Regeling vervallen per 01-01-2020

Verordening beleids- en verantwoordingsfunctie Waterschap Vallei en Veluwe 2013

Geldend van 01-01-2013 t/m 31-12-2019

Intitulé

Verordening beleids- en verantwoordingsfunctie Waterschap Vallei en Veluwe 2013

Besluit tot vaststelling Verordening beleids- en verantwoordingsfunctie Waterschap Vallei en Veluwe 2013

Het algemeen bestuur van Waterschap Vallei en Veluwe;

Op het voorstel van de voorbereidingscommissie van Waterschap Vallei en Veluwe van 11 december 2012;

Gelet op artikel 108 van de Waterschapswet en hoofdstuk 4 van het Waterschapsbesluit;

b e s l u i t:

Vast te stellen de volgende Verordening beleids- en verantwoordingsfunctie Waterschap Vallei en Veluwe 2013:

HOOFSTUK 1 BEGRIPSBEPALINGEN

Artikel 1 (definities)

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    administratie: het systematisch verzamelen, vastleggen en verwerken van gegevens alsmede het verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, het functioneren en het beheersen van (onderdelen van) de organisatie van het waterschap en ten behoeve van de verantwoording die daarover moet worden afgelegd;

  • b.

    financiële administratie: het onderdeel van de administratie dat omvat het systematisch maken en verwerken van aantekeningen betreffende de financiële gegevens van (onderdelen van) de organisatie van het waterschap, teneinde te komen tot een goed inzicht in:

    • §

      de financiële positie;

    • §

      het financieel beheer;

    • §

      de uitvoering van de begroting;

    • §

      de uitvoering van investeringsprojecten;

    • §

      het afwikkelen van vorderingen en schulden;

alsmede tot het afleggen van rekening en verantwoording daarover;

  • c.

    rechtmatigheid: de mate waarin in overeenstemming met geldende wet- en regelgeving, waaronder waterschapsverordeningen alsmede besluiten van algemeen en dagelijks bestuur, wordt gehandeld;

  • d.

    doelmatigheid: de mate waarin bepaalde prestaties met een zo beperkt mogelijke inzet van middelen worden gerealiseerd;

  • e.

    doeltreffendheid: de mate waarin de beoogde doelen en effecten van het beleid ook daadwerkelijk worden behaald;

  • f.

    netto-kosten: lasten die aan een bepaald programma, product of kostendrager worden toegerekend en waarvan zijn afgetrokken de baten (met uitzondering van de belasting– en andere algemene opbrengsten) die aan hetzelfde programma, product of kostendrager worden toegerekend;

  • g.

    beleidsproducten: de beleidsproducten die zijn opgenomen in de door de Unie van Waterschappen vastgestelde BBP-productenstructuur;

  • h.

    beheerproducten: de beheerproducten die zijn opgenomen in de door de Unie van Waterschappen vastgestelde BBP-productenstructuur;

  • i.

    Waterschapswet: de Waterschapswet zoals deze luidt na het in werking treden van de Wet modernisering waterschapsbestel van 21 mei 2007 (Staatsblad 2007, 208);

  • j.

    Waterschapsbesluit: ‘Besluit van 29 november 2007, houdende regels met betrekking tot de waterschappen‘ (Staatsblad 2007, 497).

HOOFDSTUK 2 BELEIDSVOORBEREIDING EN VERANTWOORDING

Kaderstelling

Artikel 2 (beleids- en verantwoordingscyclus)

  • 1. Het algemeen bestuur stelt de onderdelen vast van de beleids- en verantwoordings-cyclus voor het begrotingsjaar en de periode van de meerjarenraming en geeft aan op welk moment de onderdelen daarvan moeten worden aangeboden en wanneer deze zullen worden behandeld.

  • 2. Het waterbeheersplan maakt onderdeel uit van de beleids- en verantwoordingscyclus.

  • 3. Het college van dijkgraaf en heemraden zorgt er voor dat de onderdelen van de beleids- en verantwoordingscyclus voldoen aan de relevante bepalingen van hoofdstuk 4 van het Waterschapsbesluit, aan relevante overige wetgeving en aan datgene wat in deze verordening wordt bepaald.

Artikel 3 (programma’s)

Het algemeen bestuur stelt een programma-indeling vast.

Beleidsbepaling

Artikel 4 (meerjarenraming)

  • 1. Het college van dijkgraaf en heemraden biedt jaarlijks ter vaststelling een meerjarenraming met toelichting aan het algemeen bestuur aan waarin voorstellen worden gedaan voor het beleid in het volgende begrotingsjaar en ten minste de drie daaropvolgende jaren.

  • 2. De eerste jaarschijf uit de meerjarenraming is kaderstellend voor de begroting van dat betreffende jaar.

Artikel 5 (ontwerpbegroting en geplande investeringen)

  • 1. Het college van dijkgraaf en heemraden biedt jaarlijks ter vaststelling een ontwerpbegroting aan het algemeen bestuur aan waarin voorstellen worden gedaan voor het beleid in het volgende begrotingsjaar.

  • 2. Het college van dijkgraaf en heemraden zorgt er voor dat er bij de begrotingsbehandeling een overzicht is geagendeerd van de investeringen waarvan de start van de uitvoering of het moment van aanschaffing is gepland in het begrotingsjaar. In dit overzicht zijn opgenomen de raming van de investeringsuitgaven en van de aan de investeringen gerelateerde inkomsten.

Artikel 6 (vaststelling begroting en investeringskredieten)

  • 1.

    Het algemeen bestuur autoriseert met het vaststellen van de begroting de netto-kosten die per programma zijn opgenomen alsmede de dekkingsmiddelen die zijn opgenomen in de begroting naar kostendragers.

  • 2.

    Op basis van het in artikel 5, tweede lid bedoelde overzicht van investeringen stelt het algemeen bestuur vast van welke investeringen hij op een later tijdstip een apart voorstel voor autorisatie van het investeringskrediet wil ontvangen. De uitgaven en inkomsten van de overige investeringen worden bij de begrotingsbehandeling per thema geautoriseerd.

  • 3.

    Voor investeringen die in de loop van het begrotingsjaar in uitvoering worden genomen en waarvoor geen autorisatie is verleend bij de begrotingsbehandeling legt het college van dijkgraaf en heemraden voorafgaand aan het aangaan van verplichtingen een kredietvoorstel ter autorisatie aan het algemeen bestuur voor.

  • 4.

    Het college van dijkgraaf en heemraden zorgt er ten aanzien van de raming van de netto-kosten naar programma´s voor dat deze netto-kosten, door middel van kostentoerekening, eenduidig kunnen worden toegewezen aan de beleidsproducten en de beheerproducten.

Uitvoering, sturing en beheersing

Artikel 7 (uitvoering begroting)

  • 1.

    Het college van dijkgraaf en heemraden zorgt voor het per programma verzamelen en vastleggen van gegevens over de maatregelen die getroffen zijn en prestaties die geleverd worden, de doelstellingen en effecten die bereikt worden en de netto-kosten die gemaakt worden, opdat de doelmatigheid en doeltreffendheid van het beleid, zoals vastgesteld door het algemeen bestuur, kunnen worden getoetst.

  • 2.

    Het college van dijkgraaf en heemraden zorgt er voor dat de netto-kosten van de programma’s en de investeringsuitgaven, zoals geautoriseerd door het algemeen bestuur, niet worden overschreden.

Rapportage en interne verantwoording

Artikel 8 (actieve informatieplicht, tussentijdse rapportage

en begrotingswijzigingen)

  • 1.

    Het college van dijkgraaf en heemraden informeert het algemeen bestuur zo spoedig mogelijk indien de realisatie van het beleid in betekenende mate afwijkt van hetgeen in de begroting is opgenomen.

  • 2.

    Het college van dijkgraaf en heemraden informeert het algemeen bestuur door middel van tussentijdse rapportages over de realisatie van het beleid dat in de begroting is opgenomen en over de uitvoering van investeringen.

  • 3.

    De inrichting van de tussentijdse rapportages sluit aan bij de programma-indeling van de begroting.

  • 4.

    De rapportages gaan in op afwijkingen van betekenende mate, zowel wat betreft de middeleninzet, de getroffen maatregelen en de geleverde prestaties, als de doelstellingen en effecten die bereikt worden.

  • 5.

    In de rapportages wordt voorts in ieder geval aandacht besteed aan afwijkingen van betekenende mate van:

    • §

      de besteding van investeringsuitgaven en realisatie van investeringsinkomsten;

    • §

      de dekkingsmiddelen die zijn opgenomen in de begroting naar kostendragers;

    • §

      de financiering.

  • 6.

    Indien noodzakelijk doet het college van dijkgraaf en heemraden in de rapportages voorstellen voor wijziging van de geautoriseerde budgetten en investeringskredieten alsmede bijstellingen van het beleid. Zo nodig legt het college van dijkgraaf en heemraden een voorstel tot begrotingswijziging aan het algemeen bestuur voor.

Artikel 9 (jaarverslaggeving)

  • 1.

    Het college van dijkgraaf en heemraden legt na afloop van ieder begrotingsjaar verantwoording af aan het algemeen bestuur over de uitvoering van de programma’s door middel van het ter vaststelling aanbieden van het jaarverslag en de door de accountant gecontroleerde jaarrekening.

  • 2.

    Het college van dijkgraaf en heemraden zorgt er ten aanzien van de realisatie van de netto-kosten naar programma´s voor dat deze netto-kosten, door middel van kostentoerekening, eenduidig kunnen worden toegewezen aan de beleidsproducten en de beheerproducten.

HOOFSTUK 3 UITGANGSPUNTEN FINANCIEEL BELEID

Artikel 10 (financieel beleid algemeen)

  • 1. Het college van dijkgraaf en heemraden doet voorstellen aan het algemeen bestuur die zijn gericht op een volledig en actueel beleid van het waterschap ten aanzien van de volgende onderwerpen:

    • a.

      waardering en afschrijving van activa;

    • b.

      weerstandsvermogen, risicomanagement, reserves en voorzieningen;

    • c.

      kostentoerekening en onderbouwing tarieven;

    • d.

      financiering.

  • 2. Het college van dijkgraaf en heemraden zorgt er voor dat de in het eerste lid bedoelde voorstellen in overeenstemming zijn met de relevante bepalingen van hoofdstuk 4 van het Waterschapsbesluit, met andere regelgeving die van toepassing is en met de in het vervolg van deze verordening opgenomen aanvullende eisen.

Artikel 11 (waardering en afschrijving van activa)

Het beleid ten aanzien van waardering en afschrijving van activa omvat in ieder geval:

  • a.

    de drempelbedragen waaronder investeringen niet worden geactiveerd;

  • b.

    de wijze waarop het waterschap omgaat met de verplichtingen uit het Waterschapsbesluit dat de bijdragen van eigen personeel, de rente over het tijdvak dat aan de vervaardiging van het actief kan worden toegerekend en de mogelijkheid dat een redelijk deel van de kosten van ondersteunende diensten van het waterschap in de vervaardigingsprijs van vaste activa worden opgenomen;

  • c.

    de afbakening tussen investering en exploitatie;

  • d.

    de afschrijvingsmethode;

  • e.

    de afschrijvingstermijnen.

Artikel 12 (weerstandsvermogen, risicomanagement, reserves en voorzieningen)

  • 1. Het beleid omtrent het weerstandsvermogen, risicomanagement, reserves en voorzieningen omvat in ieder geval:

    • a.

      een beschrijving van de risico´s die het waterschap loopt gekoppeld aan een financiële waarde, waardoor de benodigde weerstandscapaciteit wordt bepaald;

    • b.

      de weerstandscapaciteit van het waterschap, zijnde de middelen en mogelijkheden van het waterschap om niet begrote kosten te dekken;

    • c.

      het opvangen van risico’s door verzekeringen, voorzieningen, reserves, de weerstandscapaciteit of anderszins;

    • d.

      de vorming en besteding van reserves;

    • e.

      de vorming en besteding van voorzieningen;

    • f.

      de berekening en verwerking van rente over de reserves en de voorzieningen.

  • 2. Als element van het in het eerste lid onder c/d bedoelde onderdeel reserves wordt voor de reserves die onderdeel uitmaken van de algemene reserves en de bestemmingsreserves die niet zijn bedoeld voor tariefsegalisatie per reserve ingegaan op de aard, reden en gewenste omvang.

  • 3. Als element van het in het eerste lid onder d bedoelde onderdeel voorzieningen wordt per voorziening ingegaan op de aard, reden en gewenste omvang.

Artikel 13 (kostentoerekening en onderbouwing tarieven)

Het beleid omtrent kostentoerekening en onderbouwing van tarieven omvat in ieder geval:

  • a.

    een beschrijving van het kostentoerekeningsysteem;

  • b.

    de wijze waarop het waterschap invulling geeft aan de eis uit het Waterschapsbesluit dat de kostentoerekening plaatsvindt op basis van objectieve, bedrijfseconomische criteria;

  • c.

    de kwantitatieve grondslagen die onderdeel vormen van de kostentoerekening-systematiek;

  • d.

    de onderbouwing van de prijs van producten en diensten die het waterschap aan derden kan leveren, waaronder ook begrepen verhuur, verkoop en erfpachting van onroerende zaken die aan derden kunnen worden geleverd, alsmede de kosten van bestuursdwang, en waarbij onderscheid wordt gemaakt in directe kosten, indirecte kosten en toegerekende kosten.

Artikel 14 (financiering)

  • 1. Het college van dijkgraaf en heemraden zorgt er voor dat bij de uitoefening van de financieringsfunctie:

    • a.

      goede ondersteuning plaatsvindt van uitsluitend de taken die in het reglement aan het waterschap zijn opgedragen;

    • b.

      een continue toegang tot de financiële markten is;

    • c.

      voldoende financiële middelen worden aangetrokken en overtollige gelden worden uitgezet om de programma’s binnen de door het algemeen bestuur vastgestelde kaders van de meerjarenraming en de begroting te kunnen uitvoeren;

    • d.

      de volgende risico’s verbonden aan de financieringsfunctie worden beheerst: renterisico’s, kredietrisico’s, interne liquiditeitsrisico’s, koersrisico’s en valutarisico’s;

    • e.

      de kosten van de leningen zo veel mogelijk worden beperkt en er een voldoende rendement op de uitzettingen wordt bereikt;

    • f.

      een bijdrage wordt geleverd aan het bereiken van een financiële balansstructuur die dienstbaar is aan de doelstellingen van het waterschap;

    • g.

      de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities worden beperkt.

  • 2. Het risicobeheer van het waterschap wordt gebaseerd op de volgende uitgangspunten:

    • a.

      ten opzichte van de taken die in het reglement aan het waterschap zijn opgedragen heeft de financieringsfunctie een ondersteunende rol. Financiering volgt en is dienstbaar aan deze taken (servicecentrum);

    • b.

      de uitvoering van de financieringsfunctie voegt geen financiële risico’s toe aan degene die zijn verbonden aan de uitvoering van de taken die in het reglement aan het waterschap zijn opgedragen, maar is er op gericht toekomstige risico’s te verminderen of te verschuiven;

    • c.

      bij het uitzetten van middelen, het verstrekken van garanties en het aangaan van financiële participaties uit hoofde van de publieke taak bedingt het college van dijkgraaf en heemraden indien mogelijk zekerheden;

    • d.

      het wettelijk kader van de Wet Fido wordt als uitgangspunt voor het beheersen van renterisico’s gehanteerd;

    • e.

      wat betreft de toekomstige omvang en samenstelling van de portefeuille vlottende opgenomen en verstrekte leningen wordt de kasgeldlimiet van de Wet Fido in acht genomen;

    • f.

      wat betreft de toekomstige omvang en samenstelling van de portefeuille vaste opgenomen en verstrekte leningen wordt de renterisiconorm van de Wet Fido in acht genomen.

  • 3. Het college van dijkgraaf en heemraden neemt bij de uitvoering van de financieringsfunctie de volgende richtlijnen en limieten in acht:

    • a.

      bij het uitzetten van geldmiddelen wordt het wettelijk kader van de ‘Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden’ gehanteerd;

    • b.

      overeenkomsten voor het aangaan van leningen, het uitzetten van middelen of het verlenen van garanties luiden in euro of de munteenheid van een lidstaat die deelneemt aan de Economische en Monetaire Unie;

    • c.

      de hoofdsom van een verstrekte lening is niet onderhevig aan indexatie;

    • d.

      aandelen worden niet gekocht tenzij dit gebeurt in het kader van de uitvoering van de in het eerste lid bedoelde publieke taken.

HOOFDSTUK 4 ADMINISTRATIE EN ORGANISATIE

Artikel 15 (administratie)

Het college van dijkgraaf en heemraden zorgt er voor dat de administratie zodanig van opzet en werking is, dat deze in ieder geval dienstbaar is voor:

  • a.

    het sturen en het beheersen van activiteiten en processen in het waterschap als geheel en in zijn organisatieonderdelen;

  • b.

    het geven van een actueel en volledig inzicht in de bezittingen van het waterschap, waaronder ook worden begrepen de niet-geactiveerde objecten met cultuurhistorische waarde (waaronder panden, bedrijfsgebouwen, bedrijfsmiddelen en kunstvoorwerpen) alsmede overige investeringen die niet zijn geactiveerd;

  • c.

    het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van activa, voorraden, vorderingen, schulden, rechten, verplichtingen, ontvangsten, betalingen, kosten en opbrengsten;

  • d.

    het verschaffen van informatie over baten, lasten, prestaties, maatregelen en effecten aan budgethouders voor zowel de planning, de uitvoering als de verantwoording van de realisatie;

  • e.

    een doelmatig beheer van geldstromen en financiële posities;

  • f.

    een goede interne en externe informatievoorziening over de uitvoering van de financieringsfunctie;

  • g.

    het inzicht krijgen in en bevorderen van de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving;

  • h.

    het afleggen van verantwoording over de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving;

  • i.

    de controle van de registratie van gegevens als zodanig en van de daaraan ontleende informatie alsmede voor de controle op de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving.

Artikel 16 (financiële administratie)

Het college van dijkgraaf en heemraden zorgt er voor dat:

  • a.

    de inrichting en de werking van de financiële administratie voldoen aan het Waterschapsbesluit en andere relevante wet- en regelgeving;

  • b.

    de financiële administratie tijdig alle door het algemeen bestuur en het college van dijkgraaf en heemraden genomen besluiten verstrekt krijgt waaraan financiële gevolgen verbonden zijn, alsmede alle overige gegevens en stukken die nodig zijn ten behoeve van een juiste verzorging van de financiële administratie, de verslaggeving en het beheer van de vermogenswaarden;

  • c.

    de vereiste informatie tijdig verstrekt wordt aan het rijk, de provincie(s), de Europese Unie en het Centraal Bureau voor de Statistiek, alsmede aan andere instellingen die specifieke verantwoordingsverplichtingen opleggen aan het waterschap.

Artikel 17 (organisatie en administratieve organisatie)

  • 1. Het college van dijkgraaf en heemraden zorgt voor en legt in een besluit vast:

    • a.

      een eenduidige indeling van de organisatie van het waterschap en een eenduidig toewijzing van de taken van het waterschap aan organisatorische eenheden;

    • b.

      een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden, verantwoordelijkheden, zodat aan de eisen van interne controle wordt voldaan en de betrouwbaarheid van de verstrekte informatie aan beleids- en beheersorganen is gewaarborgd;

    • c.

      de wijze waarop wordt gewaarborgd dat de uitvoering van de begroting rechtmatig, doelmatig en doeltreffend verloopt;

    • d.

      de verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van verplichtingen ten laste van de toegekende budgetten en investeringskredieten;

    • e.

      de te maken afspraken met de verantwoordelijken voor organisatorische eenheden over de te leveren prestaties, de daarvoor beschikbare middelen en de wijze en frequentie van rapportage over de voortgang van de activiteiten en uitputting van middelen

    • f.

      de interne regels (protocol) voor de inkoop en aanbesteding van werken, diensten en leveringen die mede waarborgen dat wordt gehandeld in overeenstemming met de Europese en nationale regels ter zake;

    • g.

      regels ter uitvoering van het gestelde in artikel 14, die samen met regels voor taken en bevoegdheden, de verantwoordingsrelaties en de bijbehorende informatievoorziening in een financieringsstatuut worden opgenomen;

    • h.

      de wijze waarop wordt voorkomen dat misbruik en oneigenlijk gebruik van regelingen en eigendommen van het waterschap wordt gemaakt.

  • 2. Het college van dijkgraaf en heemraden actualiseert de in het eerste lid bedoelde organisatie en regeling zodra hiertoe aanleiding is.

  • 3. Het college van dijkgraaf en heemraden zendt de in het eerste lid bedoelde organisatie en regeling ter kennisneming aan het algemeen bestuur.

HOOFDSTUK 5 SLOTBEPALINGEN

Artikel 18 (inwerkingtreding)

  • 1. Deze verordening treedt met terugwerkende kracht in werking met ingang van het begrotingsjaar 2013.

  • 2. De ‘Verordening beleids- en verantwoordingsfunctie Waterschap Veluwe 2012’, die is vastgesteld bij besluit van 29 september 2011, vervalt, met dien verstande dat deze van kracht blijft ten aanzien van de begrotingsjaren tot en met 2012.

  • 3. De ‘Verordening beleids- en verantwoordingsfunctie Waterschap Vallei & Eem 2012’, die is vastgesteld bij besluit van 28 september 2011, vervalt, met dien verstande dat deze van kracht blijft ten aanzien van de begrotingsjaren tot en met 2012.

Artikel 19 (citeertitel)

Deze verordening kan worden aangehaald onder de naam ‘Verordening beleids- en verantwoordingsfunctie Waterschap Vallei en Veluwe 2013’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van het algemeen bestuur van Waterschap Vallei en Veluwe op 2 januari 2013.
mr. G.P. Dalhuisen ir. G. Verwolf
secretaris dijkgraaf