Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR345817
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR345817/1
Regeling vervallen per 21-06-2018
Parkeerverordening Goes 2015
Geldend van 01-01-2015 t/m 31-12-2016
Intitulé
De raad van de gemeente Goesgezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 27 november 2014;
gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 2a van de Wegenverkeerswet 1994;
b e s l u i t :
vast te stellen de:
Verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van parkeervergunningen 2015.
Afdeling I Definities en begripsomschrijvingen
Besluitnummer |
6b |
Vergadering d.d. |
4 december 2014 |
Verzonden |
27 november 2014 |
Onderwerp |
Parkeerverordening Goes 2015 |
Artikel 1
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
RVV 1990: het Reglement verkeersregels en verkeerstekens van 26 juli 1990 (Staatsblad 1990,459);
- b.
voertuig: hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990 met inbegrip van brommobielen, zoals bedoeld in artikel 1 onder ia van het RVV 1990;
- c.
parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van zaken, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;
- d.
houder: degene op wiens naam het voor het motorrijtuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren was ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 aangehouden register van opgegeven kentekens;degene die naar de omstandigheden als houder van een voertuig moet worden beschouwd,
- e.
parkeerapparatuur: parkeermeters, parkeerautomaten, met inbegrip van verzamelparkeermeters, en hetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan;
- f.
parkeerapparatuurplaats: een parkeerplaats ten aanzien waarvan het parkeren wordt geregeld door parkeerapparatuur;
- g.
vergunninghouderplaats: een parkeerplaats die:
- 1.
is aangeduid met bord E9 uit bijlage I van het RVV 1990, of
- 2.
gelegen is binnen een zone aangeduid met bord E9 uit bijlage I van het RVV 1990 met het opschrift zone, voor zover deze plaats niet is uitgezonderd;
- 1.
- h.
vergunning: een door het college van burgemeester en wethouders verleende vergunning, krachtens welke het is toegestaan een motorvoertuig te parkeren op daartoe aangewezen parkeerapparatuur- of vergunninghoudersplaatsen;
- i.
vergunninghouder: de natuurlijke persoon of rechtspersoon aan wie een vergunning is verleend;
- j.
bewonersvergunning: een vergunning, afgegeven op kenteken, bestemd voor bewoners van gebieden waar vergunninghoudersplaatsen of parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn, geldig binnen het gebied/zone waar de vergunninghouder woonachtig is;
- k.
bedrijfsvergunning: een vergunning, afgegeven op kenteken, bestemd voor bedrijven gevestigd in gebieden waar vergunninghoudersplaatsen op parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn, geldig binnen het gebied/zone waar de vergunninghouder gevestigd is;
- l.
dag: een periode van 24 uur die om 0.00 uur aanvangt;
- m.
dagdeel: de periode 09.00-13.00 uur, respectievelijk 13.00-18.00 uur (op donderdagen 13.00-21.00 uur);
- n.
bewonersdagdeelkraskaart: een vergunning bestemd voor bewoners uit de gebieden waar vergunninghoudersplaatsen of parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn, ten behoeve van hun bezoek, met dien verstande dat de vergunning voor het betreffende gebied slechts geldt voor een op de kraskaart aan te merken datum en dagdeel;
- o.
bedrijfsdagdeelkraskaart:a) een vergunning bestemd voor bedrijven die gevestigd zijn in gebieden waar vergunninghoudersplaatsen of parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn, ten behoeve van hun bezoek, met dien verstande dat de vergunning slechts geldt voor een op de kraskaart aan te merken datum en dagdeel en/of b) een vergunning voor andere ondernemers/bedrijven die voor het verrichten van bedrijfsmatige activiteiten tijdelijk een motorvoertuig willen parkerenin gebieden waar vergunninghoudersplaatsen of parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn, met dien verstande dat de vergunning voor het betreffende gebied slechts geldt voor een op de kraskaart aan te merken datum en dagdeel;
- p.
AA-vergunning: een vergunning, afgegeven op kenteken, bestemd voor een ieder, welke geldig is op alle parkeerapparatuurplaatsen en vergunninghouderplaatsen;
- q.
AB-vergunning: een vergunning, afgegeven op kenteken, bestemd voor een ieder, welke uitsluitend geldig is op het Molenplein, het parkeerterrein gelegen aan Piet Heinstraat en Edisonstraat;
- r.
AM-vergunning: een vergunning, afgegeven op kenteken, bestemd voor een in de gezondheidszorg werkzame persoon, welke geldig is op alle parkeerapparatuurplaatsen en vergunninghouderplaatsen;
- s.
AV-vergunning: een vergunning, afgegeven op kenteken bestemd voor natuurlijke personen, die eigenaar/huurder zijn van een woning in een gebied waar vergunninghouderplaatsen of parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn, maar die elders woonachtig zijn;
- t.
AW-vergunning voor bewoners: een vergunning, afgegeven op kenteken, bestemd voor bewoners uit de gebieden waar vergunninghoudersplaatsen of parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn, die op de wachtlijst staan voor een bewonersvergunning, welke uitsluitend geldig is op het Molenplein en de terreinen Albert Joachimikadea;
- u.
AW-vergunning voor bedrijven: een vergunning, afgegeven op kenteken, bestemd voor bedrijven gevestigd in de gebieden waar vergunninghoudersplaatsen of parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn, die op de wachtlijst staan voor een bedrijfsvergunning, welke uitsluitend geldig is op het Molenplein en de terreinen Albert Joacimikade;
- v.
parkeergelegenheid op eigen terrein:
- 1.
een parkeergelegenheid op eigen terrein of in een garage waarover de aanvrager kan beschikken op grond van eigendom, erfpacht, huur of ingebruikgeving of anderszins,
- 2.
parkeergelegenheid waarover de aanvrager kan beschikken in een garage of op een perceel, omdat in een raadsbesluit, een bouwvergunning, een huur- of koopovereenkomst of een erfpacht- of splitsingsakte voorwaarden is vastgelegd dat deze is bedoeld als parkeergelegenheid voor het adres van de aanvrager of
- 3.
een voormalige parkeergelegenheid op eigen terrein die door of vanwege de aanvrager een andere bestemming van die van parkeerplaats heeft gekregen.
- 1.
- w.
gehandicaptenparkeerplaats:een parkeerplaats die is aangeduid met bord E6 uit bijlage I van het RVV 1990;
- x.
wachtlijst: de lijst van gegadigden voor een vergunning;
- y.
vergunninghouderzone: een aaneengesloten gebied dat bestaat uit één of meerdere weggedeelte(n) dat is aangewezen als bestemd voor het parkeren door vergunninghouders.
Afdeling II Plaatsen voor vergunninghouders, vergunningen en vergunningbewijzen
Artikel 2
-
1. Het college kan, bij openbaar te maken besluit, weggedeelten aanwijzen die bestemd zijn voor het parkeren door vergunninghouders.
-
2. Het college kan, bij openbaar te maken besluit, de tijdstippen vaststellen waarop het parkeren alleen aan vergunninghouders is toegestaan.
Artikel 3
-
1. Het college kan op een daartoe strekkende aanvraag een vergunning verlenen voor het parkeren op vergunninghouderplaatsen of parkeerapparatuurplaatsen binnen een in de vergunning te omschrijven gebied of gedeelte daarvan.
-
2. Het college kan regels stellen voor het aanvragen en verlenen van een vergunning.
-
3. Het college kan aan een vergunning voorschriften en beperkingen verbinden die strekken tot bescherming van het belang van een goede verdeling van de beschikbare parkeerruimte.
-
4. Een vergunning kan worden verleend aan:
- a.
de eigenaar of houder van een motorvoertuig die woont in een gebied waar vergunninghouderplaatsen of mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn;
- b.
de eigenaar of houder van een motorvoertuig die een beroep of bedrijf uitoefent in een gebied waar vergunninghouderplaatsen of mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn;
- c.
de eigenaar of houder van een motorvoertuig die in de gezondheidszorg werkzaam is en die aantoont dat het in het belang van diens beroepsuitoefening noodzakelijk is een motorvoertuig te kunnen parkeren;
- d.
de eigenaar of houder van een motorvoertuig wanneer deze tijdelijk voor de uitoefening van bedrijfsmatige activiteiten, een motorvoertuig moet kunnen parkeren in een gebied waar vergunninghoudersplaatsen of mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn (dagdeelkraskaarten).
- e.
bewoners en bedrijven woonachtig c.q. gevestigd in een gebied waar vergunninghouderplaatsen of mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn, ten behoeve van hun bezoek (dagdeelkraskaarten).
- f.
aan personen die eigenaar/huurder van een woning zijn in een gebied waar vergunninghoudersplaatsen of mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn, maar die elders woonachtig zijn.
- a.
-
5. Het college kan in bijzondere gevallen ook vergunning verlenen aan eigenaren of houders van motorvoertuigen die niet voldoen aan de in het vierde lid genoemde vereisten.
-
6. Het college kan, bij openbaar te maken besluit, een maximum aantal uit te geven vergunningen per aaneengesloten gebied en per categorie vaststellen. Wanneer deze maxima zijn bereikt, worden (nieuwe) aanvragen op een wachtlijst geplaatst.
Artikel 4
-
1. Het college beslist binnen 1 maand na ontvangst van een aanvraag voor een vergunning.
-
2. Het college kan de in het tweede lid genoemde termijn met ten hoogste 1 maand verlengen. Van een verlenging van deze termijn wordt de aanvrager schriftelijk in kennis gesteld .
Artikel 5
-
1. Een vergunning wordt voor ten hoogste één jaar verleend.
-
2. De vergunning bevat in ieder geval de volgende gegevens:
- a.
de periode waarvoor de vergunning geldt;
- b.
de vergunninghouderszone, het weggedeelte of de weg(en), waarvoor de vergunning geldt;
- c.
de naam van de vergunninghouder of het kenteken van het motorvoertuig waarvoor de vergunning is verleend of, indien het motorvoertuig geen kenteken heeft, andere kenmerken van het motorvoertuig.
- a.
Artikel 6
Het college kan een vergunning intrekken of wijzigen:
- a.
op verzoek van de vergunninghouder;
- b.
wanneer de vergunninghouder niet langer woonachtig is of niet langer een beroep of bedrijf uitoefent in het gebied waarvoor de vergunning is verleend;
- c.
wanneer er zich een wijziging voordoet in één van de omstandigheden die relevant waren voor het verlenen van de vergunning;
- d.
wanneer voor het betreffende gebied het stelsel van vergunningen komt te vervallen;
- e.
wanneer de vergunninghouder handelt in strijd met de aan de vergunning verbonden voorschriften;
- f.
wanneer blijkt dat bij de aanvraag van de vergunning onjuiste gegevens zijn verstrekt;
- g.
om redenen van openbaar belang.
Artikel 7
Een vergunning wordt geweigerd indien:
- a.
de aanvrager de beschikking heeft over parkeergelegenheid op eigen terrein of de mogelijkheid heeft daarover te beschikken;
- b.
de aanvrager beschikt over een voor zijn motorvoertuig gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats;
- c.
wanneer het motorvoertuig waarvoor vergunning wordt aangevraagd langer is dan 6 meter en/of hoger is dan 2,40 meter;
- d.
wanneer het voertuig waarvoor vergunning wordt aangevraagd een kampeerwagen, caravan, magazijnwagen, aanhangwagen, keetwagen of ander dergelijk voertuig betreft, dat voor de recreatie, of op een andere manier uitsluitend of mede wordt gebruikt voor andere dan verkeersdoeleinden.
- e.
de aanvrager in de twee jaar voorafgaand aan de beslissing op de aanvraag, gebruik heeft gemaakt van een vervalsing of onrechtmatige kopie van een vergunning.
Afdeling III Verbodsbepalingen
Artikel 8
-
1. Het is verboden om enig voorwerp, niet zijnde een motorvoertuig, te plaatsen of te laten staan op:
- a.
een parkeerapparatuurplaats;
- b.
een vergunninghouderplaats.
- a.
-
2. Het is verboden een fiets, een bromfiets of enig ander voorwerp op zodanige wijze tegen of bij parkeerapparatuur te plaatsen of te laten staan, dat daardoor een normaal gebruik daarvan wordt belemmerd of verhinderd.
-
3. Het college kan ontheffing verlenen van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel.
Artikel 9
Het is verboden parkeerapparatuur op andere wijze of met andere middelen, dan wel met andere munten dan die welke in de kennisgeving op de parkeerapparatuur staan aangegeven, in werking te stellen.
Artikel 10
-
1. Het is verboden gedurende de tijden waarop het parkeren op een vergunninghouderplaats slechts aan vergunninghouders is toegestaan aldaar een motorvoertuig te parkeren of geparkeerd te houden:
-
a. zonder vergunning;
-
b. zonder dat het motorvoertuig duidelijk zichtbaar is voorzien van de vergunning;
-
c. in strijd met de aan de vergunning verbonden voorschriften en beperkingen.
-
2. Het is verboden bewonersdagdeelkraskaart te verstrekken anders dan aan bezoek van de vergunninghouder of deze tegen betaling beschikbaar stellen aan derden;
-
3. het college kan ontheffing verlenen van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel.
Afdeling IV Strafbepaling
Artikel 11
Overtreding van het bepaalde in afdeling III of van de krachtens artikel 3, zesde lid, van deze verordening vastgestelde nadere regels wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of een geldboete van de eerste categorie.
Afdeling V Overgangs- en slotbepalingen
Artikel 12
Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering genoemde opsporingsambtenaren en de door het college aangewezen personen.
Artikel 13
- 1.
De "Parkeerverordening Goes 2013", vastgesteld door de gemeenteraad op 24 oktober 2013 wordt ingetrokken op de datum van inwerkingtreding van deze verordening.
- 2.
Vergunningen die zijn verleend krachtens de "Parkeerverordening Goes 2013 worden geacht te zijn verleend krachtens deze verordening.
- 3.
Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag voor een vergunning op grond van de "Parkeerverordening Goes 2013" is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.
- 4.
Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2015.
- 5.
Deze verordening kan worden aangehaald als: "Parkeerverordening Goes 2015".
Goes, 4 december 2014.
Aldus vastgesteld door de raad van de
gemeente Goes in zijn openbare
vergadering van 4 december 2014 .
de griffier, de voorzitter,
drs. J.W. Scherpenzeel. mr. L.J. Verhulst.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl