Verordening voor de controle op het financieel beheer en op de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Boekel

Geldend van 03-08-2010 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 15-11-2003

Intitulé

Verordening ex artikel 213 Gemeentewet

De raad van de gemeente Boekel besluit;

Gelet op artikel 213 Gemeentewet en het Besluit accountantscontrole gemeenten;

Besluit:

Verordening voor de controle op het financieel beheer en op de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Boekel.

Artikel 1 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    accountant

een door de raad benoemde:

· registeraccountant of

· accountant-administratieconsulent met een aantekening in het inschrijvingsregister als bedoeld in derde lid van artikel 36 Wet op de Accountant-Administratieconsulenten of

· organisatie waarin voor de accountantscontrole bevoegde accountants samenwerken, belast met de controle van de in artikel 197 Gemeentewet bedoelde jaarrekening.

  • b.

    accountantscontrole

de controle van de in artikel 197 Gemeentewet bedoelde jaarrekening uitgevoerd door de door de raad benoemde accountant van:

  • -

    het getrouwe beeld van de in de jaarrekening gepresenteerde baten en lasten en de grootte en samenstelling van het vermogen;

  • -

    het rechtmatig tot stand komen van de baten en lasten en balansmutaties;

  • -

    het in overeenstemming zijn van de door het college opgestelde jaarrekening met de bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te stellen regels bedoelt in artikel 186 Gemeentewet;

  • -

    de inrichting van het financieel beheer en de financiële organisatie gericht op de vraag of deze een getrouwe en rechtmatige verantwoording mogelijk maken;

waarbij de nadere regels die bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden gesteld op grond van het zesde lid van artikel 213 Gemeentewet, in acht worden genomen.

  • c.

    rechtmatigheid in het kader van de accountantscontrole

het overeenstemmen van het tot stand komen van de financiële beheershandelingen en de vastlegging daarvan met de relevante wet- en regelgeving, zoals bedoeld in het Besluit accountantscontrole gemeenten.

  • d.

    deelverantwoording

een in opdracht van de raad ten behoeve van de verslaglegging opgestelde verantwoording van een afzonderlijke organisatie-eenheid binnen de gemeentelijke organisatie, welke verantwoording onderdeel uitmaakt van de jaarrekening.

Artikel 2 Opdrachtverlening accountantscontrole

  • 1. De accountantscontrole wordt opgedragen aan een door de raad te benoemen accountant. De benoeming van de accountant geschiedt in principe voor een periode van 4 jaar, met de mogelijkheid om de benoeming tussentijds te ontbinden door schriftelijke kennisgeving aan de accountant voorafgaand aan het begin van een nieuw boekjaar met een minimale termijn van een half jaar.

  • 2. De raad stelt voor 1 januari 2006 het programma van eisen vast. In het programma van eisen worden voor de jaarlijkse accountantscontrole opgenomen:

    • a.

      de toe te passen goedkeuringstoleranties en eventueel daarvan afwijkende rapporteringstoleranties bij de controle van de jaarrekening;

    • b.

      de eventueel apart te controleren deelverantwoordingen en de daarbij toe te passen goedkeuringstoleranties en eventueel daarvan afwijkende rapporteringstoleranties;

    • c.

      de inrichtingseisen voor het verslag van bevindingen;

    • d.

      de eventueel aanvullende uit te voeren tussentijdse controles, in aanvulling op de jaarlijkse controle;

    • e.

      de frequentie en inrichtingseisen van de aanvullende tussentijdse rapportering.

Artikel 3 Informatieverstrekking door college

  • 1. Het college is verantwoordelijk voor de samenstelling van de jaarrekening conform de geldende interne – en externe wet- en regelgeving en overlegt deze aan de accountant voor controle.

  • 2. Het college draagt er zorg voor, dat alle aan de jaarrekening ten grondslag liggende verordeningen, nota’s, collegebesluiten, deelverantwoordingen, administraties, plannen, overeenkomsten, berekeningen e.d. voor de accountant ter inzage liggen en goed toegankelijk zijn.

  • 3. Bij de jaarrekening bevestigt het college schriftelijk aan de accountant, dat alle hem bekende informatie van belang voor de oordeelsvorming van de accountant is verstrekt.

  • 4. Het college legt de gecontroleerde jaarrekening samen met de accountantsverklaring en het verslag van bevindingen jaarlijks uiterlijk 1 juli na afloop van het boekjaar waarover verantwoording wordt afgelegd over aan de raad.

  • 5. Alle informatie die na afgifte van de accountantsverklaring en voor behandeling van de jaarrekening in de raad beschikbaar komt en die van invloed is op het beeld dat de jaarrekening geeft, wordt terstond door het college aan de raad en de accountant gemeld.

Artikel 4 Inrichting accountantscontrole

  • 1. De accountant bepaalt binnen het kader van de opdrachtverlening de wijze waarop de accountantscontrole wordt ingericht, alsmede de aard en de omvang van de daarbij behorende werkzaamheden.

  • 2. De accountant bepaalt binnen het kader van de opdrachtverlening de frequentie van de uit te voeren controles. De accountant kan de controlewerkzaamheden zonder voorafgaande kennisgeving uitvoeren.

  • 3. Ter bevordering van een efficiënte en doeltreffende accountantscontrole vindt periodiek (afstemmings-)overleg plaats tussen de accountant en een vertegenwoordiger uit de raad, uiterlijk 1 januari 2006 een vertegenwoordiger van de rekenkamer(functie), de portefeuillehouder financiën, de gemeentesecretaris en de senior-medewerker financiën.

Artikel 5 Toegang tot informatie

  • 1. De accountant is bevoegd tot het opnemen van alle kassen, waardepapieren en voorraden en het inzien van alle boeken, notulen, brieven, computerbestanden en overige bescheiden waarvan hij inzage voor de accountantscontrole nodig oordeelt. Het college draagt er zorg voor, dat de accountant voor de uitvoering van zijn controlewerkzaamheden een onbelemmerde toegang heeft tot alle kantoren, magazijnen, werkplaatsen, terreinen en informatiedragers van de gemeente.

  • 2. De accountant is bevoegd om van alle medewerkers van de gemeente mondelinge en schriftelijke inlichtingen en verklaringen te verlangen, die hij voor de uitvoering van zijn opdracht denkt nodig te hebben. Het college draagt er zorg voor, dat de desbetreffende medewerkers hieraan hun medewerking verlenen.

  • 3. Het college draagt er zorg voor, dat de ambtenaren van de gemeente zijn gehouden de accountant alle informatie te verstrekken, opdat de accountant zich een juist en volledig oordeel kan vormen over de rechtmatige totstandkoming van baten, lasten, balansmutaties en het gevoerde beheer en over de getrouwheid van de daarover verstrekte informatie.

Artikel 6 Overige controles en opdrachten

  • 1. Het college kan de door de raad benoemde accountant opdracht geven tot het uitvoeren van specifieke werkzaamheden met betrekking tot de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid voor zover de onafhankelijkheid van de accountant daarmee niet in het geding komt. Het college informeert de raad over deze aan de accountant te verstrekken opdrachten.

  • 2. Het college draagt de zorg voor de uitvoering van het beleid betreffende de specifieke uitkeringen volgens de eisen van rechtmatigheid van de ministeries. Het college is voor de controle van de rechtmatige besteding van specifieke uitkeringen bevoegd de opdracht te verlenen aan een andere dan de door de raad benoemde accountant, indien dit in het belang van de gemeente is.

  • 3. Het college draagt de zorg voor de verantwoording aan derden (Belastingdienst, ABP, Sociale verzekeringsbank, CBS, e.d.) en neemt hierbij de gestelde controle-eisen in acht. Indien een deel van deze verantwoordin dient te worden uitgevoerd door een accountant, is het college bevoegd hiervoor de opdracht te velenen aan een andere dan de door de raad benoemde accountant, indien dit in het belang van de gemeente is.

Artikel 7 Rapportering

  • 1. Indien de accountant bij een controle afwijkingen constateert die leiden tot het niet afgeven van een goedkeurende verklaring, meldt hij deze terstond schriftelijk aan de raad en zendt een afschrift hiervan aan het college.

  • 2. De accountantsverklaring en het verslag van bevindingen worden vóór verzending aan de raad door de accountant aan het college voorgelegd met de mogelijkheid voor het college om op deze stukken te reageren.

  • 3. De accountant bespreekt voorafgaand aan de raadsbehandeling van de jaarstukken het verslag van bevindingen met de raad (en/of met de commissie Algemene Zaken).

Artikel 8 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van juli 2004 en werkt terug tot 15 november 2003, met dien verstande dat zij van toepassing is op de accountantscontrole van de jaarrekening (en deelverantwoordingen) van het verslagjaar 2004 en later.

Artikel 9 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als “Controleverordening gemeente Boekel”.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van
de raad van de gemeente Boekel, gehouden op
1 juli 2004

Toelichting verordening 213 Gemeentewet

Artikel 3

In de nieuwe gedualiseerde verhoudingen is het college verantwoordelijk voor de samenstelling van de jaarrekening en het jaarverslag. Ten opzichte van de raad is het college ook verantwoordelijk voor de samenstelling van eventuele door de raad geëiste deelverantwoordingen. Dit artikel regelt de verplichtingen van het college voor de verstrekking van de achterliggende informatie aan de accountant. Het derde lid is optioneel. Het veroplicht het college een verklaring af te geven aan de accountant, waarin het college verklaart geen informatie die van belang is voor de beoordeling van de jaarrekening t hebben achtergehouden. De verklaring wordt ook wel een LOR (Letter Of Representation) genoemd. Hoewel het een algemeen gebruik is, is het geen wettelijke verplichting, dat het college een dergelijke verklaring verstrekt. Overigens wordt de jaarrekening in de praktijk al veel eerder aan de raad gepresenteerd inclusief de bijbehorende accountantsverklaring. De genoemde termijnen zijn gekoppeld aan de uiterste termijn van toezending aan de toezichthouders van 15 juli.

Artikel 4

Dit artikel regelt de bevoegdheidsverdeling tussen de accountant en het college ten aanzien van de inrichting van de accountantscontrole. De accountant is leidend ten aanzien van de inrichting van de accountantscontrole. Hij mag zelfs onaangekondigd controles uitvoeren. Wel moet ter bevordering van een soepele accountantscontrole periodiek overleg worden gevoerd tussen de accountant en de verschillende vertegenwoordigers van de gemeente.

Artikel 6

Naast de controle van de jaarrekening zijn er meer werkzaamheden binnen de gemeente die de inzet van een accountant (kunnen) vereisen. Zo eisen ministeries voor de verantwoording over de uitvoering van de medebewindstaken door gemeenten (specifieke uitkeringen) vaak een aparte accountantsverklaring. De aanwijzing van de accountant voor o.a. dit soort accountantscontroles is de bevoegdheid van het college. Ook kan het college besluiten advieswerkzaamheden uit te besteden aan de door de raad benoemde accountant. Het betreft hier vanzelfsprekend advieswerkzaamheden die samenhangen met de natuurlijke adviesfunctie van de accountant die de onafhankelijkheid van de accountant niet in gevaar brengen. Het eerste lid regelt, hoe het college moet omgaan met de uitbesteding van “advieswerkzaamheden” zoals de verbetering van de administratieve organisatie, aan de door de raad benoemde accountant. Hetzelfde geldt voor die gevallen, waarbij de accountant bij de accountantscontrole zijn eigen werk moet controleren. In alle gevallen moet worden voorkomen dat de integriteit van de accountant in het geding komt. Dit lid bepaalt, dat het college voor advieswerkzaamheden, zoals bijv. op het gebied van bestuurlijke informatievoorziening of de rechtmatigheid, de door de raad benoemde accountant kan inschakelen indien het college de raad informeert over dit voornemen. Het tweede en derde lid regelt, dat het college voor de overige controlewerkzaamheden in het algemeen de door de raad benoemde accountant inschakelt. Het college mag hiervan afwijken, indien dit in het belang van de gemeente is.

Artikel 7

Artikel 7 regelt aanvullende zaken aangaande de rapportering op grond van de door de accountant uitgevoerde controles. Zaken die in een programma van eisen moeten worden geregeld. Dit programma van eisen stellen wij voor om te koppelen aan de totstandkoming van de rekenkamercommissie.

Voor 1 januari 2006 moet er door de raad een besluit worden genomen om of een lookale rekenkamer (zelfstandig of met andere gemeenten gezamenlijk) of een rekenkamercommissie in werking moet treden. De gemeente Boekel gaat uit van de voorkeur voor een rekenkamercommissie. Deze rekenkamercommissie moet via een verordening worden ingesteld, waarbij tevens de communicatie tussen de rekenkamercommissie en de raad wordt geregeld. De accountant heeft hiervoor een audit-convenant opgesteld als voorbeeld. Met de verordening van de rekenkamercommissie zal een audit-convenant ter vaststelling aan de raad worden aangeboden.

Naast de uiteindelijke eindcontrole van de jaarrekening verricht de accountant meestal meerdere tussentijdse controles (interim-controles). Het eerste lid regelt dat het college in elk geval bij geconstateerde afwijkingen door de accountant die leiden tot het niet afgeven van een goedkeurende verklaring bij de jaarrekening, een afschrift krijgt van de schriftelijke mededeling hierover aan de raad. Dit opdat het college (in overleg met de raad en de accountant) mogelijk nog tijdig maatregelen tot herstel kan treffen. Voorts in het tweede lid opgenomen een procedure voor hoor en wederhoor. Het verslag van bevindingen wordt voorafgaand aan verzending van de accountantsverklaring en het verslag van bevindingen aan de raad door de accountant besproken met het college. Het geeft het college de mogelijkheid kanttekeningen te plaatsen bij constateringen in het (concept-)verslag van bevindingen.