Inspraakverordening

Geldend van 15-12-2005 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-12-2005

Intitulé

Inspraakverordening

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

De verordening verstaat onder:

  • a.

    inspraak: het betrekken van ingezetenen en belanghebbenden bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid;

  • b.

    inspraakprocedure: de wijze waarop de inspraak gestalte wordt gegeven;

  • c.

    beleidsvoornemen: het voornemen van het bestuursorgaan tot het vaststellen of wijzigen van beleid.

Artikel 2 Onderwerp van inspraak

  • 1.

    Inspraak is in beginsel mogelijk op alle terreinen van het gemeentelijk beleid.

  • 2.

    Inspraak wordt altijd verleend:

    • a.

      indien de wet daartoe verplicht;

    • b.

      bij beleidsvoornemens op het vlak van welzijn, zorg, subsidiëring en de inrichting van openbaar gebied met een directe gebruiksfunctie.

  • 3.

    Het college van burgemeester en wethouders besluit of inspraak wordt verleend bij andere beleidsvoornemens dan bedoeld in lid 2, onder b. Voor zover deze voornemens een aangelegenheid betreffen van de gemeenteraad of de burgemeester kunnen zij de bevoegdheid inzake het verlenen van inspraak aan zich voorbehouden.

  • 4.

    Geen inspraak wordt verleend:

    • a.

      ten aanzien van ondergeschikte herzieningen van een eerder vastgesteld beleidsvoornemen;

    • b.

      indien inspraak bij of krachtens wettelijk voorschrift is uitgesloten;

    • c.

      indien sprake is van uitvoering van hogere regelgeving waarbij het bestuursorgaan geen of nauwelijks beleidsvrijheid heeft;

    • d.

      inzake de begroting, de tarieven voor gemeentelijke dienstverlening en belastingen bedoeld in artikel XV van de Gemeentewet;

    • e.

      indien de uitvoering van een beleidsvoornemen dermate spoedeisend is dat inspraak niet kan worden afgewacht;

    • f.

      indien het belang van inspraak niet opweegt tegen het belang van de verantwoordelijkheid van de gemeente voor kwetsbare groepen in de samenleving.

Artikel 3 Inspraakgerechtigden

Inspraak wordt verleend aan ingezetenen en belanghebbenden.

Artikel 4 Inspraakprocedure

  • 1. Op inspraak is de uniforme openbare voorbereidingsprocedure van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.

  • 2. Het college van burgemeester en wethouders kan voor een beleidsvoornemen een andere inspraakprocedure vaststellen. Voor zover dit voornemen een aangelegenheid betreft van de gemeenteraad of de burgemeester kunnen zij de bevoegdheid tot het vaststellen van een andere inspraakprocedure aan zich voorbehouden.

  • 3. Het college van burgemeester en wethouders geeft uitvoering aan de inspraakprocedure en is bevoegd uitvoeringsregels vast te stellen.

Artikel 5 Eindverslag

  • 1.

    Ter afronding van de inspraak maakt het college van burgemeester en wethouders een eindverslag op.

  • 2.

    Voor zover inspraak is verleend inzake een aangelegenheid van de gemeenteraad, wordt het eindverslag gelijktijdig met een conceptbesluit aangeboden aan de gemeenteraad.

  • 3.

    Het eindverslag bevat in elk geval:

    • a.

      een overzicht van de gevolgde inspraakprocedure;

    • b.

      een weergave van de zienswijzen die tijdens de inspraak mondeling of schriftelijk naar voren zijn gebracht;

    • c.

      een reactie op deze zienswijzen, waarbij met redenen omkleed wordt aangegeven op welke punten al dan niet tot aanpassing van het beleidsvoornemen wordt overgegaan.

  • 3.

    Het college van burgemeester en wethouders maakt het eindverslag op de gebruikelijke wijze openbaar.

  • 4.

    De burgemeester vermeldt het eindverslag in zijn burgerjaarverslag.

Artikel 6 Intrekking oude verordening

De Inspraakverordening 1995 wordt ingetrokken.

Artikel 7 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt op 1 december 2005 in werking.

Artikel 8 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Inspraakverordening.