Regeling vervallen per 01-01-2016

Regeling Wmo-adviesraad Bunschoten

Geldend van 01-01-2015 t/m 30-04-2015

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bunschoten,

gelet op artikel 21 Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo 2015) en 84 Gemeentewet;

overwegende dat het gewenst is regels inzake inwonerparticipatie in de vorm van een Wmo-adviesraad bij regeling vast te leggen;

Besluit:

Vast te stellen de navolgende “Regeling Wmo-adviesraad Bunschoten”

HOOFDSTUK 1 ALGEMEEN

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • a)

    Inwonerparticipatie: alle vormen van participatie, waarbij de belangen van ingezetenen en in de gemeente een belang hebbende natuurlijke en rechtspersonen in het kader van de Wmo in het geding zijn;

  • b)

    Ingezetene: de inwoner van de gemeente Bunschoten

  • c)

    Gemeente: de gemeente Bunschoten;

  • d)

    Raad: de gemeenteraad van de gemeente Bunschoten;

  • e)

    College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bunschoten;

  • f)

    Portefeuillehouder: de coördinerend wethouder met de verantwoordelijkheidvoor o.a. de portefeuille Wet maatschappelijke ondersteuning;

  • g)

    Wet : de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015;

  • h)

    Wmo-adviesraad: een (advies)commissie - conform artikel 84 Gemeentewet - die door het college van burgemeester en wethouders wordt ingesteld om haar te adviseren op het terrein van het Wmo-beleid, uitgaande van de belangen en behoeften van de ingezetenen.

Artikel 2 Doelstelling

De inwonerparticipatie van de wet heeft tot doel:

Het bewerkstelligen dat ingezetenen en in de gemeente een belang hebbende natuurlijke en rechtspersonen bij het integrale gemeentelijke beleid op het terrein van maatschappelijke ondersteuning optimaal betrokken zijn bij de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van dit (mede) voor hen gevoerde gemeentelijk beleid.

Artikel 3 Beleidsterreinen

Het college betrekt de Wmo-adviesraad bij het beleid betreffende de wet op de volgende terreinen:

  • 1.

    Het bevorderen van sociale samenhang, ondersteuning mantelzorgers en vrijwilligers, de toegankelijkheid van voorzieningen, diensten en ruimten voor mensen met een beperking, de veiligheid en leefbaarheid in de gemeente en het voorkomen en bestrijden van huiselijk geweld;

  • 2.

    Het ondersteunen van de zelfredzaamheid en de participatie van personen met een beperking of met chronische, psychische of psychosociale problemen, zoveel mogelijk in de eigen leefomgeving. Participatie betekent dat iedereen mee kan doen in de samenleving. Zelfredzaamheid betekent dat mensen noodzakelijke algemene dagelijkse levensverrichtingen kunnen uitvoeren en een gestructureerd huishouden kunnen voeren;

  • 3.

    Het bieden van beschermd wonen en opvang.

HOOFDSTUK 2 STRUCTUUR WMO-ADVIESRAAD

Artikel 4 Benoeming en zittingsduur

  • 1.

    Het college stelt een Wmo-adviesraad in op grond van artikel 84 van de Gemeentewet.

  • 2.

    De Wmo-adviesraad bestaat uit minimaal 5 en maximaal 7 leden en een onafhankelijk voorzitter. De participatie van inwoners is evenwichtig en wel zodanig dat er rekening wordt gehouden met de totale samenstelling van de inwoners in de gemeente.

  • 3.

    De leden van de Wmo-adviesraad worden benoemd door het college van burgemeester en wethouders.

  • 4.

    Het college benoemt, een onafhankelijk voorzitter.

  • 5.

    De Wmo-adviesraad kiest uit haar midden een plaatsvervangend voorzitter, alsmede een secretaris en een penningmeester.

  • 6.

    Voor benoeming als lid van de Wmo-adviesraad komen in aanmerking:

    • a.

      vertegenwoordigers van belangengroepen of –organisaties welke zijn betrokken bij de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning of daarbij behorende flankerende beleidsterreinen of voorzieningen binnen de gemeente Bunschoten;

    • b.

      individuele personen, die deskundig zijn en/of betrokken zijn bij de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning of daarbij behorende flankerende beleidsterreinen of voorzieningen binnen de gemeente Bunschoten.

  • 7.

    De leden en de voorzitter worden benoemd voor een periode van vier jaar. Herbenoeming is mogelijk, mits het lid / voorzitter opnieuw wordt voorgedragen.

  • 8.

    De leden dragen zorg voor de communicatie met de ‘achterban’ uit het betreffende prestatieveld.

  • 9a.

    Een lidmaatschap van de Wmo-adviesraad eindigt:

    • a.

      door het aflopen van de zittingsperiode;

    • b.

      door overlijden;

    • c.

      door ontslag te nemen als lid;

    • d.

      door verlies van de hoedanigheid waarin werd benoemd;

    • e.

      wanneer zich een situatie voordoet zoals in artikel 6 staat omschreven.

  • b.

    Het college kan een lid van de Wmo-adviesraad ontslaan als deze zonder geldige reden zijn of haar taak verzuimt.

Artikel 5 Taken

  • 1.

    De taak van de Wmo-adviesraad bestaat uit het gevraagd en ongevraagd adviseren aan het college over de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van het beleid in het kader van de Wmo en uit het informeren en raadplegen van de achterban.

  • 2.

    In geval de Wmo-adviesraad door of namens het college om advies is gevraagd zorgt de Wmo-adviesraad bij voorkeur binnen twee weken voor een schriftelijk en gemotiveerd advies.

  • 3.

    De Wmo-adviesraad is niet bevoegd zich te mengen in aangelegenheden met betrekking tot een individuele belanghebbende en de gemeente.

Artikel 6 Voorwaarden aan lidmaatschap Wmo-adviesraad

  • 1.

    Een lid van de Wmo-adviesraad kan niet gelijktijdig zijn:

    • a.

      Lid van het college van burgemeester en wethouders;

    • b.

      Lid van het de gemeenteraad en/of een raadscommissie;

    • c.

      Ambtenaar van de gemeente Bunschoten.

HOOFDSTUK 3 WERKWIJZE

Artikel 7 Overleg

  • 1.

    De Wmo-adviesraad vergadert doorgaans maximaal acht maal per jaar.

  • 2.

    De portefeuillehouder maakt periodiek, doch tenminste twee keer per jaar, afspraken met de Wmo-adviesraad over:

    • a.

      onderwerpen waarover de Wmo-adviesraad wordt geconsulteerd;

    • b.

      de wijze en het moment waarop de Wmo-adviesraad in het beleidsvormingsproces wordt betrokken;

  • 3.

    De vergaderingen van de Wmo-adviesraad zijn als regel openbaar, maar de Wmo-adviesraad kan – met inachtneming van artikel 86 Gemeentewet - besluiten om achter gesloten deuren te vergaderen.

  • 4.

    Op verzoek van de Wmo-adviesraad kan - met inachtneming van artikel 86 Gemeentewet - geheimhouding van het verhandelde, het verslag en de stukken worden opgelegd.

  • 5.

    Het verslag van de vergadering en de besluitenlijst worden ter vaststelling aan de Wmo- adviescommissie aangeboden in de eerstvolgende vergadering.

  • 5.

    De Wmo-adviesraad mag niet adviseren als niet meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is.

  • 6.

    Ieder lid heeft het recht schriftelijk voorstellen aan de Wmo-adviesraad te doen. Deze voorstellen dienen bij de secretaris te worden ingediend. Ieder lid heeft het recht agendapunten in te leveren bij de secretaris.

Artikel 8 Bevoegdheden

  • 1.

    De Wmo-adviesraad kan werkgroepen instellen rond bepaalde onderwerpen. De bevindingen van de werkgroepen worden aan de Wmo-adviesraad voorgelegd.

  • 2.

    De Wmo-adviesraad kan één of meer (externe) deskundigen uitnodigen de vergadering bij te wonen voor het geven van toelichting of advies, voor zover het budget dat toelaat.

  • 3.

    De leden van de Wmo-adviesraad kunnen altijd derden raadplegen over aangelegenheden waarmee zij als lid van de Wmo-adviesraad te maken krijgen.

Artikel 9 Advisering

  • 1.

    Het college voorziet de Wmo-adviesraad van informatie ten behoeve van het naar behoren kunnen functioneren van de Wmo-adviesraad. Het college betrekt de Wmo-adviesraad op een zodanig tijdstip bij het beleidsvormingsproces, dat het wezenlijke invloed kan hebben op het te nemen besluit. De Wmo-adviesraad wordt in ieder geval geraadpleegd bij het opstellen van vragen die ten grondslag liggen aan de evaluatie van Wmo-beleid.

  • 2.

    In het geval het college in een voorstel aan de gemeenteraad afwijkt van het advies van de Wmo-adviesraad, wordt dit bij het voorstel vermeld, waarbij tevens gemotiveerd is aangegeven op welke gronden van het advies van de raad is afgeweken.

  • 3.

    De Wmo-adviesraad heeft ook het recht zelf informatie te vragen aan het college.

  • 4.

    Over de adviezen van de Wmo-adviesraad doet het college binnen redelijke termijn schriftelijke rapportage aan de Wmo-adviesraad. Daarbij wordt in ieder geval aangegeven wat er met de door de Wmo-adviesraad gegeven adviezen is gedaan.

Artikel 10 Huishoudelijk reglement

Met inachtneming van deze regeling kan de Wmo-adviesraad bij huishoudelijk reglement nadere regels stellen ten aanzien van de eigen werkwijze.

Artikel 11 Facilitering

  • 1.

    Het college wijst een vaste contactambtenaar aan als aanspreekpunt voor de Wmo-adviesraad. Tussen deze contactambtenaar en de Wmo-adviesraad vindt overleg plaats wanneer dit door beide partijen wenselijk wordt geacht.

  • 2.

    Aan de Wmo-adviesraad wordt ten behoeve van de taak zoals omschreven in artikel 5 jaarlijks een werkbudget ter beschikking gesteld. Dit budget kan Wmo-adviesraad gebruiken voor bijvoorbeeld:

    • -

      vacatiegelden en onkostenvergoeding voor de leden en de voorzitter;

    • -

      deskundigheidsbevordering;

    • -

      inschakeling van professionele ondersteuning door derden;

    • -

      documentatie, literatuur, vaktijdschriften;

    • -

      faciliteiten voor kantoorkosten, correspondentie, telefoon, computergebruik, internetaansluiting;

    • -

      faciliteiten voor overleg met en activering van de achterban;

    • -

      vergoeding speciale voorzieningen in verband met een functiebeperking;

    • -

      het houden van vergaderingen;

    • -

      voorlichting en PR.

  • 3.

    Voor het verkrijgen van het werkbudget geldt de Algemene Subsidieverordening Gemeente Bunschoten. Dit betekent in elk geval dat er jaarlijks een begroting en jaarplan ingediend moet worden vóór de in de Subsidieverordening genoemde datum. Daarnaast dient jaarlijks verantwoording te worden afgelegd in de vorm van een financieel en een inhoudelijk jaarverslag vóór de in de Subsidieverordening genoemde datum. Subsidie wordt in termijnen overgemaakt naar een eigen rekeningnummer van de Wmo-adviesraad. Een debetstand is hierop niet geoorloofd.

Artikel 12 Evaluatie

In overleg tussen gemeente en Wmo-adviesraad zal jaarlijks worden geëvalueerd of de op deze regeling gebaseerde werkwijze van inwonerparticipatie nog voldoet. Hierbij komen in elk geval de volgende punten aan de orde:

  • -

    Hoe werken we? Wat gaat goed en wat kan beter?

  • -

    Wat bereiken we? Wat is daadwerkelijk de invloed op het lokale beleid? Wat willen we anders of beter?

  • -

    Hoe verloopt de communicatie? Wat gaat goed en wat kan beter?

Artikel 13 Opheffing

  • 1.

    Het college beslist tot opheffing van de Wmo-adviesraad indien:

    • a.

      de Wmo-adviesraad daarom verzoekt;

    • b.

      bijzondere omstandigheden aanwezig zijn, ten gevolge waarvan het bestaan van de Wmo-adviesraad niet langer nodig of gewenst is;

  • 2.

    Het college is verplicht om voorafgaande aan het doen van een voorstel als in dit artikel onder 1b bedoeld de Wmo-adviesraad te horen.

Artikel 15 Overige bepalingen

Het college van burgemeester en wethouders behoudt zich het recht voor om ook andere instrumenten in te zetten om in het algemeen, gebruikers van voorzieningen en instellingen bij de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van het beleid te betrekken. Hierbij kan worden gedacht aan instrumenten als: enquête, hoorzittingen, (groep)gesprekken, publiek debat, panels en consultatiegroepen en werkbezoeken.

HOOFDSTUK 4 SLOTBEPALINGEN

Artikel 16 Slotbepalingen

  • 1.

    In alle gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het college van burgemeester en wethouders.

  • 2.

    Deze regeling kan worden aangehaald als “Regeling Wmo-adviesraad Bunschoten”.

Ondertekening

Drs. J.F.H. Jennekens M. van de Groep

secretaris/directeur burgemeester