Regeling vervallen per 01-10-2005

Verdelingsverordening stads- en dorpsvernieuwing provincie Overijssel 1997

Geldend van 29-08-2001 t/m 30-09-2005

Intitulé

Verdelingsverordening stads- en dorpsvernieuwing provincie Overijssel 1997

inhoud

Begripsbepalingen

Artikel 1

  • 1

  • In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a. stads- en dorpsvernieuwing: de stelselmatige inspanning zowel op stedebouwkundig als op sociaal, economisch, cultureel en milieuhygiënisch   gebied, gericht op behoud, herstel, verbetering, herindeling of sanering van bebouwde gedeelten van het gemeentelijk grondgebied;

  • b. wet: de Wet op de Stads- en Dorpsvernieuwing;

  • c. reserve stads- en dorpsvernieuwing; het provinciaal stadsvernieuwingsfonds als bedoeld in artikel 39, vierde lid van de wet;

  • d. commissie: de Provinciale Stadsvernieuwingscommissie als bedoeld in artikel 5, tweede lid van de wet;

  • e. gemeente: een gemeente als bedoeld in artikel 39, vierde lid van de wet;         

  • f. woonhuismonument: een woning als monument aangewezen en welke voorkomt op de door een gemeenteraad vastgestelde monumentenlijst.

Algemene bepalingen

Artikel 2

  • 2

  • 1. Gedeputeerde Staten verlenen slechts subsidie aan gemeenten die daartoe een aanvraag hebben ingediend.

  • 2. Voorzover een gemeente de in het eerste lid bedoelde subsidie niet zelf voor stads- en dorpsvernieuwing aanwendt, besteedt zij deze gelden aan verlening van geldelijke steun aan natuurlijke of rechtspersonen in het belang van stadsvernieuwing en voor de doelen waarvoor zij die subsidie heeft ontvangen.

  • 3. Van de reserve stads- en dorpsvernieuwing wordt 10% gereserveerd voor de restauratie van gemeentelijke woonhuismonumenten, 65% voor de sanering van milieuhinderlijke bedrijven in de woonomgeving en 25% voor de verbetering van de openbare ruimte.

  • 4. Gedeputeerde Staten kunnen tot een andere dan de in lid 3 genoemde verdeling over activiteiten overgaan, indien de ingediende aanvragen daartoe aanleiding geven.

  • 5. De verlening van de subsidie vindt plaats onder het voorbehoud dat door het Rijk de geldelijke steun aan de provincie beschikbaar wordt gesteld.

Te subsidiëren stads- en dorpsvernieuwingsactiviteiten

Artikel 3

  • 3

  • 1. Voor de verlening van subsidie uit de reserve stads- en dorpsvernieuwing komen de volgende activiteiten in aanmerking:

    • a.

      sanering milieuhinderlijke bedrijven in de woonomgeving van vóór 1970;

    • b.

      verbetering van de openbare ruimte van vóór 1970;

    • c.

      restauratie van gemeentelijke woonhuismonumenten die vóór 1950 gebouwd zijn.

  • 2. Bij de in het eerste lid, onder a, b en c, genoemde activiteiten is sprake van een gebleken noodzaak om de voortgang van de stads- en dorpsvernieuwing te bevorderen.

Provinciaal verdelingsplan

Artikel 4

  • 4

  • 1. Gedeputeerde Staten stellen, gehoord de commissie, jaarlijks op basis van prioriteit een verdelingsplan vast op grond van door de gemeenten ingediende aanvragen.

  • 2. In het verdelingsplan kunnen Gedeputeerde Staten een verdeling opnemen die zich over meerdere jaren uitstrekt.

Artikel 5

  • 5

  • 1. Bij de vaststelling van het verdelingsplan betrekken Gedeputeerde Staten:

    • a.

      de mate van achterstand in het stads- en dorpsvernieuwingsproces;

    • b.

      de continuïteit van het stads- en dorpsvernieuwingsproces;

    • c.

      de uitvoerbaarheid van het project;

    • d.

      de urgentie van het project;

    • e.

      een sobere en doelmatige uitvoering van het project;

    • f.

      het gemeentelijk aandeel in de projectkosten;

    • g.

      de toepassing van andere rijks- en/of provinciale regelingen;

    • h.

      het maatschappelijk rendement van het project;

    • i.

      de relatie met het provinciaal ruimtelijk beleid.

  • 2. Gedeputeerde Staten kunnen ter uitvoering van het eerste lid nadere regels vaststellen.

Aanvraag en verlening van subsidie

Artikel 6

  • 6

  • 1. De aanvraag voor de in artikel 3, eerste lid, genoemde activiteiten wordt voor 1 april van het jaar, voorafgaand aan het jaar waarvoor een subsidie wordt gevraagd, ingediend.

  • 2. De aanvraag gaat vergezeld van een toelichting en een kostenoverzicht van de daarin opgenomen activiteiten.

  • 3. Gedeputeerde Staten nemen binnen 6 maanden een besluit op de aanvraag.

  • 4. In bijzondere gevallen kunnen Gedeputeerde Staten ook na 1 april een aanvraag in behandeling nemen.

Artikel 7

  • 7

  • 1. Aan de verlening van een subsidie op grond van artikel 3, eerste lid, sub a en b, wordt het voorschrift verbonden dat binnen één jaar met de uitvoering van de gesubsidieerde activiteit wordt begonnen.

  • 2. In bijzondere omstandigheden kunnen Gedeputeerde Staten op verzoek van de gemeente de termijn genoemd in het eerste lid verlengen.

  • 3. Indien met de uitvoering van de gesubsidieerde activiteit niet binnen één jaar na verlening van de subsidie is begonnen en geen toepassing is gegeven aan het bepaalde in het tweede lid kunnen Gedeputeerde Staten de subsidie intrekken.

Artikel 8

  • 8

  • 1. Gedeputeerde Staten kunnen voor de in artikel 3, eerste lid, sub a en b, genoemde activiteiten voorschotten verlenen tot 90% van de verleende subsidie. Deze voorschotverlening is afhankelijk van de omvang van de reserve stads- en dorpsvernieuwing en het betalingsritme van het Rijk. De resterende 10% wordt uitbetaald, na uitvoering van de activiteit, op basis van de werkelijk gemaakte kosten. De kostenopgave dient vergezeld te gaan van een accountantsverklaring.

  • 2. De voorschotverlening vindt plaats in maandelijkse termijnen nadat de gemeente Gedeputeerde Staten hebben bericht dat met de uitvoering van de activiteit is gestart. 

Artikel 9

  • 9

  • 1. Met betrekking tot de subsidie voor de in artikel 3, eerste lid, onder c, genoemde activiteit gelden tevens de volgende voorwaarden:

    • a.

      de subsidie bedraagt ten hoogste 50% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 11.300,00;

    • b.

      de subsidie mag uitsluitend worden besteed aan bouwtechnische restauraties;

    • c.

      binnen dertien weken na de verlening van een subsidie is met het treffen van de activiteit een aanvang gemaakt en gereed gemeld 1 jaar na verlening.

  • 2. De gemeenteraad stelt een verordening vast waarin in elk geval het bepaalde in het eerste lid wordt opgenomen.

  • 3.

    • a

      Gedeputeerde Staten leggen aanvragen ter advisering voor aan de Monumentencommissie van Het Oversticht.

    • b

      De Monumentencommissie van Het Oversticht brengt haar advies uit binnen acht weken.

  • 4. Gedeputeerde Staten stellen de subsidie lager vast indien vaststelling van de subsidie overeenkomstig de verlening tezamen met subsidies van andere subsidiënten op Europees, rijks-, provinciaal en gemeentelijk niveau tot een totaal van subsidies zal leiden van meer dan 90% van de totaal subsidiabele kosten. 10

  • 5. De voorschotverlening tot 50% ineens vindt plaats nadat burgemeester en wethouders een afschrift van hun beschikking tot verlening van een subsidie aan Gedeputeerde Staten hebben ingezonden. De resterende 50% wordt uitbetaald, na gereedmelding van de restauratie, op basis van de werkelijk gemaakte kosten.

Overgangsbepaling

Artikel 10

11

De vaststelling van de verleende subsidies op grond van Verdelingsverordening stads- en dorpsvernieuwing provincie Overijssel", vastgesteld bij besluit van 13 oktober 1993, nr. 31-I en gewijzigd bij besluit van 25 mei 1994, nr. 12-I, vindt plaats volgens die verordening.

Slotbepalingen

Artikel 11

Gedeputeerde Staten kunnen ter uitvoering van deze verordening nadere regels stellen.

Artikel 12

Deze verordening treedt in werking op 1 juli 1997.


Noot
1

[Toelichting: Wij hebben de definitie van het begrip stads- en dorpsvernieuwing zoals in de wet vervat overgenomen. Met reserve stads- en dorpsvernieuwing wordt het provinciale stadsvernieuwingsfonds bedoeld. Voor het overige is van belang de omschrijving van het begrip "woonhuismonument". ]

Noot
2

[Toelichting: Het bepaalde in het tweede lid vloeit rechtstreeks voort uit de wet. Verder is de procentuele verdeling van het budget opgenomen. Om te voorkomen dat gelden voor een bepaalde activiteit onbenut blijven, is een mogelijkheid van herverdeling opgenomen. Het beschikbaar stellen van subsidies is onder voorbehoud; het Rijk kan namelijk onverwachts bezuinigingen op het beschikbare budget doorvoeren.]

Noot
3

[Toelichting: De essentie van de stads- en dorpsvernieuwingsopgave bestaat uit de in dit artikel genoemde activiteiten. De reserve stads- en dorpsvernieuwing zal alleen voor het oplossen van deze "essentiële" activiteiten worden ingezet.

Bij het begrip openbare ruimte gaat het in de eerste plaats om de herinrichting van delen van een gebied, waarbij functieveranderingen ten gunste van woningbouw aan de orde kunnen zijn (zogenaamde herinrichtingsplannen).

Ten tweede betreft het projecten die verband houden met de verbetering van de woonomgeving (versterking woonstraatkarakter).

Voor de verlening van subsidies ten behoeve van de gemeentelijke woonhuismonumenten is bepalend dat het betreffende object op de door de gemeenteraad vastgestelde monumentenlijst voorkomt. Het tweede lid vloeit rechtstreeks uit de wet voort. ]

Noot
4

[Toelichting: De door de gemeente in te dienen aanvraag dient zodanig te worden opgesteld dat beoordeling aan de hand van de in artikel 5 genoemde criteria mogelijk is. Een gemeentelijke aanvraag kan bestaan uit één of meerdere projecten. Het verdelingsplan zal zo worden opgesteld dat het voor de betreffende gemeenten duidelijk is, over welke middelen zij ten behoeve van de beoogde activiteiten kunnen beschikken. Gedeputeerde Staten horen alvorens het verdelingsplan vast te stellen de Provinciale Stadsvernieuwingscommissie. ]

Noot
5

[Toelichting: De beoordeling van de aanvragen zal geschieden aan de hand van deze criteria. Achterstand, uitvoerbaarheid en urgentie zijn belangrijke toetsingselementen daarin. Dat neemt niet weg dat ook de overige criteria van belang zijn, zoals een substantiële eigen bijdrage van de gemeenten en een sobere en doelmatige uitvoering van het project. Ook van het benutten van andere subsidiebronnen kan sprake zijn, waardoor stapeling van subsidies mogelijk wordt.]

Noot
6

[Toelichting: Om het verdeelplan tijdig, dat wil zeggen voor 1 oktober, te kunnen vaststellen is het zaak dat de gemeenten hun aanvragen vóór 1 april indienen. Uiteraard is enige vertraging als gevolg van de overgang naar het nieuwe subsidiesysteem voor het aanvangsjaar 1998 onvermijdelijk.

Niettemin is het streven erop gericht zo spoedig mogelijk na vaststelling van de verordening door Provinciale Staten de gemeenten zekerheid te verschaffen voor dat jaar. Om daar flexibel op in te spelen is met name artikel 11 van belang. In het derde lid is een bepaling opgenomen dat eventueel ook na 1 oktober Gedeputeerde Staten subsidies kunnen verlenen ten behoeve van projecten. 

Er zijn namelijk situaties denkbaar dat een gemeente geconfronteerd wordt met een plotseling opkomend project, zoals bijvoorbeeld het "aan de markt" komen van een milieuhinderlijk bedrijf. Het gaat hier met name om het kunnen doen van een principeverlening. ]

Noot
7

[Toelichting: Om een zo doelmatig mogelijke inzet van middelen te bewerkstelligen zal op grond van dit artikel kunnen worden bezien of de uitvoering van de beoogde activiteit ook binnen een redelijke termijn ter hand zal worden genomen. Uiteraard zullen in het verdeelbesluit nadrukkelijk prestatie-eisen worden gesteld. Een en ander heeft vooral te maken met de wettelijke rapportageverplichting aan het Rijk.]

Noot
8

[Toelichting: Voor deze activiteiten wordt een systeem van voorschotverlening gehanteerd. Door middel hiervan worden onnodige renteverliezen bij de gemeenten tegengegaan. Wij volgen hierbij het betalingsritme van het Rijk.]

Noot
9

[Toelichting: In dit artikel gaat het om de verlening van subsidie voor de restauratie van gemeentelijke woonhuismonumenten. Om te bevorderen dat de middelen optimaal worden benut, dient een aantal randvoorwaarden te worden vastgelegd. Zo dient de subsidie uitsluitend te worden aangewend voor bouwtechnische gebreken en niet voor geriefsverbetering. Het cascoherstel is essentieel voor de kwaliteit van het pand alsmede voor de woonomgeving. Voor de verlening dient de gemeenteraad een verordening vast te stellen.]

Noot
10

[Toelichting: In het vierde lid is een algemene toetsing aan andere regelingen opgenomen. Met name de provinciale regeling "Projectsubsidies monumenten" en gemeentelijke subsidieverordeningen zullen in dit toetsingskader worden betrokken.

Om betrokkenheid van monumenteigenaren te verzekeren, zal geen subsidie verstrekt worden wanneer de financiële inbreng van de eigenaar minder dan 10% van het totaal benodigde bedrag bedraagt.]

Noot
11

[Toelichting: De afwikkeling van projecten die onder het "oude" verdeelsysteem zijn verleend, vergt nog enige tijd. Vandaar de noodzaak een overgangsbepaling in de verordening op te nemen.]