Regeling vervallen per 01-01-2020

Organisatieverordening Waterschap Vallei en Veluwe 2013

Geldend van 01-01-2013 t/m 31-05-2014 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2013

HOOFDSTUK 1 BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN

Organisatieverordening Waterschap Vallei en Veluwe 2013

Besluit tot vaststelling van de Organisatieverordening Waterschap Vallei en Veluwe 2013

Het algemeen bestuur van Waterschap Vallei en Veluwe;

Op het voorstel van de voorbereidingscommissie van Waterschap Vallei en Veluwe van 11 december 2012;

Overwegende dat:

het noodzakelijk is een organisatieverordening vast te stellen om op een duidelijke wijze aan te geven

hoe de bestuurlijke en ambtelijke organisatie van Waterschap Vallei en Veluwe is vormgegeven en welke taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden de bestuursorganen en organisatieonderdelen hebben;

Gelet op het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht, de Waterschapswet en het Reglement waterschap Vallei en Veluwe;

b e s l u i t:

Vast te stellen de volgende Organisatieverordening Waterschap Vallei en Veluwe 2013:

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a.Algemeen b estuur: het algemeen bestuur van Waterschap Vallei en Veluwe;

b. College van dijkgraaf en h eemraden : dijkgraaf en heemraden van Waterschap Vallei en Veluwe;

  • c.

    Dijkgraaf : de dijkgraaf van Waterschap Vallei en Veluwe;

  • d.

    Directie : hoofd van de ambtelijke organisatie;

  • e.

    A mbtelijke organisatie: de directie, afdelingen en eenheden van het waterschap en de medewerkers die daarbinnen in dienst van het waterschap werkzaam zijn;

  • f.

    Bedrijfsvoering: de sturing en beheersing van bedrijfsprocessen binnen het waterschap om de

beleidsdoelstellingen te kunnen realiseren;

  • g.

    Bestuurlijke organisatie: de bestuursorganen van het waterschap met inbegrip van de bijbehorende overleg- en besluitvormingsstructuren;

  • h.

    Bestuursorganen: het algemeen bestuur, het college van dijkgraaf en heemraden en de dijkgraaf;

  • i.

    Bestuursrapportage: instrument waarmee de directie (tussentijds) verantwoording aflegt aan het college van dijkgraaf en heemraden over de realisatie van de begroting;

  • j.

    Hoofd proceseigenaar: programmamanager, verantwoordelijk voor de realisatie van doelen en resultaten die ten aanzien van het hoofdproces gesteld zijn;

  • k.

    Proceseigenaar: afdelingshoofd, verantwoordelijk voor de realisatie van doelen en resultaten die ten aanzien van het deelprocesproces gesteld zijn.

HOOFDSTUK 2 STRUCTUUR VAN BESTUUR EN ORGANISATIE

Artikel 2 Organisatorische indeling

1.De bestuurlijke organisatie bestaat uit het algemeen bestuur, het college van dijkgraaf en

heemraden en de dijkgraaf.

  • 2.

    De ambtelijke organisatie kent de volgende hoofdindeling:

    • §

      Directie met aandachtsgebieden:

    • §

      Algemene leiding;

    • §

      Beleidsontwikkeling;

    • §

      Bedrijfsvoering.

    • §

      Eenheden:

    • §

      Strategie en Beleid;

    • §

      Majeure projecten.

    • §

      Programma ‘s:

    • §

      Watersysteem

    • §

      Waterketen

    • §

      Ondersteuning

    • §

      Afdelingen:

    • §

      Bedrijfskundige ondersteuning;

    • §

      Beheer Watersysteem;

    • §

      Beheer Waterketen;

    • §

      Informatiemanagement;

    • §

      Onderhouden technische installaties;

    • §

      Projectrealisatie;

    • §

      Services;

    • §

      Tactische planvorming & Monitoring;

    • §

      Vergunningen en Handhaving.

  • 3.

    De directie bepaalt de formatieve omvang en een nadere onderverdeling van de formatieve omvang

over de in het tweede lid genoemde afdelingen en eenheden op basis van de noodzakelijke prestaties die in de begroting worden vastgelegd.

HOOFDSTUK 3 BESTUURLIJKE ORGANISATIE

Artikel 3 Algemeen bestuur

1.Het algemeen bestuur is het hoogste bestuursorgaan van het waterschap en heeft een

kaderstellende, richtinggevende en toetsende functie voor de strategische aspecten van de

taakuitoefening.

2.De aan het algemeen bestuur toegekende taken vinden hun wettelijke grondslag in de artikelen 10, 56 en hoofdstuk X van de Waterschapswet.

Artikel 4 College van dijkgraaf en heemraden

1.Het college van dijkgraaf en heemraden is belast met de dagelijkse aangelegenheden van het

waterschap en heeft een kaderstellende, richtinggevende en toetsende functie voor de tactische

aspecten van de taakuitoefening.

2.De aan het college van dijkgraaf en heemraden toegekende taken vinden hun wettelijke grondslag

in artikel 10 en hoofdstuk XI van de Waterschapswet.

  • 3.

    Het college van dijkgraaf en heemraden verstrekt de directie opdracht tot het uitvoeren van de in de begroting opgenomen doelen en resultaten.

  • 4.

    Het college van dijkgraaf en heemraden voert overleg met de directie over de realisatie van de doelen en resultaten en de daarvoor ingezette middelen.

  • 5.

    Het college van dijkgraaf en heemraden legt over de behaalde doelstellingen en resultaten verantwoording af aan het algemeen bestuur.

Artikel 5 Dijkgraaf

  • 1.

    De dijkgraaf is belast met de leiding van het algemeen bestuur en het college van dijkgraaf en heemraden en heeft een signalerende, coördinerende en initiërende functie ten aanzien van het algemeen bestuur en het college van dijkgraaf en heemraden en de externe omgeving.

  • 2.

    De aan de dijkgraaf toegekende taken vinden hun wettelijke grondslag in artikel 10 en hoofdstuk

XII van de Waterschapswet.

3.De dijkgraaf wordt bij afwezigheid vervangen door de waarnemend dijkgraaf.

Artikel 6 Secretaris

  • 1. De secretaris staat het algemeen bestuur, het college van dijkgraaf en heemraden en de dijkgraaf ter zijde bij de uitoefening van hun taak.

  • 2. De aan de secretaris toegekende taken vinden hun wettelijke grondslag in hoofdstuk VIII van de Waterschapswet.

  • 3. De secretaris is tevens algemeen directeur van Waterschap Vallei en Veluwe.

HOOFDSTUK 4 DELEGATIE AAN HET COLLEGE VAN DIJKGRAAF EN HEEMRADEN

Artikel 7 Bevoegdheden

Voor zover die bevoegdheden niet reeds zijn toegekend bij de Waterschapswet of bij of krachtens een bijzonder wettelijk voorschrift, zijn aan het college van dijkgraaf en heemraden de navolgende bevoegdheden overgedragen krachtens delegatie:

  • a.

    het nemen van besluiten tot het voeren van rechtsgedingen, arbitrage, schikking, dading en mediation;

  • b.

    het instellen van beroep of het maken van bezwaar, onverminderd het bepaalde in artikel 86, derde lid van de Waterschapswet;

  • c.

    Het vaststellen van projectplannen als bedoeld in artikel 5.4 van de Waterwet, met uitzondering van:

  • a.

    projectplannen waarop de projectprocedure voor waterstaatswerken van toepassing is, als bedoeld in artikel 5.5 en volgende van de Waterwet;

  • b.

    projectplannen met betrekking tot:

    • 1.

      de aanleg van A-watergangen;

    • 2.

      waterkeringen;

    • 3.

      overige waterstaatswerken, doch uitsluitend voorzover daarvan in betekenende mate een wijziging van de bestaande waterstaatkundige situatie of de hoogte van de te heffen watersysteemheffing is te verwachten;

  • d.

    het nemen van besluiten tot het onderhoud van waterstaatswerken, tenzij deze betrekking hebben op werken waarvan in betekenende mate een wijziging van de hoogte van de te heffen watersysteemheffing is te verwachten;

  • e.

    het nemen van besluiten tot de aanleg, de verbetering en het onderhoud van zuiveringtechnische werken, tenzij deze betrekking hebben op werken waarvan in betekenende mate een wijziging van de hoogte van de te heffen zuiveringsheffing is te verwachten;

  • f.

    het nemen van besluiten tot kopen, ruilen, verkopen, huren en bezwaren van roerende en onroerende zaken en het vestigen van beperkte rechten op onroerende zaken, voorzover daardoor niet in betekenende mate een wijziging van de hoogte van de te heffen zuiveringsheffing, verontreinigingsheffing of watersysteemheffing is te verwachten;

  • g.

    het nemen van besluiten tot het verhuren, verpachten of op andere wijze in gebruik geven van onroerende zaken van het waterschap;

  • h.

    het vaststellen van beleidsregels als bedoeld in titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • i.

    het bekendmaken van besluiten van het algemeen bestuur;

  • j.

    het aanvragen en verstrekken van subsidies;

  • k.

    het nemen van besluiten tot het uitlenen, lenen of (her)beleggen van gelden, het waarborgen van geldelijke verplichtingen door anderen aan te gaan en het bewaken van hetgeen verder de geldmiddelen van het waterschap aangaat;

  • l.

    het verlenen van vermindering of kwijtschelding aan hen die ten behoeve van het waterschap iets doen of leveren;

  • m.

    het nemen van besluiten als bedoeld in paragraaf 5.4 van de Waterwet;

  • n.

    het nemen van besluiten tot het aanbesteden van leveringen, diensten en werken.

  • o.

    het nemen van besluiten tot het aangaan, wijzigen, opzeggen en ontbinden van overeenkomsten, voor zover daardoor niet in betekenende mate een wijziging van de te heffen watersysteemheffing, zuiveringsheffing of verontreinigingsheffing is te verwachten;

  • p.

    het kenbaar maken van bevindingen met betrekking tot de ontwerpbegroting van gemeenschappelijke regelingen;

  • q.

    het regelen van de bezoldiging en arbeidsvoorwaarden van de ambtenaren van het waterschap;

  • r.

    Het nemen van besluiten tot het vaststellen en wijzigen van de legger.

Artikel 8 Voorwaarden

Aan de uitvoering van de gedelegeerde bevoegdheden zijn de volgende voorwaarden verbonden:

  • a.

    tot uitoefening van de gedelegeerde bevoegdheden kan alleen worden overgegaan indien hiervoor ruimte bestaat in de begroting van het betreffende dienstjaar;

  • b.

    het college van dijkgraaf en heemraden verschaft het algemeen bestuur gevraagd dan wel ongevraagd inlichtingen over de uitoefening van de aan hen gedelegeerde bevoegdheden;

  • c.

    het algemeen bestuur kan de delegatie te allen tijde beëindigen.

HOOFDSTUK 5 MANDAAT AAN HET COLLEGE VAN DIJKGRAAF EN HEEMRADEN

Artikel 9 Bevoegdheden

  • 1.

    Voor zover die bevoegdheid hem niet reeds is toegekend bij de Waterschapswet of bij of krachtens een bijzonder wettelijk voorschrift zijn aan het college van dijkgraaf en heemraden de navolgende bevoegdheden overgedragen krachtens mandaat:

    • a.

      het beschikbaar stellen van krediet tot een maximum van € 2,0 miljoen bruto per project tot het maximum per thema zoals in de begroting is opgenomen;

    • b.

      het beschikbaar stellen van voorbereidingskredieten, mits opgenomen in de

vastgestelde meerjarenraming;

  • c.

    het overschrijden van een begrote investering met maximaal €200.000 en de totaal begrote inkomsten met maximaal €200.000 te onderschrijden, zonder toestemming vooraf van het algemeen bestuur, indien deze mutaties passen binnen het vastgestelde beleid. Een dergelijk feit wordt achteraf aan het algemeen bestuur gerapporteerd;

  • d.

    een project in de plaats stellen van een ander project binnen het betreffende thema mits het totaal begrote investeringsbedrag van het betreffende thema niet wordt overschreden, zonder toestemming vooraf van het algemeen bestuur, indien deze mutatie past binnen het vastgestelde beleid. Een dergelijk feit wordt achteraf aan het algemeen bestuur gerapporteerd;

  • e.

    het aanwenden van de algemene reserves voor onvoorziene uitgaven tot een maximum van €500.000 binnen het bestaande beleid. Een dergelijk feit wordt achteraf aan het algemeen bestuur gerapporteerd;

  • f.

    het overschrijden van de totale geautoriseerde netto-kosten, die in de begroting zijn opgenomen, met 1% zonder toestemming vooraf van het algemeen bestuur, indien deze mutaties passen binnen het vastgestelde beleid. Een dergelijk feit wordt achteraf aan het algemeen bestuur gerapporteerd;

  • g.

    het overschrijden van de netto-kosten van een programma met 10% zonder toestemming vooraf van het algemeen bestuur, indien de middeleninzet past binnen het vastgestelde beleid en indien de totale geautoriseerde netto-kosten met niet meer dan 1% worden overschreden. Een dergelijk feit wordt achteraf aan het algemeen bestuur gerapporteerd;

  • h.

    het onttrekken van geld aan het Innovatiefonds;

  • i.

    het besluiten tot het overschrijden van een begrote investering buiten de scope van een bestuursovereenkomst/samenwerkingsovereenkomst of realisatieovereenkomst in het kader van het project Ruimte voor de Rivier tot een maximum bedrag van €4.000.000, mits deze overschrijdingen zowel inhoudelijk als financieel zijn geaccordeerd door de Programmadirectie Ruimte voor de Rivier. Een dergelijk besluit wordt achteraf aan het algemeen bestuur gerapporteerd.

  • j.

    het vertegenwoordigen van het algemeen bestuur in juridische procedures waarbij een besluit van het algemeen bestuur in het geding is dan wel het algemeen bestuur op andere wijze betrokken is;

  • k.

    Het wijzigen van de hoofdindeling van de in artikel 2, tweede lid bedoelde hoofdindeling van de ambtelijke organisatie, voor zover het gaat om wijzigingen van ondergeschikt belang.

    • 2.

      Het college van dijkgraaf en heemraden is bevoegd tot het verlenen van ondermandaat.

Artikel 10 Voorwaarden

Aan de uitvoering van de gemandateerde bevoegdheden zijn de volgende voorwaarden verbonden:

a.tot uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden kan alleen worden overgegaan indien

hiervoor ruimte bestaat in de begroting van het betreffende dienstjaar;

  • b.

    het college van dijkgraaf en heemraden verschaft het algemeen bestuur gevraagd dan wel ongevraagd inlichtingen over de uitoefening van de aan hen gemandateerde bevoegdheden;

  • c.

    het algemeen bestuur kan het mandaat te allen tijde beëindigen.

HOOFDSTUK 6 AMBTELIJKE ORGANISATIE

Artikel 11 Directie

  • 1.

    Er is een directie bestaande uit een algemeen directeur en een directeur bedrijfsvoering. De algemeen directeur is de voorzitter van de directie.

  • 2.

    De algemeen directeur en de directeur bedrijfsvoering worden benoemd door het algemeen bestuur.

  • 3.

    De directie heeft de leiding over de ambtelijke organisatie;

  • 4.

    De directie bepaalt de strategische koers (richting) van de organisatie, maakt resultaatafspraken

met het college van dijkgraaf en heemraden en legt verantwoording af over de voortgang hiervan (doelen en middelen).

  • 5.

    De algemeen directeur is:

    • a.

      eindverantwoordelijk voor het bepaalde in het derde lid en voor de ambtelijke organisatie;

    • b.

      eindverantwoordelijk voor het realiseren van de begroting en de in de begroting opgenomen activiteiten;

    • c.

      verantwoordelijk voor het personeelsbeleid;

    • d.

      de aangewezen bestuurder in de zin van de Wet op de Ondernemingsraden.

  • 6.

    De directeur bedrijfsvoering is:

    • a.

      verantwoordelijk voor de kwalitatieve en personele aansturing van de ambtelijke organisatie;

    • b.

      verantwoordelijk voor het (laten) voorbereiden en realiseren van een effectieve en efficiënte bedrijfsvoering van de ambtelijke organisatie.

  • 7.

    De algemeen directeur en de directeur bedrijfsvoering zijn ieder afzonderlijk bevoegd tot het nemen van alle besluiten waartoe de directie bevoegd is. Zij vervangen elkaar bij afwezigheid.

HOOFDSTUK 7 SLOTBEPALINGEN EN CITEERTITEL

Artikel 12 Slotbepalingen

  • 1. Deze verordening treedt met terugwerkende kracht in werking op 1 januari 2013.

  • 2. De Organisatieverordening Waterschap Veluwe 2012 zoals vastgesteld op 29 september 2011 wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2013.

  • 3. De Organisatieverordening Waterschap Vallei & Eem 2012 zoals vastgesteld op 28 september 2011 wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2013.

  • 4. Het college van dijkgraaf en heemraden stelt een organisatiebesluit vast.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Organisatieverordening Waterschap Vallei en Veluwe 2013”.

Aldus vastgesteld in de vergadering van het algemeen bestuur van 2 januari 2013.

mr. G.P. Dalhuisen ir. G. Verwolf

secretaris dijkgraaf

Toelichting behorend bij de Organisatieverordening

Waterschap VALLEI EN VELUWE 2013

Opbouw verordening

Er is voor gekozen om de verordening zo beknopt mogelijk te houden. In deze toelichting volgt, waar nodig, een nadere uitleg.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 2 Organisatorische indeling

In artikel 2 worden de aandachtsgebieden van de directie, de verschillende eenheden, programma ‘s en afdelingen van de organisatie genoemd. Voor de goede orde wordt er op gewezen dat het college van dijkgraaf en heemraden bevoegd is om deze indeling te wijzigen, voor zover het gaat om wijzigingen van ondergeschikt belang. Deze bevoegdheid is (samen met de overige mandaatbevoegdheden) geregeld in artikel 9.

Artikel 3 Algemeen bestuur

:

De taken van het algemeen bestuur worden in de Waterschapswet vermeld. Het voert te ver om in deze ambtelijke organisatieverordening al deze taken specifiek te benoemen.

Een aantal taken die het algemeen bestuur heeft naast de in de Waterschapswet aangegeven taken zijn:

• het vaststellen van de in de beheersplannen en beleidsplannen opgenomen (strategische)

doelstellingen;

• het beschikbaar stellen van de hiervoor benodigde middelen in de begroting;

• het toezicht houden op de bereikte resultaten aan de hand van de controle- en voortgangs-

rapportages.

Artikel 4 College van dijkgraaf en heemraden

De taken van het college van dijkgraaf en heemraden zijn in de wet aangegeven. Naast de wettelijke taken houdt het college van dijkgraaf en heemraden zich specifiek ook bezig met o.a. het toezicht houden op de te bereiken resultaten aan de hand van de voortgangsrapportages.

Artikel 5 Dijkgraaf

De dijkgraaf is lid van het college van dijkgraaf en heemraden en voorzitter (en geen lid) van het algemeen bestuur. De taken van de dijkgraaf zijn eveneens neergelegd in de Waterschapswet. De dijkgraaf voert daarnaast de volgende taken uit:

1.het voeren van overleg met de directie over strategische zaken en over ontwikkelingen in de

ambtelijke organisatie die mogelijk een bestuurlijke impact hebben;

2.het vertegenwoordigen van het waterschap in externe contacten.

Artikel 6 Secretaris en Algemeen directeur

De taken van de secretaris zijn aangegeven in de Waterschapswet. Daarnaast is in het Reglement voor het waterschap Vallei en Veluwe in artikel 3.15 aangegeven dat er een instructie door het algemeen bestuur dient te worden vastgesteld waarin nadere regels gesteld worden betreffende de taak en bevoegdheid van de secretaris.

De secretaris vervult daarnaast de functie van algemeen directeur van de ambtelijke organisatie.

Delegatie aan College van dijkgraaf en heemraden

Algemeen

In de Algemene wet bestuursrecht is een wettelijke regeling inzake delegatie (afdeling 10.1.2) opgenomen. Hierin is onder meer aangegeven wat onder delegatie dient te worden verstaan.

  • ·

    Delegatie is het overdragen door een bestuursorgaan van zijn bevoegdheid tot het nemen van besluiten aan een ander die deze onder eigen verantwoordelijkheid uitoefent. Bij delegatie komt de verantwoordelijkheid voor de uitoefening van de bevoegdheid bij de gedelegeerde te liggen. Het delegerende bestuursorgaan is daarmee de zeggenschap in principe kwijt.

  • ·

    Delegatie aan ondergeschikten is niet mogelijk.

  • ·

    Delegatie mag alleen als dit in een wettelijk voorschrift (bij voorbeeld in de Waterschapswet) is toegestaan.

  • ·

    Het bestuursorgaan kan beleidsregels geven ten aanzien van de uitoefening van de

gedelegeerde bevoegdheid.

  • ·

    De gedelegeerde legt aan de delegaatgever verantwoording af over het gebruik van de overgedragen bevoegdheden.

  • ·

    Het bestuursorgaan kan de gedelegeerde bevoegdheid niet meer zelf uitoefenen.

  • ·

    Het delegatiebesluit kan te allen tijde worden ingetrokken.

Artikel 7 Bevoegdheden

In artikel 83, lid 1 van de Waterschapswet is vastgelegd dat het algemeen bestuur bevoegdheden kan overdragen aan het college van dijkgraaf en heemraden. In lid 2 van hetzelfde artikel zijn bevoegdheden opgesomd welke zo wezenlijk geacht worden voor de taakuitoefening van het waterschap dat overdracht hiervan is uitgesloten.

Om de bestuurlijke effectiviteit te bevorderen draagt het algemeen bestuur een aantal van zijn bevoegdheden over aan het college van dijkgraaf en heemraden. Benadrukt dient te worden dat dit besluit betrekking heeft op de bevoegdheid om (publiekrechtelijke) besluiten te nemen. De overdracht van de bevoegdheid om privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten, gebeurt door een algemene volmacht. Deze volmacht wordt gegeven door de dijkgraaf en behoeft instemming van het college van dijkgraaf en heemraden (artikel 95 Waterschapswet).

Voor de goede orde wordt erop gewezen dat ook al is de bevoegdheid gedelegeerd, de bevoegdheid tot het verstrekken van krediet hier los van staat. In voorkomende gevallen kan het dus zo zijn, dat het algemeen bestuur het krediet verstrekt en het college van dijkgraaf en heemraden het betreffende besluit neemt. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn bij een projectplan.

Onderdeel a

Dit onderdeel ziet op besluiten tot het voeren van rechtsgedingen, bijvoorbeeld ingeval van onrechtmatige daad en bij wanprestatie en besluiten tot arbitrage, schikking, dading en mediation. Hierbij wordt opgemerkt dat de Waterschapswet ten aanzien van een aantal rechtshandelingen - zoals het procederen in eerste aanleg in kort geding, het voegen in strafzaken en het spoedshalve instellen van beroep of inbrengen van bezwaren - de beslissingsbevoegdheid al heeft toegekend aan het college van dijkgraaf en heemraden. Het spreekt voor zich dat deze delegatie ook de voorbereiding van en het optreden in de procedures omvat.

Onderdeel b

Dit onderdeel is opgenomen omdat er termijnen verbonden zijn aan het maken van bezwaar en het instellen van beroep. Men kan daarvoor niet op een besluit van het algemeen bestuur wachten.

Onderdelen c t/m h, k en o

Het gaat hier om besluiten met een beperkte strekking, zonder dat daar zwaarwegende waterstaatkundige belangen mee gemoeid zijn. Vanuit het oogpunt van bestuurlijke effectiviteit is het wenselijk dat deze besluiten door het college van dijkgraaf en heemraden kunnen worden genomen en hiermee het waterschap slagvaardiger kan handelen.

Ook wordt voorkomen dat aan het algemeen bestuur te dikwijls besluiten van betrekkelijke geringe betekenis moeten worden voorgelegd. Met betrekking tot onderdeel h kan worden opgemerkt dat metbeleidsregels nadere invulling wordt gegeven aan de beleidsruimte die het waterschap heeft in zijn besluitvormingsbevoegdheid. De reden hiervoor is het tegengaan van willekeur en het vergroten van de rechtszekerheid. Omdat beleidsregels betrekking hebben op de uitvoering, is het wenselijk dat het college van dijkgraaf en heemraden met de vaststelling daarvan wordt belast.

Onderdeel i

Dit onderdeel is opgenomen omdat met de bekendmaking een procedure gemoeid is en het college van dijkgraaf en heemraden daar meer het geëigende bestuursorgaan voor is.

Onderdeel j en n

Deze onderdelen zijn opgenomen omdat het aanvragen van subsidies en het aanbesteden vaak gebeurt ter uitvoering van bepaalde projecten. Het college van dijkgraaf en heemraden is hiermee belast, aangezien zij ook met de uitvoering van de betreffende projecten is belast. Het college van dijkgraaf en heemraden is belast met het verlenen van subsidies, omdat het verlenen van subsidies gebeurt ter uitvoering van beleid van het waterschap.

Onderdeel m

Het gaat hierbij om gedoogplichten in verband met noodzakelijke onderzoeken of voor de aanleg van waterstaatswerken. Deze zijn vaak spoedeisend van aard, waardoor men niet op een besluit van het algemeen bestuur kan wachten.

Onderdeel p

Gelet op de korte tijd die het waterschap heeft om op de onderhavige ontwerp-begrotingen te reageren is het kenbaar maken van bevindingen bij het college van dijkgraaf en heemraden belegd.

Onderdeel q

Dit onderdeel is toegevoegd om de bestuurlijke effectiviteit te bevorderen. De Sectorale Arbeidsvoorwaardenregelingen voor Waterschapspersoneel vormen de CAO voor de waterschapssector. Het bekrachtigen van deze CAO blijft een bevoegdheid van het algemeen bestuur. Het nemen van besluiten over de toepassing en invulling van regelingen inzake sectorale en decentrale secundaire arbeidsvoorwaarden is een bevoegdheid van het college van dijkgraaf en heemraden. Bestuurlijk gevoelige regelingen (bijv. de Klokkenluidersregeling) worden aan het algemeen bestuur voorgelegd.

Onderdeel r

Dit onderdeel is opgenomen om op een efficiënte wijze de legger te kunnen vaststellen en wijzigen, zodat de keur en de onderhoudsverplichting van toepassing zijn op de watergang. De legger kan onder andere gewijzigd worden naar aanleiding van verzoeken van aangelanden en naar aanleiding van vergunningverlening of het vaststellen van een projectplan. Onder het wijzigen van de legger valt ook het van de legger halen van een watergang.

Artikel 8 Voorwaarden

In dit artikel zijn de voorwaarden opgenomen welke verbonden zijn aan de in artikel 7 genoemde delegatie. Het college van dijkgraaf en heemraden heeft een actieve informatieplicht met betrekking tot de gedelegeerde bevoegdheden.

De besluitenlijst van het college van dijkgraaf en heemraden wordt ter kennis gebracht van de leden van het algemeen bestuur.

Mandaat aan College van dijkgraaf en heemraden

Algemeen

In de Algemene wet bestuursrecht is een wettelijke regeling inzake mandaat (afdeling 10.1.1) opgenomen. Hierin is onder meer aangegeven wat onder mandaat dient te worden verstaan.

  • ·

    Mandaat is de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan besluiten te nemen. Een besluit dat krachtens mandaat is genomen (door de gemandateerde) geldt als een besluit van de mandaatgever. De mandaatgever blijft verantwoordelijk voor de bevoegdheidsuitoefening en houdt ook zeggenschap daarover.

  • ·

    De mandaatgever blijft altijd bevoegd om zelf de gemandateerde bevoegdheid uit te oefenen.

  • ·

    Het mandaat kan te allen tijde weer worden ingetrokken.

  • ·

    De mandaatgever kan toestaan dat ondermandaat wordt verleend.

  • ·

    De gemandateerde legt aan de mandaatgever verantwoording af over het gebruik van de overgedragen bevoegdheden.

  • ·

    De volgende bevoegdheden kunnen (behoudens uitzonderingen) niet worden gemandateerd:

    • -

      het vaststellen van algemeen verbindende voorschriften;

    • -

      het nemen van een besluit ten aanzien waarvan is bepaald dat het met versterkte meerderheid moet worden genomen;

    • -

      het beslissen op een beroepschrift;

    • -

      het vernietigen van of het onthouden van goedkeuring aan een besluit van een ander bestuursorgaan.

      ·het beslissen op een bezwaarschrift kan wel worden gemandateerd, maar niet aan degene die het besluit krachtens mandaat heeft genomen

Artikel 9 Bevoegdheden

Voor de goede orde wordt erop gewezen dat ook al is de bevoegdheid gemandateerd, de bevoegdheid tot het verstrekken van krediet hier los van staat. In voorkomende gevallen kan het dus zo zijn, dat het algemeen bestuur het krediet verstrekt en het college van dijkgraaf en heemraden het betreffende besluit neemt.

Onderdeel a t/m f

Deze onderdelen regelen tot welk bedrag het college van dijkgraaf en heemraden krediet mag verstrekken, investeringen mag overschrijden, en de netto-kosten mag overschrijden. Tevens regelt dit artikel het schuiven met budget door het college van dijkgraaf en heemraden en het aanwenden van de algemene reserves voor onvoorziene uitgaven.

Onderdeel a

Het college van dijkgraaf en heemraden is bevoegd krediet te verlenen tot een maximum van bruto € 2,0 miljoen voor projecten die in de begroting zijn opgenomen. Bruto wil zeggen de uitgaven. Over dat deel loopt het waterschap risico. Het netto-krediet is het bruto-krediet minus inkomsten zoals subsidies en overige bijdragen.

Onderdeel e, f

Onderdeel e biedt het college van dijkgraaf en heemraden de mogelijkheid de algemene reserves aan te wenden. Daarnaast biedt onderdeel f de mogelijkheid de begroting met 1 % te overschrijden.

De netto-kosten zijn de bruto-kosten minus de inkomsten zoals subsidies en overige inkomsten.

Onderdeel h

Om efficiënt te kunnen werken is de bevoegdheid om geld te onttrekken aan het MVO-/Innovatiefonds belegd bij het college van dijkgraaf en heemraden.

Onderdeel i

De dynamische omgeving van planvorming en voorbereiding van Ruimte voor de Rivier en de daarbij aanwezige tijdsdruk, past niet binnen de vergaderfrequentie van het algemeen bestuur en vraagt daarom om afspraken over de wijze waarop de verantwoording binnen het waterschap vorm krijgt. Deze afspraken zijn vastgelegd in het besluit van het algemeen bestuur van rechtsvoorganger Waterschap Veluwe van 23 september 2009, onderwerp Mandatering en rapportage in het kader van Ruimte voor de Rivier..

Onderdeel j

Het komt voor dat tegen besluiten van het algemeen bestuur bezwaar en/of beroep openstaat of dat het algemeen bestuur op andere wijze in een gerechtelijke procedure is betrokken. In dergelijke gevallen wordt het waterschap ambtelijk vertegenwoordigd. Mede gelet op de beperkte vergaderfrequentie van het algemeen bestuur is het niet wenselijk dat deze vertegenwoordiging per geval wordt geregeld.

Artikel 10 Voorwaarden

In dit artikel zijn de voorwaarden opgenomen welke verbonden zijn aan het in artikel 9 genoemde mandaat. Het college van dijkgraaf en heemraden heeft een actieve informatieplicht met betrekking tot de gemandateerde bevoegdheden.

De besluitenlijst van het college van dijkgraaf en heemraden wordt ter kennis gebracht van de leden van het algemeen bestuur.

Artikel 11 Directie

De directie geeft leiding aan de ambtelijke organisatie. De algemeen directeur is voorzitter van de directie en eindverantwoordelijk voor de ambtelijke organisatie.

De directie bepaalt de strategische koers van de organisatie (zowel op het gebied van de

organisatieontwikkeling als op de uitvoering van de reglementaire taken), geeft de betreffende ambtenaren de opdracht om deze koers binnen de door de directie aangegeven strategische kaders verder door te vertalen naar de organisatie.

De directie geeft integraal sturing aan processen, aan de organisatie en aan houding en gedrag in de organisatie op basis van de beoogde organisatiecultuur en de gewenste identiteit van de organisatie op strategisch niveau en legt hierover verantwoording af aan het college van dijkgraaf en heemraden.