Verordening subsidiering vrijetijdsaccommodaties en speeltuinen

Geldend van 08-08-2002 t/m heden

Intitulé

Verordening subsidiëring vrijetijdsaccommodaties en speeltuinen

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eindhoven maakt bekend, dat de raad van de gemeente Eindhoven in zijn vergadering van 10 juni 2002 heeft vastgesteld:

Hoofdstuk 1. Definities.

Artikel 1.

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    vrijetijdsaccommodatie: een gebouw, dat voorziet in de behoefte aan ruimten voor activiteiten en dienstverlening op maatschappelijk, cultureel of recreatief terrein ten dienste van de bevolking van een wijk of buurt of van één of meer groepen jeugdigen en/of jongeren, alsmede overige ruimtelijke voorzieningen ten behoeve van het sociaal-cultureel werk in Eindhoven;

  • b.

    speeltuin en omheind terrein, dat door de privaatrechtelijke rechtspersoon is opgezet en ingericht als speelgelegenheid voor de jeugd;

  • c.

    beheersinstelling: een privaatrechtelijke rechtspersoon met volledige bevoegdheid, die zich ten doel stelt het zonder winstoogmerk stichten of beheren en exploiteren van een vrijetijdsaccommodatie dan wel het zonder winstoogmerk stichten of beheren en exploiteren van een speeltuin;

  • d.

    meervoudig gebruik: gelijktijdig dan wel afwisselend gebruik van verschillende soorten activiteiten of dienstverlening op de onder a genoemde en daaraan verwante terreinen;

  • e.

    algemeen beheer en dagelijks beheer: de taken omschreven in bijlage 3;

  • f.

    methodisch jeugd- en jongerenwerk: jeugd- en jongerenwerk dat uitgaat van in methodieken vastgelegde ideële doeleinden en gericht op pedagogische effecten.

Hoofdstuk 2. Vrijetijdsaccommodaties en speeltuinen.

Paragraaf 1. Algemeen

Artikel 2.

  • 1. Burgemeester en wethouders verlenen subsidie overeenkomstig de bepalingen van deze verordening.

  • 2. Subsidie kan worden verleend:

    • a.

      voor het stichten van een vrijetijdsaccommodatie, dan wel een speeltuin;

    • b.

      voor een kleine verbouwing, uitbreiding, verbetering en/of aanpassing van een bestaande vrijetijdsaccommodatie, dan wel bestaande speeltuin;

    • c.

      voor het schuldenvrij maken van een bestaande vrijetijdsaccommodatie;

    • d.

      voor het overdragen van eigendom en het algemeen beheer van een bestaande vrijetijdsaccommodatie door een instelling aan de Stichting Dienstverlening Welzijnswerk.

  • 3. Onder het stichten van een vrijetijdsaccommodatie wordt verstaan:

    • a.

      de bouw van een vrijetijdsaccommodatie, dan wel een speeltuin;

    • b.

      de aankoop van een bestaand pand en verbouwing daarvan tot vrijetijdsaccommodatie;

    • c.

      ingrijpende verbouwing, uitbreiding, verbetering of aanpassing van een bestaande vrijetijdsaccommodatie of een bestaande speeltuin, zoals nader is uitgewerkt in de bij deze verordening behorende bijlage 1.

  • 4. Onder een kleine verbouwing, uitbreiding, verbetering of aanpassing wordt verstaan het aanbrengen van weinig ingrijpende veranderingen of verbeteringen, die tot doel hebben de vrijetijdsaccommodatie qua opzet en indeling beter geschikt te maken voor de activiteiten, die erin worden uitgeoefend. Hieronder wordt ook begrepen herinrichting en vernieuwing van een speeltuin. Uitgezonderd zijn die werkzaamheden, die moeten worden beschouwd als onderhoud. Een subsidie voor een kleine verbouwing, uitbreiding, verbetering of aanpassing, zoals bedoeld in het tweede lid, kan ten hoogste eenmaal per vijf jaar worden verleend, met dien verstande, dat het subsidie over meer jaren kan worden verdeeld, zoals is uitgewerkt in de bij de verordening behorende bijlage 1.

  • 5. Onder schulden vrij maken van een bestaande vrijetijdsaccommodatie of bestaande speeltuin wordt verstaan het voor rekening van de gemeente nemen van rente en aflossing van geldleningen, die met goedkeuring van de gemeente zijn aangegaan voor het stichtten van de vrijetijdsaccommodatie of de speeltuin.

  • 6. Subsidies, genoemd in het tweede lid, onder a, c en d, worden verleend aan de Stichting Dienstverlening Welzijnswerk. In het geval, dat de vrijetijdsaccommodatie eigendom is van een andere beheersinstelling, wordt het subsidie slechts verleend, onder voorwaarde, dat eerst de eigendom en het algemeen beheer worden overgedragen aan de Stichting Dienstverlening Welzijnswerk. Van deze voorwaarde kunnen burgemeester en wethouders ontheffing verlenen. Indien burgemeester en wethouders ontheffing verlenen, beslissen zij tevens, of het subsidie wordt verleend aan de Stichting Dienstverlening Welzijnswerk dan wel aan die andere beheersinstelling. Indien de eigendom berust bij de gemeente Eindhoven, is het mogelijk alleen het algemeen beheer om niet over te dragen aan de Stichting Dienstverlening Welzijnswerk.

  • 7. Subsidies, genoemd in het tweede lid, onder b, worden slechts verleend aan de Stichting Dienstverlening Welzijnswerk of aan de beheersinstelling, die niet valt onder de Stichting Dienstverlening Welzijnswerk.

  • 8. Subsidie voor een speeltuin, zoals bedoeld in het tweede en derde lid, wordt verleend aan de beheersinstelling, die de speeltuin zowel dagelijks als algemeen beheert en exploiteert.

  • 9. Aan de Stichting Dienstverlening Welzijnswerk kan in bijzondere gevallen en ten behoeve van beheersinstellingen voor methodisch jeugd- en jongerenwerk ook subsidie worden verleend voor een vrijetijdsaccommodatie, die geheel of gedeeltelijk een tijdelijk karakter draagt. Deze subsidie kan worden verleend in de vorm van:

    • a.

      een eenmalige subsidie voor het stichten van die accommodatie;

    • b.

      een jaarlijkse subsidie ter grootte van de kosten van huur van een bestaand pand, dat tijdelijk als vrijetijdsaccommodatie wordt gebruikt, en de kosten van huur of erfpacht van de daarbijbehorende grond. Dit subsidie wordt met uitzondering van het subsidie ten behoeve van een instelling voor methodische jeugd- en jongerenwerk gedurende ten hoogste vijf jaren verleend.

    De subsidie ten behoeve van een beheersinstelling voor methodisch jeugd- en jongerenwerk kan ook worden verleend aan de desbetreffende beheersinstelling voor methodisch jeugd- en jongerenwerk.

  • 10. De ontheffing, genoemd in het zesde lid wordt geweigerd, indien naar het oordeel van burgemeester en wethouders niet aannemelijk is gemaakt, dat de vrijetijdsaccommodatie overeenkomstig haar bestemming met een sluitende exploitatie functioneert of kan gaan functioneren.

Paragraaf 2. Grondslagen voor de berekeningen van het subsidie.

Artikel 3.

  • 1. Het subsidie bedraagt 100% van de door burgemeester en wethouders aanvaarde subsidiabele kosten.

  • 2. Bijlage 2 bij deze verordening geeft aan welke soorten kosten subsidiabel zijn.

  • 3. Indien bij de voorbereiding van een bouwplan kosten worden voorzien, die niet in de bij deze verordening behorende bijlage 2 zijn opgenomen, beslissen burgemeester en wethouders of deze al dan niet subsidiabel zijn.

  • 4. Burgemeester en wethouders kunnen het subsidie op een andere basis vaststellen dan in het eerste lid is bepaald dan wel geen subsidie verlenen, indien een beheersinstelling voor het stichten, verbouwen, uitbreiden, verbeteren en/of aanpassen een fonds heeft gevormd en/of uit batige exploitatiesaldi een vermogen heeft gevormd, zonder dat daaraan een voor burgemeester en wethouders aanvaardbare bestemming is gegeven en zij van oordeel zijn, dat het fonds en/of het vermogen van zodanige omvang is, dat de beheersinstelling het stichten, verbouwen, uitbreiden, verbeteren en/of aanpassen gedeeltelijk of geheel zelf kan bekostigen; burgemeester en wethouders besluiten hiertoe niet dan nadat zij de betrokkenen beheersinstelling behoorlijk in de gelegenheid hebben gesteld haar mening hieromtrent kenbaar te maken.

  • 5. Het bepaalde in het vierde lid is van overeenkomstige toepassing op bijdragen van derden, die de beheersinstelling ontvangt voor het stichten, verbouwen, uitbreiden, verbeteren of aanpassen van de vrijetijdsaccommodatie.

Paragraaf 3. Voorwaarden vooraf.

Artikel 4.

De vrijetijdsaccommodatie dient te passen in het geheel van welzijnsvoorzieningen in de gemeente Eindhoven.

Artikel 5.

  • 1. Subsidie voor het stichten, het schuldenvrij maken en het om niet overdragen aan de Stichting Dienstverlening Welzijnwerk kan slechts worden verleend, indien de aanvraag als een nieuwe wens in het kader van het jaarlijks beleidsplan, door de gemeenteraad is gehonoreerd.

  • 2. Subsidie voor kleine verbouwingen, zoals omschreven in de bij deze verordening behorende bijlage 1, kan slechts worden verleend, indien het voorzover daarvoor op de goedgekeurde gemeentebegroting de middelen beschikbaar zijn en met inachtneming van daarbij door burgemeester en wethouders te stellen prioriteiten.

Artikel 6.

Degenen voor wie de vrijetijdsaccommodatie dan wel speeltuin bestemd is dienen voorzover dat mogelijk is te worden betrokken bij het vaststellen van de behoefte aan ruimte, waarbij tevens rekening wordt gehouden met reeds aanwezige voorzieningen.

Artikel 7.

Indien in een statistische wijk meer dan één vrijetijdsaccommodatie, niet zijnde een accommodatie voor methodisch jeugd- en jongerenwerk of speeltuin, aanwezig is, zal in het geval één van die accommodaties om subsidie in het kader van deze verordening verzoekt, door burgemeester en wethouders moeten worden bezien of het draagvlak van die wijk meerder accommodaties rechtvaardigt. Is dat draagvlak onvoldoende, dan zullen burgemeester en wethouders geen medewerking verlenen.

Artikel 8.

  • a.

    Ten behoeve van het methodisch jeugd- en jongerenwerk dient een goede spreiding en tegelijkertijd een concentratie van groepen plaats te hebben.

  • b.

    Het bepaalde onder a is niet van toepassing indien sprake is van een stedelijke of regionale instelling voor methodisch jeugd- en jongerenwerk.

Artikel 9.

Burgemeester en wethouders verlenen geen subsidie als geen sluitende exploitatie verzekerd is.

Artikel 10.

Burgemeester en wethouders moeten erop toezien dat de vrijetijdsaccommodatie of speeltuin naar behoren wordt ingericht.

Paragraaf 4. De accommodatie.

Artikel 11.

De opzet van de vrijetijdsaccommodatie dient zodanig te zijn, dat de ruimten, afzonderlijk of in onderlinge samenhang, waar mogelijk geschikt zijn voor meervoudig gebruik en voor aanpassing aan veranderende behoeften.

Artikel 12.

  • 1. Bij het stichten van een vrijetijdsaccommodatie dient, zoveel mogelijk, te worden gestreefd naar een combinatie met andere wijk- of buurtvoorzieningen.

  • 2. Accommodaties voor methodisch jeugd- en jongerenwerk dienen in principe ook bruikbaar te zijn voor andere activiteiten en dienstverlening op maatschappelijk, cultureel of recreatief terrein, mits die niet ten koste gaan van de exploitatie van nabij gelegen vrijetijdsaccommodaties.

Artikel 13.

De vrijetijdsaccommodatie dient zodanige voorzieningen te hebben, dat zij ook voor de in zijn bewegingen beperkte mens toegankelijk is.

Paragraaf 5. Administratieve bepalingen.

5.1. De aanvrage

Artikel 14.

  • 1. Burgemeester en wethouders toetsen de aanvrage aan het door de gente51.raad vastgestelde beleidsplan.

  • 2. Indien de vrijetijdsaccommodatie of speeltuin, waarvoor subsidie wordt gevraagd, in het beleidsplan is opgenomen, geven burgemeester en wethouders opdracht aan de Stichting Dienstverlening Welzijnswerk om met inachtneming van door hen te formuleren richtlijnen een programmeringsrapport op te stellen waarin ten laste is opgenomen:

    • a.

      de tijdsplanning;

    • b.

      de hoogte van de stichtingskosten;

    • c.

      de functie(s) van de vrijetijdsaccommodatie;

    • d.

      de situering van de vrijetijdsaccommodatie of speeltuin;

    • e.

      een omschrijving van de wijk of buurt, bestaande uit:

      1. een geografische begrenzing;

      2. de bevolkingsaantallen en een bevolkingsprognose op basis van gegevens van de hoofdafdeling Onderzoek en Statistiek van de gemeente Eindhoven;

      3. een overzicht van de in de wijk of buurt aanwezige sociaal-culturele voorzieningen;

    • f.

      een overzicht van de bestaande en te verwachten activiteiten in de wijk of buurt, waaraan de vrijetijdsaccommodatie onderdak moet bieden;

    • g.

      een opgave van de nodige ruimten, uitgedrukt in bruto-m2;

    • h.

      een voorlopige kostenraming;

    • i.

      een exploitatiebegroting;

    • j.

      een verklaring, hoe de in het vorige lid genoemde richtlijnen van burgemeester en wethouders zijn verwerkt;

    • k.

      een overzicht van de vermogenstoestand van de beheersinstelling op het moment van de aanvrage;

    • l.

      een overzicht van de fondsen, waaraan een bijdrage is gevraagd respectievelijk zal worden gevraagd, dan wel waarvan een bijdrage is verkregen en de hoogte daarvan.

  • 3. Het programmeringsrapport dient in overleg met de beheersinstelling te worden opgesteld.

  • 4. Binnen drie maanden na ontvangst van het programmeringsrapport toetsen burgemeester en wethouders dit aan de in het tweede lid bedoelde opdracht.

  • 5. Op basis van het door hen goedgekeurde programmeringsrapport geven burgemeester en wethouders toestemming aan de Stichting Dienstverlening Welzijnswerk of indien een andere beheersinstelling de werkzaamheden uitvoert die beheersinstelling om een schetsontwerp en daarop gebaseerde kostenraming te laten maken.

  • 6. De Stichting Dienstverlening Welzijnswerk toets het schetsontwerp en de daarop gebaseerde kostenraming aan het door burgemeester en wethouders goedgekeurde programmeringsrapport. Wanneer het schetsontwerp aan het goedgekeurde programmeringsrapport voldoet en de geraamde kosten de voorlopige kostenraming niet te boven gaan, geeft zij of, indien een andere instelling de werkzaamheden uitvoert, deze instelling de architect opdracht om het ontwerp besteksgereed te maken. Het bestek dient te voldoen aan nader door burgemeester en wethouders te stellen eisen.

  • 7. De Stichting Dienstverlening Welzijnswerk of, indien een andere beheersinstelling de werkzaamheden uitvoert, deze beheersinstelling kiest vervolgens een aannemer en verzoekt hem een vaste prijsopgave te doen "aanvang en einde werk", nadat met hem overeenstemming is bereikt over de afstandsverklaring. Het model van de afstandsverklaring behoeft de goedkeuring van burgemeester en wethouders.

  • 8. De Stichting Dienstverlening Welzijnswerk of, indien een andere beheersinstelling de werkzaamheden uitvoert, deze beheersinstelling zendt vervolgens in tweevoud aan burgemeester en wethouders een definitieve subsidieaanvrage onder overlegging van:

    • a.

      bestek met eventuele staten van wijziging en bijbehorende tekeningen;

    • b.

      een gespecificeerde begroting van kosten van het project, overeenkomstig door burgemeester en wethouders vast te stellen richtlijnen;

    • c.

      de nodige verklaringen en adviezen van derden, voorzover van toepassing;

    • d.

      andere opgaven, voorzover van toepassing;

    • e.

      een mededeling, door wie de directie wordt gevoerd;

    • f.

      een beschrijving hoe aan de voorwaarden vooraf gestalte is gegeven;

    • g.

      een verklaring, dat zij met de in deze verordening opgenomen voorwaarden instemt en voor stipte naleving daarvan zal zorgdragen;

    • h.

      een overzicht van de vermogenstoestand van de beheersinstelling op het moment van de definitieve subsidieaanvrage;

    • i.

      een overzicht van de fondsen, waaraan een bijdrage is gevraagd met vermelding of deze al dan niet is toegezegd respectievelijk verkregen en de hoogte daarvan.

  • 9. Burgemeester en wethouders toetsen de definitieve subsidieaanvrage aan het door hen goedgekeurde programmeringsrapport en aan het beleidsplan. Zij beslissen binnen vier maanden na de datum waarop de definitieve subsidieaanvrage is ingediend, tot welk bedrag ten hoogste subsidie zal worden verleend.

  • 10. Indien aan de bouwvergunning voorschriften zijn verbonden, die een wijziging van het bouwplan tot gevolg hebben of waaruit financiële gevolgen voortvloeien, dient de Stichting Dienstverlening Welzijnswerk of, indien een andere beheersinstelling de werkzaamheden uitvoert, deze beheersinstelling een herziene subsidieaanvrage in.

  • 11. Wanneer burgemeester en wethouders het subsidie hebben verleend, kan tot uitvoering van het bouwplan worden overgegaan.

Artikel 15.

  • 1. Een aanvraag om subsidie voor een kleine verbouwing, uitbreiding, verbetering en/of aanpassing van een bestaande vrijetijdsaccommodatie of speeltuin wordt ingediend door de beheersinstelling bij burgemeester en wethouders met vermelding van:

    • a.

      de noodzaak;

    • b.

      een schets van de bestaande situatie;

    • c.

      een schetsontwerp van de gewenste situatie;

    • d.

      een kostenraming;

    • e.

      een bezettingsschema;

    • f.

      een overzicht van de vermogenstoestand van de instelling op het moment van de subsidieaanvrage;

    • g.

      een overzicht van de fondsen, waaraan een bijdrage is gevraagd respectievelijk zal worden gevraagd dan wel waarvan een bijdrage is verkregen en de hoogte daarvan.

Artikel 16.

  • 1. Een aanvraag om subsidie voor het schulden vrij maken van een bestaande vrijetijdsaccommodatie of bestaande speeltuin wordt door de beheersinstelling ingediend bij burgemeester en wethouders onder overlegging van:

    • a.

      de akte van geldlening;

    • b.

      een door de geldgever ondertekende opgave van het kapitaal, dat op het moment van de subsidieaanvrage nog verschuldigd is;

    • c.

      de akte van erfpacht of eigendom;

    • d.

      de exploitatiebegroting op basis van de bestaande situatie;

    • e.

      de exploitatiebegroting op basis van de nieuwe situatie, waarbij de vrijetijdsaccommodatie schulden vrij is;

    • f.

      de exploitatierekeningen over de drie laatst verlopen kalenderjaren en de balans per 31 december van het laatst verlopen kalenderjaar, indien deze niet reeds krachtens artikel 24 zijn ingezonden;

    • g.

      indien de vrijetijdsaccommodatie of speeltuin eigendom is van een andere instelling dan de Stichting Dienstverlening Welzijnswerk, een verklaring, of de eigenaar bereid is de eigendom alsmede alle daarmee samenhangende rechten en verplichtingen om niet over te dragen aan de gemeente Eindhoven.

  • 2. Burgemeester en wethouders toetsen het verzoek aan het beleidsplan.

  • 3. Indien het schulden vrij maken van de desbetreffende vrijetijdsaccommodatie of speeltuin in het beleidsplan is opgenomen, beslissen burgemeester en wethouders binnen drie maanden tot welk bedrag subsidie zal worden verleend.

5.2 De uitvoering

Artikel 17.

Bij de uitvoering van het werk mogen bestuursleden van de Stichting Dienstverlening Welzijnswerk, dan wel van een andere beheersinstelling, indien daaraan subsidie wordt verleend, zonder toestemming van burgemeester en wethouders niet middellijk of onmiddellijk betrokken zijn of voordeel genieten als aannemer, onderaannemer of architect.

Artikel 18.

De directie van het werk is verplicht ervoor zorg te dragen, dat de door burgemeester en wethouders aangewezen persoon vrije toegang tot het werk hebben.

Artikel 19.

Burgemeester en wethouders kunnen gedurende de uitvoering van het werk al naar gelang van de verordening van het werk voorschotten tot een maximum van 95% van het subsidie, bedoeld in artikel 14, negende lid, verlenen.

5.3. Vastelling van het subsidie.

Artikel 20.

Uiterlijk drie maanden na beëindiging van de onderhoudstermijn zendt de Stichting Dienstverlening Welzijnswerk of, indien een andere beheersinstelling de werkzaamheden uitvoert, deze beheersinstelling aan burgemeester en wethouders een declaratie in tweevoud, waarin alle voor subsidie in aanmerking komende kosten zijn opgenomen. Bij deze declaratie dienen al naar gelang van de uitgaven waarop zij betrekking hebben de volgende bewijsstukken – eveneens in tweevoud – te worden overlegd:

  • a.

    een gewaarmerkt afschrift van het proces-verbaal van oplevering;

  • b.

    gewaarmerkte afschriften of fotokopieën van de betalingsbewijzen, waaruit blijkt, dat de bedragen, welke voor subsidie in aanmerking zijn gebracht, aan belanghebbende(n) ten goede zijn gekomen;

  • c.

    de door de aannemer en de directie getekende staat van meer- en minderwerk;

  • d.

    een volledig gespecificeerd overzicht van alle op het werk betrekking hebbende kosten met de desbetreffende originele c.q. duplicaatnota's.

Artikel 21.

Burgemeester en wethouders stellen aan de hand van de in artikel 19 bedoelde declaratie binnen drie maanden na ontvangst daarvan het subsidie definitief vast.

5.4. De explotaite en het gebruik.

Artikel 22.

  • 1. De Stichting Dienstverlening Welzijnswerk dient met de beheersinstelling een overeenkomst van huur en verhuur aan te gaan, waarin de beheersinstelling zich verbindt om:

    • a.

      zorg te dragen voor een kwantitatief en kwalitatief goed bestuur van de accommodatie;

    • b.

      jaarlijks voor 1 oktober de exploitatiebegroting voor het daaropvolgende kalenderjaar via de Stichting Dienstverlening Welzijnswerk aan burgemees­ter en wethouders in te zenden;

    • c.

      eventuele aanwijzingen, die burgemeester en wethouders na overleg met de instelling tot het begin van het kalenderjaar ten aanzien van de inge­diende exploitatiebegroting kunnen geven, strikt op te volgen;

    • d.

      binnen drie maanden na afloop van elk kalenderjaar via de Stichting Dienst­verlening Welzijnswerk aan burgemeester en wethouders in te zenden:

      1. de exploitatierekening over het laatst verlopen kalenderjaar, verge­zeld van een toelichting;

      2. de balans per 31 december van het laatst verlopen kalenderjaar, ver­gezeld van een toelichting;

      3. een verslag omtrent het gebruik van het gebouw in het laatst verlo­pen kalenderjaar;

    • e.

      aan burgemeester en wethouders en aan de door hen aan te wijzen perso­nen, zo dikwijls zij dat nodig oordelen, alle gevraagde inlichtingen te ver­schaffen, inzage te verlenen in alle boeken en bescheiden, welke betrekking hebben op het beheer en de exploitatie van de vrijetijdsaccommodatie of speeltuin, alsmede toe te laten van deze boeken en bescheiden uittreksels te maken;

    • f.

      de vrijetijdsaccommodatie of speeltuin ten genoegen van burgemeester en wethouders behoorlijk te onderhouden, voorzover dit onderhoud krachtens die overeenkomst voor haar rekening komt;

    • g.

      burgemeester en wethouders of een door of namens hen of de Stichting Dienstverlening Welzijnswerk aangewezen functionaris te allen tijde toe­gang te verlenen tot de vrijetijdsaccommodatie of speeltuin, teneinde te controleren, of deze behoorlijk wordt onderhouden;

    • h.

      het dagelijks beheer en de exploitatie van de vrijetijdsaccommodatie of speel­tuin zodanig te regelen, dat voldoende waarborgen aanwezig zijn voor inspraak en medezeggenschap van degenen voor wie de vrijetijdsaccom­mo­datie bestemd is;

    • i.

      de vrijetijdsaccommodatie of speeltuin overeenkomstig haar bestemming te gebruiken en beschikbaar te stellen in eerste instantie ten behoeve van alle activiteiten uit de wijk met voorrang voor activiteiten voor jongeren en peu­ters uit de wijk en andere

      groepen waaraan in het kader van vernieuwings­processen prioriteit wordt gegeven;

    • j.

      het buffet te exploiteren overeenkomstig de bestemming van de vrijetijds­accommodatie of speeltuin en de opbrengsten van het buffet geheel aan de exploitatie van de vrijetijdsaccommodatie en speeltuin ten goede te laten komen;

    • k.

      geen overeenkomst met betrekking tot de levering van dranken e.d. met een brouwerij aan te gaan dan na voorafgaande toestemming van de Stichting Dienstverlening Welzijnswerk;

    • l.

      geen overeenkomst van geldlening dan wel rekening-courantovereenkomst aan te gaan dan na voorafgaande toestemming van de Stichting Dienstver­lening Welzijnswerk;

    • m.

      de vrijetijdsaccommodatie ten minste 40 uren per week voor de gebruikers open te stellen behoudens ontheffing hiervan door burgemeester en wet­houders;

    • n.

      haar activiteiten te beperken tot dagelijks beheer, zoals omschreven in de bij deze verordening behorende bijlage 3, indien de Stichting Dienstverlening Welzijnswerk van oordeel is, dat een combinatie daarvan met andere ver­antwoordelijkheden tot onoverkomelijke problemen leidt;

    • o.

      eventuele aanwijzingen van de Stichting Dienstverlening Welzijnswerk ten aanzien van het inrichten of het voeren van haar financiële administratie strikt op te volgen en haar financiële administratie uit te besteden aan een in overleg met de Stichting Dienstverlening Welzijnswerk te bepalen admini­stratiekantoor, indien deze stichting van oordeel is , dat deze administratie niet aan redelijk te stellen eisen van deugdelijkheid voldoet en op grond daarvan hiertoe verplicht.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen aan beheersinstellingen voor speeltuin­werk en voor het methodisch jeugd- en jongerenwerk ontheffing verlenen van het bepaalde in het eerste lid.

  • 3. Burgemeester en wethouders kunnen de Stichting Dienstverlening Welzijnswerk richtlijnen geven voor het al dan niet verlenen van de in het eerste lid onder k en l bedoelde toestemming.

  • 4. Burgemeester en wethouders kunnen de Stichting Dienstverlening Welzijnswerk verplichten het gestelde in het eerste lid onder i uit te voeren en zo nodig nadere richtlijnen te geven, indien de beheersinstelling deze verplichting niet nakomt.

  • 5. De Stichting Dienstverlening Welzijnswerk zendt een afschrift of fotokopie van de akte van overeenkomst van huur en verhuur met de wijkvertegenwoordiging aan burgemeester en wethouders binnen een maand na de ondertekening hier­van.

  • 6. Indien het subsidie, zoals bedoeld in artikel 2, tweede lid, wordt verleend aan een andere beheersinstelling dan de Stichting Dienstverlening Welzijnswerk, dient deze beheersinstelling schriftelijk ten overstaan van burgemeester en wet­hou­ders te verklaren, dat zij voor stipte naleving van de in het eerste lid, onder a t/m o, genoemde voorwaarden zal zorgdragen, met dien verstande, dat bij b en d inzending rechtstreeks aan burgemeester en wethouders dient te geschieden en onder k, l, n en o voor "de Stichting Dienstverlening Welzijnswerk" gelezen moet worden "burgmeester en wethouders".

Artikel 23.

  • 1. De Stichting Dienstverlening Welzijnswerk dient de vrijetijdsaccommodatie of speeltuin ten genoegen van burgemeester en wethouders behoorlijk te onderhouden, voorzover dit onderhoud voor haar rekening komt.

  • 2. De Stichting Dienstverlening Welzijnswerk is verplicht de vrijetijdsaccommodatie of speeltuin ten genoegen van burgemeester en wethouders behoorlijk te verzekeren en verzekerd te houden, aan de gemeente de polis, respectievelijk een duplicaat daarvan, te overhandigen en op eerste aanvraag de laatste premiekwitantie ter inzage te verstrekken.

  • 3. Indien de Stichting Dienstverlening Welzijnswerk op grond van de afgesloten verzekering enige uitkering ontvangt en niet tot herbouw van de vrijetijdsaccommodatie of speeltuin overgaat of tot zodanige herbouw overgaat, waarmee burgemeester en wethouders zich niet kunnen verenigen, moet het conform het bepaalde in artikel 23, tweede lid, berekende restant van het subsidie aan de gemeente worden terugbetaald. Dit bedrag is alsdan onmiddellijk opeisbaar en invorderbaar; de kosten, vallende op de invordering van dit bedrag, komen geheel ten laste van de Stichting Dienstverlening Welzijnswerk.

  • 4. De Stichting Dienstverlening Welzijnswerk is verplicht ter dekking van aansprakelijkheid ten opzichte van derden een verzekering af te sluiten, waarvan de risicodekking per gebeurtenis en geval minstens f 998.509,29 bedraagt en aan de gemeente de polis, respectievelijk een duplicaat daarvan te overhandigen en op eerste aanvraag de laatste premiekwitantie ter inzage te verstrekken.

Artikel 24.

  • 1. Vervreemden, bezwaren, veranderen, afbreken of onttrekken aan haar bestemming van de vrijetijdsaccommodatie of speeltuin, waarvoor op grond van deze verordening een subsidie is verleend, is zonder voorafgaande toestemming van burgemeester en wethouders niet toegestaan.

  • 2. Indien zich enig geval, bedoeld in het eerste lid, voordoet – waarbij burgemeester en wethouders niet hun toestemming hebben verleend – alsmede bij liquidatie van de Stichting Dienstverlening Welzijnswerk, waarbij de vrijetijdsaccommodatie of speeltuin een bestemming heeft gekregen, waarmee burgemeester en wethouders zich niet kunnen verenigen, en bij niet-nakoming van de aan de subsidieverlening verbonden voorwaarden moet de Stichting Dienstverlening Welzijnswerk het subsidie aan de gemeente terugbetalen, zulks onder vermindering van de oorspronkelijke hoofdsom met 2½% respectievelijk 10% daarvan voor elk vol kalenderjaar dat is verlopen vanaf de datum van oplevering van de vrijetijdsaccommodatie of speeltuin. Het percentage van 2½% geldt voor de gevallen, bedoeld in artikel 2, derde lid en het percentage van 10 voor de gevallen, bedoeld in artikel 2, vierde en vijfde lid. Het aldus berekende restant van het subsidie is alsdan onmiddellijk opeisbaar en invorderbaar; de kosten vallende op de invordering van dit restant komen geheel ten laste van de Stichting Dienstverlening Welzijnswerk.

  • 3. Indien zich enig geval, bedoeld in het eerste lid, voordoet – waarbij burgemeester en wethouders wel hun toestemming hebben verleend – kunnen burgemeester en wethouders aan deze toestemming de voorwaarde verbinden, dat het subsidie geheel of gedeeltelijk aan de gemeente moet worden terugbetaald; het terug te betalen bedrag kan niet hoger zijn dan het conform het bepaalde in het tweede lid berekende restant van het subsidie.

Artikel 25.

Indien het subsidie wordt verleend aan een beheersinstelling, die geen eigenaar is van de vrijetijdsaccommodatie, dient aan het bepaalde in de artikelen 22 en 23 te worden voldaan door een overeenkomst tussen de instelling en de eigenaar, waarbij de eigenaar zich verbindt genoemde voorwaarden te zullen nakomen gedurende tenminste tien jaren.

Artikel 26.

De Stichting Dienstverlening Welzijnswerk ziet er op toe, dat het dagelijks beheer door de beheersinstelling overeenkomstig deze verordening wordt uitgevoerd.

5.5. Beheerkosten.

Artikel 27.

Indien burgemeester en wethouders besluiten aan een beheersinstelling een subsidie te verlenen in de kosten van één of meer beheerders kunnen zij aan dat besluit het voorschrift verbinden, dat deze beheerder of beheerders in dienst moeten zijn van Stichting Dienstverlening Welzijnswerk.

Hoofstuk 3. Slotbepalingen.

Artikel 28.

  • 1. Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening subsidiëring vrije­tijdsaccommodaties en speeltuinen".

  • 2. Zij treedt in werking zes weken na de dag van bekendmaking van deze veror­dening

    Tevens maakt het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eindhoven bekend dat over dit besluit een raadgevend correctief referendum op grond van de Tijdelijke referendumwet kan worden gehouden.

Ondertekening

Eindhoven, 21 juni 2002.
Het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven,
R. Welschen, burgemeester.
C. Tetteroo, secretaris.
Uitgegeven, 26 juni 2002.
Mij bekend,
de gemeentesecretaris van Eindhoven,
C.Tetteroo
ds02009046.def