Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR338722
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR338722/1
Preventie en handhavingsplan Drank en Horeca 2014-2018
Geldend van 02-10-2014 t/m heden
Intitulé
Preventie en handhavingsplan Drank en Horeca 2014-2018De gemeenteraad van Brummen;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 8 juli 2014 met kenmerk RV14.0043;
gehoord het behandeldadvies van het forum Samenleving/Financien/Bestuur van 4 september 2014;
heeft besloten:
- 1.
het Preventie en handhavingsplan Drank en Horeca 2014-2018 vast te stellen;
- 2.
geen inspraak te verlenen ten aanzien van het Preventie en handhavingsplan Drank en Horeca 2014-2018.
1 INLEIDING
Op grond van de Drank- en Horecawet (hierna: DHW) dienen gemeenten voor 1 juli 2014 een preventie- en handhavingsplan alcohol op te stellen. Dit beleid omvat de preventie van alcoholgebruik, met name onder jongeren, en de handhaving van de wet.
Het uitgangspunt in de beleidsnota’s van het Rijk is dat het meeste effect wordt bereikt als verschillende beleidsinstrumenten samenhangend worden ingezet[1].
Dit plan wordt elke vier jaar vastgesteld. Waar nodig en mogelijk wordt beleid integraal ontwikkeld, dat wil zeggen in afstemming met het Gezondheidsbeleid (WPG), het Jeugdbeleid en het beleid volgens de wet op de Jeugdzorg en het beleid maatschappelijke ondersteuning 2015. Het preventie- en handhavingsplan kan tussentijds worden gewijzigd.
In dit plan beschrijven we de integrale aanpak van de gemeente Brummen voor alcoholpreventie en toezicht en handhaving. Dit plan is gebaseerd op bestaande beleidsstukken en heeft een looptijd van vier jaar. Indien noodzakelijk wordt het beleid tussentijds aangepast.
Voor het opstellen van dit plan is onder andere gebruik gemaakt van teksten van het modelplan opgesteld door het Trimbos Instituut en voorbeelden van andere gemeenten. Daarnaast is gebruik gemaakt van informatie afkomstig van de GGD NOG.
[1] Memorie van toelichting Wijziging van de Drank- en Horecawet met het oog op de terugdringing van het alcoholgebruik onder met name jongeren, de voorkoming van alcoholgerelateerde verstoring van de openbare orde, alsmede ter reductie van de administratieve lasten Nr. 3, Vergaderjaar 2008/2009, 32022
2 WETTELIJK KADER
In 2011 is de landelijke nota gezondheidsbeleid ‘Gezondheid dichtbij’ uitgebracht. Het kabinet houdt daarbij vast aan de speerpunten overgewicht, diabetes, depressie, roken en schadelijk alcoholgebruik, maar legt het accent op bewegen. In de Hoofdlijnenbrief Alcoholbeleid van november 2007 zijn de belangrijkste speerpunten voor landelijk alcoholbeleid beschreven[2]. Vanuit het loket gezondleven wordt geadviseerd bij een integrale aanpak vier pijlers als hulpmiddel te gebruiken:
Pijler 1: fysieke en sociale omgeving
Pijler 2: regelgeving en handhaving
Pijler 3: voorlichting en educatie
Pijler 4 en 5: signalering, advies en ondersteuning [3]
Inmiddells is vanuit het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport een landelijke campagne gestart: NIX18. De NIX18-campagne is een initiatief van het ministerie en een groot aantal partners. Doel is om de sociale norm ‘niet drinken en roken tot je 18e‘ te versterken. De campagne richt zich vooral tot de omgeving van jongeren[4].
In het kader van pijler 2 is op 1 januari 2013 de DHW aangepast, met als doel het terugdringen van het alcoholgebruik onder jongeren. De wet biedt meer instrumenten voor een effectief alcoholmatigingsbeleid.
Per 1 januari 2013 zijn de volgende zaken aangepast |
Op 1 januari 2014 zijn de volgende zaken aangepast |
een nieuwe rol voor de burgemeester: de burgemeester is verantwoordelijk voor de uitvoering van de DHW en kan daarbij gemeentelijke toezichthouders aanwijzen. |
de leeftijdsgrens voor alcoholverkoop en het in bezit hebben van alcohol op voor het publiek toegankelijke plaatsen is nu 18 in plaats van 16 jaar, er geldt nu één leeftijdsgrens. |
de wetswijziging moet leiden tot een lastenverlichting voor de horeca omdat de regels voor vergunningverlening zijn vereenvoudigd. |
gemeenten stellen voor 1 juli 2014 een preventie- en handhavingsplan vast.
|
strafbaarstelling: jongeren onder de 16 jaar zijn strafbaar als zij in het bezit zijn van alcoholhoudende drank in de openbare ruimte en in voor het publiek toegankelijke ruimten. |
|
de introductie van het three strikes out principe: als een winkelier binnen een jaar drie maal het verbod op alcoholverkoop aan jongeren onder de 16 jaar overtreedt, kan de burgemeester een ontzegging van de verkoopbevoegdheid opleggen. |
|
de gemeenteraad kan bij verordening toegangsleeftijden koppelen aan sluitingstijden horeca en prijsacties (happy hours) verbieden. |
|
de gemeente moet in een verordening regels stellen aan het verstrekken van alcohol door paracommerciële horeca. |
|
Tabel 1 Wijzigingen DHW
Het preventie- en handhavingsplan alcohol bevat:
- .
de doelstellingen van het preventie- en handhavingsbeleid alcohol;
- .
welke acties worden ondernomen om alcoholgebruik, met name onder jongeren, te voorkomen, al dan niet in samenhang met andere preventieprogramma’s;
- .
de wijze waarop het handhavingsbeleid wordt uitgevoerd en welke handhavingsacties in de planperiode worden ondernomen;
- .
welke resultaten in de planperiode minimaal behaald moeten worden.
[2] http://www.loketgezondleven.nl/gemeente-en-wijk/gezonde-gemeente/alcohol/een-integrale-aanpak/landelijk-kader/
[3] www.loketgezondleven.nl/gemeente-en-wijk/gezonde-gemeente/alcohol/een-integrale-aanpak/
[4] www.nix18.nl
3 BASIS VOOR BELEID EN DOELSTELLINGEN
3.1 Uitgangspunten en onderbouwing van beleid
Dit plan is een integrale beleidsvisie. Er is immers sprake van een preventie- en handhavingsplan. Dat betekent dat meerdere afdelingen van de gemeente - en dus ook meerdere type maatregelen – worden ingezet bij de aanpak van de alcoholproblematiek.
Het preventie-en handhavingsplan is gebaseerd op bestaande beleidsnota’s en strategieën:
- 1.
Toekomstvisie 2030 Innoveren met oude waarden;
- 2.
Vervolgplan 2011-2013 Alcoholmatiging onder jongeren in de Stedendriehoek;
- 3.
Plan van aanpak Preventie middelengebruik Brummen, 2012-2015;
- 4.
Wijzigingsverordening APV 2013;
- 5.
Nota Drank-en horecabeleid gemeente Brummen 2013;
- 6.
Integraal handhavingsbeleid fysieke leefomgeving gemeente Brummen 2011-2015;
- 7.
Uitvoeringsprogramma integrale handhaving gemeente Brummen 2014.
Ad 1. In de Toekomstvisie 2030 wordt de mens als centraal onderwerp genoemd:
de mens voorop (people)
Wat goed is voor de mens is goed voor onze samenleving. Leefbaarheid en gezondheid staan voorop in een hechte, maar open gemeenschap waar we voor onszelf en voor elkaar zorgen. We krijgen meer eigen verantwoordelijkheid en meer de vrijheid en ruimte om over onze eigen zorg en leefomgeving te beslissen. We maken optimaal gebruik van de kwaliteiten van het dorpse wonen en leven in Brummen.[5]
Samen gezond leven, wonen en werken is een speerpunt, waarbij gezond leven voorop staat. Een uitwerking van deze visie, in de vorm van gezonder leven voor jongeren, kan worden gevonden in de beleidsstukken voor de aanpak van alcoholproblematiek. De gemeente Brummen kiest voor een nog meer integrale aanpak, door alcoholmatiging te combineren met drugspreventie in het Plan van aanpak Preventie middelengebruik.
Ad 2. Het Vervolgplan Alcoholmatiging in de Stedendriehoek is op dit moment als project afgerond. Dat wil niet zeggen dat ingezette en geplande acties niet worden doorgezet. Op dit moment worden de acties uit het vervolgplan geintegreerd met het Plan van aanpak Preventie middelengebruik.
Daarnaast is er tot nu toe goed resultaat geboekt. De resultaten van het alcoholmatigingsproject zijn positief. De vraag of een diepgewortelde gewoonte te veranderen is, kan met ‘ja’ worden beantwoord.
Allereerst is voor basisschoolkinderen belangrijke winst geboekt:
- .
het aandeel kinderen in de Stedendriehoek dat in groep 7 en 8 wel eens heeft gedronken, is afgenomen van 55% in 2006 tot 31% in 2010, tot 21% in 2012.
- .
van de leerlingen die een leeftijdsafspraak hebben, had in 2010 32% de afspraak om tot hun 18e geen alcohol te drinken, in 2012 is dit percentage gestegen naar 46%.
Verder laten E-MOVO[6]cijfers over de Brummense jongeren zien, dat de tien jaar opgaande trend van jonger, vaker en meer, is doorbroken.
Tot slot is via een telefonische enquête onder 250 ouders onderzoek gedaan in de Stedendriehoek. De resultaten bij ouders zijn:
- .
93% van de ouders noemt verstoring van de hersenontwikkeling als schadelijk gevolg van jong alcoholgebruik; in 2010 was dit 84%.
- .
bijna alle ouders (96%) vinden het een probleem als jongeren veel alcohol drinken.
- .
als een 14-jarige meer dan één keer per maand alcohol drinkt, vindt 89% van de ouders dit zeker te vaak; in 2010 was dit 84%.
- .
bijna 90% van de ouders met kinderen boven de 16 jaar hebben afspraken met hun kind over alcoholgebruik, evenals in 2010.
In tabel 2 zijn de resultaten beschreven die ten opzichte van de doelstellingen in 2011 zijn behaald. De resultaten zijn gebaseerd op het onderzoek van E-MOVO. Daarnaast is het percentage toege-voegd van de ouders die drinken goedkeuren of niets zeggen. Dit zegt ook iets over de bewust-wording onder ouders. Voor het volledige overzicht zijn ook de percentages van 2007 opgenomen in de tabel.
Resultaat |
Resultaat 2007 2e klassers |
Resultaat 2007 4e klassers |
Doel 2011-2013 2e klassers |
Doel 2011-2013 4e klassers |
Resultaat 2011 2e klassers |
Resultaat 2011 4e klassers |
Meer jongeren stellen alcoholgebruik uit (het ooit-gebruik) |
45% |
91% |
Van 46% naar 39% |
Van 82% naar 77% |
29% |
78% |
Minder jongeren drinken grote hoeveelheden per gelegenheid (binge-drinken[7] daalt) |
12% |
62% |
Van 16% naar 11 % |
Van 50% naar 42% |
10% |
47% |
Meer jongeren drinken minder vaak in de afgelopen vier weken (recent gebruik) |
25% |
85% |
Van 29% naar 22% |
Van 70% naar 62% |
16% |
67% |
Ouders keuren alcoholgebruik goed of zeggen er niets van |
25% |
64% |
- |
- |
12% |
48% |
Tabel 2 Resultaten Vervolgplan Alcoholmatiging 2011 en bewustwording ouders
Deze tussentijdse resultaten laten zeker een dalende trend zien, maar ook dat met name bij de 4e klassers voortgezet onderwijs nog een slag te maken is.
Ad 3. Elk jaar wordt het preventieplan geëvalueerd. Ook in 2013 heeft een tussentijdse evaluatie plaatsgevonden van het Plan van aanpak Preventie middelengebruik in de vorm van een presentatie aan de gemeenteraad. De belangrijkste conclusies zijn als volgt:
- .
Alle vier betrokken organisaties zijn actief in de uitvoering en stemmen onderling af (Gemeente, Politie, Tactus en welzijnsorganisaties: opbouwwerk, jongerenwerk, maatschappelijk werk);
- .
Er zijn vijf aandachtsfunctionarissen, afkomstig van een professionele instelling actief in relevante netwerken (SWB, Politie, Gemeente (leerplicht), Halt, CJG en Veiligheid);
- .
Middelenpreventie leeft, ook als Tactus minder actief is;
- .
Inbedding van de aandachtsfunctionarissen is verzekerd.
Daarnaast is een stroomdiagram ontwikkeld voor betrokken professionals. Het stroomdiagram is een hulpmiddel voor de tijdige en vroegsignalering van het middelengebruik. Professionals zijn ook getraind op het kunnen signaleren in een vroeg stadium.
Ad 4. De gemeente Brummen heeft de regels voor de paracommercie geïntegreerd in de APV, niet in een aparte Drank- en horecaverordening. Zo zijn alle regels voor de horeca eenvoudig terug te vinden.
Ad 5. In de Nota Drank-en horecabeleid wordt met name ingegaan op de aspecten van ontheffing en vergunningverlening en hoe wordt omgegaan met de horeca. Daar waar mogelijk wordt een integrale benadering toegepast, maatregelen worden zoveel mogelijk op elkaar afgestemd.
In de Nota is beschreven dat het aspect alcoholmatiging reeds in afzonderlijk beleid is opgenomen (er wordt verwezen naar het Plan van aanpak Preventie middelengebruik en het project Alcoholmatiging in de Stedendriehoek). Volgens de Nota begint het terugdringen van alcoholmisbruik bij informatie-verstrekking en bewustwording. Handhaving is daarbij een middel om het nalevingsgedrag op de regels omtrent de drank en horeca te bevorderen, waarbij de Nota verwijst naar de Integrale handhavingsnota en de Uitvoeringsprogramma’s voor de invulling van de taken van de toezichthouders op de DHW.
Ad 6 en 7. Op 11 mei 2011 is het Integraal handhavingsbeleid fysieke leefomgeving vastgesteld door het college. Op dat moment lag het toezicht nog bij de Nederlandse Voedsel-en warenautoriteit. In het Uitvoeringsprogramma 2014 is rekening gehouden met de nieuwe taak van de gemeente op het gebied van de DHW. Jaarlijks wordt een Uitvoeringsprogramma opgesteld.
[5] Toekomstvisie 2030, Innoveren met oude waarden, Brummen 25 juni 2013, besproken in gemeenteraad 19 september 2013, pagina 8
[6] “In het najaar van 2011 hebben meer dan 14.000 jongeren in de regio Noord- en Oost-Gelderland deelgenomen aan E-MOVO. E-MOVO staat voor Elektronische MOnitor en VOorlichting. Het is een onderzoek naar gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in klas 2 en 4 van het voortgezet onderwijs. Met de verzamelde gegevens kunnen gemeenten, instellingen en scholen richting geven aan hun (gezondheids)beleid en zorgbeleid.” Bron: ttp://ggdnog.nl/ExtraMenu/Onderzoeksgegevens/Gezondheidsmonitors/E-MOVO
[7] Binge is het Engelse woord voor braspartij, www. jellinek.nl. De cijfers hier zijn gebaseerd op “de afgelopen vier weken 5 of meer glazen alcohol per gelegenheid gedronken”
3.2 Beleidsdoelgroep en setting
Hoofddoelgroep van dit preventie- en handhavingsplan alcohol zijn jongeren van 10 tot en met 23 jaar[8].
Het accent ligt op bij de leeftijdscategorie 10 tot en met 18 jaar. Het is bekend dat de gezondheids-schade van alcoholgebruik het grootst is onder de 18 jaar. Jongeren onder de 18 jaar zijn fysiek nog niet geheel volwassen en met name de hersenen zijn nog volop in ontwikkeling. Alcohol kan deze ontwikkeling schaden. Met dit gegeven in het achterhoofd heeft de centrale overheid de leeftijdsgrens voor verkoop én bezit van alcohol verhoogd naar 18 jaar. Het toezicht op de naleving van deze leeftijdsgrens wordt als een belangrijke prioriteit beschouwd binnen het gemeentelijk preventie- en handhavingsbeleid.
Voor 18-24 jarigen gaat het vooral om het voorkomen van overmatig alcoholgebruik. De uitgaans-avonden zijn hierbij een belangrijk risico moment. Gezien de ontwikkeling van de hersenen tot ongeveer 25 jaar, de oververtegenwoordiging van de leeftijdsklasse tot 24 jaar in het uitgaansleven én de relatie van alcohol met het uitgaansleven (met de daarbij behorende risico’s op dronkenschap, soms uitmondend in een intoxicatie) ligt de nadruk van dit plan in het bijzonder op de uitgaanssetting. Daarbij is uitgaan een breed begrip: het gaat ook om het bezoeken van evenementen en feestjes thuis. Naast gezondheidsproblematiek is veiligheidsproblematiek een belangrijke motivatie om aandacht te besteden aan deze leeftijdsgroep.
In de gemeente Brummen is als meest kwetsbare groep, de groep in de overgang naar het middelbaar onderwijs aangewezen. Er is ook aandacht voor de jongeren die voortgezet onderwijs volgen in een andere gemeente. De gemeente Brummen heeft zelf geen instellingen voor voortgezet onderwijs.
Naast de jongeren, worden de ouders van de jongeren van de leeftijd 10 tot en met 23 jaar ook als belangrijke doelgroep gezien.
Tot slot is er sprake van een intermediaire doelgroep, namelijk volwassenen die met de jongeren te maken hebben, zoals docenten, horecapersoneel, jongerenwerkers, justitie en (vrijwillige) begeleiders bij sport.
[8] Deze doelgroep wordt ook gehanteerd in het Vervolgplan Alcoholmatiging. In het Plan van aanpak Preventie middelengebruik staat nog een doelgroep van 12-23 jaar gehanteerd. Deze wordt voor alcoholgebruik vervroegd naar 10 jaar.
3.3 Doelstellingen van beleid
Artikel 43a van de DHW schrijft voor dat de doelstellingen van het beleid duidelijk moeten zijn. In de gemeente Brummen geldt “Er op tijd bij zijn”. Het voorkomen van gebruik en het signaleren en benaderen van jongeren die (neigen) tot middelen gebruik staat centraal: vroegsignalering[9]. Indien noodzakelijk wordt handhavend opgetreden, maar inzet en focus ligt op preventie. Overigens heeft een toezichthouder ook een signalerende functie, wat vervolgens kan leiden tot een aspect dat zal worden meegenomen in de preventieve aanpak of tot handhavend optreden.
[9] Plan van aanpak Preventie middelengebruik Brummen 2012-2015, vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van Brummen op 19 juli 2012, pagina 8
3.3.1 Preventie
Hoofddoelstelling 1 volgt uit het Plan van aanpak Preventie middelengebruik en zal de komende jaren worden voortgezet. Hoofddoelstelling 1 luidt als volgt [10]
Samenwerking tussen politie, het jongerenwerk, het opbouwwerk, het CJG, de zorgnetwerken en Tactus Verslavingszorg beter afstemmen en waar nodig intensiveren, zodat problematisch middelengebruik door jongeren zo vroeg mogelijk wordt gesignaleerd, deze jongeren actief worden benaderd en een gerichte inzet van interventies plaatsvindt. Betere afstemming, preventieve acties en interventies moeten er toe leiden dat middelengebruik wordt teruggedrongen.
Vanuit het centrumgemeentelijk beleid (Regionaal Kompas) heeft Tactus taken op het gebied van verslavingszorg. In aansluiting op die taken, is Tactus in 2011 aangewezen als coördinator voor het lokale Plan van aanpak Preventie middelengebruik. Lokaal zijn aanvullingen op de regionale aanpak in gang gezet. Naar verwacht zal, als gevolg van de komst van de nieuwe wet maatschappelijke ondersteuning 2015, binnen enkele jaren de centrumgemeentetaken op dit onderdeel verslavingszorg komen te vervallen. Elke gemeente wordt dan geheel zelf verantwoordelijk worden voor preventie, ondersteuning en handhaving.
Subdoelstellingen preventie zijn als volgt:
- .
de betekenis van preventie dient door betrokkenen beter begrepen te worden, om effectief te kunnen handelen;
- .
het thema drugsgebruik dient actief door elke professionele deelnemer in de zorgnetwerken te worden opgepakt;
- .
daarvoor dient in elk netwerk een aandachtsfunctionaris middelengebruik te worden aangewezen;
- .
het thema dient goed te worden opgepakt bij elke organisatie die met kinderen van doen heeft;
- .
het is zeer belangrijk dat elkaars expertise wordt benut, in het bijzonder die van Tactus door de anderen;
- .
preventieacties dienen te worden aangeboden op een manier die is toegesneden op de praktische situatie van dat specifieke kind;
- .
er dient heel concreet te worden samengewerkt, zowel in de vroeg preventieve fase alsook daarna. Hiervoor zijn korte praktische, directe contactlijnen nodig;
- .
dit thema preventieaanpak Middelengebruik dient als een pilot - thema voor alle andere thema's die zich in de samenwerking van het CJG en overige netwerken gaan voordoen (en die in de doorontwikkeling van de netwerken van belang zijn).
[10] Plan van aanpak Preventie middelengebruik Brummen 2012-2015, vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van Brummen op 19 juli 2012,pagina 3 e.v.
Hoofddoelstelling 2 volgt uit het Vervolgplan Alcholmatiging, is tweeledig en zal de komende jaren worden voortgezet. Hoofddoelstelling 2 luidt als volgt[11]:
- .
De trend bij jongeren van te jong, te vaak en te veel alcohol te doorbreken (te stoppen en een daling teweegbrengen).
- .
Bij de volwassenen bewustwording, kennisverhoging, minder tolerante houding, goed voorbeeldgedrag en goede regels bereiken.
De doelstellingen vertaald naar percentages voor 2011-2013 uit het Vervolgplan Alcoholmatiging worden in ieder geval doorgezet naar 2015. De doelstellingen zijn door de GGD afgeleid uit de gegevens van
E-MOVO. De cijfers zijn gebaseerd op alle kinderen, dus drinkende en niet drinkende kinderen.
Daarnaast is het percentage toegevoegd van de ouders die drinken goedkeuren of niets zeggen. Dit zegt ook iets over de bewustwording onder ouders. Doelstellingen voor 2016- 2018 worden toegevoegd zodra deze cijfers van de GGD bekend zijn.
Resultaat |
Doel 2015 2e klassers |
Doel 2015 4e klassers |
Meer jongeren stellen alcoholgebruik uit (het ooit-gebruik) |
21% |
70% |
Minder jongeren drinken grote hoeveelheden per gelegenheid (bingedrinken daalt) |
8% |
40% |
Meer jongeren drinken minder vaak in de afgelopen vier weken (recent gebruik) |
11% |
59% |
Ouders keuren alcoholgebruik goed of zeggen er niets van |
6% |
40% |
Tabel 3 Doelstellingen naar percentages
De verwachting is dat de dalende trend onder 2e klassers zich goed voortzet. Met de wettelijk vast-gelegde leeftijdsgrens, zal het aantal kinderen dat in klas 2 al regelmatig drinkt en waarvan ouders drinken goed vinden naar verwachting blijven afnemen.
De ontwikkeling voor 4e klassers is lastiger in te schatten. In klas 4 zitten 15- en 16-jarigen, in hoeverre laten zij (en hun ouders) zich nog beinvloeden door de leeftijdsgrens? Daar staan echter actievere handhaving, de campagnes en de gemaakte afspraken in het zorgnetwerk tegenover.
Op dit moment wordt bekeken hoe hoofddoelstelling 2 kan worden opgepakt in het kader van het Plan van aanpak Preventie middelengebruik. Overigens ligt voor beide hoofddoelstellingen de regie bij de gemeente. In het najaar van 2014 een grote informerende bijeenkomst voor ouders ingepland. Deze wordt georganiseerd door de werkgroep in samenwerking met het CJG.
[11] Vervolgplan 2011-2013 Alcoholmatiging onder jongeren in de Stedendriehoek, vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van Brummen op 5 oktober 2010, pagina 10
3.3.2 Handhaving
Handhaving heeft als doel dat wet- en regelgeving wordt nageleefd. De gemeente Brummen controleert op naleving van de Algemene plaatselijke verordening (APV) en op de DHW. Toezicht en handhaving van de DHW is wettelijk verplicht en ondersteunt de doelstellingen van het gemeentelijke preventie-en handhavingsbeleid. De gemeente heeft de overtuiging dat het terugdringen van alcoholmisbruik begint bij: goede informatieverstrekking en bewustwording bij de betrokken doelgroepen[12]. Handhaving is daarbij een middel om het nalevingsgedrag op de regels omtrent de drank en horeca te bevorderen. Voor 2014 is in het Uitvoeringsprogramma integrale handhaving Drank-en horeca als speerpunt benoemd:
“Door de invoering van de nieuwe Drank- en horecawet hebben de gemeenten er een nieuwe handhavingstaak bij gekregen. Daarom wordt binnen de bestaande formatie capaciteit vrijgemaakt voor toezicht- en handhavingsactiviteiten op het gebied van de nieuwe Drank- en horecawet. Bij toezicht en handhaving met betrekking tot beperking van drank- gebruik door jongeren zal de nadruk liggen op het voorkomen van onveilige situaties en verstoring van de openbare orde.
Bekeken wordt of er nadere afspraken met de horeca kunnen worden gemaakt. Indien deze afspraken zijn gemaakt zal de gemeente de wijze en intensiteit van haar toezicht en handhaving hierop afstemmen.”
De conclusie is dat de gemeente Brummen als doel heeft om handhavend op te treden, indien dat noodzakelijk blijkt uit geplande en ongeplande controles en meldingen.
Meer specifiek worden de volgende doelstellingen voor 2014 beschreven[13]:
- 1.
Bij beperking van drankgebruik door minderjarigen zal de nadruk liggen op het voorkomen van onveilige situaties.
- 2.
Het voorkomen van overlast en verstoring van de openbare orde als gevolg van het overtreden van de sluitingstijden.
- 3.
Controle op niet naleven van vergunningsvoorschriften en het bereiken van verantwoorde alcoholverstrekking.
- 4.
Voorkomen dat onveilige situaties ontstaan, zowel voor bezoekers als voor de omgeving.
De komende jaren blijft de DHW een actueel onderwerp.
[12] Zie ook de Nota Drank-en horecabeleid, vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van Brummen op 12 maart 2013, paragraaf 2.1
[13] Uitvoeringsprogramma Integrale handhaving gemeente Brummen 2014, vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Brummen op 24 januari 2014, pagina 10
4 RISICOANALYSE
Aan de hand van een risicoanalyse kunnen de in het vorige hoofdstuk gestelde doelen worden aan-gescherpt. De risicoanalyse geeft inzicht in de kenmerken van de settings waar jongeren drinken en waar hun alcoholgebruik voor problemen zorgt. Hiermee kunnen de inspanningen van de gemeente gericht worden ingezet op de settings waar de grootste gezondheids- en/of veiligheidswinst kan worden behaald. Deze analyse kan fungeren als een evaluatie-instrument dat inzicht geeft in de resultaten van het lokale alcoholbeleid en dat aanknopingspunten biedt voor een volgend preventie-en handhavingsplan. Daarnaast biedt het handvatten voor het jaarlijks vast te stellen uitvoerings-programma voor de handhaving.
De naleving van de wet door alcoholverstrekkers kan worden vastgesteld aan de hand van mystery-shop onderzoek. Hierbij worden jongeren onder de 17 jaar ingezet, om de naleving van de leeftijds-grenzen te toetsen. De gemeente Brummen zal in de toekomst mogelijk een mysteryshop onderzoek uitvoeren om de effecten van de maatregelen te meten. De gemeente Brummen gaat vooral uit van stimuleren aan de voorkant (preventieve aanpak): verenigingen en bedrijven denken bij voorkeur georganiseerd mee over alcholmatiging. De gemeente kan hierbij randvoorwaardelijk faciliteren.
De kenmerken van het alcoholgebruik onder jongeren (frequentie, dronkenschap, koopgedrag) worden middels cijfers van E-MOVO vastgesteld. Deze monitor wordt eens per vier jaar afgenomen.
Ter aanvulling op de bovengenoemde onderzoeken worden andere bronnen geraadpleegd. In eerste instantie zijn dat: politie, jongerenwerk, veldwerk verslavingszorg en de DHW BOA (’s). Van deze partners wordt gevraagd aan te geven wat zij in de loop van de komende vier jaar als grootste risico hebben ervaren.
De uitkomsten van bovenstaande studies zullen worden gebruikt om de risicoanalyse te evalueren en eventueel aan te passen. De eerste inschatting van deze risicoanalyse is gebaseerd op de cijfers van E-MOVO. Jongeren drinken vooral in de discotheek (26% in 2011) en thuis met anderen (24% in 2011) of bij anderen thuis (21% in 2011)[14].
Setting |
Risico kenmerken |
Inschatting risico |
Detailhandel |
Aankoop door minderjarigen t.b.v. indrinken. Bij bepaalde zaken beperkte naleving. |
Gemiddeld |
Horeca/ Evenementen |
Slechte naleving leeftijdsgrens en doorschenken bij dronkenschap. |
Hoog |
Thuis/ouders |
Ontbreken van duidelijke afspraken mbt alcohol en uitgaan. |
Hoog |
Sport |
Slechte naleving leeftijdsgrens en doorschenken bij dronkenschap. |
Gemiddeld |
Scholen |
Niet naleven leeftijdsgrenzen en ontbreken van duidelijke regels rondom alcohol tijdens excursies, studiereizen e.d. Gebrek aan handhaving regels. |
Gemiddeld |
Openbare ruimte |
Alcoholgebruik op straat door minderjarigen, openbare dronkenschap en daaraan gerelateerde overlast. |
Gemiddeld |
Tabel 4 Inschatting risicoanalyse
[14] Cijfers afkomstig uit Tabellenboek E-MOVO 2011 gemeente Brummen, GGD Gelre-IJssel November 2012, het betreft de gestandaardiseerde totaalpercentages voor 2011
5 ACTIES
Op grond van artikel 43a, derde lid, onder b van de DHW bevat het preventie- en handhavingsplan acties die worden ondernomen om alcoholgebruik, met name onder jongeren, te voorkomen. Dit in samenhang met bestaande preventieprogramma’s. Daarnaast dient op grond van artikel 43a, derde lid, onder c van de DHW bevat het plan de wijze waarop het handhavingsbeleid wordt uitgevoerd en welke handhavingsacties in de door het plan bestreken periode worden ondernomen.
5.1 Preventie
In het Plan van aanpak Preventie middelengebruik zijn acties en interventies benoemd. Deze zijn hieronder in hoofdlijnen beschreven. Het uitgangspunt voor de preventieve aanpak is drieledig. Universele preventie (er zo vroeg mogelijk bij zijn), selectieve preventie en geindiceerde preventie (maatwerk). Daarnaast gaat het Plan van aanpak uit van een integrale aanpak vanuit vier invalshoeken[15]:
- 1.
Aanpak in relatie tot leeftijdsgroep;
- 2.
Aanpak in relatie tot vindplaatsen;
- 3.
Aanpak in relatie tot bestaande netwerken;
- 4.
Aanpak in relatie tot voorlichting en training.
Het Plan van aanpak Preventie middelengebruik is flexibel van aard en wordt indien nodig aangepast aan de veranderende omstandigheden.
Acties staand beleid[16]:
- .
We starten zo vroeg mogelijk met preventie, al op het moment dat jongeren nog op de basisschool zitten. De werkgroep heeft de overgang van groep 8 naar het voortgezet onderwijs benoemd als een extra kwetsbaar moment waar we op in willen zetten. We richten ons dan op het voorkomen van gebruik en het inzetten van maatregelen die gezond gedrag bestendigen.
- .
Op de tweede plaats zetten we in op selectieve preventie gericht op het opsporen van kwetsbare jongerenrisicogroepen voordat het probleem manifest is. De inzet is dan gericht op vroegsignalering, het er zo op tijd mogelijk bij zijn en motiveren tot (lichte) hulp in de vorm van preventieve interventies.
- .
Ook vinden passende preventieactiviteiten op maat plaats. Gericht op bewustwording van jongeren dan wel ouders met als doel het terugdringen van gebruik in de in de middelbare schoolleeftijd. Als voorbeeld van passende preventieactiviteiten gelden de in het voorjaar van 2012 uitgevoerde succesvolle ouder- en jongerenavonden in de beide kernen van de gemeente Brummen gericht op jongeren in de leeftijd van 16-23 jaar en hun ouders.
Interventies[17]:
- .
Stimuleren van het signaleren van (problematisch) middelengebruik binnen en door de lokale zorgstructuur door middel van de inzet van aandachtsfunctionarissen
--> aandachtsfunctionaris verslavingspreventie
- .
Het stimuleren van de signalering kwetsbare jongeren en risicogroepen met als doel zo vroeg mogelijk te kunnen interveniëren
--> Tactus en de lokale professionals
- .
Deskundigheidsbevordering professionals
--> door Tactus in opdracht van de gemeente Brummen
Voor de specifieke acties wordt verwezen naar:
- .
Het uitvoeringsplan Aanpak Preventie middelengebruik Brummen, 2012-2015;
- .
Vervolgplan 2011-2013 Alcoholmatiging onder jongeren in de Stedendriehoek;
- .
en het lokaal jeugdbeleid dat nog dit jaar (2014) geactualiseerd wordt
De gemeente kan randvoorwaardelijk en faciliterend optreden. Verder wordt het Inloopsteunpunt middelengebruik (voor jeugd èn volwassenen) in samenwerking met de huisartsen dat zowel in de kern Brummen (pilot tot augustus 2014) als ook in Eerbeek als een positief middel ervaren en is het uitgangspunt dit de komende jaren voort te zetten. Dit sluit aan bij de preventietaak die in het kader van de WMO en het de wet op de Jeugdzorg en het lokaal jeugdbeleid vanaf 2015 gewenst is.
Binnen de grootst ingeschatte risicosettings (thuis en in de horeca/evenementen) ligt de nadruk op voorlichting van ouders en de ondernemers. Bijzondere aandacht is er voor de horeca, idealiter is er een lokaal platform van horeca-ondernemers waarbij wordt uitgegaan van een verschuiving van “partij naar partner” waarbij de horeca-ondernemers mee kunnen denken over de gezamenlijke maatschappelijke verantwoordelijkheid voor alcoholmatiging. Vanuit de landelijke horeca KHN zijn meerdere publicatie en adviezen te vinden over het omgaan met de DHW in de horeca: www.khn.nl/alcohol.
[15] Collegebesluit Plan van aanpak Preventie middelengebruik Brummen 2012-2015,19 juli 2012
[16] Plan van aanpak Preventie middelengebruik Brummen 2012-2015, vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van Brummen op 19 juli 2012, pagina 6
[17] Plan van aanpak Preventie middelengebruik Brummen 2012-2015, vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van Brummen op 19 juli 2012,pagina 8 en 9
5.2 Handhaving
Handhaving op de DHW betekent in eerste instantie de controle op de naleving van de regels. In de praktijk wordt zo een verband gelegd met het geven van voorlichting en het nakomen van afspraken. De wet kent de volgende handhavinginstrumenten ten aanzien van drank- en horecaregels:
Onderwerp |
Artikel |
Last onder dwangsom en bestuursdwang |
125 Gemeentewet |
Sluiting van de horeca-inrichting |
174 Gemeentewet |
Three strikes out[18] |
19a DHW |
Intrekking van de vergunning[19] |
31 DHW |
Schorsing van de vergunning[20] |
32 DHW |
Verwijdering van bezoekers |
36 DHW |
Bestuurlijke boete |
44 DHW e.v. |
Strafbaarstelling jongere onder de 18 jaar |
45 DHW |
Economisch delict |
1 WED |
Afwijkende sluitingstijden of tijdelijke sluiting horeca-inrichting |
2:30 APV |
Tabel 5 Handhavingsinstrumenten
Voor de handhaving van de regels met betrekking tot drank en horeca, wordt uitgegaan van de strategie volgens de Integrale handhavingsnota van de gemeente Brummen[21]:
In de meeste gevallen hanteren wij in handhavingsituaties waarin de gemeente bestuursrechtelijk kan optreden, de zogenaamde twee-stappenstrategie:
- .
Stap 1. Na een geconstateerde overtreding wordt eerst een voornemen last onder dwangsom gestuurd met daarin een hersteltermijn. Daarbij wordt aan de overtreder tevens de gelegen-heid geboden om zijn zienswijze kenbaar te maken.
- .
Stap 2. Als na hercontrole blijkt dat de geconstateerde overtreding niet ongedaan is gemaakt, wordt een last onder dwangsom opgelegd, wederom met een begunstigingstermijn. Hierin wordt de eventuele zienswijze verwerkt.
Incidenteel wordt in bijzondere gevallen de twee-stappen-strategie niet gehanteerd en eerst een afsprakenbrief gestuurd.
Onze ervaringen met het handhavingsinstrument last onder dwangsom zijn positief. Vaak blijkt het voornemen om een last onder dwangsom op te leggen al voldoende stimulans om de overtreding te beëindigen.
In gevallen dat een dwangsom is opgelegd, hanteren wij als stelregel dat een opgelegde dwangsom na het verbeuren (bij geconstateerde overtredingen) daarvan wordt geïnd. Hiervoor is een aparte inningsprocedure noodzakelijk waarbij de overtreder ook weer bezwaar en beroep kan aantekenen.
Soms is het noodzakelijk om bestuursdwang toe te passen. Wij kunnen bijvoorbeeld bij acute veiligheids- of milieurisico’s of wanneer van een dwangsom geen effect uitgaat, op kosten van de overtreder, maatregelen treffen om (de effecten van) de overtreding ongedaan te maken.
Uitgangspunt is de twee-stappen strategie. Bij een aantal overtredingen kent de wet de mogelijk-heden van een bestuurlijke boete of een strafrechtelijke sanctie. Op het moment dat een overtreding wordt geconstateerd, wordt per geval bekeken wel instrument het meest effectief is en zal worden ingezet.
In de loop van 2015 wordt een nieuwe Integrale handhavingsnota opgesteld. Daarbij wordt gekeken naar het verder ontwikkelen van een risicomodule voor toezicht en handhaving van de DHW.
Voor 2014 zijn de acties ten aanzien van toezicht en handhaving vastgesteld in het Uitvoering-programma integrale handhaving 2014. Hieronder is een gedetailleerde uitwerking van de uitvoering van toezicht en handhaving op drank- en horeca opgenomen. Deze controles zijn een minimum. Indien aanleiding is voor meerdere controles, kan dit naar behoefte worden bijgesteld. Dat heeft wel gevolgen voor de prioritering van toezicht en handhaving op andere vlakken. Het Uitvoering-programma integrale handhaving wordt jaarlijks vastgesteld. De controles richten zich voor 2014 op de grootst ingeschatte risicosettings (horeca en evenementen, zie Tabel 4).
Tabel 6 Speerpunt Uitvoeringsprogramma integrale handhaving 2014
[18] Zie ook de Nota Drank-en horecabeleid, vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van Brummen op 12 maart 2013, paragraaf 3.1.6
[19] Zie ook de Nota Drank-en horecabeleid, vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van Brummen op 12 maart 2013, paragraaf 4.1.3
[20] Zie ook de Nota Drank-en horecabeleid, vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van Brummen op 12 maart 2013, paragraaf 3.1.7
[21] Integraal handhavingsbeleid fysieke leefomgeving gemeente Brummen, 2011-2015, vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van Brummen op 11 mei 2011, pagina 7 en 23
5.2.1 Sanctiebeleid
In de Integrale handhavingsnota is een tabel opgenomen met sanctiebeleid[22]. Voor de overtredingen op grond van de DHW is nog geen tabel opgenomen, omdat het toezicht pas na het vaststellen van deze nota aan de gemeente is overgedragen.
Het is haast onmogelijk om alle overtredingen, die voor kunnen komen, op te sommen. Daarom zijn in onderstaande tabel de naar verwachting meest voorkomende overtredingen genoemd en de over-tredingen waar volgens het Uitvoeringsprogramma de meeste focus op ligt.
Dat betreft: juist gebruik van de vergunningen, schenken aan minderjarigen, juiste toepassing van de sluitingstijden en juist handelen paracommercie.
Als een overtreding niet in de tabel voorkomt, wordt voor het bepalen van een dwangsom en begunstigingstermijn, aansluiting gezocht bij een vergelijkbare overtreding.
Omschrijving |
Overtreding |
Hoogte dwangsom |
Maximum |
Begunstigings-termijn |
DHW |
Bedrijf is in werking zonder of in afwijking van een geldige vergunning |
€ 250 - € 1.000 per dag |
€ 7.500 – € 30.000 |
Tusen 2 en 12 weken |
|
Schenken aan minderjarigen |
€ 250 - € 1.000 per overtreding |
€ 750 – € 3.000 |
1 dag |
APV |
Het niet houden aan de geldende sluitingstijden |
€ 250 - € 1.000 per overtreding |
€ 750 – € 3.000 |
1 dag tot 1 week |
DHW en APV |
Paracommerciele instelling handelt in afwijking van de regels |
€ 250 - € 1.000 per overtreding |
€ 750 – € 3.000 |
1 dag |
Tabel 7 Sanctiebeleid Drank-en horecaregelgeving
Voor een aantal overtredingen zijn meerdere sanctiemiddelen mogelijk. Zoals eerder genoemd wordt bij deze overtredingen per situatie bekeken welk sanctiemiddel op dat moment het meest effectief is.
[22] Integraal handhavingsbeleid fysieke leefomgeving gemeente Brummen, 2011-2015, vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van Brummen op 11 mei 2011, Bijlage 3 Richtlijn sancties en termijnen
5.2.2 Toezicht
De gemeente Brummen beschikt over drie Boa’s, waarvan op dit moment één Boa het examen Drank-en horeca aan het afleggen is. Doel van het toezicht op de DHW is niet zoveel mogelijk overtreders opsporen en beboeten, maar om naleving van de regels te bevorderen. Omdat in de gemeente Brummen de nadruk ligt op preventie, vinden de controleacties plaats volgens het Uitvoerings-programma handhaving.
Op grond van het Uitvoeringsprogramma 2014, kan worden vermeld dat er in 2014 extra aandacht zal zijn voor de werkzaamheden van de BOA’s. Dit heeft te maken met de trend dat steeds meer politie-taken door gemeenten worden uitgevoerd. Vanuit het Rijk wordt aandacht gevraagd voor meer uniformiteit en meer samenwerking tussen politie en BOA’s.
Samenwerking met de politie is heel belangrijk voor dronkenschap inspecties. De gemeentelijke BOA heeft slechts de bevoegdheid om toezicht te houden op de DHW artikelen (toegang bieden aan dronken personen en naleving leeftijdsgrens). Handhaving met betrekking tot het schenken aan dronken personen is voorbehouden aan de politie.
6 RESULTATEN
Op grond van artikel 43a, derde lid, onder d van de DHW bevat het preventie- en handhavingsplan de resultaten die planperiode minimaal behaald moeten worden. Deze resultaten vloeien voort uit de voornoemde doelstellingen en acties. We werken aan de volgende resultaten:
6.1 Preventie
- .
Een verdere daling van het aantal minderjarigen dat alcohol drinkt;
- .
Meer bewustwording gecreëerd bij volwassenen en ouders, maar ook andere betrokken partijen zoals de horeca, sportverenigingen, scholen, supermarkten, over alcoholgebruik onder jongeren;
- .
Samenwerking tussen partijen is doorgezet danwel verbeterd door het voortzetten van de preventieacties uit het Plan van aanpak Preventie middelengebruik Brummen.
6.2 Handhaving
- .
Volgens het Uitvoeringsprogramma vinden in 2014 controleacties plaats gericht op het schenken aan minderjarigen, horecasluitingstijden, vergunningen/schijnbeheer en in het kader van de paracommercialisme. Wij gaan in ieder geval bij 2 evenementen en 2 horecabedrijven controles uitvoeren. Vanaf 2015 wordt gecontroleerd volgens de nog jaarlijks vast te stellen Uitvoeringsprogramma’s.
- .
In 2015 wordt een Integrale handhavingsnota opgesteld, waarbij de drank-en horeca wordt meegenomen en wordt bekeken in hoeverre de risicomodule moet worden aangepast.
7 UITVOERING
Uitgangspunt van dit plan is het beïnvloeden van de omgeving van de jonge drinker opdat deze ‘verleid’ wordt meer gezonde en veilige keuzes te maken met betrekking tot alcohol. De acties uit het Plan van aanpak Preventie middelengebruik worden de komende jaren verder uitgezet en uitgewerkt. Ten aanzien van de handhaving wordt het Uitvoeringsprogramma jaarlijks geëvalueerd en voor het komende jaar vastgesteld.
Hieronder een beschrijving van de belangrijkste samenwerkingspartners en de organisatiestructuur.
Politie
Veiligheid tijdens inspecties, jongeren vragen naa ID en eventuele samen-werking met betrekking tot de aanpak van doortappen vanuit het Wetboek van Strafrecht en openbare dronkenschap (artikel 252 resp. 453). De politie doet onderzoek naar de BOK (Haltafdoening, boete of kanskaart). De resultaten van de landelijke effectevaluatie zijn nog niet bekend. De Tweede Kamer vindt de Haltstraf Alcohol een zinvol alternatief voor een boete en kan worden toe-gevoegd aan de handhavingsarrangementen[23].
Ondernemers/verenigingen
Nalevingsommunicatie, meedenken over systeemontwikkeli training
personeel/vrijwilligers. In de gemeente Brummen worden eigentijdse confrontaties georganiseerd met ervaringsdeskundigen, inzet van een preventiemedewerker in geval van overlast, aandacht voor het alcoholbeleid waaronder jongeren benaderen met een kennistestje.
Scholen Halfjaarlijks overleg over intern schoolbeleid (in kader van Lokale Educatieve Agenda) en over informatievoorziening richting ouders. In de gemeente Brummen worden eigentijdse confrontaties georganiseerd met ervarings-deskundigen, de leerplichtambtenaar wordt meer betrokken, jaarlijks aanleveren preventieprogramma voor groep 7/8, er worden bijeenkomsten georganiseerd en het onderwijs is betrokken bij het preventieplan van de gemeente.
Gezondheidsorganisaties
Partners als de GGD en Tactus zijn belangrijk bij de uitvoering en ontwikkeling van educatieve interventies.
[23] Factsheet effectevaluatie Haltstraf alcohol
7.1 Effectmeting en evaluatie
De komende jaren doen we meer ervaring op rond dit onderwerp. Als het nodig is gebruiken we deze nieuwe inzichten voor tussentijdse bijstelling van dit plan.
Het effect van het preventie-en handhavingsbeleid wordt gemeten aan de hand van de gegevens van E-MOVO. E-MOVO meet om de vier jaar. In 2015 wordt opnieuw onderzoek uitgevoerd. Momenteel wordt er een Extra Contactmoment Adolescenten (ECA) in de jeugdgezondheidszorg (JGZ) in Nederland ingevoerd, en dus ook door de GGD NOG. Dit vindt jaarlijks plaats. Mogelijk bieden deze gegevens uit het ECA (extra) informatie over de ontwikkeling van het alcoholgebruik.
Op grond van hoofdstuk 7 van het Besluit Omgevingsrecht werkt de gemeente het handhavingsbeleid jaarlijks uit in een uitvoeringsprogramma en wordt jaarlijks geëvalueerd over het uitvoeringsprogramma.
Ondertekening
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl