Regeling vervallen per 01-01-2019

Beleidsregel reclame

Geldend van 08-01-2016 t/m 31-12-2018

Intitulé

Beleidsregel reclame

Beleidsregel reclame

ALGEMEEN

Grondslag

  • 1.

    De onderhavige beleidsregel geldt als een nadere uitwerking van:

    • a.

      artikel 12 van de Woningwet juncto artikel 9.1, tweede lid, van de gemeentelijke Bouwverordening;

    • b.

      artikel 2.1.5.1 van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) Zwolle ;

    • c.

      artikel 4.4.2 van de APV;

    • d.

      artikel 4.4.3 van de APV;

    • e.

      artikel 15 van de Monumentenwet 1988 juncto artikel 11, eerste lid, van de gemeentelijke Monumentenverordening.

Begripsomschrijving

  • 2.

    Voor de toepassing van de onderhavige beleidsregel wordt verstaan onder:

    • a.

      Reclame: iedere openbare aanprijzing van goederen of diensten, waarmee kennelijk beoogd wordt een commercieel belang te dienen;

    • b.

      Gevelreclame: elke vorm van verlichte of onverlichte reclame die aan de gevel van een onroerende zaak is bevestigd;

    • c.

      Uitstalling: het geheel van voor verkoop ten toon gespreide goederen;

    • d.

      Reclameobjecten: borden, zuilen, speeltoestellen en dergelijke, niet zijnde uitstallingen of gevelreclame, aan de buitenzijde van een onroerende zaak op de weg geplaatst, met het doel om reclame te maken en/of aandacht te trekken;

    • e.

      Binnenstad: het gebied omsloten door de buitenste stadsgrachten (Stadsgracht, Schuttevaerhaven, Achtergracht);

    • f.

      Weg: 1. de weg als bedoeld in artikel 1, eerste lid onder b van de Wegenverkeerswet 1994; alsmede de daaraan liggende en als zodanig aangeduide parkeerterreinen; 2. de al dan niet met enige beperking voor het publiek toegankelijke pleinen en open plaatsen, parken, plantsoenen, speelweiden, bossen en andere natuurterreinen, ijsvlakten en aanlegplaatsen voor vaartuigen; 3. de voor het publiek toegankelijke stoepen, trappen, portieken, gangen, passages en galerijen, welke uitsluitend tot voor bewoning in gebruik zijnde ruimte toegang geven en niet afsluitbaar zijn; 4. andere voor het publiek toegankelijke, al dan niet afsluitbare stoepen, trappen, portieken, gangen, passages en galerijen; de afsluitbare alleen gedurende de tijd dat zij niet door of vanwege degene die daartoe naar burgerlijk recht bevoegd is, zijn afgesloten.

    • g.

      Woongebied: gebied met in hoofdzaak woonbestemming;

    • h.

      Werkgebied: gebied met in hoofdzaak bedrijfs-, kantoor- en/of bijzondere bestemming;

    • i.

      Buitengebied: gebied overeenkomstig het bestemmingsplan buitengebied;

    • j.

      Winkelcentrum: een naar opzet van de bouw en in organisatie en presentatie afgebakende groep van voor het publiek toegankelijke vestigingen van ondernemingen die rechtstreeks goederen of diensten aan eindgebruikers plegen te leveren.

      k. Attentiemast;

      1.Een mast waarmee één of meerdere bedrijven zich profileren richting de A28. De mast staat op het eigen terrein van een bedrijf. Op de mast is het logo van het bedrijf of de bedrijven zichtbaar.

      of

      • 2.

        Een mast die de in het structuurplan aangewezen werkgebieden voor bedrijvigheid en centrumdoeleinden markeert. Op de mast zijn de naam van het werkgebied en de logo’s van bedrijven en instellingen zichtbaar. De mast staat op openbaar terrein.

      • l.

        Navigatiemast:

      Een mast die de functie heeft om consumenten uit oogpunt van verkeersveiligheid tijdig voor te bereiden op het nemen van de goede afslag op de A28 teneinde een bedrijf te bereiken. Op de mast is het logo van desbetreffende bedrijf zichtbaar.

UITSTALLING EN RECLAMEOBJECTEN, NIET ZIJNDE GEVELRECLAME IN DE BINNENSTAD EN BUITEN DE BINNENSTAD

  • 3.

    Onverminderd het bepaalde in de artikelen 9.1 van de Bouwverordening en 2.1.5.1 van de APV, wordt het uitstallen van waren dan wel het plaatsen van reclameobjecten, niet zijnde gevelreclame, toegestaan met inachtneming van de navolgende criteria:

    • a.

      Er mag slechts worden uitgestald met / reclame worden gemaakt voor goederen, diensten en activiteiten die in de desbetreffende onroerende zaak aan het publiek worden aangeboden dan wel voor de onderneming die in de onroerende zaak is gehuisvest.

    • b.

      In gebieden zonder trottoirs dient de vrije loopruimte voor het publiek minimaal 2 meter te bedragen. In gebieden met trottoirs dient de vrije loopruimte op het trottoir minimaal 1 meter te bedragen.

    • c.

      De uitstalling en losse reclameobjecten dienen tegen de voorgevel van het desbetreffende pand te worden geplaatst. Uitzonderingen hierop zijn mogelijk in de navolgende gevallen.

      • 1.

        In gebieden met trottoirs is het plaatsen van een reclameobject aan de rijwegzijde van het trottoir toegestaan, mits de afstand tussen het reclameobject en de gevel tenminste 2 meter bedraagt.

      • 2.

        Bij horecabedrijven met een terras zonder trottoir mag in het belang van de doorstroming van het voetgangersverkeer het reclameobject worden geïntegreerd in het terras.

    • d.

      Een uitstallingen en een los reclameobject mag niet breder zijn dan 80 centimeter.

    • e.

      De uitstalling en reclameobjecten mogen zich ten hoogste uitstrekken over de halve breedte van de voorgevel van het desbetreffende pand.

    • f.

      De uitstalling en losse reclameobjecten mogen niet hoger zijn dan 2 meter, gemeten vanaf de weg.

    • g.

      Het plaatsen van een uitstalling en losse reclameobjecten is in woongebieden niet toegestaan.

    • h.

      Per pand mogen maximaal 2 losse reclameobjecten dan wel 1 uitstalling en 1 los reclameobject worden geplaatst.

    • i.

      Driehoeksborden en draaiende reclameborden zijn niet toegestaan.

    • j.

      Artikel 2.1.5.1 van de APV is niet van toepassing voor zover uitstallingen en losse reclameobjecten in winkelportieken achter de voorgevelrooilijn van de winkel worden geplaatst.

    • k.

      Voor het plaatsen van reclameobjecten op particuliere grond door individuele ondernemingen gelden, in aanvulling op de van toepassing zijn de bepalingen van de Woningwet en de Gemeentelijke Bouwverordening, de navolgende voorschriften:

      • 1.

        Bij panden met een bedrijfs-, kantoor- of bijzondere bestemming mag, nabij de hoofdtoegang tot het terrein, één vrijstaand reclameobject worden geplaatst, dat qua vormgeving, maatvoering, kleurstelling, materiaalgebruik en wijze van plaatsing op zichzelf aanvaardbaar is en zo veel mogelijk is afgestemd op de architectonische / historische uitstraling van het pand en zijn omgeving;

      • 2.

        Voor zover het reclameobject een attentiemast, navigatiemast of een zelfstandige vlaggenstok betreft, mag de hoogte van het object de hoogte van het pand of complex niet of slechts in beperkte mate overstijgen;

      • 3.

        Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om afwijking van het gestelde in het tweede lid toe te staan, indien de mast voldoet aan paragraaf 2.1, 2.2 en 2.3 van de Beleidsvisie Attentiemasten.

In afwijking van bovenstaande bepalingen is het gedurende de duur van de pilot “Passende regels voor reclame en uitstallingen in 8 winkelcentra buiten de binnenstad” (vooralsnog tot 1 januari 2018) , voor de winkeliers van de navolgende winkelcentra toegestaan reclame, reclameobjecten en uitstallingen op hun winkelplein te plaatsen.

  • 1.

    Winkelcentrum Holtenbroek, Bachlaan, Zwolle.

  • 2.

    Winkelcentrum Aalanden, Dobbe, 8032 JV Zwolle

  • 3.

    Centrum Winkelgebied Zwolle, Vispoortenplas, 8011 Zwolle

  • 4.

    Woonboulevard Zwolle, Grote Voort, 8041 Zwolle

  • 5.

    Winkelcentrum Stadshagen, Wade, 8043 Zwolle

  • 6.

    Winkelcentrum Westenholte, Westenholterweg, 8042 Zwolle

  • 7.

    Winkelcentrum Gerenlanden, Sellekamp 40, 8014 DR Zwolle

  • 8.

    Winkelcentrum Zwolle Zuid, Van der Capellenstraat, 8014 VS Zwolle.

 

De winkeliers in voornoemde winkelgebieden dienen over de plaatsing van reclame, reclameobjecten en uitstallingen onderlinge afspraken met elkaar te maken en deze vast te leggen waarbij de volgende uitgangspunten worden gehanteerd.

  • -

    De algemene veiligheidsregels moeten te allen tijde van kracht blijven.

  • -

    Reclameobjecten en uitstallingen mogen de vrije doorgang voor hulpdiensten, zoals de brandweer, rolstoelgebruikers, gehandicapten en mensen met kinderwagens of veel bagage niet belemmeren.

  • -

    De eventuele reclameobjecten moeten buiten de looproute gesitueerd worden.

 

(GEVEL)RECLAME IN DE BINNENSTAD

  • 4.

    Onverminderd het bepaalde in de artikelen 9.1 van de Bouwverordening en artikel 4.4.2 en

  • 4.4.3 van de APV, wordt een vergunningaanvraag voor het plaatsen van (gevel)reclame beoordeeld op grond van de navolgende criteria:

    • a.

      (Gevel)reclame dient qua vormgeving, maatvoering, kleurstelling. materiaalgebruik en wijze van plaatsing op zichzelf aanvaardbaar te zijn en - voor zover van toepassing - zo veel mogelijk te zijn afgestemd op de historische/architectonische uitstraling van de onroerende zaak en zijn omgeving;

    • b.

      (Gevel)reclame dient betrekking te hebben op de goederen, diensten en activiteiten die in de desbetreffende onroerende zaak aan het publiek worden aangeboden dan wel op de onderneming die in deze onroerende zaak is gehuisvest;

    • c.

      (Gevel)reclame met bewegende en / of knipperende lichtelementen is niet toegestaan;

    • d.

      (Gevel)reclame mag niet worden aangebracht boven de lijn van de verdiepingsvloer gelegen tussen begane grond en eerste verdieping van de onroerende zaak;

    • e.

      Per onroerende zaak zijn maximaal 2 enkelzijdige reclames of 1 enkelzijdige reclame en 1 uitsteekreclame toegestaan. Van deze regel zijn uitgezonderd hoekpanden, waarvoor geldt dat op beide voorgevels per onderneming maximaal 2 enkelzijdige reclames of 1enkelzijdige reclame en 1 uitsteekreclame is toegestaan, tenzij het bepaalde onder a zich daartegen verzet;

    • f.

      Uitsteekreclame mag een maximale afmeting hebben van 60 centimeter bij 60 centimeter en mag zich tot maximaal 70 centimeter uit de voorgevel uitstrekken (inclusief bevestigingselement). De maximale breedte bedraagt 25 centimeter. Het bevestigingselement mag een lengte van maximaal 10 centimeter hebben;

    • g.

      Enkelzijdige reclame mag maximaal 70% van de gevelbreedte bestrijken en dient tussen de penanten van de gevel te worden aangebracht. De maximale hoogte bedraagt 40 centimeter; de maximale diepte bedraagt 20 centimeter;

    • h.

      Aan gevels bevestigde vlaggen en wimpels ten behoeve van commerciële doeleinden zijn slechts toegestaan voor zover zij betrekking hebben op en voor de duur van acties van kennelijk tijdelijke aard en mits:

      • 1.

        per gevel maximaal 1 vlag en/of wimpel wordt aangebracht;

      • 2.

        geen gevaar of hinder voor personen of goederen optreedt;

      • 3.

        geen onderdeel van de vlag, wimpel of vlaggenstok zich minder dan 2,2 meter boven de weg bevindt;

      • 4.

        geen onderdeel zich op minder dan 0,5 meter van het voor het rijverkeer bestemde gedeelte van de weg bevindt.

Vlaggen, wimpels en vlaggenstokken dienen van de gevel te worden verwijderd zodra zij hun feitelijke betekenis hebben verloren doch in ieder geval na het verstrijken van een periode van 6 weken

Vergunningvrije onverlichte reclame

  • 5.

    De navolgende onverlichte reclame is zonder vergunning toegestaan:

    • a.

      opschriften en afbeeldingen op luifels en zonneschermen, voor zover deze niet méér dan 10% van de totale oppervlakte bedekken en zijn aangebracht onder de lijn van de verdiepingsvloer gelegen tussen begane grond en eerste verdieping van de onroerende zaak;

    • b.

      opschriften en afbeeldingen op ramen en glazen deuren, voor zover deze niet méér dan 25% van de totale oppervlakte bedekken en zijn aangebracht onder de lijn van de verdiepingsvloer gelegen tussen begane grond en eerste verdieping van de onroerende zaak;

    • c.

      opschriften, aankondigingen en afbeeldingen kleiner dan 0,5 m2 en de langste zijde korter dan 1 meter die betrekking hebben op: - een openbare verkoping of een aanbieding ter verkoop, verhuur of verpachting van een onroerende zaak, zulks voor zolang zij feitelijke betekenis hebben; - het beroep of de dienst dat in of op de onroerende zaak wordt uitgeoefend of waarvoor die zaak is bestemd;

    • d.

      opschriften, aankondigingen en afbeeldingen die betrekking hebben op de naam of aard van in uitvoering zijnde bouwwerken of op de namen van degenen die bij het ontwerp of de uitvoering van het bouwwerk betrokken zijn, mits deze opschriften zijn aangebracht op borden bij of op de in uitvoering zijnde bouwwerken zelf, zulks voor zolang zij feitelijke betekenis hebben;

    • e.

      opschriften, aankondigingen en afbeeldingen op of aan onroerende zaken dienstbaar aan het openbaar vervoer, indien deze zijn aangebracht ten dienste van dat vervoer.

(GEVEL)RECLAME BUITEN DE BINNENSTAD

Algemeen

  • 6.

    Onverminderd het bepaalde in de artikelen 9.1 van de Bouwverordening en 4.4.2 en 4.4.3 van de APV, wordt het plaatsen van (gevel)reclame beoordeeld op grond van de navolgende criteria:

    • a.

      (Gevel)reclame dient qua vormgeving, maatvoering, kleurstelling, materiaalgebruik en wijze van plaatsing op zichzelf aanvaardbaar te zijn en voor zover van toepassing zo veel mogelijk te zijn afgestemd op de historische / architectonische uitstraling van de onroerende zaak en zijn omgeving.

    • b.

      (Gevel)reclame dient betrekking te hebben op de goederen, diensten en activiteiten die in de desbetreffende onroerende zaak aan het publiek worden aangeboden dan wel op de onderneming die in deze onroerende zaak is gehuisvest.

    • c.

      (Gevel)reclame met bewegende en / of knipperende lichtelementen is niet toegestaan.

  • 7.

    De navolgende onverlichte reclame is in alle gebieden buiten de binnenstad toegestaan:

    • a.

      opschriften, aankondigingen en afbeeldingen kleiner dan 0,5 m2 en de langste zijde korter dan 1 meter die betrekking hebben op een openbare verkoping of een aanbieding ter verkoop, verhuur of verpachting van een onroerende zaak, zulks voor zolang zij feitelijke betekenis hebben;

    • b.

      opschriften, aankondigingen en afbeeldingen die betrekking hebben op de naam of aard van in uitvoering zijnde bouwwerken of op de namen van degenen die bij het ontwerp of de uitvoering van het bouwwerk betrokken zijn, mits deze opschriften zijn aangebracht op borden bij of op de in uitvoering zijnde bouwwerken zelf, zulks voor zolang zij feitelijke betekenis hebben;

    • c.

      opschriften, aankondigingen en afbeeldingen op of aan onroerende zaken dienstbaar aan het openbaar vervoer, indien deze zijn aangebracht ten dienste van dat vervoer.

Winkelcentrum

  • 8.

    (Gevel)reclame in een winkelcentrum buiten de binnenstad wordt, in aanvulling op het bepaalde in artikel 6 en 7 getoetst aan de navolgende criteria:

    • a.

      (Gevel)reclame mag niet worden aangebracht boven de lijn van de verdiepingsvloer gelegen tussen begane grond en eerste verdieping van het pand;

    • b.

      Uitsteekreclame mag zich tot maximaal 70 centimeter uit de voorgevel uitstrekken (inclusief bevestigingselement). De maximale breedte bedraagt 25 centimeter.

    • c.

      Enkelzijdige reclame mag maximaal 90% van de gevelbreedte bestrijken. De maximale diepte van enkelzijdige reclame bedraagt 20 centimeter.

    • d.

      Aan gevels bevestigde vlaggen en wimpels ten behoeve van commerciële doeleinden dienen te voldoen aan de volgende voorschriften:

      • -

        geen onderdeel van de vlag, wimpel of vlaggenstok mag zich op minder dan 2,2 meter boven de weg bevinden;

      • -

        geen onderdeel mag zich op minder dan 0,5 meter van het voor het rijverkeer bestemde gedeelte van de weg bevinden;

      • -

        de afstand tussen 2 vlaggen dient minimaal 1,50 meter te bedragen.

Werkgebieden

  • 9.

    (Gevel)reclame in werkgebieden wordt, in aanvulling op het bepaalde in artikel 6 en 7 getoetst aan de navolgende criteria:

    • a.

      Aan panden met een bedrijfs-, kantoor- of bijzondere bestemming mag boven de dakgoot of overeenkomstig bouwdeel geen (gevel)reclame worden aangebracht, tenzij de (gevel)reclame een onafscheidelijk deel uitmaakt van het architectonisch concept of daar geen afbreuk aan doet.

    • b.

      De (gevel)reclame mag alleen boven of nabij de hoofdtoegang tot het pand of complex als bedoeld onder a. worden aangebracht. Hierop gelden de volgende uitzonderingen:

      • -

        Indien de hoofdingang aan de zijkant of achterzijde van het pand of complex is gesitueerd, is aanvullend ook (gevel)reclame toegestaan op de voorgevel of op de zijgevel;

      • -

        Indien meerdere zijden van het pand of complex aan de openbare weg zijn gesitueerd, is op al deze zijden (gevel)reclame toegestaan.

    • c.

      Reclame-aanduidingen op bedrijfsverzamelgebouwen en op kantoorgebouwen waarin meerdere ondernemingen zijn gehuisvest dienen voor wat betreft kleurstelling en vormgeving zo veel mogelijk op elkaar te worden afgestemd.

    • d.

      Ten aanzien van aan gevels bevestigde vlaggen en wimpels ten behoeve van commerciële doeleinden gelden de criteria als vermeld in artikel 8 onder d.

Woongebieden

  • 10.

    (Gevel)reclame aan panden met als hoofdbestemming wonen is alleen toegestaan indien vanuit de woning op legale wijze bedrijfsmatige activiteiten plaatsvinden. In dat geval wordt (gevel)reclame beoordeeld aan de hand van de criteria die gelden voor winkelcentra, met dien verstande, dat lichtreclame in woongebieden niet is toegestaan.

  • 11.

    Voor (gevel)reclame aan panden in woongebieden met een bedrijfs-, kantoor- of bijzondere bestemming gelden dezelfde criteria als voor gebouwen met een bedrijfs-, kantoor- of bijzondere bestemming in werkgebieden.

Buitengebied

  • 12.

    (Gevel)reclame in het buitengebied is alleen toegestaan indien sprake is van:

    • a.

      panden met een bedrijfs-, kantoor- of bijzondere bestemming; in die gevallen wordt (gevel)reclame beoordeeld aan de hand van de criteria die gelden voor gebouwen in werkgebieden;

    • b.

      panden met als hoofdbestemming wonen, van waaruit op legale wijze bedrijfsmatige activiteiten plaatsvinden; in die gevallen wordt (gevel)reclame beoordeeld aan de hand van de criteria die gelden voor winkelcentra.

SANDWICHBORDEN

  • 13.

    Het aanbrengen van sandwichborden in de openbare ruimte is alleen toegestaan voor het aankondigen van:

  • a.

    circussen; er mogen maximaal 20 sandwichborden worden geplaatst gedurende een periode van maximaal 10 dagen.

  • b.

    buurt-/wijkactiviteiten; er mogen maximaal 20 sandwichborden worden geplaatst in de wijk waarin de activiteit wordt gehouden gedurende een periode van maximaal 10 dagen.

  • c.

    acties van Veilig Verkeer Nederland; er mogen maximaal 20 sandwichborden, al dan niet in combinatie met spandoeken, worden aangebracht per actie gedurende een periode van maximaal 14 dagen.

VERWIJSBORDEN

  • 14.

    Verwijsborden kunnen alleen in overeenstemming met de gemeente worden geplaatst. Hierbij worden de navolgende regels gehanteerd:

    • a.

      Alleen objecten die in het maatschappelijk/economisch verkeer een functie hebben voor een grote groep mensen die niet bekend zijn in Zwolle, kunnen met verwijzingsborden worden aangeduid. De groep objecten die in ieder geval in aanmerking komt is als volgt te concretiseren:

      • 1.

        wijk-, winkelcentra

      • 2.

        sportaccommodaties

      • 3.

        wijkgebouwen

    • 4 .industrie- en handelsvestigingen met separate ligging, die op zich een groot bezoekersaantal trekken van buiten de gemeente

      5. horeca-accommodaties met een separate ligging, die tenminste regionale betekenis hebben

      6. onderwijs- en gezondheidsvoorzieningen

    • b.

      Plaatsing van verwijsborden ten behoeve van objecten die onmiddellijk aan de hoofdwegenstructuur liggen is niet toegestaan. Dit geldt niet voor winkelcentra.

    • c.

      Individuele winkels, horeca-instellingen, wijkcentra en sporthallen die in een winkelcentrum staan, worden niet apart bewegwijzerd.

    • d.

      Alleen verwijzingsborden die voldoen aan de C.R.O.W..-publicatie ‘Richtlijn bewegwijzering’ worden toegestaan.

    • e.

      Plaatsing en onderhoud dienen, met het oog op de uniformiteit en kwaliteit, aan de gemeente te worden voorbehouden. De kosten voor aanschaf, plaatsing, onderhoud en administratieve afhandeling komen voor rekening van de partij die om plaatsing van de verwijsborden verzoekt.

    • f.

      Bewegwijzering moet aanvullend zijn op bestaande informatiestructuur (plattegronden / A.N.W.B.-borden). Verwijsborden mogen niet dienen als vervanging van de bestaande bewegwijzeringsstructuur.

    • h.

      Alleen bij gebeurtenissen waarbij veel bezoekers worden verwacht kunnen in de nabije omgeving tijdelijke verwijsborden worden geplaatst.

OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

Hardheidsclausule

  • 15.

    Burgemeester en wethouders kunnen, voor zover bijzondere omstandigheden daartoe aanleiding geven, gemotiveerd afwijken van deze beleidsregel.

Overgangsbepalingen

  • 16

    Deze beleidsregel is van toepassing op, al dan niet vergunningplichtige, (gevel)reclame, uitstallingen, reclameobjecten, sandwichborden en verwijsborden welke wordt / worden aangevraagd, dan wel geplaatst c.q. aangebracht dan wel aangepast na inwerkingtreding van deze beleidsregel.

  • 17.

    Een vergunningaanvraag, die voor de inwerkingtreding van deze beleidsregel is ingediend, maar waarop nog geen besluit is genomen op het moment dat de beleidsregel inwerking treedt, wordt beoordeeld op grond van deze beleidsregel.

  • 18.

    (Gevel)reclame, uitstallingen, reclameobjecten, sandwichborden en verwijsborden welke voor inwerkingtreding van deze beleidsregel zijn aangebracht of geplaatst zonder dat daarvoor ten tijde van het plaatsen of aanbrengen vergunning of toestemming is verleend, worden getoetst aan deze beleidsregel.

  • 19.

    (Gevel)reclame, uitstallingen, reclameobjecten, sandwichborden en verwijsborden waarvoor voor inwerkingtreding van deze beleidsregel vergunning dan wel toestemming is verleend, mag worden gehandhaafd.

Slotbepalingen

  • 20.

    Deze beleidsregel kan worden aangehaald als ‘Beleidsregel Reclame’.

    21. Deze beleidsregel treedt de dag na publicatie in werking. Gelijktijdig zullen de volgende beleidsregels komen te vervallen:

    • -

      Beleidsregels voor plaatsing van reclame-objecten in de openbare ruimte, met uitzondering van reclamemasten

    • -

      Beleidsregels voor gevelreclame en uitstallingen en reclame-objecten, niet zijnde gevelreclame in het gebied buiten de binnenstad;

    • -

      Beleidsregels voor gevelreclame en uitstallingen en reclame-objecten, niet zijnde gevelreclame in de Zwolse binnenstad;

    • -

      Beleidsregels voor plaatsing verwijsborden;

    • -

      Beleidsregels voor plaatsing van driehoeksborden, sandwichborden en displays in de openbare ruimte.