Verordening waterkwaliteitsbeheer Rijn en IJssel

Geldend van 01-01-1997 t/m heden

Intitulé

Verordening waterkwaliteitsbeheer Rijn en IJssel

Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen

Artikel 1.

  • In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a. wet: de Wet verontreiniging oppervlaktewateren;

  • b. waterschap: het waterschap Rijn en IJssel;

  • c. dagelijks bestuur: het dagelijks bestuur van het waterschap;

  • d. algemeen bestuur: het algemeen bestuur van het waterschap;

  • e. afdelingsbestuur: het bestuur van een afdeling van het waterschap;

  • f. reglement: het algemeen reglement voor het waterschap Rijn en IJssel;

  • g. zuiveringstechnisch werk: een werk, in beheer en onderhoud bij het waterschap, dat is ingericht of wordt aangewend voor transport of behandeling van afvalstoffen, verontreinigende of schadelijke stoffen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de wet.

Hoofdstuk 2 Taak en Bevoegdheden

Artikel 2.

Deze verordening is van toepassing op de oppervlaktewateren, bedoeld in artikel 3, tweede lid, van de wet, voor zover die zijn gelegen binnen het gebied van het waterschap.

Artikel 3.

De bevoegdheid tot het verlenen, weigeren, wijzigen of intrekken van een vergunning als bedoeld in artikel 1, eerste en derde lid, van de wet wordt toegekend aan het dagelijks bestuur voor zover het betreft vergunningen voor industriële lozingen, voor lozingen van effluenten van rioolwaterzuiveringsinstallaties en voor lozingen vanuit overstorten van gemeentelijke rioleringsstelsels en voor het overige aan het afdelingsbestuur.

Artikel 4.

Het waterschap is belast met het nemen van maatregelen tot bescherming van de hoedanigheid van oppervlaktewateren mede in verband met de daaraan toegekende functies. Tot deze maatregelen behoren in ieder geval het tot stand brengen, beheren, onderhouden en exploiteren van zuiveringstechnische werken, ook indien die werken lozen op andere dan de in artikel 2 bedoelde oppervlaktewateren.

Artikel 5.

Het waterschap streeft ten behoeve van een doelmatige uitoefening van de in artikel 4 omschreven taak, voor wat betreft grootschalige taakonderdelen naar samenwerking met andere daarvoor in aanmerking komende lichamen en instellingen.

Artikel 6.

Het algemeen bestuur stelt ter bestrijding van de kosten van maatregelen tot het tegengaan en voorkomen van verontreiniging van oppervlaktewateren bij verordening een heffing in als bedoeld in artikel 17 van de wet.

Hoofdstuk 3 Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 7.

De op grond van de Verordening waterkwaliteit Veluwe en Oostelijk Gelderland en de Verordening Zuiveringschap West-Overijssel, voor zover betrekking hebbend op het gebied van het waterschap verleende of gewijzigde vergunningen, worden voor de toepassing van deze verordening aangemerkt als vergunningen welke zijn verleend of gewijzigd op grond van deze verordening.

Artikel 8.

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 1997.

Artikel 9.

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening waterkwaliteitsbeheer Rijn en IJssel.