Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR3337
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR3337/1
Regeling vervallen per 06-05-2016
nr 01.14 Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2007
Geldend van 01-01-2008 t/m 05-05-2016
Intitulé
nr 01.14 Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2007RAADSBESLUIT
De raad van de gemeente Zevenaar;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Zevenaar:
Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2007 (07-110)
gelet op de artikelen 44, tweede en derde lid, 95 tot en met 99 en 147 van de Gemeentewet,
gelet op het Rechtspositiebesluit wethouders en het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden
b e s l u i t :
vast te stellen de volgende verordening
Hoofdstuk I Begripsomschrijvingen
Artikel 1
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
commissie: een commissie als bedoeld in hoofdstuk V van de Gemeentewet;
- b.
Rechtspositiebesluit wethouders: het Koninklijk Besluit van 22 maart 1994, Stb. 243;
- c.
Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden: het Koninklijk Besluit van 22 maart
1994, Stb. 244;
d.Regeling rechtspositie wethouders: de ministeriële regeling van 20 februari 2001,
Stcrt. 41 als bedoeld in artikel 23 van het Rechtspositiebesluit wethouders;
e.Verplaatsingskostenregeling 1989: het besluit van de Minister van Binnenlandse
Zaken van 20 oktober 1989, nr. AB87/74/U6DGMP/AV/FAR, Stcrt. 212;
f.Reisregeling binnenland: het besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken van 16
maart 1993, nr. AB93/U280, Stcrt. 56;
g.Reisregeling buitenland: het besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken van 12
september 1994, nr. AD94/U1011, Stcrt. 181;
- h.
raadslid: lid van de gemeenteraad, niet zijnde wethouder;
- i.
griffier: de griffier, bedoeld in artikel 107 van de Gemeentewet;
- j.
gemeentesecretaris: de secretaris, bedoeld in artikel 102 van de Gemeentewet.
Hoofdstuk II Voorzieningen voor raadsleden
Artikel 2 Vergoeding voor de werkzaamheden
De vergoeding voor de werkzaamheden bedoeld in artikel 2, eerste lid, van het
Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, is gelijk aan het door de minister van
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor gemeenteklasse 9 vastgestelde maximum.
Artikel 3 Onkostenvergoeding
1.De vergoeding voor aan de uitoefening van het raadslidmaatschap verbonden kosten
is gelijk aan het bedrag voor gemeenteklasse 9, vermeld in tabel II van het
Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.
2.Ten aanzien van een raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4,
aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van
die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt, is in afwijking van het eerste lid de
onkostenvergoeding gelijk aan het bedrag voor gemeenteklasse 9, vermeld in tabel
III van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.
Artikel 4 Berekening en betaling vaste vergoedingen
1.Hij die gedurende een gedeelte van het kalenderjaar raadslid is geweest ontvangt de
vergoedingen, bedoeld in de artikelen 2 en 3, naar evenredigheid van het aantal
dagen dat hij in dat jaar raadslid is geweest.
2.De betaling van de vergoedingen, bedoeld in de artikelen 2 en 3, geschiedt in
maandelijkse termijnen.
Artikel 5 Reis- en verblijfkosten
1.Aan het raadslid worden de ten behoeve van de gemeente gemaakte kosten in
verband met reizen buiten het grondgebied van de gemeente ter uitvoering van een
beslissing van het gemeentebestuur vergoed.
- 2.
De in het eerste lid bedoelde vergoeding betreft:
- a.
bij gebruik van openbare middelen van vervoer en van een taxi: een volledige
- a.
vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten;
b.bij gebruik van een eigen vervoermiddel: een vergoeding van de in
redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten overeenkomstig het bepaalde
in artikel 4, onderdeel b, van de Regeling rechtspositie wethouders.
3.De in redelijkheid noodzakelijk gemaakte verblijfskosten ter zake van reizen buiten
het grondgebied van de gemeente worden vergoed overeenkomstig het bepaalde in
artikel 4, onderdeel c, van de Regeling rechtspositie wethouders.
Artikel 6 Verblijfkosten
(Vervallen)
Artikel 7 Cursus, congres, seminar of symposium
1.De kosten van deelname van een raadslid aan cursussen, congressen, seminars en
symposia die in het gemeentelijk belang door of namens de gemeente worden
aangeboden of verzorgd komen voor rekening van de gemeente.
Artikel 8 Computer en internetverbinding
1.Op aanvraag verleent het college een raadslid voor de uitoefening van het
raadslidmaatschap gedurende een raadsperiode een tegemoetkoming van 400 euro
per jaar voor de aanschaf en het gebruik van een computer, bijbehorende
apparatuur, internetverbinding en software.
2.Indien geen tegemoetkoming wordt verleend als bedoeld in lid 1 stelt het college op
aanvraag het raadslid ten laste van de gemeente voor de uitoefening van het
raadslidmaatschap gedurende een raadsperiode een computer, bijbehorende
apparatuur en software in bruikleen ter beschikking tot een bedrag van ten hoogste
750 euro en verleent het daarnaast op aanvraag een vergoeding van 25 euro per jaar
voor de aanschaf en het gebruik van een internetverbinding.
3.Voor zover er sprake is van een belastingheffing in verband met een ten laste van de
gemeente ter beschikking gestelde computer, bijbehorende apparatuur en software
als bedoeld in het tweede lid ontvangt het raadslid op aanvraag per jaar een
tegemoetkoming van 20 % van de aanschafwaarde voor een periode van drie jaar.
Artikel 9 Kinderopvang
(Vervallen)
Artikel 10 Spaarloonregeling/levensloopregeling
1.Het raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f,
van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als
dienstbetrekking wordt aangemerkt kan op aanvraag deelnemen aan de voor het
gemeentelijk personeel geldende spaarloonregeling.
2.Het raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f,
van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als
dienstbetrekking wordt aangemerkt kan deelnemen aan de levensloopregeling als
bedoeld in artikel 19g van de Wet op de loonbelasting 1964.
3.Deelname aan de spaarloonregeling is niet mogelijk indien het raadslid gebruik maakt
van de wettelijke levensloopregeling.
4.Gelet op het bepaalde in artikel 99 van de Gemeentewet bestaat geen aanspraak op
enige vergoeding van de gemeente.
Artikel 10a Fietsregeling
1.Het raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f,
van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als
dienstbetrekking wordt aangemerkt kan deelnemen aan de fietsregeling als bedoeld
in artikel 37 van de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2001. Naar keuze van het
raadslid wordt de raadsvergoeding dan wel vaste onkostenvergoeding verminderd
met de vergoeding voor de fiets als bedoeld in de Uitvoeringsregeling.
2.Gelet op het bepaalde in artikel 99 van de Gemeentewet bestaat geen aanspraak op
enige vergoeding van de gemeente.
Artikel 11 Verlaging vergoeding werkzaamheden bij arbeidsongeschiktheid
De vergoeding voor de werkzaamheden, bedoeld in artikel 2, kan op verzoek van een
raadslid worden verlaagd in het geval hij een uitkering ontvangt in verband met gehele of
gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid.
Artikel 12 Compensatie korting werkloosheidsuitkering
1.In het geval een raadslid een uitkering op grond van de Werkloosheidswet ontvangt
en de na toepassing van artikel 20 van die wet ontstane korting op deze uitkering ten
gevolge van het uitoefenen van het raadslidmaatschap meer bedraagt dan de in
artikel 2 bedoelde vergoeding voor de werkzaamheden die het raadslid ontvangt,
wordt deze vergoeding ten laste van de gemeente verhoogd tot het bedrag van
bedoelde korting.
2.In het geval dat een raadslid een uitkering op grond van het Besluit Werkloosheid
onderwijs- en onderzoekpersoneel ontvangt en de na toepassing van artikel 6, vierde
lid, van dat besluit ontstane korting op deze uitkering ten gevolge van het uitoefenen
van het raadslidmaatschap meer bedraagt dan de in artikel 2 bedoelde vergoeding
voor de werkzaamheden die het raadslid ontvangt, wordt deze vergoeding ten laste
van de gemeente verhoogd tot het bedrag van bedoelde korting.
Artikel 13 Vergoeding voor waarneming voorzitterschap van de gemeenteraad
1.Een raadslid dat op grond van artikel 77 van de Gemeentewet meer dan 30 dagen
onafgebroken het voorzitterschap van de gemeenteraad waarneemt, ontvangt voor
die waarneming een toeslag van 8% van de in artikel 2 bedoelde vergoeding voor de
werkzaamheden over de tijd van de waarneming.
2.Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van de
onkostenvergoeding, bedoeld in artikel 3.
Artikel 13a Ziektekostenvoorziening
1.De tegemoetkoming in de kosten van een ziektekostenverzekering als bedoeld in
artikel 11 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden bedraagt € 175 per
jaar.
2.In het geval een raadslid gedurende een gedeelte van het kalenderjaar lid van de
raad is geweest ontvangt hij de tegemoetkoming, bedoeld in het eerste lid, naar
evenredigheid van het aantal dagen dat hij in dat jaar raadslid is geweest.
3.De betaling van de tegemoetkoming, bedoeld in het eerste lid, geschiedt in
maandelijkse termijnen.
Artikel 13b Voorzieningen bij tijdelijk ontslag wegens zwangerschap en bevalling of ziekte
1.De artikelen 2 tot en met 4, 8, 10 tot en met 12 en 13a blijven van toepassing op het
raadslid aan wie ingevolge artikel X 10 van de Kieswet tijdelijk ontslag is verleend
wegens zwangerschap en bevalling of ziekte, met dien verstande dat de
onkostenvergoeding die dit raadslid op grond van artikel 3, eerste of tweede lid,
ontvangt de helft bedraagt van het bedrag dat op grond van die bepalingen van
toepassing is.
2.De artikelen 1 tot en met 7, en 11 tot en met 13a van deze verordening zijn van
toepassing op raadsleden die tijdelijk worden benoemd ter vervanging van een
raadslid dat ingevolge artikel X10 van de Kieswet tijdelijk ontslag heeft verkregen
wegens zwangerschap en bevalling of ziekte.
Hoofdstuk III Voorzieningen voor wethouders
Artikel 14 Onkostenvergoeding
De vergoeding voor aan de uitoefening van het wethouderschapschap verbonden kosten is
gelijk aan het bedrag voor gemeenteklasse 9, vermeld in artikel 25 van het
Rechtspositiebesluit wethouders.
Artikel 15 Reiskosten woon-werkverkeer
(Vervallen)
Artikel 16 Zakelijke reis- en verblijfkosten
1.Aan de wethouder wordt een vergoeding verleend voor reiskosten ter zake van reizen
ten behoeve van de gemeente gemaakt, anders dan reizen woon-werkverkeer.
De vergoeding betreft:
a.bij gebruik van openbare middelen van vervoer en van een taxi: een volledige
vergoeding van de reiskosten;
b.bij gebruik van een eigen personenauto: de vergoeding als bedoeld in artikel 4,
onderdeel b, van de Regeling rechtspositie wethouders;
c.een vergoeding van de noodzakelijke en redelijkerwijs gemaakte
verblijfkosten.
Artikel 17 Dienstauto
(Vervallen)
Artikel 18 Verblijfkosten
(Vervallen)
Artikel 19 Buitenlandse dienstreis
(Vervallen)
Artikel 20 Cursus, congres, seminar of symposium
1.De kosten van deelname van een wethouder aan cursussen, congressen, seminars
en symposia die in het gemeentelijk belang door of namens de gemeente worden
aangeboden of verzorgd komen voor rekening van de gemeente.
2.De wethouder die wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of symposium
dat niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, overlegt dit in
het college. De kosten komen voor rekening van de gemeente als het college
deelname van belang acht in verband met de uitoefening van het ambt van
wethouder.
Artikel 21 Computer en internetverbinding
1.Op aanvraag ontvangt de wethouder voor de uitoefening van het ambt gedurende
een collegeperiode een tegemoetkoming van 400 euro per jaar voor de aanschaf en
het gebruik van een computer, bijbehorende apparatuur, internetverbinding en
software.
2.Indien geen tegemoetkoming wordt verleend als bedoeld in lid 1 ontvangt de
wethouder op aanvraag voor de uitoefening van het ambt ten laste van de gemeente
gedurende een collegeperiode een computer, bijbehorende apparatuur en software in
bruikleen ter beschikking tot een bedrag van ten hoogste 750 euro en ontvangt hij
daarnaast op aanvraag een vergoeding van 25 euro per jaar voor de aanschaf en het
gebruik van een internetverbinding.
3.Voor zover er sprake is van een belastingheffing in verband met een ten laste van de
gemeente ter beschikking gestelde computer, bijbehorende apparatuur en software
als bedoeld in het tweede lid ontvangt de wethouder op aanvraag per jaar een
tegemoetkoming van 20 % van de aanschafwaarde voor een periode van drie jaar.
Artikel 22 Mobiele telefoon
1.Op aanvraag wordt de wethouder voor uitsluitend de uitoefening van zijn ambt een
mobiele telefoon in bruikleen ter beschikking gesteld.
2.Voor zover de in bruikleen beschikbaar gestelde mobiele telefoon voor privédoeleinden
is gebruikt, vindt maandelijks een verrekening van de gesprekskosten
plaats.
Artikel 23 Spaarloonregeling/levensloopregeling
1.De wethouder kan op aanvraag deelnemen aan de voor het gemeentelijk personeel
geldende spaarloonregeling.
2.De wethouder kan deelnemen aan de levensloopregeling als bedoeld in artikel 19g
van de Wet op de loonbelasting 1964.
3.Deelname aan de spaarloonregeling is niet mogelijk indien de wethouder gebruik
maakt van de wettelijke levensloopregeling.
4.Gelet op het bepaalde in artikel 44 van de Gemeentewet bestaat geen aanspraak op
enige vergoeding van de gemeente.
Artikel 23a Fietsregeling
1.De wethouder kan deelnemen aan de fietsregeling als bedoeld in artikel 37 van de
Uitvoeringsregeling loonbelasting 2001. Naar keuze van de wethouder wordt de
bezoldiging dan wel vaste onkostenvergoeding dan wel eindejaarsuitkering
verminderd met de vergoeding voor de fiets als bedoeld in de Uitvoeringsregeling.
2.Gelet op het bepaalde in artikel 44 van de Gemeentewet bestaat geen aanspraak op
enige vergoeding van de gemeente.
Artikel 24 Reis- en pensionkosten en verhuiskosten
De wethouder die bij benoeming nog niet over woonruimte in de gemeente beschikt heeft
ten laste van de gemeente aanspraak op vergoeding van:
a.reis- en pensionkosten overeenkomstig het bepaalde in artikel 1 van de Regeling
rechtspositie wethouders;
b.verhuiskosten in verband met de benoeming als wethouder overeenkomstig het
bepaalde in artikel 2 van de Regeling rechtspositie wethouders.
Artikel 25 Kinderopvang
(Vervallen)
Hoofdstuk IV Voorzieningen voor commissieleden
Artikel 26 Vergoeding voor het bijwonen van vergaderingen
1.De vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van een commissie en haar
subcommissies bedoeld in artikel 14 van het Rechtspositiebesluit raads- en
commissieleden is gelijk aan het door de minister van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties voor gemeenteklasse 3 vastgestelde maximum.
2.Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing op degene die als lid van een
commissie een vaste vergoeding voor de werkzaamheden als bedoeld in artikel 96
van de Gemeentewet ontvangt.
- 3.
Geen vergoeding ontvangt degene die zitting heeft in een commissie
- a.
als raadslid of wethouder;
- b.
uit hoofde van dan wel als rechtstreeks uitvloeisel van een ambtelijke of
- a.
bestuurlijke hoedanigheid dan wel van een functie bij een instelling die
grotendeels van overheidswege wordt gesubsidieerd;
c.als vertegenwoordiger van een belanghebbende instelling, organisatie of
groepering, tenzij zijn lidmaatschap van de commissie tevens in belangrijke
mate het gemeentelijk belang dient.
4.Het college kan in afwijking van het bepaalde in het eerste lid een hogere
vergoeding vaststellen ten aanzien van:
a.een lid van een commissie die op grond van zijn bijzondere beroepsmatige
deskundigheid op het taakgebied van de commissie voor deelname aan haar
werkzaamheden is aangetrokken, en
b.een lid van een commissie ten aanzien waarvan de vergoeding niet geacht
kan worden in een redelijke verhouding te staan tot de zwaarte van zijn taak
en de omvang van de door hem te verrichten arbeid
Artikel 27 Reis- en verblijfkosten
1.Aan het lid van een commissie dat geen raadslid of wethouder is en niet in zijn
hoedanigheid van ambtenaar tot lid van een commissie is benoemd worden de
kosten in verband met reizen buiten het grondgebied van de gemeente ter uitvoering
van een beslissing van het gemeentebestuur vergoed.
- 2.
De vergoeding in het eerste lid bedoelde vergoeding betreft:
- a.
bij gebruik van openbare middelen van vervoer en van een taxi: een volledige
- a.
vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten;
b.bij gebruik van een eigen vervoermiddel: een vergoeding van de in redelijkheid
gemaakte noodzakelijke reiskosten overeenkomstig het bepaalde in artikel 4,
onderdeel b, van de Regeling rechtspositie wethouders.
3.De in redelijkheid noodzakelijk gemaakte verblijfskosten ter zake van reizen buiten
het grondgebied van de gemeente worden vergoed overeenkomstig het bepaalde in
artikel 4, onderdeel c, van de Regeling rechtspositie wethouders.
Artikel 28 Buitenlandse excursie of reis
(Vervallen)
Artikel 29 Cursus, congres, seminar of symposium
1.De kosten van deelname van een commissielid aan cursussen, congressen,
seminars en symposia die in het gemeentelijk belang door of namens de gemeente
worden aangeboden of verzorgd komen voor rekening van de gemeente.
Artikel 30 Computer en internetverbinding
1.Op aanvraag verleent het college het lid geen raadslid zijnde van een
raadscommissie als bedoeld in artikel 4 lid 3 van de Verordening op de
raadscommissies van de gemeente Zevenaar voor de uitoefening van het
commissielidmaatschap gedurende een raadsperiode een tegemoetkoming van 400
euro per jaar voor de aanschaf en het gebruik van een computer, bijbehorende
apparatuur, internetverbinding en software.
Hoofdstuk V De procedure van declaratie
Artikel 31 Betaling van kosten
Betaling van kosten op grond van deze verordening vindt plaats door
- a.
betaling uit eigen middelen; of
- b.
rechtstreekse toezending van de factuur aan de gemeente; of
- c.
een gemeentelijke creditcard.
Artikel 32 Declaratie van vooruit betaalde kosten
1.Voor de vergoeding van de kosten, bedoeld in de artikelen 5, 6, 16, 19, 24 en 27
wordt gebruik gemaakt van een declaratieformulier, waarvan het model door het
college is vastgesteld, indien deze kosten uit eigen middelen vooruit zijn betaald.
2.Het declaratieformulier wordt volledig ingevuld en ondertekend. Het raadslid of het
commissielid, onderscheidenlijk de wethouder dient het declaratieformulier binnen 2
maanden bij de griffier, onderscheidenlijk de gemeentesecretaris of een door hem
aangewezen ambtenaar in, onder bijvoeging van de originele bewijsstukken.
Artikel 33 Rechtstreekse facturering bij de gemeente
1.De vergoeding van kosten, bedoeld in de artikelen 7, 16, 19, 20 en 24 kan
plaatsvinden door rechtstreekse toezending van de door het raadslid,
onderscheidenlijk de wethouder voor akkoord ondertekende factuur aan de
gemeente.
2.Verantwoording van deze wijze van vergoeding vindt plaats door het
begeleidingsformulier, waarvan het model door het college is vastgesteld, volledig in
te vullen en te ondertekenen.
3.Het raadslid, onderscheidenlijk de wethouder dient het begeleidingsformulier en de
factuur binnen 2 maanden in bij de griffier, onderscheidenlijk de gemeentesecretaris
of de door hem aangewezen ambtenaar.
Artikel 34 Gebruik creditcard
(Vervallen)
Hoofdstuk Vl Citeertitel en inwerkingtreding
Artikel 35 Intrekking oude regeling
(Vervallen)
Artikel 36 Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2008.
Artikel 37 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening rechtspositie wethouders, raads- en
commissieleden Zevenaar 2007.
Ondertekening
Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Zevenaar,
gehouden op 19 december 2007.
TOELICHTING
ALGEMEEN
Wettelijke regelingen
Deze verordening is een uitwerking van en berust op de Gemeentewet, het Rechtspositiebesluit
wethouders, het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden en de Regeling rechtspositie
wethouders.
Voorbeeldverordening
Bij het opstellen van deze verordening is gebruik gemaakt van de Voorbeeldverordening van de
VNG. Die is in veel gevallen exact gevolgd. In enkele gevallen zijn bepalingen toegesneden op
de Zevenaarse situatie. Zie de toelichting bij de afzonderlijke artikelen.
De nummering van de voorbeeldverordening is aangehouden. Als gevolg daarvan staan er
artikelen in die op voorhand "Vervallen" zijn. Aansluiting bij de nummering uit de
voorbeeldverordening heeft evenwel de voorkeur. Het voorkomt vergissingen bij verwijzingen
naar andere artikelen en vergemakkelijkt het verwerken van toekomstige wijzigingen.
De voorbeeldverordening heeft uitgebreide achtergrondinformatie in de toelichting verwerkt. Zie
aldaar. De toelichting op deze verordening is beperkt tot de gebruikelijke wetstechnische
kanttekeningen.
Hoofdlijnen verordening
De verordening regelt in hoofdzaak onkostenvergoedingen en een aantal andere, secundaire
rechtspositionele voorzieningen. Sommige daarvan zijn erg technisch en detaillistisch van aard.
Dat brengt de materie met zich mee.
De verordening bevat ondere andere bepalingen inzake:
??de beloning voor de werkzaamheden van raads- en commissieleden (artikelen 2 en 26),
waarbij wordt opgemerkt dat voor wethouders niets is opgenomen omdat hun
bezoldiging uitputtend is geregeld in het Rechtspositiebesluit wethouders;
??een vaste algemene onkostenvergoeding voor wethouders en raadsleden (artikelen 3 en
14);
??reis- en verblijfkosten van wethouders, raads- en commissieleden (artikelen 5, 6, 15 t/m
19, 27 en 28);
??beschikbaarstelling van computer- en communicatieapparatuur aan wethouders, raadsen
commissieleden (artikelen 8, 21, 22 en 30) ;
??een aantal secundaire voorzieningen voor raadsleden zoals de tegemoetkoming in de
zeiktekostenverzekering (artikel 13a), en voor zowel wethouders als raadsleden zoals de
spaarloonregeling of levensloopregeling (artikelen 10 en 23).
De loon- en inkomstenbelasting
Opting in regeling
Raadsleden kunnen opteren voor de loonbelasting. Het raadslid kan met de gemeente
overeenkomen dat deze loonheffing inhoudt. Dat wordt de “opting in regeling” genoemd.
Daarvoor is tot nu toe door elk raadslid in Zevenaar gekozen. De administratie van de
gemeente is zodanig ingericht dat wordt voldaan aan de daaraan gestelde wettelijke eisen. In
een gezamenlijke verklaring melden de gemeente en het raadslid aan de Belastingdienst dat
wordt geopteerd voor de loonbelasting. Als gezamenlijk wordt gekozen voor het
loonbelastingsysteem dan draagt de gemeente de ingehouden loonheffing af aan de
Belastingdienst
Fiscale standaardpositie
Als niet voor de loonbelasting wordt geopteerd dan geldt voor het raadslid dat hij voor de Wet
inkomstenbelasting 2001 resultaat uit een werkzaamheid geniet. In dat geval is het
winstsysteem van toepassing. Betrokkene moet dan alle ontvangsten verantwoorden als winst
en kan de gemaakte kosten daarop in mindering brengen.
ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING
Artikel 2 vergoeding voor de werkzaamheden van het raadslid
In het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden is geregeld dat raadsleden voor hun
werkzaamheden een vergoeding ontvangen. Daarin is ook het maximale bedrag van de
vergoeding aangegeven en bepaald. De gemeenteraad kan in theorie besluiten naar beneden
af te wijken; daartoe is geen aanleiding gezien.
Raadsleden die een WAO-uitkering ontvangen kunnen sinds 1 januari 2006 verzoeken hun
raadsvergoeding te verlagen. Daardoor kan het nadeel van indeling in een lagere
arbeidsongeschiktheidsklasse worden voorkomen. Deze keuzemogelijkheid moet bij
verordening worden toegestaan en is opgenomen in artikel 11 van deze verordening.
Artikelen 3 en 14 vaste onkostenvergoeding
Hierin is de vaste vergoeding geregeld voor aan het ambt van wethouder c.q. aan het
raadslidmaatschap verbonden kosten. In de rechtspositiebesluiten voor wethouders en
raadsleden is het maximale bedrag van de onkostenvergoeding aangegeven en bepaald. Deze
vergoeding kan door de raad op een lager bedrag worden bepaald; daarvoor is hier niet
gekozen.
Artikel 5 en 27 reis- en verblijfkosten raads- en commissieleden
De Gemeentewet voorziet niet in een vergoeding voor ‘woon-werk-verkeer’ voor raadsleden.
Het is dan ook in strijd met artikel 99 van de Gemeentewet als raadsleden van de gemeente
een vergoeding ontvangen voor reizen binnen het grondgebied van de gemeente. Artikel 97 van
de Gemeentewet voorziet voor raads- en commissieleden wel in een vergoeding van de reis- en
verblijfkosten voor reizen buiten het grondgebied van de gemeente ter uitvoering van een
beslissing van het gemeentebestuur. Aan commissieleden kan krachtens artikel 96, eerste lid,
van de Gemeentewet wel een vergoeding worden gegeven de reis- en verblijfkosten in verband
met reizen binnen de gemeente. Daarvoor is (in afwijking van de voorbeeldverordening) niet
gekozen. Voor commissieleden geldt hetzelfde als voor raadsleden en voor wethouders.
Artikel 6 Verblijfkosten
Vervallen. De regeling van de verblijfkosten is opgenomen in lid 3 van artikel 5. Wetstechnisch
is dit mooier: voor commissieleden en wethouders is dit ook in één artikel geregeld, resp. artikel
27 en artikel 16.
Artikelen 7 en 20 Cursus, congres, seminar of symposium
Deze voorziening is in de bedrijfsvoering gebracht en de kosten komen rechtstreeks voor
rekening van de gemeente. Zij zijn in verband hiermee uit de vaste kostenvergoeding gehaald.
Het gaat om cursussen, congressen e.d. die door of vanwege de gemeente in het gemeentelijk
belang zijn georganiseerd. Voor andere interessante cursussen, congressen e.d. kunnen
raadsleden in overleg met de fractie desgewenst het fractiebudget aanspreken. De wethouder
pleegt hiertoe overleg met het college.
De in deze artikelen bedoelde cursussen en congressen hebben een zakelijk karakter en zijn
aan te merken als beroepskosten waarvan de vergoeding c.q. verstrekking van loonbelasting is
vrijgesteld.
Artikel 8, 21 en 30 Computer en internetverbinding
De wet bepaalt dat raadsleden en wethouders recht hebben op: óf een computer met
bijbehoren in bruikleen óf een vergoeding in geld. Bovendien hebben zij recht op een
vergoeding van de internetkosten, die zij zakelijk voor de gemeente maken. Zie artikel 27a van
het Rechtspositiebesluit wethouders en artikel 7a van het Rechtspositiebesluit raads- en
commissieleden. Commissieleden hoeven dit niet, maar mogen dit toegekend krijgen. Zie artikel
14, lid 1 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden. In de verordening is dit alles
nader uitgewerkt.
Voorop staat een vergoeding in geld. Dit heeft in het algemeen de voorkeur. Bijna iedereen
heeft al een computer. Bovendien vergt een goed werkend bruikleensysteem extra tijd van de
ambtelijke organisatie die daarop nu niet is berekend. De vergoeding is dan ook met opzet iets
gunstiger neergezet dan de bruikleenregeling.
Wie desondanks een computer in bruikleen wil - wettelijk bestaat daartoe een recht - kan in
overleg eenvoudige apparatuur krijgen. De gemeente zorg voor apparatuur, niet voor het
beheer.
Voor externe commissieleden van de vaste raadscommissies is geregeld dat zij recht hebben
op een vergoeding in geld.
De vergoeding is een bruto vergoeding.
Artikel 10 en 23 Spaarloon/levensloop
Raadsleden die gekozen hebben voor het fictieve werknemerschap en wethouders kunnen
deelnemen aan de spaarloonregeling dan wel aan de levensloopregeling. Een combinatie van
beide is niet toegestaan. Evenmin het mogelijk een ‘werkgeversbijdrage’ te verstrekken. Het
gaat hier niet om een rechtspositionele aangelegenheid maar om een fiscale faciliteit voor
werknemers.
Artikel 10a en 23a Fietsregeling
Raadsleden die gekozen hebben voor het fictieve werknemerschap en wethouders kunnen
deelnemen aan de fietsregeling. Het gaat hier niet om een rechtspositionele aangelegenheid
maar om een fiscale faciliteit voor werknemers. Het is niet mogelijk een ‘werkgeversbijdrage’ te
verstrekken. Afhankelijk van de kostprijs van de fiets bedraagt de vermindering ten hoogste het
bedrag dat in artikel 37 van de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2001 is vastgelegd.
Artikel 11 Verlaging vergoeding werkzaamheden bij arbeidsongeschiktheid
In de motie Slob (Kamerstukken II, 2004-2005, 29 800 VII, nr. 21) is aangegeven dat de
gemeenteraad een brede afspiegeling van de bevolking dient te vormen. Om deze reden
moeten drempels om raadslid te worden of te blijven, worden weggenomen. In WAO en WIA
geldt het algemene principe dat indien een persoon inkomen uit arbeid geniet, dit in de regel zal
leiden tot verlaging of intrekking van de wettelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering. Dit omdat
een dergelijke uitkering is bedoeld om het als gevolg van arbeidsongeschiktheid ontstane
verlies aan verdienvermogen te vergoeden. Voor raadsleden kan dit ertoe leiden dat een
geringe verhoging van het inkomen door een raadsvergoeding een grote teruggang betekent
voor de hoogte van de wettelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering als gevolg van de
anticumulatieregeling. Dit kan zich bijvoorbeeld voordoen bij aanvaarding van een raadszetel of
bij verhoging van de vergoeding voor de werkzaamheden.
Op grond van artikel 12 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden kunnen gemeenten hiervoor een voorziening treffen. Die is te vinden in artikel 11 van de verordening. Daarin is geregeld dat op aanvraag een raadslid een lagere vergoeding voor de werkzaamheden wordt gegeven om te voorkomen dat de anticumulatieregeling zal leiden tot een verlaging van de wettelijke
arbeidsongeschiktheidsuitkering van het raadslid.
Artikel 12 Compensatie korting werkloosheidsuitkering
Artikel 20 van de Werkloosheidswet (WW) komt erop neer dat op het moment dat iemand een
werkloosheidsuitkering op grond van die wet ontvangt, nieuwe werkzaamheden aanvangt, de
WW- uitkering wordt gekort met het aantal uren dat in de nieuwe functie wordt gewerkt. Het
Besluit werkloosheid onderwijs- en onderzoekpersoneel kent een soortgelijke bepaling. De
hoogte van het inkomen uit de nieuwe betrekking is daarbij niet relevant. Indien derhalve
iemand tot raadslid wordt gekozen, zal de WW-uitkering worden verlaagd met het aantal uren
dat het UWV voor het raads- lidmaatschap in aanmerking neemt. Indien deze verlaging van de
WW-uitkering groter is dan de vergoeding voor de werkzaamheden zal er een negatief
inkomenseffect optreden. Het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden biedt gemeenten
de mogelijkheid dit nadeel te compenseren. Dat is geregeld in artikel 12 van de verordening.
Artikel 13 Vergoeding voor waarneming voorzitterschap van de gemeenteraad
In artikel 77 van de Gemeentewet is geregeld dat het voorzitterschap van de gemeenteraad bij
verhindering of ontstentenis van de burgemeester wordt waargenomen door het langstzittende
raadslid. De gemeenteraad kan ook een ander raadslid met de waarneming van het
voorzitterschap belasten. In overeenstemming met het Rechtspositiebesluit raads- en
commissieleden is in artikel 13 van de verordening geregeld dat bij een onafgebroken
waarneming van meer dan 30 dagen het betreffende raadslid over de tijd van waarneming recht
heeft op een toeslag van 8% van de vergoeding voor de werkzaamheden en van de vaste
onkostenvergoeding.
Artikel 13a Ziektekostenvoorziening
Ongeacht of een raadslid gekozen heeft voor het fictieve werknemerschap of de status van
fiscaal zelfstandige moet over de raads- en onkostenvergoeding een inkomensafhankelijke
bijdrage worden betaald van 4,4%. Bij degenen die hebben gekozen voor het fictieve
werknemerschap zoals in Zevenaar wordt deze door de gemeente ingehouden.
De raad kan op grond van artikel 11 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden
besluiten dat hiervoor een tegemoetkoming wordt vastgesteld. Dit moet bij verordening worden
bepaald. Deze tegemoetkoming is door tussenkomst van de VNG tot stand gekomen op
verzoek van een groot aantal gemeenten als reactie op de inhouding van de
inkomensafhankelijke bijdrage waardoor de netto raadsvergoeding vermindert. De
tegemoetkoming kan worden gezien als een compensatie hiervoor. Met terugwerkende kracht
kan dit tot 1 januari 2006. Hiervoor is niet gekozen om de schijn te vermijden dat de raad
zichzelf achteraf voordelen toekent. De regeling gaat nu 2008 in.
Artikel 13b Voorzieningen bij tijdelijk ontslag wegens zwangerschap en bevalling of
ziekte
Raadsleden kunnen tijdelijk worden vervangen wegens zwangerschap en bevalling dan wel
wegens langdurige ziekte. Dit artikel regelt een aantal voorzieningen.
Artikelen 15 en 16 Reiskosten woon/werk en zakelijke reis- en verblijfkosten
Overeenkomstig hetgeen geldt voor raadsleden en commissieleden is voor wethouders geen
vergoeding voor het woon-werkverkeer opgenomen. Artikel 15 uit de voorbeeldverordening is
zodoende vervallen.
Artikel 16 geeft dezelfde regeling voor vergoeding van reiskosten als de artikelen 5 en 27 voor
raads- en commissieleden. In lid 1 onder c is hier de vergoeding voor verblijfkosten opgenomen,
vergelijkbaar met lid 3 van artikel 5 en 27.
Artikel 16 lid 1 onder d uit de voorbeeldverordening is niet overgenomen; het betreft een fiscale
maatregel die in hier niet wordt toegepast.
Artikel 17 Dienstauto
Vervallen. Zevenaar kent geen dienstauto.
Artikel 18 Verblijfkosten
Vervallen. Zie artikel 16 lid 1 onder c.
Artikelen 19 en 28 Buitenlandse dienstreis
Vervallen. Voor buitenlandse dienstreizen gelden dezelfde regels als voor reizen buiten de
gemeente. Een aparte regeling is overbodig.
Artikel 22 mobiele telefoon
Het artikel behoeft geen toelichting.
Artikel 23 Spaarloonregeling/levensloopregeling
Een wethouder is een werknemer en kan dientengevolge gebruik maken van de
spaarloonregeling dan wel de levensloopregeling. wanneer de wethouder gebruik maakt van de
gemeentelijke levensloopregeling is het niet toegestaan een levensloopbijdrage ten laste van de
gemeente te verstrekken. Wanneer opbouw van de levensloopvoorziening mag uitsluitend ten
laste van de wethouderswedde plaatsvinden. Aangezien wethouders geen verlof kennen, is het
slechts mogelijk dat de opgebouwde voorziening bij de beëindiging van het wethouderschap
wordt meegenomen naar een volgende werkgever of dat uitbetaling ineens plaatsvindt.
Artikel 24 Reis- en pensionkosten en verhuiskosten
Sinds de dualisering van het gemeentebestuur kunnen personen van buiten de gemeenteraad
tot wethouder worden benoemd. Dat kunnen ook personen zijn die niet in de gemeente zelf
wonen. Die zijn op grond van de Gemeentewet verplicht om te gaan wonen in de gemeente
waar zij wethouder zijn geworden. In artikel 24 is geregeld dat zij bij verhuizing naar de
gemeente in aanmerking komen voor een verhuiskostenvergoeding en eventueel voor
vergoeding van reis- en pensionkosten in afwachting van de verhuizing. De vergoedingen zijn
onbelast.
Artikel 26 Vergoeding voor het bijwonen van commissievergaderingen
In dit artikel is het presentiegeld voor leden van gemeentelijke commissies geregeld. Deze
bepaling geldt niet voor raadsleden en wethouders die in de commissie zitten. Hun vergoeding
is immers al geregeld in de rechtspositiebesluiten en elders in deze verordening. Uitgezonderd
zijn verder onder meer ambtenaren en bestuurders die in die hoedanigheid in de commissie
zitting hebben. Uitgezonderd zijn tenslotte vertegenwoordigers van belangengroepen e.d. tenzij
hun lidmaatschap tevens in belangrijke mate het gemeentelijk belang dient.
In artikel 26, eerste lid, is er voor gekozen de hoogte van de vergoeding te bepalen op het door
de minister vastgestelde maximum. De raad kan ook een lager bedrag vaststellen. Daarvoor is
niet gekozen.
Artikel 15 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden biedt de mogelijkheid om in
de gemeentelijke verordening te regelen dat in bepaalde gevallen een hoger bedrag aan
presentiegeld wordt toegekend dan het eerder bedoelde maximumbedrag. Dat is als
mogelijkheid geregeld in artikel 26, vierde lid, van de verordening.
Er kan gekozen worden voor een procentuele verhoging, maar het is ook mogelijk om het
bedrag uit een hogere gemeenteklasse te kiezen.
Artikelen 31 t/m 34 De procedure van declaratie
In artikel 31 zijn de drie wijzen van betaling aangegeven. In de artikelen 37 t/m 39 is vervolgens
aangegeven in welke gevallen welke betalingswijze aan de orde is en welke
procedurevoorschriften in achtgenomen moeten worden.
Artikelen 35 t/m 37 Citeertitel en inwerkingtreding
Gekozen is voor inwerkingtreding met ingang van 1 januari 2008. Terugwerkende kracht is in
theorie mogelijk, maar niet toegepast om de schijn te vermijden dat bestuurders zichzelf
achteraf extra bevoordelen en omdat het tot ingewikkeldheden leidt in de uitvoering.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl