Beleidsregels standplaatsvergunningen gemeente Dinkelland 2015

Geldend van 23-01-2015 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels standplaatsvergunningen gemeente Dinkelland 2015

Het college van burgemeesters en wethouders van Dinkelland,

gelet op artikel 5.14 en 5.18 van de Algemene plaatselijke verordening en artikel 4.81 e.v. van de Algemene wet bestuursrecht

BESLUIT

vast te stellen de volgende:

Beleidsregels standplaatsvergunningen gemeente Dinkelland 2015

Hoofdstuk 1 Algemeen

Artikel 1 Definities

  • 1. 1.In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

    dagdeel:

    het tijdvak van 8.00 tot 14.00 uur en het tijdvak van 14.00 tot 20.00 uur.

    minimarkt:

    één locatie waarop maximaal vijf standplaatsen gelijktijdig worden ingenomen.

    standplaats:

    een standplaats als bedoeld in artikel 5.17 van de Algemene plaatselijke verordening;

    weekmarkt:

    de weekmarkt in Denekamp en de weekmarkt in Ootmarsum.

  • 2. Voor de toepassing van deze beleidsregels worden de volgende branches onderscheiden:

    • a.

      brood/banket.

    • b.

      zuivel/vlees

    • c.

      groenten/fruit

    • d.

      vis en/of snacks

    • e.

      poelierswaren

    • f.

      bloemen/planten

    • g.

      overige.

Artikel 2 Aanvraag

  • 1. Voor het indienen van een aanvraag moet het vastgestelde aanvraagformulier worden gebruikt.

  • 2. Bij de aanvraag moeten de volgende bescheiden zijn gevoegd:

    • a.

      kopie van het uittreksel van de onderneming uit het Handelsregister van de Kamer van Koophandel;

    • b.

      kopie geldig legitimatiebewijs;

    • c.

      schriftelijke toestemming van de eigenaar van de grond waarop de standplaats wordt ingenomen, tenzij vergunning wordt gevraagd op voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond.

  • 3. De termijn die krachtens artikel 4:6 van de Algemene wet bestuursrecht wordt gesteld om een onvolledige aanvraag aan te vullen bedraagt vier weken.

Artikel 3 Duur van de vergunning

  • 1. Een vergunning voor het wekelijks innemen van een standplaats op een vaste locatie en op een vaste tijd, wordt verleend voor een termijn van maximaal drie jaar.

  • 2. Het college kan besluiten om in bijzondere gevallen van de maximum termijn van drie jaar af te wijken.

Hoofdstuk 2 Standplaatsvergunningen voor één of meer dagen per week, voor een termijn langer dan één week

Artikel 4 Minimarkten

  • 1. Vergunningen voor het innemen van een standplaats op de minimarkt in Saasveld worden verleend voor de dinsdagen van 08.00 tot 12.30 uur, tot maximaal vijf standplaatsen.

  • 2. Vergunningen voor het innemen van een standplaats op de minimarkt in Deurningen worden verleend voor de dinsdagen van 13.30 tot 18.00 uur, tot maximaal vijf standplaatsen.

  • 3. Vergunningen voor het innemen van een standplaats op de minimarkt in Rossum worden verleend voor de woensdagen van 08.30 tot 12.30 uur, tot maximaal vijf standplaatsen.

  • 4. Vergunningen voor het innemen van een standplaats op de minimarkt in Tilligte worden vergunning verleend voor een standplaats op de minimarkt op woensdag van 08.00 uur tot 12.30 uur, tot maximaal vijf standplaatsen.

  • 5. Vergunningen voor het innemen van een standplaats op de minimarkt in Lattrop-Breklenkamp worden verleend voor de woensdagen van 13.30 uur tot 18.00 uur, tot maximaal vijf standplaatsen.

  • 6. Vergunningen voor het innemen van een standplaats op de minimarkt in Weerselo worden verleend voor de minimarkt op vrijdagen van 13.30 tot 18.00 uur, tot maximaal vijf standplaatsen.

Artikel 5 Maximumstelsel

  • 1. In alle kernen wordt vergunning verleend voor maximaal twee standplaatsen per dagdeel en voor maximaal vier dagdelen per week. Dit maximum is niet van toepassing tijdens de minimarkt en de minimarkt telt niet mee voor het maximumaantal standplaatsen en dagdelen.

  • 2. Geen vergunning wordt verleend voor het innemen van een standplaats in kernen wanneer daar een minimarkt dan wel de weekmarkt wordt gehouden.

  • 3. Daarnaast kunnen in de gemeente als geheel maximaal tien standplaatsen per dag buiten de kernen worden vergund voor verkoop van voor directe consumptie geschikte etenswaren.

  • 4. In bijzondere omstandigheden kan van het maximumstelsel worden afgeweken, dit met inachtneming van de brancheverdeling als bedoeld in artikel 7 van deze beleidsregel. Er kan hiervan sprake zijn in het geval van feestdagen (ook bijvoorbeeld carnaval), standplaatsen ten behoeve van medisch onderzoek, standplaatsen voor éénmalige incidentele activiteiten.

Artikel 6 Brancheverdeling

  • 1. Per dag wordt per kern slechts één vergunning per branche verleend.

  • 2. Op minimarkten worden per branche slechts één vergunning verleend.

Artikel 7 Locaties waar standplaatsen mogen worden ingenomen en tijden wanneer een standplaats mag worden ingenomen

  • 1. Als locaties voor vaste standplaatsen zijn aangewezen:

    Denekamp:

    plein aan de Lange Voor / Burg. Hoogklimmerstraat;

    Denekamp:

    parkeerplaats Meester Mulderstraat;

    Ootmarsum:

    parkeerplaats sporthal De Schalm aan de Wildehof;

    Ootmarsum:

    parkeerplaats nabij winkelcentrum “de Meijerij” ;

    Deurningen:

    Plechelmusplein;

    Rossum:

    Thijplein;

    Weerselo:

    Burgemeester Scholtensplein.

  • 2. In de andere kernen zijn geen vaste locaties aangewezen voor het innemen van standplaatsen.

  • 3. Een vergunning wordt verleend voor één dagdeel of twee aaneengesloten dagdelen.

  • 4. Er wordt geen vergunning verleend voor het innemen van een standplaats op zondagen voor 11.00 uur.

Artikel 8 Toedelen van standplaatsen

  • 1. Burgemeester en wethouders houden een wachtlijst bij.

  • 2. Als er meer aanvragen dan uit te geven vergunningen zijn, wordt het verzoek om vergunning afgewezen en wordt de aanvrager op een op een wachtlijst geplaatst. Maar de aanvrager wordt niet op de wachtlijst geplaatst als zijn aanvraag onvolledig is en hij niet binnen de gestelde termijn zijn aanvraag heeft aangevuld;

  • 3. Als een standplaats vrijkomt, zullen de gegadigden op de wachtlijst, – op volgorde van inschrijving – met inachtneming van het bepaalde in artikel 6, voor de vrijgekomen standplaats benaderd worden.

  • 4. Aanvragen voor verlenging van een vergunning hebben voorrang boven nieuwe aanvragen.

  • 5. Als een standplaats vrijkomt door het overlijden van een standplaatshouder heeft de levenspartner of één van de kinderen van de standplaatshouder de mogelijkheid om binnen acht weken na overlijden een verzoek in te dienen voor het overschrijven van de standplaatsvergunning. Deze termijn van acht weken wordt afgewacht, voordat de gegadigden op de wachtlijst voor de vrijgekomen standplaats worden benaderd.

Artikel 9 Vergunningvoorschriften

Aan de vergunning wordt in ieder geval het voorschrift verbonden:

  • 1.

    dat de standplaats steeds na afloop van het dagdeel of dagdelen waarvoor vergunning is verleend, geheel moet worden ontruimd;

  • 2.

    dat de standplaats en de directe omgeving moet worden opgeruimd;

  • 3.

    dat de standplaats zo moet worden geplaatst dat het publiek zich niet hoeft op te stellen op voor motorvoertuigen of mede voor motorvoertuigen bestemde gedeelte van de weg.

Artikel 10 Persoonsgebonden vergunning

Een vergunning kan alleen worden verleend aan natuurlijke personen en is niet overdraagbaar.

Hoofdstuk 3 Intrekking bij het niet gebruiken van de vergunning

Artikel 11

  • 1. De onder artikel 1.6 onder d van de Algemene plaatselijke verordening genoemde termijn bedraagt zes weken.

  • 2. Indien een vergunninghouder gedurende een aaneengesloten periode van zes weken of meer geen gebruik maakt van de vergunning, anders dan wegens ziekte of een andere bijzondere reden, dan wordt deze ingetrokken.

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 12 Inwerkintreding

  • 1. Deze beleidsregels treden in werking één dag na bekendmaking.

  • 2. Bij inwerkingtreding van deze beleidsregels vervalt de Beleidsregel standplaatsvergunningen 2011.

Artikel 13 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als ”Beleidsregels standplaatsvergunningen gemeente Dinkelland 2015”.

Ondertekening

Denekamp, 20 januari 2015
Burgemeester en wethouders van Dinkelland,
de loco-secretaris, de burgemeester
E.M. Grobben, mr. R.S. Cazemier

Toelichting bij de beleidsregels voor standplaatsvergunningen gemeente Dinkelland

Andere regelgeving

Naast de Algemene plaatselijke verordening is er nog andere regelgeving van belang voor het innemen van standplaatsen. Deze regelgeving stelt vanuit andere motieven eisen aan het drijven van handel. Zo zijn de Winkeltijdenwet, de Drank- en Horecawet, de Colportagewet en de Warenwet van belang. Voor zover nodig zal bij het venten en het innemen van een standplaats ook aan deze wetten moeten worden voldaan.

Winkeltijdenwet

In de Winkeltijdenwet en daaruit voortvloeiende regelgeving is aangegeven wanneer winkels geopend mogen zijn. Deze wetgeving geldt ook voor de ambulante handel.

Drank- en Horecawet

In de Drank- en Horecawet staat dat er geen alcoholhoudende drank vanaf een standplaats mag worden verkocht. Ook mag er geen alcoholhoudende drank tijdens de verkoop aanwezig zijn.

Colportagewet

De Colportagewet ziet toe op de wijze van optreden in de relatie tussen de koper en de verkoper. De Colportagewet is van toepassing op bij algemene maatregel van bestuur vast te stellen goederen en diensten. De gemeente heeft overigens geen bevoegdheden. De Economische Controledienst is met de uitvoering van de bepalingen uit de Colportagewet belast.

Warenwet

Op het drijven van handel in eet- en drinkwaren zijn de bepalingen uit de Warenwet van toepassing. De Warenwet stelt regels over de goede hoedanigheid en aanduiding van waren. Ook stelt de Warenwet regels over de hygiëne en degelijkheid van producten. Het toezicht op de naleving van de Warenwet geschiedt door de Voedsel en Warenautoriteit.

Aanvraagformulier

Voor het aanvragen van de vergunning moet het gemeentelijk aanvraagformulier gebruikt worden. Dit is vastgesteld door het college.

Vergunning

Een vergunning kan verleend worden voor een termijn van maximaal drie jaar. Hier is voor gekozen uit het oogpunt van administratieve lastenverlichting. Standplaatsen voor één dag of een korte periode, kunnen niet voor drie jaar op dezelfde datum/dag een standplaats aanvragen. Dit moet elk jaar opnieuw.

Minimarkten

Op minimarkten mogen maximaal vijf standplaatsen worden ingenomen. Er mogen gelijktijdig met de minimarkt geen standplaatsen worden ingenomen op een andere locatie dan de locatie van de minimarkt. Daarnaast mogen er in Denekamp en Ootmarsum geen standplaatsen worden ingenomen op het tijdstip dat de weekmarkt plaatsvindt. Gezien het feit dat uit jurisprudentie blijkt dat een verzameling van zes of meer standplaatsen als een markt wordt aangemerkt, is er voor gekozen dat er op de minimarkt maximaal vijf standplaatsen mogen worden ingenomen. Voor markten gelden namelijk andere regels.

Maximum stelsel

Standplaatsen die tijdens een evenement worden ingenomen, vallen buiten deze beleidsregels omdat deze standplaatsen deel uitmaken van het evenement en de standplaats in een eventuele evenementenvergunning wordt opgenomen.

Locaties waar standplaatsen mogen worden ingenomen

Voor Denekamp, Ootmarsum, Deurningen, Rossum en Weerselo zijn richtlijnen voor de locatie waar de standplaatsen mogen worden ingenomen. Voor de andere kernen zijn er geen locaties aangewezen waar wel of geen standplaatsen mogen worden ingenomen. Als er evenementen plaatsvinden, zullen de standplaatsen in de meeste gevallen op een andere locatie worden ingenomen. De standplaatshouders worden hiervan op de hoogte gesteld door de marktmeester. Het college kan ook in geval van onvoorziene omstandigheden van tijdelijke aard (zoals wegwerkzaamheden, calamiteiten, onderhouds- en nieuwbouwactiviteiten) een andere locatie aanwijzen waar de standplaatsen ingenomen moeten worden.

Voor een locatie van de standplaats niet op gemeentelijk terrein, is toestemming nodig van de rechthebbende op die locatie. Voor deze toestemming moet de aanvrager zelf zorgen. Deze toestemming moet bij de aanvraag worden overgelegd.

Voor een locatie op gemeentelijk terrein, volstaat het hebben van een standplaatsvergunning. Er is dan geen toestemming nodig van de gemeente als eigenaar.

Persoonsgebonden vergunning

De vergunning is persoonsgebonden. De houder van de vergunning of een medewerker moet altijd aanwezig zijn op de standplaats.

Leges

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verkrijgen van een standplaatsvergunning zijn kosten verbonden. De tarieven staan in de Legesverordening.