Regeling vervallen per 01-09-2023

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Veenendaal houdende regels omtrent instellen rekenkamercommissie (Verordening Rekenkamercommissie Veenendaal 2015)

Geldend van 01-01-2018 t/m 31-08-2023

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Veenendaal houdende regels omtrent instellen rekenkamercommissie (Verordening Rekenkamercommissie Veenendaal 2015)

De raad van de gemeente Veenendaal;

gelezen het voorstel van de voorzitter en de griffier d.d. 19 november 2014;

gelet op artikel 81oa Gemeentewet

Besluit

vast te stellen de navolgende:

Verordening Rekenkamercommissie Veenendaal 2015

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    wet: Gemeentewet;

  • b.

    rekenkamercommissie: rekenkamercommissie Veenendaal;

  • c.

    voorzitter: voorzitter van de rekenkamercommissie;

  • d.

    college: college van burgemeester en wethouders;

  • e.

    raadslid: een lid van de raad van de gemeente Veenendaal;

  • f.

    schaduw-raadslid: een lid, niet zijnde raadslid, van een raadscommissie van de gemeente Veenendaal;

  • g.

    lid: een lid van de rekenkamercommissie die raadslid of schaduw-raadslid is;

  • h.

    extern lid: een lid van de rekenkamercommissie die geen raadslid of schaduw-raadslid is.

Artikel 2 Rekenkamercommissie

  • 1. Er is een commissie die door de raad wordt ingesteld en wordt aangeduid als de rekenkamercommissie.

  • 2. De rekenkamercommissie bestaat uit vijf leden.

  • 3. De rekenkamercommissie heeft tot taak onderzoek te doen als bedoeld in artikel 182 van de wet.

Artikel 3 Benoeming leden

  • 1. De leden van de rekenkamercommissie worden door de raad op de volgende wijze benoemd:

    • a.

      ten hoogste twee leden zijnde raadsleden of schaduw-raadsleden voor een periode die gelijk is aan de zittingsduur van de zittende gemeenteraad;

    • b.

      ten minste drie externe leden op voordracht van de rekenkamercommissie voor een periode van maximaal vier jaar; deze leden kunnen op voordracht van de rekenkamercommissie één keer worden herbenoemd voor een periode van maximaal vier jaar waarbij gestreefd wordt naar het niet tegelijkertijd aflopen van de benoemingsperiode.. De benoemingsperiode loopt niet synchroon met de zittingsperiode van de raad.

  • 2. Bij het ontstaan van een vacature in de rekenkamercommissie:

    • a.

      benoemt de raad, indien het aantal leden zoals bepaald in het eerste lid onder a. nog niet is bereikt, binnen een periode van twee maanden na het ontstaan van de vacature een raadslid of een schaduw-raadslid;

    • b.

      gaat bij de selectie van een intern lid een raadslid boven een schaduw-raadslid;

  • 3. De commissie wijst uit de drie externe leden een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter aan. De voorzitter draagt zorg voor het tijdig en periodiek bijeenroepen van de rekenkamercommissie, het leiden van de vergaderingen, het bewaken van de uitgangspunten, de werkwijze en het bevorderen van een zorgvuldige besluitvorming. De voorzitter voert hiertoe regelmatig overleg met de onderzoekers en met het secretariaat. De plaatsvervangend voorzitter neemt bij afwezigheid van de voorzitter zijn taak waar.

Artikel 4 Onverenigbaarheid

Naast het gestelde in artikel 81f, behoudens het eerste lid onder k en o, van de wet zijn niet benoembaar tot lid van de rekenkamercommissie personen die naar taak of functie verzonden zijn aan instellingen die op enige wijze financieel aan de gemeente Veenendaal zijn gelieerd.

Artikel 5 Eed

Ten aanzien van de externe leden is artikel 81g van de wet van overeenkomstige toepassing.

Artikel 6 Ontslag en non-activiteit

  • 1. De raad ontslaat de leden of stelt hen op non-actief indien:

    • a.

      een verzoek daartoe is ingediend door een lid zelf;

    • b.

      een lid een functie aanvaard die onverenigbaar is met het lidmaatschap van de rekenkamercommissie, of;

    • c.

      de raad van oordeel is dat het lid niet langer geschikt is om deze functie van de rekenkamercommissie te vervullen.

  • 2. Voor de leden geldt naast de gronden opgenomen in lid 1 tevens de grond dat het lid aftreedt als lid van de raad of als schaduw-raadslid.

  • 3. Voor externe leden gelden naast de gronden opgenomen in lid 1 tevens de gronden:

    • a.

      het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

    • b.

      het bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surseance van betaling heeft verkregen of wegels schulden is gegijzeld, of;

    • c.

      het lid door ziekte of gebreken blijvend ongeschikt is zijn functie te vervullen.

Artikel 7 Vergoeding voor werkzaamheden van de externe leden van de rekenkamercommissie

  • 1. De externe leden ontvangen een door de raad vastgestelde vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van de rekenkamercommissie.Onder deze vergoeding vallen in ieder geval ook de volgende werkzaamheden: toehoren bij interviews, bijwonen beeldvormende avond, commissie- of raadsvergadering over rekenkamerrapport, fractiebezoeken, collegebezoek en bijwonen van (NVRR) congressen.

  • 2. De externe leden ontvangen een door de raad vastgestelde vergoeding per uur naast de vergoeding zoals benoemd in lid 1, voor zover zij onderzoekswerkzaamheden verrichten. Onder deze vergoeding vallen de werkzaamheden die samenhangen met de uitvoering van onderzoek waaronder in ieder geval: uitvoering onderzoek, schrijven en redigeren van onderzoeksrapportages en het schrijven van rekenkamerbrieven.

  • 3. De hoogte van de vergoeding voor de externe leden genoemd in het eerste lid bedraagt €190,- per vergadering. De voorzitter ontvangt een vergoeding van €235,- per vergadering. Er vindt een jaarlijkse indexering plaats gebaseerd op de prijscompensatie die in de gemeentelijke begroting wordt gehanteerd.

  • 4. De hoogte van de vergoeding voor de externe leden genoemd in het tweede lid bedraagt € 85,- per uur. Er vindt een jaarlijkse indexering plaats gebaseerd op de prijscompensatie die in de gemeentelijke begroting wordt gehanteerd.

  • 5. De in redelijkheid noodzakelijk gemaakte reis- en verblijfkosten worden vergoed op basis van de artikel 4 van de Regeling rechtspositie wethouders.

Artikel 7a Vergoeding voor werkzaamheden van de schaduwraadsleden

  • 1. De tot lid van de rekenkamercommissie benoemde schaduwraadsleden ontvangen voor het bijwonen van de vergaderingen van de rekenkamercommissie een vergoeding overeenkomstig artikel 14, eerste lid van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.

  • 2. De in redelijkheid noodzakelijk gemaakte reis- en verblijfkosten worden vergoed op basis van artikel 4 van de Regeling rechtspositie wethouders.

Artikel 8 Ambtelijk secretaris

  • 1. De raad benoemt de ambtelijk secretaris in overleg met de rekenkamercommissie. Tevens wordt een plaatsvervangend secretaris aangewezen door de griffier.

  • 2. De secretaris behoort hiërarchisch tot de griffie.

  • 3. De secretaris staat de rekenkamercommissie bij de uitvoering van haar taken terzijde en biedt daarnaast de gevraagde ondersteuning.

  • 4. De secretaris wordt bij zijn inhoudelijke werkzaamheden primair aangestuurd door de voorzitter van de rekenkamercommissie.

  • 5. De secretaris legt rechtstreeks verantwoording af aan de rekenkamercommissie over de wijze waarop de ondersteunende taken worden verricht.

  • 6. Ter ondersteuning van de secretaris kan voor specifieke werkzaamheden door de rekenkamercommissie een beroep worden gedaan op de Verordening ambtelijke bijstand.

Artikel 9 Reglement van orde

De rekenkamercommissie stelt een reglement van orde voor haar vergaderingen en andere werkzaamheden vast. Zij zendt het reglement na vaststelling onverwijld ter kennisneming naar de raad.

Artikel 10 Onderwerpselectie en opdrachtverlening

  • 1. De rekenkamercommissie bepaalt de onderwerpen die zij onderzoekt, formuleert de probleemstelling en stelt de onderzoeksopzet vast.

  • 2. De in het vorige lid bedoelde onderzoeksopzet wordt door de rekenkamercommissie ter kennisneming aan de raad verstuurt.

  • 3. De raad kan de rekenkamercommissie een gemotiveerd verzoek doen tot het instellen van een onderzoek. De rekenkamercommissie bericht de raad binnen een maand in hoeverre aan dat verzoek wordt voldaan. Indien de rekenkamercommissie niet aan het verzoek van de raad voldoet, zal zij daarvoor goede gronden aanvoeren.

  • 4. Voor het indienen van suggesties tot het verrichten van onderzoek stelt de rekenkamercommissie jaarlijks in de gelegenheid:

    • a.

      de raad

    • b.

      het college

    • c.

      ingezetenen van de gemeente Veenendaal

  • 5. Indien de rekenkamercommissie onderzoek doet betreffende de rechtmatigheid vindt tevoren, door tussenkomst van de auditcommissie, afstemming plaats met de accountant.

Artikel 11 Bevoegdheden

  • 1. De rekenkamercommissie is bevoegd alle documenten die berusten bij het gemeentebestuur te onderzoeken voor zover zij dat ter vervulling van haar taak nodig acht.

  • 2. Indien de zorg voor een administratie aan een derde is uitbesteed, is het eerste lid van overeenkomstige toepassing op de administratie van de betrokken derde dan wel van degene die de administratie in opdracht van die derde uitvoert.

  • 3. De rekenkamercommissie is bevoegd bij alle leden van het gemeentebestuur en bij alle ambtenaren de mondelinge en schriftelijke inlichtingen te winnen die zij nodig acht voor de uitvoering van de onderzoeken. De leden van het gemeentebestuur en de ambtenaren van de gemeente zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door de rekenkamercommissie gestelde termijn te verstrekken.

  • 4. De rekenkamercommissie heeft de volgende bevoegdheden ten aanzien van de volgende instellingen en over de volgende periode:

    • a.

      openbare lichamen en gemeenschappelijke organen ingesteld krachtens de Wet gemeenschappelijke regelingen, waaraan de gemeente deelneemt, over de jaren dat de gemeente deelneemt in de regeling;

    • b.

      naamloze vennootschappen en besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid waarvan de gemeente meer dan vijftig procent van het geplaatste aandelenkapitaal houdt, over de jaren dat de gemeente meer dan vijftig procent van het geplaatste aandelenkapitaal houdt;

    • c.

      andere privaatrechtelijke rechtspersonen waaraan de gemeente of een derde voor rekening en risico van de gemeente rechtstreeks of middellijk een subsidie, lening of garantie heeft verstrekt ten bedrage van ten minste vijftig procent van de baten van deze instelling, over de jaren waarop deze subsidie, lening of garantie betrekking heeft.

  • 5. De rekenkamercommissie is bevoegd bij de betrokken instelling nadere inlichtingen in te winnen over de jaarrekeningen, daarop betrekking hebbende rapporten van hen die deze jaarrekeningen hebben gecontroleerd en overige documenten met betrekking tot die instelling die bij het gemeentebestuur berusten, onverminderd haar bevoegdheid tot eigen onderzoek. Indien een of meer documenten ontbreken, kan de rekenkamercommissie van de betrokken instelling de overlegging daarvan vorderen.

  • 6. De rekenkamercommissie kan, indien de documenten, bedoeld in het vijfde lid, daartoe aanleiding geven, bij de betrokken instelling dan wel bij de derde die de administratie in opdracht van de instelling voert, een onderzoek instellen. De rekenkamercommissie stelt de raad en het college van haar voornemen een dergelijk onderzoek in te stellen in kennis.

  • 7. De accountant als bedoeld in artikel 213, tweede lid van de wet verstrekt desgevraagd, door tussenkomst van de auditcommissie, aan de rekenkamercommissie controleprogramma’s en licht haar volledig in omtrent de resultaten daarvan door overlegging van rapporten of op andere voor de rekenkamercommissie aan te geven wijze.

Artikel 12 Budget

  • 1. De rekenkamercommissie is bevoegd binnen een aan haar bij de begroting beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar taken.

  • 2. Ten laste van het in het voorgaande lid bedoelde budget worden de kosten gebracht van:

    • a.

      de vergoedingen aan de externe leden;

    • b.

      de ambtelijk secretaris;

    • c.

      externe deskundigen die eventueel door de commissie zijn ingeschakeld;

    • d.

      eventuele overige uitgaven die de rekenkamercommissie nodig acht voor de uitoefening van haar taak.

  • 3. De rekenkamercommissie is voor de besteding van het budget uitsluitend verantwoording verschuldigd aan de raad.

Artikel 13 Intrekken

De Verordening Rekenkamercommissie Veenendaal 2008 vastgesteld 31 januari 2008 wordt ingetrokken.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening Rekenkamercommissie Veenendaal

2015’.

Artikel 15 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2015.

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare vergadering van 18 december 2014
mevrouw drs. F.A. van Hooijdonk (griffier)
de heer mr. A.W. Kolff (voorzitter)