Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR343049
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR343049/1
Regeling vervallen per 01-01-2023
Verordening winkeltijden gemeente Haaren 2014
Geldend van 29-11-2014 t/m 31-12-2022
Intitulé
Verordening winkeltijden gemeente Haaren 2014Hoofdstuk 1. BEGRIPSBEPALINGEN
Verordening winkeltijden gemeente Haaren 2014
Artikel 1. Begripsbepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
- –
wet: de Winkeltijdenwet;
- –
college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haaren;
- –
feestdagen: Nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag, eerste
en tweede Kerstdag;
- –
werkdagen: maandag tot en met zaterdag;
- –
winkel: dat wat daaronder wordt verstaan in de Winkeltijdenwet.
Hoofdstuk 2 VRIJSTELLINGEN
Artikel 2. Vrijstelling zon- en feestdagen
1.De verboden, vervat in het eerste lid, onder a en b en het tweede lid van artikel 2 van de wet,
gelden niet op de zon- en feestdagen van 11.00 tot 18.00 uur.
Artikel 3a. Bepaalde winkels
De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op
de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van:
- a.
musea;
- b.
winkels, waar uitsluitend maaltijden, voor directe consumptie geschikte eetwaren, alcoholvrije
dranken en, door middel van een automaat, tabak en tabaksproducten, middelen ter
van zwangerschap en damesverband plegen te worden verkocht;
c.winkels waar de bedrijfsactiviteit hoofdzakelijk bestaat uit het verhuren van voorbespeelde
videobanden en andere voorbespeelde beelddragers, mits in die winkel geen andere goederen
worden te koop aangeboden of verkocht dan videobanden en andere beelddragers, alsmede
tijdschriften en catalogi, die betrekking hebben op het te huur aangeboden assortiment.
Artikel 3b. Openstelling anders dan voor verkoop
1.De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben
op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van:
a.winkels, waarin zich een restaurant of lunchroom bevindt, voor zover het laten betreden van
de winkel noodzakelijk is voor het bezoeken van het restaurant of de lunchroom;
b.winkels waar uitsluitend of hoofdzakelijk fietsen en bromfietsen plegen te worden verkocht,
voor zover het laten betreden van de winkel noodzakelijk is voor het huren van fietsen en
bromfietsen.
2.De in het eerste lid vervatte vrijstellingen gelden niet ten aanzien van het verkopen van
goederen.
Artikel 3c. Straatverkoop van bepaalde goederen
De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op
de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen
van voor directe consumptie geschikte eetwaren en alcoholvrije dranken.
Artikel 3d. Begraafplaatsen
1.De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben
op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van winkels, waar uitsluitend of
hoofdzakelijk bloemen en planten plegen te worden verkocht en die zijn gelegen op een afstand
van ten hoogste 100 meter van de publieksingang van een begraafplaats, gedurende de
openingstijden van die begraafplaats.
2.De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben
op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van het te koop aanbieden en
verkopen van bloemen en planten op een begraafplaats dan wel op een afstand van ten
hoogste 100 meter van de publieksingang daarvan, gedurende de openingstijden van die
begraafplaats.
Artikel 3e. Culturele evenementen
1.De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben
op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van gebouwen, waar voorstellingen,
uitvoeringen of evenementen van culturele aard plaatsvinden, en waar uitsluitend of
hoofdzakelijk goederen die rechtstreeks verband houden met aldaar te houden voorstellingen,
uitvoeringen en evenementen plegen te worden verkocht, vanaf een uur voor de aanvang van
de voorstelling, de uitvoering of het evenement tot een uur na afloop daarvan.
2.De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben
op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van het ter gelegenheid van
voorstellingen, uitvoeringen of evenementen van culturele aard te koop aanbieden en verkopen
van goederen, die rechtstreeks verband houden met die voorstellingen, uitvoeringen of
evenementen, vanaf een uur voor de aanvang van de voorstelling, de uitvoering of het
evenement tot een uur na afloop daarvan.
Artikel 3f. Sportcomplexen
1.De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben
op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van winkels in of op het terrein van
sportcomplexen, waar uitsluitend of hoofdzakelijk goederen worden verkocht, die rechtstreeks
verband houden met de aldaar beoefende sporten, gedurende de openstellingsuren van die
sportcomplexen.
2.De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben
op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van het in of op het terrein van
sportcomplexen te koop aanbieden en verkopen van goederen, die rechtstreeks verband
houden met de aldaar beoefende sporten, gedurende de openstellingsuren van die
sportcomplexen.
Artikel 3g. Bejaardenoorden
1.De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben
op de zondag en de feestdagen gelden niet ten aanzien van winkels in of op het terrein van
bejaardenoorden, waar uitsluitend of hoofdzakelijk eet- en drinkwaren, prentbriefkaarten,
nieuwsbladen en tijdschriften alsmede bloemen en planten plegen te worden verkocht.
2.De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben
op de zondag en de feestdagen, gelden in of op het terrein van bejaardenoorden niet ten
aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van eet- en drinkwaren, prentbriefkaarten,
nieuwsbladen en tijdschriften alsmede bloemen en planten.
Artikel 3h. E.H. Communie
1.De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben
op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van winkels, waar uitsluitend of
hoofdzakelijk fotoartikelen plegen te worden verkocht, voor zover het betreden van die winkel
noodzakelijk is voor het vervaardigen van portretfoto's ter gelegenheid van de Eerste Heilige
Communie.
2.De in het eerste lid vervatte vrijstelling geldt niet ten aanzien van het verkopen van goederen.
Artikel 3i. Allerheiligen en Allerzielen
1.De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben
op de zondag, gelden niet ten aanzien van winkels, waar uitsluitend of hoofdzakelijk bloemen
en planten plegen te worden verkocht, op de dagen waarop Allerheiligen en Allerzielen worden
gevierd.
2.De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben
op de zondag, gelden niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van bloemen en
planten op de dagen waarop Allerheiligen en Allerzielen worden gevierd.
Artikel 3j. Ramadan
1.De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben
op de zondag en de feestdagen, gelden gedurende de Ramadan vanaf twee uur voor
zonsondergang tot zonsondergang niet ten aanzien van winkels, waar brood en gebak wordt
verkocht dat in het bijzonder is bestemd voor hen die zich aan de Ramadan houden, mits in die
winkel dat brood en gebak ook pleegt te worden verkocht buiten de periode van de Ramadan.
2.De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben
op de zondag en de feestdagen, gelden gedurende de Ramadan vanaf twee uur voor
zonsondergang tot zonsondergang niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen
van brood en gebak dat in het bijzonder is bestemd voor hen die zich aan de Ramadan houden.
Artikel 3k. Bedevaartplaats
1.De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben
op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van winkels die zijn gelegen in de
directe omgeving van een bedevaartplaats, gedurende de tijd dat deze plaats als zodanig wordt
bezocht, indien in die winkel op die dagen en gedurende die tijd geen andere goederen worden
verkocht dan:
- a.
voor directe consumptie geschikte eetwaren en alcoholvrije dranken;
- b.
religieuze artikelen en souvenirs;
- c.
bloemen en planten.
- 2.
De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben
- 2.
op de zondag en de feestdagen, gelden in de directe omgeving van een bedevaartplaats,
gedurende de tijd dat deze plaats als zodanig wordt bezocht, niet ten aanzien van het te koop
aanbieden en verkopen van:
- a.
voor directe consumptie geschikte eetwaren en alcoholvrije dranken;
- b.
religieuze artikelen en souvenirs;
- c.
bloemen en planten.
Artikel 3l. Carnaval
1.De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben
op de zondag, gelden op de zondag vanaf 11.00 uur waarop carnaval wordt gevierd, niet ten
aanzien van winkels, waar uitsluitend of hoofdzakelijk feestartikelen plegen te worden verkocht.
2.De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben
op de zondag, gelden op de zondag vanaf 11.00 uur waarop carnaval wordt gevierd, niet voor het
te koop aanbieden en verkopen van feestartikelen.
Artikel 3m. Kermis
1.De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben
op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van winkels, waar uitsluitend of
hoofdzakelijk feestartikelen plegen te worden verkocht, indien in de gemeente, waarin de winkel
is gelegen, een kermis wordt gehouden, gedurende de openingstijden van die kermis.
2.De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben
op de zondag en de feestdagen, gelden niet voor het te koop aanbieden en verkopen van
feestartikelen en speelgoed op een terrein, waar een kermis wordt gehouden.
Hoofdstuk 3 ONTHEFFINGEN
Artikel 4. Ontheffing openstelling op zon-, feest en werkdagen
Het college kan op aanvraag ontheffing verlenen van de verboden van artikel 2 van de wet,
voor zover deze betrekking hebben op werkdagen tussen 22.00 en 06.00 uur en op zon- en
feestdagen van 00.00 tot 11.00 en van 18.00 tot 24.00 uur.
Artikel 5. Beslistermijn
- 1.
Het college beslist op een aanvraag om een ontheffing binnen acht weken.
- 2.
Het college kan de beslissing voor ten hoogste acht weken verdagen.
- 3.
Paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking
bij niet tijdig beslissen) is niet van toepassing.
Artikel 6. Overdracht van de ontheffing
1.Ontheffingen op grond van deze verordening zijn overdraagbaar aan een
rechtsopvolger door middel van een melding aan het college.
2.De houder van de ontheffing meldt de overdracht schriftelijk aan het college onder
vermelding van de naam en het adres van de rechtverkrijgende.
Artikel 7. Weigeren, intrekken of wijzigen van de ontheffing
Het college kan een ontheffing weigeren, intrekken of wijzigen als:
- 1.
ter verkrijging daarvan onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt;
- 2.
op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten opgetreden na het
verlenen van de ontheffing, moet worden aangenomen dat intrekking of wijziging wordt
gevorderd door het belang of de belangen ter bescherming waarvan de ontheffing is
vereist;
3.het gebruik van de winkel of de uitoefening van een bedrijf anders dan in een winkel op
basis van de ontheffing gevaar oplevert voor de openbare orde, de veiligheid of het
woon en leefklimaat ter plaatse;
4.de aan de ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden
nagekomen;
5.van de ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarin gestelde termijn of, bij
gebreke van een dergelijke termijn, binnen een redelijke termijn;
6.de houder of zijn rechtverkrijgende dit verzoekt.
Hoofdstuk 4. OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN
Artikel 8. Toezicht
Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de door het college aangewezen personen.
Artikel 9. Intrekking oude verordening en overgangsrecht
-
1. De Verordening winkeltijden gemeente Haaren 1996 komt te vervallen op het moment dat deze verordening in werking treedt.
-
2. Een krachtens de Verordening winkeltijden gemeente Haaren 1996 verleende ontheffing of vrijstelling geldt als ontheffing of vrijstelling verleend krachtens deze verordening. Het college kan deze ambtshalve vervangen door een ontheffing of vrijstelling krachtens deze verordening. Ambtshalve vervanging kan gepaard gaan met een wijziging van beperkingen en voorschriften.
-
3. Aanvragen om ontheffing die zijn ingediend onder de Verordening winkeltijden gemeente Haaren1996 maar waarop nog niet is beschikt bij het in werking treden van deze verordening, worden afgehandeld overeenkomstig deze verordening.
Artikel 10. In werking treden en citeertitel
- 1.
Deze verordening treedt in werking eerste dag na publicatie.
- 2.
Deze verordening wordt aangehaald als “ Verordening Winkeltijden gemeente Haaren 2014“.
De raad van de gemeente Haaren,
20 november 2014
Els Boers Jeannette Zwijnenburg-van der Vliet
raadsgriffier voorzitter
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl