt verstaan onder een burgerinitiatiefvoorstel: een voorstel van een initiatiefgerechtigde ter plaatsing op de agenda van de vergadering van de raad.
ARTIKEL 2
-
1. De raad plaatst een burgerinitiatiefvoorstel op de agenda van zijn vergadering indien daartoe door een initiatiefgerechtigde een geldig verzoek is ingediend.
-
2. Ongeldig is het verzoek dat:
- a.
niet door ten minste 125 initiatiefgerechtigden wordt ondersteund;
- b.
een onderwerp als bedoeld in artikel 4 bevat, of
- c.
niet voldoet aan de voorwaarden, gesteld in artikel 5.
- a.
ARTIKEL 3
-
1. Initiatiefgerechtigd zijn degenen die kiesgerechtigd zijn voor de verkiezing van de leden van de gemeenteraad, alsmede ingezetenen van de gemeente van zestien jaar en ouder die met uitzondering van hun leeftijd voldoen aan de vereisten voor het kiesrecht voor de leden van de gemeenteraad.
-
2. Voor de beoordeling of aan de vereisten voor initiatiefgerechtigdheid is voldaan, is de toestand op de dag van indiening van het verzoek bepalend.
ARTIKEL 4
Een burgerinitiatiefvoorstel houdt niet in:
- a.
een onderwerp dat niet behoort tot de bevoegdheid van de raad;
- b.
een vraag over het gemeentelijk beleid;
- c.
een klacht in de zin van hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht over een gedraging van het gemeentebestuur of een ambtenaar;
- d.
een bezwaar in de zin van hoofdstuk 7 van de Algemene wet bestuursrecht tegen een besluit van het gemeentebestuur, of
- e.
een onderwerp waarover korter dan twee jaar voor indiening van het burgerinitiatiefvoorstel door de raad een besluit is genomen.
ARTIKEL 5
-
1. Het verzoek ter plaatsing van een burgerinitiatiefvoorstel op de agenda van de vergadering van de raad wordt schriftelijk ingediend bij de voorzitter van de raad.
-
2. Het verzoek bevat ten minste:
- a.
een nauwkeurige omschrijving van het burgerinitiatiefvoorstel;
- b.
een toelichting op het burgerinitiatiefvoorstel;
- c.
de achternaam, de voornamen, het adres, de geboortedatum en de handtekening van de
- d.
verzoeker en zijn plaatsvervanger, en
- e.
een lijst met de voornamen, achternamen, adressen, geboortedata en handtekeningen van de initiatiefgerechtigden die het verzoek ondersteunen.
- a.
-
3. Voor de indiening van het verzoek en de ondersteuning daarvan wordt gebruik gemaakt van de in de bijlagen 1 en 2 van deze verordening opgenomen modellen.
ARTIKEL 6
-
1. Naar aanleiding van een ingediend burgerinitiatiefvoorstel agendeert het presidium voor de eerstvolgende vergadering van de raad het instellen van een ad hoc commissie die de raad adviseert over de vraag, of een initiatiefgerechtigde een geldig verzoek is ingediend.
-
2. Nadat het besluit tot het instellen van een ad hoc commissie is genomen, worden in dezelfde vergadering de leden van de commissie benoemd.
-
3. Deze ad hoc commissie zal bestaan uit minimaal 3 leden van de raad. De ad hoc commissie wordt ondersteund door de griffie.
-
4. De commissie legt haar bevindingen voor in de eerst volgende raadsvergadering. De commissie maakt hiertoe een raadsvoorstel en stelt zonodig de termijn van afhandeling voor. De raad stelt de termijn van afhandeling vast.
-
5. De voorzitter van de raad nodigt de verzoeker schriftelijk uit voor de vergadering waarvoor het burgerinitiatiefvoorstel is geagendeerd. De verzoeker of zijn plaatsvervanger heeft tijdens deze vergadering de gelegenheid om zijn burgerinitiatiefvoorstel mondeling nader toe te lichten.
-
6. Zo spoedig mogelijk nadat de raad over het burgerinitiatiefvoorstel een besluit heeft genomen wordt dit besluit bekendgemaakt door kennisgeving van het besluit of van de zakelijke inhoud ervan in een van overheidswege uitgegeven blad of een dag-, nieuws- of huis-aan-huisblad, dan wel op een andere geschikte wijze. Tegelijkertijd met de bekendmaking wordt van het besluit mededeling gedaan aan verzoeker.
ARTIKEL 7
De burgemeester brengt over elk jaar een verslag uit over de werking van het recht van burgerinitiatief in de praktijk.
ARTIKEL 8
Deze verordening treedt in werking 6 weken na de dag van publicatie en kan worden aangehaald als: Verordening Burgerinitiatief Bloemendaal 2004.
Ondertekening
Bijlage 1 : Verzoek burgerinitiatiefvoorstel
Ondergetekende verzoekt hierbij het volgende voorstel op de agenda van de gemeenteraad te plaatsen:
.......................................................................................................................................................
.......................................................................................................................................................
.......................................................................................................................................................
.......................................................................................................................................................
.......................................................................................................................................................
.......................................................................................................................................................
Toelichting op voorstel:
.......................................................................................................................................................
.......................................................................................................................................................
.......................................................................................................................................................
.......................................................................................................................................................
.......................................................................................................................................................
.......................................................................................................................................................
.......................................................................................................................................................
.......................................................................................................................................................
Naam: .......................................................................................................................................................
Eerste voornaam en verdere voorletters: ....................................................................................................
Geboortedatum: ..........................................................................................................................................
Adres: ..........................................................................................................................................................
Postcode: ................................... Woonplaats: ...........................................................................................
Handtekening:
Plaatsvervanger:
Naam: .......................................................................................................................................................
Eerste voornaam en verdere voorletters: ....................................................................................................
Geboortedatum: ..........................................................................................................................................
Adres: .......................................................................................................................................................
Postcode: ................................... Woonplaats:..........................................................................................
Handtekening:
Het verzoek gaat vergezeld van een lijst met de namen, adressen, geboortedata en handtekeningen van minimaal 125 initiatiefgerechtigden die het verzoek ondersteunen.
Toelichting voor de verzoeker
Iedereen die kiesgerechtigd is voor de verkiezing van de gemeenteraad en inwoners van de gemeente van zestien en zeventien jaar die vanaf hun achttiende jaar aan de gemeenteraadsverkiezingen zullen mogen deelnemen als ze dan nog in de gemeente wonen, kan [kunnen] een verzoek doen om een concreet voorstel op de agenda van de raadsvergadering te plaatsen. Zij zijn initiatiefgerechtigd.
Het zogenaamde burgerinitiatiefvoorstel moet worden ondersteund door ten minste 125 initiatiefgerechtigden. Hiervoor is een formulier vastgesteld. Het op het formulier voor het verzoek opgenomen voorstel wordt in dezelfde bewoordingen opgenomen boven aan het formulier met ondersteuningsverklaringen.
Het burgerinitiatiefvoorstel mag niet inhouden:
- a.
een onderwerp dat niet behoort tot de bevoegdheid van de raad;
- b.
een vraag over het gemeentelijk beleid;
- c.
een klacht in de zin van hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht over een gedraging van het gemeentebestuur of een ambtenaar;
- d.
een bezwaar in de zin van hoofdstuk 7 van de Algemene wet bestuursrecht tegen een besluit van het gemeentebestuur, of
- e.
een onderwerp waarover minder dan twee jaar voor indiening van het burgerinitiatiefvoorstel door de raad een besluit is genomen.
Bijlage 2 : Ondersteuningsverklaringen burgerinitiatiefvoorstel
Ondergetekenden verklaren hierbij het verzoek tot het plaatsen van het volgende voorstel op de agenda van de gemeenteraad te ondersteunen:
....................................................................................................................................................……….…..
.....................................................................................................................................................…………..
.....................................................................................................................................................…………..
.....................................................................................................................................................…………..
.....................................................................................................................................................…………..
.....................................................................................................................................................…………..
Naam, eerste voornaam en voorletters |
Adres |
Geboortedatum |
Handtekening |
TOELICHTING OP DE VERORDENING BURGERINITIATIEF:
Toelichting op artikel 1
In deze bepaling is er voor gekozen de term “burgerinitiatiefvoorstel” te hanteren voor de aanduiding van het voorstel dat door een burger bij de gemeenteraad kan worden ingediend. Dit artikel gaat er van uit dat een burger bij dit middel alleen concrete voorstellen kan indienen bij de gemeenteraad. Een voorbeeld hiervan is het voorstel om de winkels op bepaalde zondagen open op te stellen. Het alternatief is burgers de mogelijkheid te bieden een onderwerp aan de gemeenteraad aan te dragen, zonder dat hierbij een concreet voorstel is gevoegd. Te denken valt hier aan de wens om over de problematiek in een bepaalde wijk in de raad te discussiëren Overigens hebben burgers bij dit alternatief uiteraard ook de vrijheid om een concreet voorstel in te dienen. Gekozen is voor een concreet voorstel teneinde concrete besluitvorming te bevorderen.
Toelichting op artikel 2
Uit dit artikel volgt dat de gemeenteraad een burgerinitiatiefvoorstel op de agenda van een raadsvergadering moet plaatsen indien er sprake is van een geldig verzoek, ingediend door een initiatiefgerechtigde. De gemeenteraad zal zich in dat geval dus in ieder geval moeten uitspreken over het burgerinitiatiefvoorstel. Van een geldig verzoek is sprake als (a) het verzoek door ten minste een bepaald aantal initiatiefgerechtigden wordt ondersteund, (b) het onderwerp van het burgerinitiatiefvoorstel niet in artikel 4 is uitgezonderd en (c) aan de in artikel 5 gestelde procedurele voorwaarden wordt voldaan. In artikel 3 (zie hierna) wordt nader omschreven wanneer een persoon initiatiefgerechtigd is.
Over het vereiste dat het verzoek door ten minste een bepaald aantal initiatiefgerechtigden wordt ondersteund kan het volgende worden opgemerkt. Het burgerinitiatief biedt burgers de mogelijkheid om invloed uit te oefenen op de agenda van de gemeenteraad. Het is daarom een inbreuk op het uitgangspunt dat de raad zijn eigen agenda vaststelt. Dit is alleen gerechtvaardigd als het burgerinitiatiefvoorstel ook daadwerkelijk door een bepaald gedeelte van de bevolking wordt gedragen. De hoogte van de benodigde steun kan worden ontleend aan de drempels die in het voorstel voor de Tijdelijke referendumwet worden gehanteerd bij het inleidend verzoek voor een raadgevend correctief referendum (artikel 4, tweede lid). Vanzelfsprekend staat het gemeenten vrij hun eigen drempels vast te stellen voor het burgerinitiatief. De omvang van de drempels zou van dien aard moeten zijn dat zij – zonder verhinderend te zijn – toch een zekere garantie bieden dat het desbetreffende verzoek gedragen wordt door een gedeelte van de bevolking. Het schept duidelijkheid als in een regeling met betrekking tot het burgerinitiatief niet wordt gesproken van een percentage, maar van een absoluut minimum aantal initiatiefgerechtigden die het verzoek ondersteunen. Na een duidelijke toe- of afname van het aantal initiatiefgerechtigden, kan de raad dit aantal eenvoudig aanpassen. Gekozen is hier te spiegelen aan het benodigd aantal personen voor een inleidend verzoek op basis van de Tijdelijke Referendumwet : 125 personen.
Toelichting op artikel 3
Het ligt voor de hand het initiatiefrecht toe te kennen aan kiesgerechtigden voor de gemeenteraadsverkiezingen, vanuit de gedachte dat het burgerinitiatief een instrument is om burgers bij de besluitvorming van de raad te betrekken en die te beïnvloeden. Wie kiesgerechtigd is, is vastgelegd in artikel B 3 van de Kieswet. Het is aan te bevelen de categorie initiatiefgerechtigden uit te breiden door de leeftijd ten opzichte van de kiesgerechtigde leeftijd te verlagen naar zestien jaar, zoals in Bremen is gedaan. Jongeren kunnen op deze wijze betrokken worden bij de gemeentelijke politiek. Voor de toetsing of aan de vereisten voor initiatiefgerechtigdheid is voldaan, lijkt het moment van indiening van het verzoek aangewezen. Het verzoek vindt immers formeel op dit moment plaats. Om te kunnen onderzoeken of op dat moment wordt voldaan aan de vereisten, zijn verschillende gegevens nodig. Welke dat zijn wordt geregeld in artikel 5.
Toelichting op artikel 4
De beperkingen die dit artikel stelt aan de inhoud van een burgerinitiatiefvoorstel vloeien vooral voort uit doelmatigheidsoverwegingen. Het is bijvoorbeeld weinig efficiënt om de raad te belasten met de beraadslaging over een onderwerp waarover de raad uiteindelijk geen beslissende bevoegdheid heeft. Een ander argument voor deze uitzondering is, dat de afstand tussen burger en bestuur alleen maar zou worden vergroot als de burger na het doorlopen van de burgerinitiatiefprocedure te horen krijgt dat de raad niets met het burgerinitiatiefvoorstel kan doen, omdat hij er niet over gaat.
Een vraag over gemeentelijk beleid kan ook geen onderwerp van een burgerinitiatief zijn. Voor dit soort vragen staan de burger andere wegen open, zoals het spreekrecht in een commissie- of raadsvergadering of een spreekuur van een wethouder.
Ook moet voorkomen worden dat het burgerinitiatief andere procedures zoals de bezwaar- of de klachtprocedure doorkruist. Met het oog hierop kan worden bepaald dat het burgerinitiatiefvoorstel geen bezwaar tegen een genomen besluit of een klacht over een gedraging van het gemeentebestuur kan inhouden. Hiervoor heeft de burger andere wegen.
Ten slotte is het evenmin de bedoeling dat zaken die recent nog in de raad aan de orde zijn geweest opnieuw onderwerp van bespreking worden als gevolg van een burgerinitiatief. Dit zou de besluitvorming in de raad te zeer kunnen frustreren. Daarbij kan een raad zelf bepalen welke termijn zij daarvoor geschikt acht. Een periode die zich uitstrekt over de huidige raadsperiode zou te lang zijn. Een periode van twee jaar wordt reëel geacht.
Toelichting op artikel 5
Omdat de burgemeester de voorzitter van de raad is, ligt het voor de hand het burgerinitiatiefvoorstel bij die te laten indienen. Aan het verzoek zal een aantal minimumvereisten gesteld moeten worden. Het is uit praktische overwegingen zoals uniformiteit, overzichtelijkheid en duidelijkheid raadzaam indiening van een burgerinitiatiefvoorstel plaats te laten vinden door middel van een standaardformulier voor burgerinitiatieven. Op dit formulier zal de verzoeker naast het voorstel plus toelichting, in ieder geval zijn personalia en die van zijn plaatsvervanger moeten aangeven. Ook de initiatiefgerechtigden die het verzoek ondersteunen, zullen uiteraard vermeld moeten worden. Om fraude met namen te voorkomen, kan naar personalia gevraagd worden als adressen en geboortedata. Met name dat laatste gegeven kan niet aan openbare bronnen als telefoonboeken worden ontleend. Op grond van deze gegevens kan de gemeente onderzoeken of het verzoek de steun van voldoende daartoe gerechtigde personen heeft.
Toelichting op artikel 6
De burger moet erop kunnen vertrouwen dat de raad zijn voorstel spoedig toetst aan de vereisten en een besluit neemt over de behandeling. Hierin voorziet het eerste lid. Het gaat erom een termijn te kiezen die niet te lang is, maar ook niet zo kort dat ze onvoldoende is om het voorstel te kunnen controleren. Verzoeken waarover de raad niet bevoegd, kan de raad doorzenden naar het college. Dat zal met name gebeuren als het college wel bevoegd is. Lid twee tot en met lid vier geven invulling aan de in de raad van 24 april 2003 vastgestelde motie betreffende de behandeling van een burgerinitiatief.
Wordt het verzoek tot plaatsing van het burgerinitiatiefvoorstel door de raad wordt afgewezen, dan is er sprake van een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht waartegen bezwaar en beroep op de rechter openstaan. Besluit de raad het burgerinitiatiefvoorstel te agenderen, dan is er sprake van een voorbereidingsbeslissing die niet vatbaar is voor bezwaar of beroep (artikel 6:3 Awb). Afhankelijk van de inhoud van de beslissing op het initiatiefvoorstel zelf, zal er sprake zijn van een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht dat vatbaar is voor bezwaar en beroep. Zo zal bijvoorbeeld bezwaar en beroep openstaan indien de raad naar aanleiding van het burgerinitiatiefvoorstel besluit een subsidie toe te kennen voor een bepaald project. Een ander voorbeeld is het besluit om een verordening op bepaalde punten aan te passen. Tegen een dergelijk besluit staan geen bezwaar en beroep bij de rechter open (artikel 8:2 Awb).
Toelichting op artikel 7
De raad kan er voor kiezen in een regeling over het burgerinitiatief de burgemeester te verplichten jaarlijks een verslag over het burgerinitiatief uit te brengen. Hierbij valt te denken aan getalsmatige gegevens (aantal ingediende, aantal toegewezen en aantal afgewezen burgerinitiatiefvoorstellen), alsmede aan een beknopt overzicht van de inhoud van de burgerinitiatiefvoorstellen, de besluiten van de raad op de burgerinitiatiefvoorstellen en de motivatie op grond waarvan de raad tot deze besluiten is gekomen. In het wetsvoorstel met betrekking tot de dualisering van het gemeentebestuur wordt de burgemeester verplicht een burgerjaarverslag op te stellen. De burgemeester kan er dan voor kiezen het verslag over het burgerinitiatief hierin op te nemen. Gekozen is voor zo'n verplichte verslaglegging, met name om de burgers die niet aan een burgerinitiatief hebben deelgenomen, te informeren.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl