Verordening bestuursrechtelijke geldschulden waterschap Vechtstromen

Geldend van 05-12-2014 t/m heden

Intitulé

Verordening bestuursrechtelijke geldschulden waterschap Vechtstromen

Kenmerk: B2014/u328

Het algemeen bestuur van het waterschap Vechtstromen;

gezien het voorstel van het dagelijks bestuur d.d. 18 november 2014;

gelet op de artikelen 4:86 en 4:88 van de Algemene wet bestuursrecht en 56, 77 en 78 van de Waterschapswet en artikel 2 van de Overgangsbepalingen behorende bij het Reglement voor het waterschap Vechtstromen;

BESLUIT

vast te stellen de Verordening bestuursrechtelijke geldschulden waterschap Vechtstromen

Artikel 1 begripsbepalingen

In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.

    bestuursorgaan: het algemeen bestuur of het dagelijks bestuur van waterschap Vechtstromen;

  • b.

    SAW: Sectorale arbeidsvoorwaardenregelingen waterschapspersoneel.

Artikel 2 Geldschulden zonder voorafgaande beschikking

Geen beschikking wordt vastgesteld voor betaling van een geldsom door het bestuursorgaan met betrekking tot:

  • a.

    de vergoedingen aan leden van het algemeen bestuur op grond van het Waterschapsbesluit en de Verordening rechtpositie bestuur Vechtstromen;

  • b.

    de bezoldiging en vergoedingen van leden van het dagelijks bestuur en de watergraaf op grond van het Waterschapsbesluit en de Verordening rechtpositie bestuur Vechtstromen;

  • c.

    de uitkeringen op grond van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers;

  • d.

    de bezoldiging van de ambtenaren van het waterschap als bedoeld in de SAW of daarop gebaseerde regelingen;

  • e.

    de onkostenvergoedingen aan ambtenaren van het waterschap als bedoeld in de SAW of daarop gebaseerde regelingen;

  • f.

    de overige vergoedingen en toelagen aan ambtenaren van het waterschap als bedoeld in de SAW of daarop gebaseerde regelingen;

  • g.

    de vergoedingen aan de leden van de commissie van advies voor de behandeling van bezwaren als bedoeld in de Verordening behandeling van bezwaren waterschap Vechtstromen;

  • h.

    de vergoedingen aan de leden van de adviescommissie als bedoeld in de Procedureverordening nadeelcompensatie waterschap Vechtstromen;

Artikel 3 Betaaltermijn

De betaaltermijn voor geldschulden als bedoeld in artikel 1 is, in afwijking van 4:87 Awb:

  • a.

    voor de onderdelen a, b en c, waar het een vaste maandelijkse vergoedingen betreft: uiterlijk de laatste dag van de maand waarop de uitbetaling betrekking heeft;

  • b.

    voor de onderdelen a en b, waar het vergoedingen op basis van een declaratie betreft: uiterlijk de laatste dag van de maand, volgend op de maand, waarop de declaratie is ingediend;

  • c.

    voor onderdeel d: uiterlijk de laatste dag van de maand waarop de uitbetaling betrekking heeft;

  • d.

    voor de onderdelen e en f, waar het een vaste maandelijkse vergoedingen betreft: uiterlijk de laatste dag van de maand waarop de uitbetaling betrekking heeft;

  • e.

    voor de onderdelen e en f, waar het vergoedingen op basis van een declaratie betreft: uiterlijk de laatste dag van de maand, volgend op de maand, waarop de declaratie is ingediend;

  • f.

    voor de onderdelen g en h: uiterlijk de laatste dag van de maand volgend op de maand waarin de zitting waarop de vergoeding betrekking heeft plaats gevonden.

Artikel 4 Slotbepalingen

  • 1.

    Op een verplichting tot betaling van een bestuursrechtelijke geldschuld door een bestuursorgaan die is vastgesteld of ontstaan voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening, blijft het recht zoals dat gold voor dat tijdstip van toepassing.

  • 2.

    De Verordening bestuursrechtelijke geldschulden Velt en Vecht wordt ingetrokken.

  • 3.

    Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na die van haar bekendmaking.

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als Verordening bestuursrechtelijke geldschulden waterschap Vechtstromen.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 26 november 2014 te Almelo.
Het algemeen bestuur van het waterschap Vechtstromen,
dr. S.M.M. Kuks, watergraaf drs. O. Dijkstra, secretaris

ALGEMENE TOELICHTING

Op 1 juli 2009 is de vierde tranche van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in werking getreden. Onderdeel van die wet is de regeling omtrent “bestuursrechtelijke geldschulden”.

Deze nieuwe regeling geeft regels die van toepassing zijn op betaling van geldschulden aan de overheid en op betaling van geldschulden door de overheid. Een geldschuld in de zin van de Awb is een bestuursrechtelijke verplichting tot het betalen van een geldsom. Deze kan worden vastgesteld bij beschikking of rechtstreeks ontstaan uit de wet.

Het gaat hier dus niet om “schulden” met een privaatrechtelijke grondslag (zoals een schadevergoeding uit onrechtmatige daad), maar om schulden die een publiekrechtelijke basis hebben. Te denken valt aan dwangsombeschikkingen en betalingsbeschikkingen met betrekking tot een last onder bestuursdwang te betalen door de burger aan de overheid en aan de kant van het bestuur subsidiebeschikkingen, beschikkingen ten aanzien van nadeelcompensatie en verbeurde dwangsommen wegens niet tijdig beslissen, te betalen door de overheid aan de burger.

Artikel 4:86, lid 1, Awb regelt dat de verplichting tot betaling van een geldsom bij beschikking wordt vastgesteld. Vaak vloeit een geldschuld voort uit een beschikking waartegen bezwaar en beroep open staat. In dat geval is de betalingsbeschikking een extra beschikking, waartegen ook bezwaar en beroep kan worden ingesteld.

Veel betalingen van geldschulden door de overheid hebben echter betrekking op eenvoudige en met regelmaat terugkerende (automatische) betalingen. Een aparte beschikking opstellen en afgeven is dan niet doelmatig. Artikel 4:88, lid 1, Awb biedt bestuursorganen de mogelijkheid “bij wettelijk voorschrift” (= een verordening) geldschulden uit te sluiten van de beschikkingsplicht.

De binnen Vechtstromen geldende regelingen zijn geïnventariseerd op betalingen van geldschulden door het waterschap. In de belastingverordeningen en de Procedureverordening nadeelcompensatie is reeds rekening gehouden met de regeling over de bestuursrechtelijke geldschulden.

Voor wat betreft de betaling door het waterschap van de vergoedingen en bezoldiging van het bestuur en de ambtenaren echter niet. Voor deze regelmatig (in vaste vorm) terugkerende betalingen is het doelmatig door middel van deze verordening de beschikkingsplicht voor de betaling van deze geldschulden door het waterschap uit te sluiten en een algemene betalingstermijn vast te stellen.

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Artikel 2

Onderdelen a,b

De in deze verordening bedoelde vergoedingen aan leden van het algemeen bestuur op grond van het Waterschapsbesluit en de Verordening rechtpositie bestuur Vechtstromen betreffen:

  • -

    vergoeding (artikel 3.2);

  • -

    toelage fractievoorzitters (artikel 3.3);

  • -

    reis- en verblijfkosten en vergoeding van telefoonkosten (artikel 3.6);

  • -

    tegemoetkoming belastingheffing voor het ter beschikking stellen van computerapparatuur (artikel 3.7, artikel 1 Verordening rechtspositie bestuur Vechtstromen);

  • -

    vergoeding voor de aanleg- en abonnementskosten voor de internetverbinding voor computerapparatuur (artikel 3.7, artikel 1 Verordening rechtspositie bestuur Vechtstromen);

  • -

    tegemoetkoming in de kosten van een ziektekostenverzekering (artikel 3.8);

  • -

    onkostenvergoeding voor de aan de uitoefening van de functie verbonden kosten (artikel 3.9);

  • -

    vergoeding van de contributie van een lidmaatschap van beroepsvereniging voor de uitoefening van de functie (artikel 3.9).

De in deze verordening bedoelde bezoldiging en vergoedingen van leden van het dagelijks bestuur op grond van het Waterschapsbesluit en de Verordening rechtpositie bestuur Vechtstromen betreffen:

  • -

    bezoldiging (artikel 3.11);

  • -

    onkostenvergoeding (artikel 3.11a);

  • -

    vakantie-uitkering en een eindejaarsuitkering (artikel 3.13);

  • -

    verhuiskosten, reis- en verblijfkosten, waaronder ook de vergoeding voor woon-werk verkeer, en telefoonkosten (artikel 3:14, artikel 2 Verordening rechtspositie bestuur Vechtstromen);

  • -

    tegemoetkoming belastingheffing voor het ter beschikking stellen van computerapparatuur (artikel 2 Verordening rechtspositie bestuur Vechtstromen);

  • -

    vergoeding voor de aanleg- en de abonnementskosten voor de internetverbinding voor computerapparatuur (artikel 3.15, artikel 2 Verordening rechtspositie bestuur Vechtstromen);

  • -

    vergoeding van de contributie van een lidmaatschap van beroepsvereniging voor de uitoefening van de functie (artikel 3.17 juncto artikel 3.9, vierde lid);

  • -

    overlijdensuitkering (artikel 3.17 juncto artikel 3.40).

De in deze verordening bedoelde bezoldiging en vergoedingen van de watergraaf op grond van het Waterschapsbesluit en de Verordening rechtpositie bestuur Vechtstromen betreffen:

  • -

    bezoldiging (artikel 3.24);

  • -

    telefoonkosten (artikel 2 Verordening rechtspositie bestuur Vechtstromen);

  • -

    tegemoetkoming belastingheffing voor het ter beschikking stellen van computerapparatuur (artikel 2 Verordening rechtspositie bestuur Vechtstromen);

  • -

    vergoeding voor de aanleg- en abonnementskosten voor de internetverbinding voor computerapparatuur (artikel 2 Verordening rechtspositie bestuur Vechtstromen);

  • -

    ambtstoelage (artikel 3.26);

  • -

    ambtsjubileumgratificatie en een dienstjubileumgratificatie (artikel 3.36);

  • -

    overlijdensuitkering (artikel 3.40).

onderdeel c

Op grond van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (Appa) hebben de voorzitter en leden van het dagelijks bestuur van een waterschap recht op een uitkering (wachtgeld) en pensioen van het waterschap.

Onderdelen d,e en f

Op grond van de SAW is de bezoldiging van ambtenaren het salaris vermeerderd met de vaste toelagen, indien en voor zover deze toelagen niet het karakter hebben van een onkostenvergoeding en uitgezonderd het IKB-collectief (artikel 1.2.1).

Vaste toelagen zijn:

  • -

    prestatietoeslag (artikel 3.1.11);

  • -

    arbeidsmarkttoelage (artikel 3.1.14);

  • -

    waarneming (artikel 3.1.15);

  • -

    overwerk (artikel 3.1.16);

  • -

    wachtdienst (artikel 3.4.3)

  • -

    onregelmatige dienst (artikel 3.4.9).

Onkostenvergoedingen zijn:

  • -

    reiskosten, bestaande uit

  • -

    vergoeding woon–werkverkeer (artikel 3.3.1),

  • -

    vergoeding reis– en verblijfskosten dienstreizen (artikel 3.3.7)

  • -

    verhuiskosten (artikel 3.5.2)

  • -

    overige vergoedingen (hoofdstuk 3.6), o.a. ambtsjubilea, uitkering na overlijden (ex) ambtenaar

Tot slot kan een ambtenaar bij het waterschap zijn Individueel KeuzeBudget (IKB) laten uitbetalen (artikel 3.2.7).

Artikel 3

Op grond van artikel 4:87 Awb geschiedt de betaling van een geldschuld binnen zes weken na bekendmaking van de betreffende beschikking.

Als gebruik wordt gemaakt van de in artikel 4:88, lid 1, Awb geboden mogelijkheid om “bij wettelijk voorschrift” geldschulden uit te sluiten van de beschikkingsplicht, moet tevens worden bepaald binnen welke termijn de betaling plaatsvindt.

Voor de betaaltermijnen van de bezoldiging en vergoedingen van bestuurders en ambtenaren is, in aansluiting op de salarisadministratie, een onderscheid gemaakt tussen de vaste maandelijkse geldschulden/betalingen en de geldschulden/betalingen op declaratiebasis.