Regeling vervallen per 01-01-2011

Verordening begrafenisrechten Bennebroek 2010

Geldend van 01-01-2010 t/m 31-12-2010

Intitulé

Verordening begrafenisrechten Bennebroek 2010

de raad van de gemeente Bloemendaal;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 november 2009;

gelet op artikel 229, eerste lid , aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet

B e s l u i t :

vast te stellen de: Verordening begrafenisrechten Bennebroek 2010

Artikel 1 Definities

  • Deze verordening verstaat onder:

    • 1.

      begraafplaats: de algemene begraafplaats te Bennebroek

  • 2. beheersverordening: de Verordening op het gebruik en beheer van de algemene begraafplaats;

  • 3. eigen graf: een graf, als bedoeld in artikel 18, onder a. van de beheersverordening, ten aanzien waarvan het uitsluitend recht is verkregen daarin twee lijken te begraven;

  • 4. een urnengraf: een graf, als bedoeld in artikel 18, onder b van de beheersverordening, ten aanzien waarvan het uitsluitend recht is verkregen daarin één urn bij te zetten;

  • 5. algemeen graf: een graf, als bedoeld in artikel 18, onder c van de beheersverordening, bestemd voor het graven van één lijk in een deel van de grafruimte;

  • 6. grafmonument: een gedenkteken, onder voorwerp of beplanting, als bedoeld in hoofdstuk X van de beheersverordening;

  • 7. onderhoud: het onderhoud van een grafruimte en het daarop geplaatste gedenkteken als bedoeld in artikel 40, lid 1, van de beheersverordening;

Artikel 2 Aard van de heffing

Op basis van deze verordening en de bijbehorende tarieventabel worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 5 Belastingjaar

  • 1. Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

  • 2. Met betrekking tot de rechten genoemd in hoofdstuk 5.4 van de tarieventabel is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor wordt afgekocht.

Artikel 6 Wijze van heffing

  • 1. De onderhoudsrechten, zoals bedoeld onder D in de tarieventabel, worden geheven bij wege van aanslag.

  • 2. Andere rechten zoals bedoeld onder A t/m C en E in de tarieventabel worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten

  • 1. De onderhoudsrechten, als bedoeld onder D in de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt zijn de rechten bedoeld onder D in de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de rechten bedoeld onder D in de tarieventabel voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten

Andere rechten dan die bedoeld onder D in de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald binnen 21 dagen na de dagtekening van het aanslagbiljet of de schriftelijke kennisgeving.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

Artikel 9a Kwijtschelding

Bij de invordering van rechten voor het gebruik van de begraafplaats wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De 'Verordening begrafenisrechten Bennebroek 2009' van 27 november 2008, wordt ingetrokken met ingang van de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2010.

  • 3. De datum van ingang van heffing is 1 januari 2010.

  • 4. Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening begrafenisrechten Bennebroek 2010".

    Aldus besloten in de openbare vergadering

    van de raad der gemeente Bloemendaal

    gehouden op 17 december 2009

    R.Th. M. Nederveen , voorzitter.

    K.A. van der Pas , griffier.

    Gepubliceerd in het Weekblad Kennemerland -Zuid d.d. 24 december 2009.

    In werking: 1 januari 2010.

  • Tarieventabel

    behorende bij de ‘Verordening begrafenisrechten Bennebroek 2010’.

    Algemeen

    De bedragen genoemd in deze tabel zijn exclusief omzetbelasting indien deze verschuldigd is.

    Tarieven

    De in artikel 2 van de onderhavige Verordening bedoelde rechten bedragen:

    A.

    Begraven, bijzetten, opgraven, herbegraven en ruimen

    1.

    Voor het begraven op maandag tot en met vrijdag tussen 9.00 uur en 16.00 uur en op zaterdag van 09.00 uur en 12.00 uur van een stoffelijk overschot van een persoon in de leeftijd van

    12 jaar en ouder

    € 567,85

    1 tot en met 11 jaar

    € 283,90

    0 jaar

    € 141,95

    2.

    Voor het bijzetten in de urnenmuur, urnengraf of eigen graf van een asbus of urn

    € 283,90

    3.

    Voor het begraven buiten de onder A.1. genoemde uren wordt het recht bedoeld in A.1. en A.2. verhoogd met

    € 153,65

    4.

    Voor het opgraven van een stoffelijk overschot wordt geheven

    € 217,05

    5.

    Voor het herbegraven van een stoffelijk overschot

    € 567,85

    6.

    Voor het lichten van een asbus of urn wordt geheven:

    uit een graf

    € 217,05

    uit een urnennis

    € 217,05

    7.

    Voor het weer terugplaatsen van een asbus of urn wordt geheven:

    in een graf

    € 283,90

    in een urnennis

    € 283,90

    8.

    Voor het ruimen van een graf op verzoek van de belanghebbende wordt geheven

    € 217,05

    B.

    Verkrijging van rechten, verlening, inschrijving en overboeking

    1.

    Voor het verkrijgen van een eigen graf

    € 1.336,10

    2.

    Voor het verlengen van het recht op een eigen graf met een aansluitende periode van 10 jaar

    € 668,00

    3.

    Voor het verkrijgen van een urnengraf

    € 668,00

    4.

    Voor het verlengen van het recht op een urnengraf met een aansluitende periode van 10 jaar

    € 668,00

    5.

    Voor het inschrijven of overboeken van familie- en urnengraven in het daartoe bestemde register voor iedere inschrijving of overboeking

    € 6,70

    C.

    Plaatsen grafmonument, verwijderen en herplaatsen

    1.

    Voor een vergunning tot het plaatsen van een grafmonument op het graf

    € 66,70

    2.

    Voor een vergunning tot het aanbrengen van een inscriptie in de gedenkplaat van de urnenruimte

    € 66,70

    3.

    Voor het verwijderen en herplaatsen van een grafmonument indien een begraving plaatsvindt in een graf waarop reeds een grafmonument is aangebracht

    € 133,55

    D.

    Onderhoud graven

    1.

    Voor het onderhoud van een graf, per belastingjaar

    € 66,70

    2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het jaar aanvangt of eindigt, wordt het verschuldigde bedrag per kalendermaand verrekend.

    E.

    Afkoop onderhoud

    Het onder D genoemde onderhoudsrecht kan worden afgekocht

    voor een periode van 10 jaar door betaling van 9 maal het jaarlijks recht;

    voor een periode van 12 jaar door betaling van 10 maal het jaarlijks recht;

    voor een periode van 14 jaar door betaling van 11 maal het jaarlijks recht;

    voor een periode van 16 jaar door betaling van 12 maal het jaarlijks recht;

    voor een periode van 18 jaar door betaling van 13 maal het jaarlijks recht;

    voor een periode van 20 jaar door betaling van 14 maal het jaarlijks recht;

    met dien verstande, dat de rechten over het lopende jaar verschuldigd blijven.

    Behoort bij raadsbesluit van 17 december 2009.

    de griffier,