Beleidsregels uitgifte openbaar groen

Geldend van 23-02-2011 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels uitgifte openbaar groen

BELEIDSREGELS UITGIFTE OPENBAAR GROEN

1

1.1 Inleiding

De vijf oorspronkelijke gemeenten hadden, afgestemd op de plaatselijke situatie, voor het beheer van het openbare groen ieder hun eigen budget, aanpak en methoden. In februari 2008 is het Groenstruc-tuurplan vastgesteld. Dit plan brengt het huidige groen naar wijze van inrichting en beheer in beeld en geeft een visie daarop voor het beheer in de nabije toekomst.

De groenstructuur in de gemeente is een samenhangend geheel van groene punten, linten en vlakken die bepalend zijn voor de beleving en uitstraling. De gewenste ruimtelijke structuur wordt voor de lan-ge termijn gehandhaafd door het te benoemen als structureel groen. Structureel groen heeft een ruim-telijke kwaliteit die niet objectief meetbaar is, maar voort komt uit de ruimtelijke waarden. De belang-rijkste waarden zijn: recreatie, educatie, natuurwaarden, ruimtelijke betekenis, gezondheids-waarden, cultuurhistorische waarden en technische waarden.

Het groenstructuurplan geeft het belang en de functionaliteit van het openbaar groen weer. Het vormt daarmee ook de basis voor het behandelen van verzoeken tot koop voor openbaar groen.

De groenstructuur in de gemeente is een samenhangend geheel van groene punten, linten en vlakken die bepalend zijn voor de beleving en uitstraling. De gewenste ruimtelijke structuur wordt voor de lan-ge termijn gehandhaafd door het te benoemen als structureel groen. Structureel groen heeft een ruim-telijke kwaliteit die niet objectief meetbaar is, maar voort komt uit de ruimtelijke waarden. De belang-rijkste waarden zijn: recreatie, educatie, natuurwaarden, ruimtelijke betekenis, gezondheids-waarden, cultuurhistorische waarden en technische waarden.

Het groenstructuurplan geeft het belang en de functionaliteit van het openbaar groen weer. Het vormt daarmee ook de basis voor het behandelen van verzoeken tot koop voor openbaar groen.

1.2 Beschrijving huidige groenuitgifte

Wij hanteren een passief groenuitgiftebeleid, dat wil zeggen dat wij reageren op ingekomen ver-zoeken. Verzoeken tot koop worden door de afdeling Beheer behandeld. Hierbij hanteren wij de vol-gende werkwijze:

Na ontvangst van een verzoek tot koop vragen wij verschillende vakgroepen met een zogenaamd "roulatieformulier" om advies. Tegelijk doen wij onderzoek naar de aanwezigheid van kabels en leidin-gen. Na positief advies wordt de verkoopprijs vastgesteld. Burgemeester en wethouders beslissen per geval over verkoop. Nadat burgemeester en wethouders tot verkoop hebben besloten, sturen wij de aanvrager een koopovereenkomst voor bedoeld perceel of gedeelte van een perceel.

Gemeentelijk groen dat niet voor verkoop in aanmerking komt maar wel kan worden afgestoten, kan te huur worden aangeboden. Net als bij grondverkoop worden aan huurovereenkomsten soms verschil-lende voorwaarden en/of beperkingen opgelegd. Verhuur gebeurt echter met grote terughoudendheid.

2

2.1 Toekomstig uitgiftebeleid openbaar groen

Wij streven naar een efficiënt, doelmatig en klantgericht uitgiftebeleid: Waar mogelijk groenstroken verkopen. Verhuur van groenstroken vraagt veel administratieve werkzaamheden met meestal lage opbrengsten. De kosten wegen in de meeste gevallen niet op tegen de nadelen (omvangrijke admi-nistratie met navenante kosten, continuïteit van huur is niet gegarandeerd). Hoewel het kostenaspect geen doorslaggevend criterium is, vinden wij het ongewenst groenstroken te verhuren. Wij kiezen er daarom voor, waar uitgifte mogelijk is tot verkoop over te gaan en het perceel niet in huur aan te bieden.

Voor een koper is de aankoop van een groenstrook de meest zekere vorm. Doorgaans levert hem dit een stukje waardevermeerdering op van zijn totale onroerende zaak. Verkoop van openbaar groen heeft als voordeel dat de onderhoudslasten voor de gemeente dalen. Verder zijn er nog bijkomende voordelen: éénmalige extra inkomsten, hogere OZB-opbrengsten, geen handhavingkosten voor onei-genlijk gebruik. Nadelen van verkoop zijn: geen ruimte meer voor alternatieve gebruiksfuncties van het groen, zoals wegverbredingen, parkeren, speelvoorzieningen, et cetera.

2.2 Groenstructuurplan

De groenstructuur is een samenhangend geheel van groene punten, linten en vlakken die bepalend zijn voor de beleving en uitstraling van de gemeente. Het groenstructuurplan bevat een visie op het groen van de grotere dorpen. De kleinere kernen worden besproken in relatie tot het landschap waarin zij liggen. Het groenstructuurplan beperkt zich tot het openbaar groen in de dorpen en kernen van de Gemeente Bronckhorst.

Op de bij het plan behorende groenstructuurkaart is het structureel groen in beeld gebracht. Hieronder vallen:

  • °

    Bomenstructuren die een belangrijke bijdrage leveren aan de ruimtelijke kwaliteit van de ge-meente, lange lijnen, historische lijnen, verbindingsschakels.

  • °

    De groenvoorzieningen die onvervangbaar zijn en een bijzondere bijdrage leveren aan de kwaliteit, identiteit en belevingswaarde van de stad.

  • °

    De groenvoorzieningen die een belangrijke natuurwaarde hebben.

  • °

    Groenstroken die door hun omvang en/of ligging bijdrage aan de samenhang van de totale groenstructuur.

De hoofdgroenstructuur moet zowel kwalitatief als kwantitatief in stand worden gehouden. Het groen dat deel uitmaakt van de groenstructuur wordt in bestemmingsplannen als zodanig omschreven en komt niet in aanmerking voor verkoop.

Openbaar groen dat geen deel uitmaakt van de hoofdgroenstructuur komt voor verkoop in aanmerking Wel moet een aantal relevante toetsingsgronden (de "tenzij-criteria") worden doorlopen. Deze zijn in onderdeel 3 beschreven.

Wij hebben het groenstructuurplan digitaal via de gemeentelijke website beschikbaar gemaakt. Daar-door kan de aspirant koper desgewenst zelf beoordelen of een perceel al dan niet voor verkoop in aanmerking komt. Als een perceel voor verkoop in aanmerking komt, betekent dat nog niet dat het zonder meer kan worden verkocht. Er zal steeds een inhoudelijke beoordeling volgen.

2.3 Bestemmingsplan

Bij de actualisering van bestemmingsplannen zullen wij de hoofdgroenstructuur bestemmen als "Groen". Op deze gronden zijn groen, speelvoorzieningen en voet- en fietspaden toegelaten. Het ove-rige groen zal worden bestemd als "Verkeer - Verblijf", waar naast wegen, parkeren, voet- en fietspa-den, groen en speelvoorzieningen ook tuinen en erven van woningen zijn toegelaten. Deze laatste toevoeging maakt het mogelijk om de gronden na verkoop ook als tuin/erf bij de woning te gebruiken.

Op gronden met de bestemming "Verkeer - Verblijf" zijn geen bouwwerken toegelaten, anders dan vergunningvrije bouwwerken die vrij zijn van een bestemmingsplantoets. Het gebruik als tuin/erf bij de woning, vooruitlopend op het actualiseren van het bestemmingsplan wordt vanuit Ruimtelijke Orde-ning niet zo bezwaarlijk gevonden dat daartegen handhavend zou moeten worden opgetreden. Dit is ook niet reëel vanuit de legaliseringsvraag omdat wij, gelet op bovengenoemde, het gebruik bij de actualisering willen toestaan/legaliseren. Dit geldt niet voor eventuele beoogde bouwwerken, anders dan vergunningvrije werken. Deze zijn pas mogelijk als we dit in toekomstige bestemmingsplannen opnemen. Dat is niet iets dat generiek in een plan wordt bepaald maar dat op perceelsniveau wordt bekeken bij de inventarisatie en het samenstellen van de plankaart.

3

3.1 Toetsingsgronden uitgifte openbaar groen

Voor de uitgifte van openbaar groen is het belangrijk dat er een duidelijk beleid is waarin voorwaarden worden opgesteld voor een acceptabel straat- en natuurbeeld en er rekening wordt gehouden met effectief beheer van het resterend openbaar groen. Het groenstructuurplan is een basisvoorwaarde om op een goede en efficiënte wijze het toetsen van verzoeken tot uitgifte van groen mogelijk te maken.

Nadat geconstateerd is dat het groen geen deel uitmaakt van de hoofdgroenstructuur kan het open-baar groen in principe worden uitgegeven, tenzij dit om een of meerdere redenen onwenselijk is. De toetsingsgronden worden als volgt gerubriceerd (Ja- tenzij-criteria):

3.2 Technische aspecten

3.2.1 Nutsvoorzieningen

Om problemen met de toegankelijkheid en met schadeclaims in geval van calamiteiten of onder-houdswerkzaamheden te voorkomen, zal binnen het nieuwe beleid geen uitgifte meer plaatsvinden van openbaar groen waarin zich kabels en leidingen bevinden.

3.3 Strategische overwegingen

3.3.1 Toekomstige ontwikkelingen

Een belangrijk aspect vormen eventuele toekomstige ontwikkelingen. Hierbij moet worden gedacht aan nieuwe bouwlocaties, verkeersontsluitingen, reconstructies van wegen of reserveringen ten be-hoeve van parkeren. In sommige gevallen zijn deze locaties tijdelijk voorzien van groenvoorzieningen. In al deze gevallen wordt niet tot verkoop van groen overgegaan.

3.4 Veiligheidsoverwegingen

3.4.1 Verkeersveiligheid

Verkoop van openbaar groen is ongewenst als daardoor onoverzichtelijke verkeerssituaties ontstaan. Gedacht moet worden aan een strook die is ingeplant met laag groen, en na uitgifte wordt ingericht met hoog groen of wordt voorzien van schuttingen, waardoor een onoverzichtelijke en dus gevaarlijke verkeerssituatie ontstaat. Hetzelfde kan zich voordoen bij stroken groen die direct grenzen aan de openbare weg. Verkoop van dat groen kan voor weggebruikers leiden tot gevaarlijke verkeerssitua-ties. Daar waar door verkoop de verkeersveiligheid in het geding kan komen, wordt niet tot verkoop overgegaan.

3.4.2 Sociale veiligheid

Voor de leefbaarheid van de woonomgeving is een veilig gevoel voor de bewoners van groot belang. Dit gevoel kan overigens heel anders liggen dan de daadwerkelijke veiligheid. Vooral in de donkere periodes van avond en nacht kunnen onoverzichtelijke situaties leiden tot een onveilig gevoel. Dit soort situaties kan ontstaan door:

- hoge particuliere erfafscheidingen direct langs voet- en fietspaden;

- het aanbrengen van hoge dichte beplanting langs openbare gebieden;

- donkere plekken die ontstaan door slechte of ontbrekende verlichting;

- beperkt zicht vanuit de buurt in en op voet- en fietspaden;

Dergelijke problemen kunnen voorkomen worden door hiermee al bij het stedenbouwkundige ontwerp en de gedetailleerde inrichtingsplannen rekening te houden. Daarnaast kan sturing plaatsvinden door de keuze van het te voeren beheer te richten op het voorkómen van onoverzichtelijke situaties. Bij het beoordelen van een verzoek voor de uitgifte van openbaar groen wordt bekeken of sociaal onveilige situaties kunnen ontstaan of kunnen worden opgeheven door verkoop. Als dergelijke onveilige situaties kunnen ontstaan, wordt niet overgegaan tot uitgifte van openbaar groen.

3.5 Beheersoverwegingen

3.5.1 Minimale maatvoering en beheerslasten

Als bij toetsing de beoordelingscriteria voor de groenstructuur positief zijn, letten wij er ook op of er eventueel delen openbaar groen overblijven. De maatvoering van het resterende openbaar groen is hierbij van belang, waarbij uitgangspunt is dat de beplanting zijn natuurlijke vorm kan ontwikkelen en het beheer met standaardmachines kan worden uitgevoerd. De minimale maatvoering is als volgt:

Gras: 3 meter

Lage beplanting (lager dan 1.25 meter): 3 meter

Hoge beplanting (hoger dan 1.25 meter): 5 meter

Het resterende groen moet voldoende omvang hebben. Afhankelijk van het stedenbouwkundige ont-werp kan het wenselijk zijn om zowel een strook gras als beplanting te handhaven. In dat geval dient de maatvoering te worden aangepast, bijvoorbeeld 3 + 5 meter. Als de verkoop van bijvoorbeeld een gedeelte van een beplantingsstrook leidt tot een onacceptabel beeld van het restant van de strook dan kan het noodzakelijk zijn om het resterende gedeelte openbaar groen te renoveren. De kosten die hierbij gemaakt moeten worden zijn een gevolg van de verkoop. In dat geval is het redelijk dat de aanvrager de kosten op zich neemt.

3.6 Bereikbaarheid

Wij verkopen geen openbaar groen als daardoor ander openbaar groen onbereikbaar wordt voor on-derhoud. Onder onbereikbaarheid verstaan wij ook de situatie waarin openbaar groen wel te voet, maar niet voor materieel bereikbaar is, terwijl dat wel nodig is.

3.7 Functionele overwegingen

3.7.1 Beeldkwaliteit in relatie tot versnippering

Alleen openbaar groen dat direct aan een perceel grenst, komt voor verkoop in aanmerking. Daarnaast bekijken wij ook of het van belang is voor slechts één bewoner of meerdere bewoners. In individuele gevallen gaat het meestal om een openbare voorziening aan de zijkant van de woning. Aan de achterzijde gelegen groenvoorzieningen zijn voor alle bewoners van belang. Ter voorkoming van ongewenste versnippering of onoverzichtelijke onderhoudssituaties voor de gemeente, verkopen wij geen openbaar groen als één of meerdere bewoners geen belangstelling hebben. Een strook die dus grenst aan twee of meer woningen, verkopen wij slechts aan de aanvrager als ook de andere bewoner(s) overgaan tot aankoop.

4

4.1 Uitgifteprijzen openbaar groen

Voor openbaar groen worden de prijzen uit de Grondprijzenbrief gehanteerd. Deze uitgifteprijzen wor-den jaarlijks door het college van b en w geactualiseerd en vastgesteld.

Eventuele taxatiekosten komen voor rekening van de koper, ongeacht of deze tot aankoop overgaat. Bij taxatie wordt gekeken naar de waarde van de te verkopen grond en de waardevermeerdering van het gehele perceel (inclusief bebouwing) door aankoop van de grond. De gemeente bepaalt de keuze van de taxateur. Indien gekozen wordt voor een taxatie, dan is de uitkomst hiervan (de prijs) bindend voor partijen.

Bij verkoop van openbaar groen wordt als uitgangspunt "kosten koper" gehanteerd. Dat houdt in dat de overdrachtskosten (notariskosten, kosten kadaster en overdrachtsbelasting) voor rekening van de koper komen.

5

5.1 Beleidsregels

Als openbaar groen geen deel uitmaakt van de ecologische hoofdstructuur en geen structureel karakter heeft, kan het openbaar groen worden verkocht, tenzij:

- zich kabels en leidingen in het perceel bevinden;

- toekomstige ontwikkelingen worden voorzien;

- gevaarlijke verkeerssituaties ontstaan;

- de sociale veiligheid in het geding is;

- het overblijvende groen niet meer voldoet aan de minimale maatvoering voor doelmatig onderhoud;

- het overblijvende groen onbereikbaar wordt voor onderhoud;

- het groen niet direct aan een perceel grenst

- een strook die grenst aan twee of meer woningen, niet geheel kan worden verkocht;

Bij het toekennen of afwijzen van een verzoek of initiatief, kan ter motivering van het besluit slechts worden volstaan met een verwijzing naar de beleidsregels. Voor beleidsregels geldt altijd de zogehe-ten "hardheidsclausule". Het beslissingsbevoegde orgaan kan in voorkomende gevallen, te allen tijde gemotiveerd afwijken van de beleidsregel.