Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR350349
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR350349/1
Handhavingsverordening inkomensvoorzieningen Lelystad 2015
Geldend van 23-06-2015 t/m heden
De raad van de gemeente Lelystad;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 oktober 2014;
gelet op artikel 8b, van de Participatiewet, artikel 35 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en artikel 35 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;
gezien het advies van Participatieplatform;
besluit vast te stellen de Handhavingsverordening Inkomensvoorzieningen Lelystad 2015
Artikel 1 Begrippen
1.In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
wet: de Participatiewet, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ), de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen (Suwi);
- b.
uitkering: de bijstand ingevolge de Participatiewet alsmede de uitkering ingevolge de IOAW en de IOAZ;
- c.
re-integratievoorziening: voorziening als bedoeld in artikel 1 van de Wet Participatiebudget;
- d.
college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lelystad.
2. Voor zover niet anders is bepaald, hebben de begrippen in deze verordening dezelfde betekenis als in de desbetreffende wet.
Artikel 2 Fraudepreventie
Het college voert bij de uitvoering van de wet een actief fraudepreventiebeleid. Onderdelen daarvan zijn het informeren van de belanghebbenden over de rechten en plichten die ingevolge de wet of een op de wet gebaseerde verordening aan het ontvangen van een uitkering of re-integratievoorziening zijn verbonden en het informeren van de belanghebbenden over de consequenties van misbruik en oneigenlijk gebruik.
Artikel 3 Controle
-
1. Het college doet stelselmatig onderzoek naar de rechtmatigheid van de uitkering en kan daarbij gebruikmaken van huisbezoeken, heimelijke waarnemingen, risicoprofielen en bestandsvergelijkingen, alsmede van de samenloopsignalen die daaruit voortkomen. Het college onderzoekt daarnaast de overige signalen en tips die relevant zijn voor het recht op uitkering.
-
2. Bij beëindiging van de uitkering doet het college onderzoek naar de reden van de beëindiging en neemt het op basis daarvan besluiten met betrekking tot de rechtmatigheid van de uitkering en de wederzijds tussen het college en de belanghebbende resterende verplichtingen en de afhandeling daarvan.
-
3. De onderzoeken als bedoeld in het eerste en tweede lid kunnen ook uitgevoerd worden met betrekking tot het gebruik van een re-integratievoorziening.
Artikel 4 Verlaging van de uitkering
Indien belanghebbende onjuiste, onvolledige of in het geheel geen inlichtingen verstrekt die van belang zijn of kunnen zijn voor de hoogte, de duur of de voortzetting van de uitkering, verlaagt het college de uitkering conform hetgeen hierover is bepaald in de Afstemmingsverordening Lelystad 2015, onverminderd de mogelijkheid tot terugvordering van de eventueel ten onrechte ontvangen uitkering.
Artikel 5 Inzenden onderzoeksbevindingen naar het Openbaar Ministerie
Indien een gedraging van belanghebbende als bedoeld in artikel 4 leidt tot benadeling van de gemeente, worden de bevindingen van het strafrechtelijk onderzoek naar het Arrondissementsparket Zwolle-Lelystad gezonden conform de vigerende Aanwijzing Sociale Zekerheidsfraude van het Openbaar Ministerie, onverminderd de mogelijkheid de uitkering te verlagen en de ten onrechte ontvangen uitkering terug te vorderen.
Artikel 6 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als Handhavingsverordening inkomensvoorzieningen Lelystad 2015.
Artikel 7 Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2015.
Lelystad, 2 december 2014.
De raad van de gemeente Lelystad,
de griffier, de voorzitter,
Artikelgewijze toelichting
Artikel 1 Begrippen
De wet bepaalt dat regels moeten worden gesteld met betrekking tot de bestrijding van ‘het ten onrechte ontvangen van een uitkering’. Uit lid 1 onder c blijkt dat deze verordening ook betrekking heeft op het ontvangen van re-integratievoorzieningen. De regels in de verordening moeten immers betrekking hebben op de bestrijding van ‘misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet’ en omdat de re-integratievoorziening een essentieel onderdeel uitmaakt van de wet, moeten de regels ook betrekking hebben op de door de gemeente te verlenen re-integratievoorzieningen.
Artikel 2 Fraudepreventie
Dit artikel verplicht het college tot het voeren van een actief fraudepreventiebeleid. Minimaal moet aandacht worden geschonken aan het informeren van de belanghebbenden over de rechten en plichten die aan het ontvangen van een uitkering of re-integratievoorziening zijn verbonden, en over de consequenties van misbruik en oneigenlijk gebruik.
Artikel 3 Controle
Dit artikel verplicht het college om de rechtmatigheid van de uitkering of de re-integratievoorziening te onderzoeken. Ook is aangegeven op welke wijze het college die onderzoeken kan uitvoeren.
De wijze waarop over een en ander moet worden gerapporteerd, is niet vastgelegd in deze verordening, maar in de ‘Verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Lelystad’, waarin in artikel 6, derde lid, het volgende is vermeld: “Het college biedt ten minste elke vier jaar een nota aan inzake de bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik van de gemeentelijke regelingen“.
Artikel 4 Verlaging van de uitkering
Dit artikel verwijst naar de Afstemmingsverordening Lelystad 2015. Deze bepaling is toegevoegd om te benadrukken dat het afstemmingsbeleid onderdeel uitmaakt van het handhavingsbeleid.
Artikel 5 Inzenden onderzoeksbevindingen naar het Openbaar Ministerie
Dit artikel bepaalt dat de Aanwijziging Sociale Zekerheidsfraude, zoals opgesteld door het college van procureurs-generaal van het Openbaar Ministerie (OM), moet worden nagevolgd. De Aanwijzing bepaalt onder meer dat sociale zekerheidsfraude door een uitkeringsgerechtigde tot een nadeel van € 10.000 door het college wordt bestraft (op grond van de Maatregelenverordening). Pas bij een hoger nadeel (of wanneer de fraudeur geen uitkering meer ontvangt) moet aangifte worden gedaan bij het OM, waarna de zaak strafrechtelijk zal worden afgedaan. In dat geval wordt geen maatregel opgelegd, tenzij het OM de zaak seponeert.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl