Privacyreglement voor het gebruik van camera'' tbv toezicht en bewaking van objecten en voorzieningen gelegen in de openbare ruimte

Geldend van 12-08-2004 t/m heden

Intitulé

Privacyreglement voor het gebruik van camera'' tbv toezicht en bewaking van objecten en voorzieningen gelegen in de openbare ruimte

PRIVACYREGLEMENT VOOR HET GEBRUIK VAN CAMERA’S T.B.V. TOEZICHT EN BEWAKING VAN OBJECTEN EN VOORZIENINGEN GELEGEN IN DE OPENBARE RUIMTE

Artikel 1. Begrippen

In dit Privacyreglement wordt verstaan onder:

a) de wet: Wet bescherming persoonsgegevens (Stb. 2000, 302);

b) de verantwoordelijke: het College van Burgemeester en Wethouders;

c) de beheerder: de functionaris die namens de verantwoordelijke is belast met de feitelijke gang van zaken betreffende het gebruik en de verwerking van persoonsgegevens welke zijn vergaard door registratiesystemen;

d) het registratiesysteem: registratie door middel van het gebruik van camera’s;

e) persoonsgegevens: de door middel van registratiesystemen verwerkte gegevens op grond waarvan natuurlijke personen geïdentificeerd kunnen worden;

g) de derde: elk ander natuurlijk persoon dan de betrokkene;

h) de betrokkene: degene op wie een persoonsgegeven betrekking heeft;

i) openbare ruimte: gebied binnen de bebouwde kom van de gemeente Maastricht met een openbare functie, niet zijnde gebouwen, waarvan de gemeente Maastricht het eigendom en/of beheer heeft en die reeds als openbare ruimte is ingericht;

Artikel 2. Reikwijdte

Dit Privacyreglement regelt de taken en bevoegdheden van de verantwoordelijke met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens, verkregen door het gebruik van registratiesystemen die op, in of bij objecten en voorzieningen gelegen in de openbare ruimte zijn geplaatst.

Artikel 3. Doelen

De algemene doelen van de verwerking van persoonsgegevens verkregen door registratiesystemen zijn toezicht en bewaking, in het bijzonder:

  • -

    het verzekeren en bevorderen van het doelmatig, vlot en veilig gebruik van objecten en voorzieningen;

  • -

    de zorg voor de veiligheid van de gebruikers van objecten en voorzieningen;

  • -

    het snel en doelmatig handelen bij ongevallen en calamiteiten;

  • -

    het bewaken en het beveiligen van objecten en voorzieningen;

  • -

    het verhalen van schade, veroorzaakt door gebruikers;

  • -

    het verrichten van noodzakelijke studies en onderzoeken én het verwerken van persoongegevens voor beleidsdoeleinden.

Artikel 4. Gebruik

De registratiesystemen worden dagelijks gebruikt van 00.00 uur tot 24.00 uur. In de bijlagen is vermeld wanneer de registratiesystemen die op, in of bij objecten en voorzieningen gelegen in de openbare ruimte, gebruikt worden.

Artikel 5. Beheer en beveiliging

  • 1.

    De beheerder is verantwoordelijk voor het beheer van de persoonsgegevens en treft daartoe passende technische en organisatorische maatregelen, nodig om de persoonsgegevens te beveiligen tegen verlies of tegen enige vorm van onrechtmatige verwerking.

  • 2.

    In de bijlagen is vastgelegd wie de beheerders zijn.

  • 3.

    De persoonsgegevens verkregen door registratiesystemen worden op een nader door de beheerder aan te wijzen plaats opgeslagen en/of met aparte toegangscodes beveiligd.

  • 4.

    Slechts de verantwoordelijke, de beheerder of door de verantwoordelijke aangewezen ambtenaren hebben rechtstreeks toegang tot de persoonsgegevens.

  • 5.

    Voor zover sprake is van onderhoud aan, en/of vervanging van apparatuur hebben werknemers van het bedrijf dat het onderhoud, en/of vervanging uitvoert, voor de duur van die werkzaamheden toegang, onder toezicht van de verantwoordelijke of een door hem aangewezen ambtenaar, tot de apparatuur en eveneens de ruimte waarin de apparatuur zich bevindt. Om de apparatuur te testen mag gebruik worden gemaakt van opgeslagen materiaal.

Artikel 6. Inzage en correctie betrokkenen

  • 1.

    Uitsluitend betrokkenen kunnen de verantwoordelijke verzoeken inzage te verkrijgen in de omtrent hen opgeslagen gegevens dan wel verzoeken deze gegevens te corrigeren.

  • 2.

    Een verzoek om inzage of correctie wordt schriftelijk ingediend. Het verzoek van minderjarigen dan wel onder curatele gestelden dient te geschieden door de wettelijke vertegenwoordigers.

  • 3.

    Indien een verzoek bij de verantwoordelijke is ingediend, worden de verzochte persoonsgegevens opgeslagen en bewaard totdat de verantwoordelijke op het verzoek heeft beslist.

  • 4.

    Een verzoek kan, indien de belangenafweging daartoe noopt, geweigerd worden.

  • 5.

    Een in artikel 5 bedoelde ambtenaar kan van een persoon die om inzage of correctie verzoekt, verlangen dat deze zich legitimeert.

  • 6.

    Bij het ter inzage geven van persoonsgegevens worden gegevens van andere personen voor zover mogelijk anoniem gemaakt.

  • 7.

    De beheerder bepaalt waar de inzage plaatsvindt.

  • 8.

    Na inzage of correctie wordt schriftelijk vastgelegd:

a) de naam van de betrokkene,

b) de wijze van inzage of correctie,

c) het tijdstip, en

d) welke gegevens het betrof.

Artikel 7. Inzage en verstrekking derden

  • 1.

    De verantwoordelijke weigert derden inzage en verstrekking van de persoonsgegevens, tenzij het betreft een verzoek of vordering van de instanties bedoeld of genoemd in het tweede en derde lid van dit artikel.

  • 2.

    De verantwoordelijke geeft inzage in de gegevens of verstrekt deze aan instanties die zich beroepen op een toezichthoudende of opsporingsbevoegdheid dan wel een andere daartoe strekkende wettelijke bevoegdheid, indien grondslag en inhoud van de bevoegdheid kenbaar worden gemaakt en gericht naar gegevens wordt gevraagd.

  • 3.

    De verantwoordelijke kan na afweging van de betrokken belangen inzage geven in de gegevens of deze verstrekken aan de politie indien deze zich beroept op daadwerkelijke handhaving van de rechtsorde en het verlenen van hulp aan hen die dit behoeven.

  • 4.

    Een verzoek om inzage of verstrekking van gegevens wordt schriftelijk ingediend.

  • 5.

    Indien een verzoek bij de verantwoordelijke is ingediend, worden de verzochte persoonsgegevens opgeslagen en bewaard totdat de verantwoordelijke op het verzoek heeft beslist.

  • 6.

    Aan de inzage of verstrekking kan de verantwoordelijke voorwaarden verbinden.

  • 7.

    Van een persoon die om inzage of verstrekking van de gegevens verzoekt, kan worden verlangd dat deze zich legitimeert.

  • 8.

    Bij het ter inzage geven of verstrekken van persoongegevens worden gegevens van andere personen voor zover anoniem gemaakt.

  • 9.

    De beheerder bepaalt waar inzage plaatsvindt.

  • 10.

    Na inzage of verstrekking van gegevens wordt schriftelijk vastgelegd:

a) indien bekend de naam van de betrokkene,

b) de wijze van inzage of verstrekking,

c) het tijdstip,

d) welke gegevens het betrof, en

e) naam en adres van de verzoeker.

Artikel 8. Bewaartermijnen

  • 1.

    De persoonsgegevens worden gedurende een periode van maximaal zeven dagen bewaard.

  • 2.

    Voor zover dit voorvloeit uit de in artikel 3 omschreven doelen en er sprake is van bijzondere omstandigheden of incidenten kunnen de persoonsgegevens langer dan de termijn bedoeld in het eerste lid worden bewaard. De bewaring mag niet langer duren dan noodzakelijk is.

Artikel 9. Verbod koppeling

De persoonsgegevens worden niet gekoppeld aan andere persoonsgegevens.

Artikel 10. Objecten en voorzieningen

  • 1.

    De registratiesystemen zijn geplaatst op, in of bij de in de bijlagen genoemde objecten en voorzieningen.

  • 2.

    Voor ieder object en voorziening wordt in de bijlagen de specifieke situatie beschreven. Hierin wordt het volgende opgenomen:

    • -

      naam en adres van het object en voorziening;

    • -

      soort systeem analoog/digitaal;

    • -

      het gebruik van de registratiesystemen;

    • -

      op welke manier de opslag beveiligd is;

    • -

      wie door de verantwoordelijke is aangewezen als de beheerder;

    • -

      wie naast de verantwoordelijke en de beheerder rechtstreeks toegang heeft tot de persoonsgegevens;

    • -

      de bewaartermijn;

    • -

      waar het reglement ter inzage ligt;

    • -

      op welke manier de herkenbare aanduiding geregeld is.

  • 3.

    Dit reglement is niet van toepassing op de in bijlage 3 genoemde voorziening.

  • 4.

    De verantwoordelijke maakt van ieder object en voorziening ieder jaar een verslag waarin onder andere is opgenomen:

    • -

      de werking van de apparatuur, inclusief de storingen en het uitval;

    • -

      hoe vaak er wordt teruggekeken en om welke reden;

    • -

      hoe vaak op basis van het terugkijken vervolgstappen ondernomen zijn;

    • -

      hoe vaak door derden een beroep is gedaan op inzage c.q. beelden ter beschikking van derden zijn gesteld;

    • -

      hoe vaak een beroep door betrokkenen is gedaan op inzage en/of correctie.

Artikel 11. Inwerkingtreding

  • 1.

    Dit reglement treedt met onmiddellijke ingang in werking.

  • 2.

    Dit reglement ligt ter inzage zoals aangegeven in de bijlagen .