Beleidsregels jeugdhulp gemeente Bronckhorst 2015

2.1.1 Melding

Wanneer een jeugdige en/of ouder behoefte heeft aan ondersteuning kunnen zij bij het sociaal team hun vraag stellen. Hierbij worden zij gewezen op de mogelijkheid van een cliëntondersteuner. Soms blijkt na korte vraagverkenning dat informatie en advies voldoende is om het ondervonden probleem op te lossen. Wanneer vraagverheldering of verdieping nodig blijkt ontvangt de jeugdige en/of ouder een bevestiging van de melding met een afspraak voor een gesprek. Dit gesprek vindt plaats bij de jeugdige thuis of op een andere locatie als dit wenselijk is met een lid van het sociaal team. Hierbij kan ook een cliëntondersteuner aanwezig zijn. In de ontvangstbevestiging is aangegeven dat de jeugdige en/of ouder de mogelijkheid heeft om een persoonlijk plan in te dienen. Hierin kunnen zij gemotiveerd aangeven welke ondersteuning volgens hen nodig is. In spoedeisende gevallen als bedoeld in artikel 4 van de verordening treft Veilig Thuis (Advies- en Meldpunt Huiselijk Geweld en Kindermishandeling) of de gecertificeerde jeugdzorg instelling namens het college na de melding onverwijld een tijdelijke maatwerkvoorziening in afwachting van de uitkomst van het onderzoek.

2.1.2 Onderzoek en gesprek

Bij het gesprek tussen het lid van het sociaal team, de jeugdige en/of zijn ouder komen alle levensgebieden aan de orde. Het lid van het sociaal team maakt een verslag van het gesprek. De jeugdige en/of zijn ouder heeft tijdens het gesprek de mogelijkheid in het verslag correcties en aanvullingen aan te geven.

Aandachtspunten bij het gesprek zijn in ieder geval:

* Behoeften, persoonskenmerken, voorkeuren, veiligheid, ontwikkeling en gezinssituatie van de jeugdige en het probleem of de hulpvraag;

* Mogelijkheid om op eigen kracht, met gebruikelijke hulp of met informele

ondersteuning te voorzien in zijn behoefte;

* Mogelijkheid om op eigen kracht, met informele ondersteuning of met gebruikelijke hulp van andere personen uit zijn sociale netwerk te komen tot verbetering van zijn situatie;

* Het gewenste resultaat van de ondersteuning en binnen welke termijn dit resultaat behaald moet worden;

* Behoefte aan ondersteuning van mantelzorger(s) van jeugdige;

* Mogelijkheid om gebruik te maken van algemene voorzieningen;

* De eigen bijdrage die voor jeugdige van toepassing is.

De jeugdige en/of zijn ouder ondertekent het gespreksverslag voor akkoord. Het lid van het sociaal team doet op basis van de gegevens uit het gesprek nader onderzoek om te bepalen of de jeugdige een individuele voorziening nodig heeft. Het aanvragen van een medisch advies kan onderdeel uitmaken van het onderzoek. Dit onderzoek vindt zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk binnen zes weken plaats. Het lid van het sociaal team zal samen met belanghebbenden verder uitzoeken welke

voorziening het meest geschikt is in de situatie van de jeugdige. Als de jeugdige en/of zijn ouder een persoonlijk plan heeft overhandigd dan zal dit persoonlijk plan als basis gebruikt worden voor het onderzoek.

2.1.3 Aanvraag

Het ondertekende gespreksverslag is het aanvraagformulier als dat de uitkomst van het gesprek is.

2.1.4 Beschikking

De jeugdige en/of zijn ouder ontvangt het besluit schriftelijk in een beschikking. In de beschikking staan de aanvraagdatum, de beslissing, de motivering, de vorm waarin de individuele voorziening wordt toegekend, de duur van de verstrekking en of een ouderbijdrage is verschuldigd.

2.2 Voorwaarden, beoordeling en afwegingsfactoren

Artikel 7 van de verordening geeft aan op grond van welke voorwaarden een jeugdige een individuele voorziening krijgt toegekend. De aandachtspunten in het gesprek en onderzoek zoals deze zijn genoemd in artikel 2.1.2 zijn een leidraad om te komen tot de beoordeling welke individuele voorziening noodzakelijk is. Daarbij wordt redelijkerwijs

rekening gehouden met:

* De godsdienstige gezindte, levensovertuiging en culturele achtergrond van de jeugdige en zijn ouders;

* De persoonlijke wensen van de jeugdige en zijn ouders.