Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR357072
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR357072/3
Marktreglement Venlo 2015
Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 01-01-2025
Intitulé
Marktreglement Venlo 2015Burgemeester en wethouders van de gemeente Venlo;
gelet op artikel 160, eerste lid sub h, Gemeentewet, artikel 3 van de Marktverordening Venlo 2011 en de Algemene wet bestuursrecht ;overwegende dat het wenselijk is nadere regels vast te stellen met betrekking tot uitvoering van de Marktverordening Venlo 2011 en een ordelijk verloop van de markt;
besluiten:
vast te stellen de volgende nadere regels:
Marktreglement Venlo 2015
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
- 1.
In deze nadere regels wordt verstaan onder:
- a.
bedrijfsleider: degene aan wie door het college is toegestaan om de vergunninghouder bij voortduring bij te staan of te vervangen;
- b.
levenspartner: de persoon met wie de vergunninghouder met het oogmerk duurzaam samen te wonen, een gemeenschappelijke huishouding voert; dit moet blijken uit een akte van registratie van partnerschap, als bedoeld in artikel 1:80a, vijfde lid van het Burgerlijk Wetboek of een samenlevingscontract opgemaakt bij notariële akte;
- c.
uitstalling: goederen van de vergunninghouder die geplaatst worden buiten de toegewezen ruimte die is aangewezen in de standplaatsvergunning.
- a.
- 2.
De in artikel 1 van de Marktverordening Venlo 2011 gegeven begripsomschrijvingen zijn tevens van toepassing op deze nadere regels.
Artikel 2 Dag, tijd en plaats van de markt
- 1.
De markt wordt gehouden op:
- a.
woensdag van 09.00 uur tot 16.00 uur op het straatgedeelte Mgr. Nolensplein, tussen de Parkstraat en de Geldersepoort (“Parkstraatje”), in stadsdeel Venlo;
- b.
vrijdag van 14.00 uur tot 19.30 uur in de Kloosterstraat en een deel van de 1e Graaf van Loonstraat direct grenzend aan de Kloosterstraat in stadsdeel Blerick;
- c.
zaterdag van 08.00 uur tot 15.00 uur op het parkeerterrein Mgr. Nolensplein en op straatgedeelte van het Mgr. Nolensplein, en het verharde gedeelte van het Mgr. Nolenspark in stadsdeel Venlo;
- d.
zaterdag van 10.00 uur tot 16.00 uur op het Wilhelminaplein en een deel van de Kerkstraat en In de Beeten direct grenzend aan het Wilhelminaplein in stadsdeel Tegelen.
- a.
- 2.
Het college kan in geval van weersinvloeden, calamiteiten, dreiging van gevaar of andere bijzondere of dringende omstandigheden:
- a.
de markt afgelasten dan wel onmiddellijk beëindigen;
- b.
de markttijden wijzigen;
- c.
de vergunninghouder verplichten de nodige voorzorgsmaatregelen te treffen;
- d.
beslissen de markt anders op te stellen c.q. in te richten. Van de in dit lid bedoelde situaties is in ieder geval sprake indien slechte weersomstandigheden, zoals storm, van toepassing zijn dan wel zijn voorspeld.
- a.
- 3.
Valt een marktdag samen met een algemeen erkende, christelijke feestdag, dan vervalt de markt op die dag. Het college kan de vervallen markt naar een andere dag verplaatsen.
- 4.
Bij bijzondere gelegenheden kan het college het houden van een markt, ook op andere dan de in het vorige lid bedoelde dagen, verbieden. Zo tijdig mogelijk wordt van een wijziging van de markt of het verbod tot het houden van markt openbaar aankondiging gedaan.
Artikel 3 Inrichting van de markt
- 1.
Het aantal standplaatsen en de afmetingen van de standplaatsen is per markt vastgesteld zoals aangegeven op de bij dit reglement behorende tekeningen van het marktterrein.
- 2.
De opstelling en indeling van de markt, waaronder begrepen plaatsen voor verkoopwagens en plaatsen voor standwerken, is aangegeven op de bij dit reglement behorende tekeningen van het marktterrein.
- 3.
De branche-indeling, alsmede het maximum aantal standplaatsen per artikelengroep, is vastgesteld zoals aangegeven op de bij dit reglement behorende brancheringsregeling.
- 4.
De afmeting van de standplaats is bepaald op vier strekkende meter en 2 meter diep (8 m2) of een veelvoud daarvan.
- 5.
Het college kan bij de toewijzing van de plaatsen afwijken van de standaardmaten.
Hoofdstuk 2 Bepalingen over vergunningen
Artikel 4 Verbod voorwerpen
Het is verboden zonder vergunning van het college op het marktterrein kramen of andere voor de verkoop van waren bestemde bedrijfsmiddelen te plaatsen en te verhuren.
Artikel 5 Inhoud vaste standplaatsvergunning
Een vaste standplaatsvergunning vermeldt in ieder geval:
- a.
de naam en voornamen, de geboortedatum en -plaats, het adres en de woonplaats van de vergunninghouder;
- b.
een duidelijke omschrijving (overzichtstekening) van de toegewezen vaste standplaats met vermelding van het nummer en de afmetingen daarvan;
- c.
de kraam of andere verkoopmaterialen die de vergunninghouder bij het innemen van de standplaats mag gebruiken;
- d.
het soort artikelen dat de vergunninghouder mag verhandelen of de branche waartoe de vergunninghouder behoort;
- e.
de datum waarop aan de vergunninghouder voor het eerst vergunning is verleend.
Artikel 6 Inschrijving op de anciënniteitlijst
Vergunninghouders van vaste standplaatsen worden ingeschreven op een doorlopend genummerde lijst met vermelding van en in volgorde van de datum waarop aan hen voor het eerst een vaste standplaats is toegewezen. Bij deze inschrijving wordt tevens vermeld de soort artikelen die de vergunninghouder mag verhandelen of de branche waartoe hij behoort.
Artikel 7 Overschrijving vaste standplaatsvergunning
- 1.
In geval van overlijden, het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd, dan wel bij een blijvende arbeidsongeschiktheid van de vergunninghouder van meer dan 50%, of ingeval van bedrijfsbeëindiging kan de vaste standplaatsvergunning worden overgeschreven op de echtgenoot of de levenspartner van de vergunninghouder met wie een duurzame samenleving wordt onderhouden of een kind van de vergunninghouder, indien hij tenminste twee jaar in loondienst van het marktbedrijf van de vergunninghouder heeft gewerkt of gedurende eenzelfde periode als mede-eigenaar in het bedrijf heeft gefunctioneerd.
- 2.
Een aanvraag tot overschrijving wordt ingediend binnen twee maanden na het overlijden van de vergunninghouder, na het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd dan wel nadat de blijvende arbeidsongeschiktheid is vastgesteld.
- 3.
De vergunning voor een standplaats op de betreffende markt kan worden overgeschreven op een medewerker of een mede-eigenaar indien de medewerker minimaal twee jaar onafgebroken in loondienst van het marktbedrijf van de vergunninghouder heeft gewerkt. Een mede-eigenaar (aantoonbaar samenwerkingsverband als vennoot) dient gedurende eenzelfde periode in het bedrijf te hebben gefunctioneerd.
- 4.
Voor de overschrijving van de vergunning komt als eerste in aanmerking de echtgenoot of levenspartner, vervolgens een kind en tot slot een mede-eigenaar of medewerker.
- 5.
Bij overschrijving op grond van het tweede lid, vervalt de door de oorspronkelijke vergunninghouder opgebouwde anciënniteit.
- 6.
Het college is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken van het bepaalde in dit artikel.
Hoofdstuk 3 Toewijzing standplaatsen
Artikel 8 Volgorde toewijzing vaste standplaatsen
- 1.
Een opengevallen vaste standplaats op de markt kan opnieuw als vaste standplaats worden uitgegeven met inachtneming van de voor die markt en locatie geldende indelingen in branches.
- 2.
Voor een opengevallen standplaats komen achtereenvolgens in aanmerking:
- a.
de vergunninghouders van een vaste standplaats op de markt die schriftelijk hebben aangegeven een andere vaste standplaats te willen nemen. De volgorde waarin zij op de anciënniteitslijst zijn ingeschreven is bepalend;
- b.
de vergunninghouders van een aangrenzende vaste standplaats, die schriftelijk hebben aangegeven een volgende aangrenzende plaats ter beschikking te willen krijgen. De toewijzing geschiedt op volgorde van anciënniteit als vaste standplaatshouder.
- a.
- 3.
Indien de opengevallen plaats, nadat de hiervoor bepaalde leden in acht zijn genomen, niet als vaste standplaats kan worden toegewezen, zal de plaats via werving aan een gegadigde worden toegewezen.
Artikel 9 Toewijzing dagplaats
- 1.
De toewijzing als dagplaats van de vaste plaatsen gaat als volgt:
- a.
de vaste plaatsen, waarvan de vergunninghouder zich vooraf bij het college heeft afgemeld, kunnen voor die marktdag aan een andere vaste vergunninghouder worden toegewezen. De vergunninghouder, die van standplaats verwisselt, dient de eigen standplaats ongebruikt te laten.
- b.
De dan beschikbare vrije plaatsen worden een half uur na het begin van de markt door het college toegewezen aan de gegadigden die zich voor aanvang van de markt hebben gemeld bij de marktmeester, overeenkomstig de volgende volgorde:
- -
aan een gegadigde uit een branche die niet op de markt is vertegenwoordigd;
- -
aan een gegadigde uit dezelfde branche als de vergunninghouder die niet is verschenen;
- -
aan een gegadigde uit een andere branche mits passend in het branchepatroon.
- -
- a.
- 2.
Indien het aantal aanvragers het aantal beschikbare dagplaatsen overtreft geschiedt toewijzing via loting door de marktmeester. Loting vindt plaats een half uur voor aanvang van de markt.
- 3.
De loting vindt plaats door middel van een willekeurig gekozen getal, waarna uitgifte van de plaatsen in volgorde van de aanmelding plaatsvindt, waarbij rekening wordt gehouden met het gestelde in het eerste lid van dit artikel.
Artikel 10 Toewijzing standwerkersplaats
- 1.
Het college wijst een standwerkersplaats toe door middel van loting.
- 2.
Tot de loting wordt slechts toegelaten degene die in het bezit is van;
- -
een geldige inschrijving in het handelsregister en daarvan een recent bewijs toont;
- -
een geldig legitimatiebewijs overlegt;
- -
- 3.
Om aan de loting mee te doen meldt een standwerker zich uiterlijk een half uur voor aanvang van de markt bij de marktmeester.
- 4.
De loting geschiedt aan de hand van een willekeurig gekozen getal, waarna uitgifte van de plaatsen in volgorde van de lotinglijst plaatsvindt.
- 5.
De standwerker kan zich laten bijstaan door maximaal één persoon. Hij meldt dit vooraf aan de marktmeester onder vermelding van de naam van degene die hem zal bijstaan. Degene die hem zal bijstaan, mag niet op eigen naam deelnemen aan de loting. Beide standwerkers zijn aansprakelijk voor een juiste invulling van de standwerkersplaats.
- 6.
Beiden dienen tijdens de marktdag daadwerkelijk als standwerker aanwezig te zijn.
Artikel 11 Eisen
Een gegadigde voor een standwerkersplaats moet aan de volgende voorwaarden voldoen:
- a.
de gegadigde mag maximaal één artikel verkopen. Het betreffende artikel kent maximaal 2 varianten, soorten of groepen;
- b.
standwerken met artikelen die onderhevig zijn aan maatvoering is niet toegestaan;
- c.
de werkwijze van de standwerker en degene die hem bijstaat dient er op gericht te zijn publiek rond zich te verzamelen en het verzamelde publiek aan te zetten tot aankoop van een artikel;
- d.
het gebruik van meet- en weegwerktuigen alsmede het gebruik van prijskaarten is verboden;
- e.
gedurende minimaal de helft van de tijd dat de markt geopend is moet daadwerkelijk een demonstratie of uiteenzetting gegeven worden.
Artikel 12 Standwerkersplaats
- 1.
Een standwerkersplaats heeft een oppervlakte van maximaal 10 m² en een maximale frontbreedte van 5 meter, waarvan maximaal 3 meter gebruikt mag worden als verkoopruimte c.q. uitstalling.
- 2.
Buiten de toegestane verkoopbreedte mogen geen goederen aan of onder de overkapping geplaatst of gehangen worden.
- 3.
Op een standwerkersplaats is het gebruik van parasols toegestaan.
Hoofdstuk 4 Voorschriften
Artikel 13 Tijdstip innemen standplaats/aan- en afvoer goederen
- 1.
Het is verboden voor vergunninghouders op het marktterrein meer dan 3 uur voor aanvang en meer dan 2 uur na afloop van de markt met een voertuig, goederen of anderszins ruimte in te nemen of goederen aan of af te voeren.
- 2.
De vergunninghouder is verplicht zijn standplaats tot de sluitingstijd van de markt te blijven innemen. Het college kan hiervan ontheffing verlenen.
- 3.
Indien de vergunninghouder zijn vaste standplaats niet binnen een half uur na het begin van de markt heeft ingenomen en vóór dat tijdstip geen kennis heeft gegeven van latere komst op grond van bijzondere omstandigheden, vervalt voor die dag voor de vergunninghouder zijn recht om die vaste plaats in te nemen.
Artikel 14 Legitimatie
Degene die een standplaats op de markt inneemt of wenst in te nemen, dient op eerste aanvraag van de marktmeester aan te tonen dat hij de vergunninghouder is.
Artikel 15 Verlichting
De vergunninghouder is verplicht zijn standplaats vanaf zonsondergang voorzien te hebben van een verlichting, waarmee de uitgestalde waren helder verlicht dienen te zijn.
Artikel 16 Persoonlijk innemen standplaats; bijstand
- 1.
De vergunninghouder neemt de standplaats persoonlijk in. Hij mag de standplaats niet aan een ander afstaan of in gebruik geven.
- 2.
De vergunninghouder mag zich op de standplaats doen bijstaan.
Artikel 17 Afwezigheid wegens vakantie of bijzondere omstandigheden
- 1.
De vergunninghouder van een vaste standplaats die wegens vakantie of bijzondere omstandigheden verhinderd is zijn vaste standplaats in te nemen, deelt dit mee aan het college. Bij vakantie geeft de vergunninghouder aan hoe lang zijn afwezigheid duurt.
- 2.
De mededeling wordt tijdig voor de desbetreffende marktdag gedaan. Plotselinge verhindering wordt mondeling of telefonisch aan de marktmeester gemeld, gevolgd door een schriftelijke bevestiging daarvan aan het college.
Artikel 18 Ontheffing en vervanging
- 1.
In geval van vakantie of bijzondere omstandigheden kan het college op aanvraag van de vergunninghouder van een vaste standplaats hem tijdelijk ontheffing verlenen van de verplichting uit artikel 16, eerste lid.
- 2.
Het college kan op aanvraag van de vergunninghouder hem in de gevallen, bedoeld in het eerste lid van dit artikel, toestemming verlenen zich op zijn standplaats te laten vervangen door een met name genoemde persoon.
Artikel 19 Aantal keren innemen vaste standplaats
De vergunninghouder van een vaste standplaats neemt per volledig kalenderkwartaal ten minste tien keer per kalenderkwartaal zijn standplaats op de markt in, dit met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 17 en 18.
Artikel 20 Voertuigen
Het is verboden voertuigen, waarmee de artikelen op de markt worden of zijn aangevoerd, op de markt aanwezig te hebben op een andere plaats dan die, welke door het college is aangewezen.
Artikel 21 Verboden
Het is de vergunninghouder verboden:
- a.
op het marktterrein op een andere dan voor de markt bestemde tijd artikelen te koop aan te bieden, te verkopen of af te leveren;
- b.
meer ruimte in te nemen dan hem is toegewezen;
- c.
de opstal op zijn standplaats tijdens de markt af te breken of te verplaatsen;
- d.
de doorgang in de wandelgangen op en langs het marktterrein op enigerlei wijze te hinderen of te belemmeren;
- e.
zich, behoudens ontheffing van het college, aan de voorzijde van de standplaats op te houden bij het te koop aanbieden, verkopen of afleveren van artikelen;
- f.
op de standplaats andere artikelen in voorraad te hebben dan waarvoor vergunning is verleend;
- g.
andere waren aan te bieden of te verkopen dan waarvoor vergunning is verleend.
Artikel 22 Venten
- 1.
Het is verboden op het marktterrein tijdens de duur van de markt met artikelen ten verkoop rond te lopen of te rijden.
- 2.
Van het bepaalde in het eerste lid kan door het college ontheffing worden verleend, voor zoveel betreft de verkoop van alcoholvrije dranken en geringe eet- en drinkwaren ten behoeve van de vergunninghouders.
Artikel 23 Schoonhouden en opleveren standplaats
De vergunninghouder dient:
- a.
ervoor zorg te dragen dat zijn standplaats telkens een goed verzorgd aanzien biedt;
- b.
voor, tijdens en na de markt zelf zijn afval, (verpakkings-)materialen en dergelijke in te zamelen;
- c.
voordat het marktterrein wordt verlaten, zijn standplaats en onmiddellijke omgeving daarvan schoon op te leveren en het afval zelf af te voeren;
- d.
indien de ondergrond en omgeving van de standplaats vervuild kan raken, maatregelen te treffen ter voorkoming daarvan. Daar waar door de marktmeester als noodzakelijk wordt geacht dient de ondergrond te worden afgedekt, alvorens de werkzaamheden daarboven te verrichten. De te treffen maatregelen dienen ter goedkeuring van de marktmeester en/of op aanwijzing van de marktmeester te geschieden;
- e.
wanneer vergunning is verleend om eet- en drinkwaren voor consumptie gereed te maken en te verkopen, aan de voorzijde van diens standplaats voldoende afvalbakken te plaatsen.
Artikel 24 Gebruik van elektrische en of geluidsapparatuur
Gebruikmaken van elektrische en/of geluidsapparatuur is slechts toegestaan na verleende schriftelijke toestemming, onder bepaalde voorwaarden en op aanwijzing van de marktmeester. Zonder verkregen toestemming is het niet toegestaan apparaten te gebruiken via de elektrische faciliteiten. In geen geval mag gebruik worden gemaakt van apparatuur zoals elektrische kachels, waterkokers en tostiapparaten. Voor verwarmingsapparaten op gas welke aan veiligheidseisen voldoen kan toestemming worden verleend, mits veilig opgesteld, zulks ter beoordeling van de marktmeester.
Artikel 25 Algemene veiligheidsnormen
- 1.
Verpakkings- en overig materiaal wordt ordentelijk opgeslagen achter of onder de kraam of verkoopwagen en wordt tijdig afgevoerd.
- 2.
Elektrische installaties, verlichtingstoestellen, verwarmingstoestellen en bak-, kook- en frituurinstallaties dienen te zijn uitgevoerd conform Europese veiligheidsregels en te zijn voorzien van het CE-keurmerk.
- 3.
Gasgestookte toestellen en installaties dienen door de brandweer te zijn goedgekeurd.
- 4.
Bij gebruik van gas als brandstof en een slang als verbinding wordt uitsluitend een slang gebruikt die voldoet aan de volgende kenmerken: een goedgekeurde GIVEG-slang, maximaal 10 meter lang en maximaal 2 jaar oud.
- 5.
Bij gebruik van gas als brandstof dient de gasfles te zijn voorzien van een door de Dienst Stoomwezen erkend keurmerk en mag de gasfles ten hoogste 10 jaar oud zijn. Uitsluitend aardgas, propaangas, butaangas of gasolie mag worden gebruikt, dus geen LPG.
- 6.
Afsluiters in vaste gasleidingen dienen goed bereikbaar te zijn en te zijn aangebracht aan het einde van elke aftakking van een vaste leiding naar een gebruikstoestel en in de leidingen op plaatsen waar de leiding geheel of gedeeltelijk kan worden gespoeld met een inert gas.
- 7.
Elektriciteitskabels dienen zodanig te worden opgehangen dan wel onder matten te worden weggeborgen dat het publiek er niet mee in aanraking kan komen.
- 8.
Gasgekookte verwarmingstoestellen met een open verbranding dienen zodanig te zijn afgesteld dat er een optimale verbranding plaatsvindt.
- 9.
Bij gebruik van gas als brandstof is ten hoogste 125 liter waterinhoud gas bij de verkoopinrichting aanwezig.
- 10.
Gasflessen dienen zodanig te zijn opgesteld dat het publiek er niet bij kan. Er dient sprake te zijn van goede ventilatie en zij dienen beschermd te zijn tegen omvallen (kantelen) en aanrijden.
- 11.
Toestellen en installaties dienen schoon en vetvrij te worden gehouden.
- 12.
Installaties voor koken, bakken, braden en frituren dienen tenminste jaarlijks aan onderhoud te worden onderworpen en dienen tweejaarlijks te worden gekeurd door een erkende installateur. Van deze keuring dient een rapport te zijn binnen de verkoopinrichting.
- 13.
Bij gebruik van een installatie voor koken, bakken, braden en frituren dient een blusapparaat aanwezig te zijn dat goedgekeurd is door een erkend keuringsbedrijf en voorzien is van een geldige keuringsticker.
- 14.
Bij gebruik van een installatie voor koken, bakken, braden en frituren dient voor iedere pan of frituurbak een goed passend metalen deksel aanwezig te zijn.
- 15.
In geval er sprake is van personeel dient dat personeel voldoende te zijn opgeleid om te kunnen werken met installaties voor koken, bakken, braden of frituren.
- 16.
Aanwijzingen met betrekking tot niet opbouwen/vervroegd afbouwen dienen onverwijld te worden opgevolgd.
- 17.
Voorkomen dient te worden dat er uitsteeksels zijn bij de verkoopinrichting waardoor het publiek letsel zou kunnen oplopen; luifels dienen bijvoorbeeld hoog genoeg te zijn.
- 18.
In geval er sprake is van personeel dient dat personeel voldoende te zijn opgeleid om te kunnen werken met installaties voor koken, bakken, braden of frituren.
- 19.
Aanwijzingen met betrekking tot niet opbouwen/vervroegd afbouwen dienen onverwijld te worden opgevolgd.
- 20.
Voorkomen dient te worden dat er uitsteeksels zijn bij de verkoopinrichting waardoor het publiek letsel zou kunnen oplopen; luifels dienen bijvoorbeeld hoog genoeg te zijn.
Hoofdstuk 5 Gebruik materiaal
Artikel 26 Eigen materiaal
- 1.
Op verzoek kan in de vergunning van een vaste standplaatshouder toestemming worden verleend om met eigen materiaal zijn standplaats in te nemen.
- 2.
Het in het vorige lid vermelde verzoek omvat in ieder geval de volgende gegevens:
- a.
een opgave van lengte, hoogte en breedte van het eigen materiaal;
- b.
een gedetailleerde tekening van het eigen materiaal;
- c.
foto’s van het eigen materiaal;
- d.
indien het eigen materiaal is voorzien van installaties waarin gekookt, gebakken, gebraden en/of gefrituurd kan worden, dient een geldig inspectierapport van de brandweer te worden overlegd.
- a.
- 3.
Het in het tweede lid sub d genoemde bewijs dient jaarlijks opnieuw te worden overlegd, waarbij de laatste keuring van het materiaal niet langer dan een jaar geleden mag hebben plaatsgevonden.
- 4.
Toestemming wordt in ieder geval geweigerd indien:
- a.
het eigen materiaal technisch en praktisch niet inpasbaar is binnen de beschikbare ruimte op de markt zoals aangegeven op de in artikel 3 genoemde tekeningen;
- b.
het eigen materiaal niet voldoet aan de in artikel 27 genoemde eisen.
- a.
Artikel 27 Eisen eigen materiaal
Het eigen materiaal dient aan de volgende eisen te voldoen:
- a.
het eigen materiaal mag in opgestelde toestand niet dieper zijn dan de kramenrij en niet langer dan de logistiek mogelijk maakt;
- b.
uitklapbare toonbanken en/of vitrines mogen niet buiten de staanders van de kramenrij uitsteken;
- c.
aan de zijkanten van het eigen materiaal mogen geen zeilen, kleppen of andere zaken zijn aangebracht die de doorgang aan de verkoopzijde verhinderen of het zicht op de naastgelegen verkoopgelegenheid beperken;
- d.
het eigen materiaal dient een minimale (klep)hoogte te hebben van 2.10 meter;
- e.
logistiek inpasbaar in de kramenopstelling.
Hoofdstuk 6 Overige bepalingen
Artikel 28 Marktcommissie
- 1.
Er is een commissie van advies aan het college genaamd “marktcommissie”.
- 2.
De commissie bestaat uit tenminste acht leden en ten hoogste twaalf leden.
- 3.
De leden worden benoemd volgens onderstaande verdeling:
- a.
een lid, dat tevens als voorzitter optreedt, uit het team, tot wiens taak het marktwezen behoort; zijnde het verantwoordelijke teamhoofd, bij diens verhindering wordt hij vervangen door een ander teamhoofd
- b.
een lid (maximaal twee) op voordracht van de marktkooplieden van de woensdagmarkt in het stadsdeel Venlo dat een vaste standplaats inneemt, zoals bedoeld in artikel 1, sub c, van de Marktverordening
- c.
een lid (maximaal twee) op voordracht van de marktkooplieden van de vrijdagmarkt in het stadsdeel Blerick, dat een vaste standplaats inneemt, zoals bedoeld in artikel 1, sub c, van de Marktverordening
- d.
twee leden (maximaal vier) op voordracht van de marktkooplieden van de zaterdagmarkt in het stadsdeel Venlo dat een vaste standplaats inneemt, zoals bedoeld in artikel 1, sub c, van de Marktverordening
- e.
een lid (maximaal twee) op voordracht van de marktkooplieden van de zaterdagmarkt in het stadsdeel Tegelen, dat een vaste standplaats inneemt, zoals bedoeld in artikel 1, sub c, van de Marktverordening
- f.
een lid op voordracht en uit het midden van het hoofdbestuur van de Centrale Vereniging voor de Ambulante Handel te ’s-Gravenhage
- g.
een lid op voordracht van de vijf kioskhouders aan het Nolensplein
- a.
- 5.
Indien de voorzitter van de commissie dit wenselijk acht kunnen derden als adviserend lid aan de vergaderingen deelnemen.
Artikel 29 Zittingsduur
- 1.
De zittingsduur van de leden is gelijk aan de zittingsduur van de gemeenteraad.
- 2.
De leden zijn terstond opnieuw benoembaar.
- 3.
Een lid dat tussentijds wordt benoemd, treedt af op het tijdstip, waarop diens voorganger zou zijn afgetreden.
- 4.
Een lid, benoemd op grond van een bepaalde functie houdt op lid van de commissie te zijn, zodra het deze functie verliest.
- 5.
De leden kunnen tussentijds ontslag nemen. Zij doen dit schriftelijk aan de voorzitter.
Artikel 30 Vergadering
- 1.
De commissie vergadert ten minste eenmaal per jaar en voorts zo dikwijls als de voorzitter of tenminste drie leden dit nodig acht(en).
- 2.
De vergaderingen van de commissie zijn besloten, tenzij de meerderheid van de commissie anders beslist.
Artikel 31 Vergaderquorum
- 1.
De commissie vergadert slechts als, behalve de voorzitter, de helft van het aantal stemgerechtigde leden aanwezig is.
- 2.
Bij onvoltalligheid van de vergadering, als vermeld in het eerste lid, belegt de voorzitter een nieuwe vergadering. Deze wordt gehouden ongeacht het aantal aanwezige leden. In deze vergadering worden uitsluitend die punten behandeld, welke reeds waren vermeld op de agenda van de eerste vergadering.
Hoofdstuk 7 Slotbepalingen
Artikel 32 Inwerkingtreding
Dit reglement treedt in werking op de eerste dag na publicatie.
Artikel 33 Citeertitel
Dit reglement wordt aangehaald als: Marktreglement Venlo 2015.
Ondertekening
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl