Verordening doelmatigheid en doeltreffendheid van de gemeente Vaals 2013

Geldend van 01-01-2014 t/m heden

Intitulé

Verordening doelmatigheid en doeltreffendheid van de gemeente Vaals 2013

Verordening doelmatigheid en doeltreffendheid gemeente Vaals (artikel 213a Gemeentewet)

Artikel 1 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder: a. Doelmatigheid De mate waarin de gewenste prestaties en beoogde maatschappelijke effecten worden gerealiseerd met een zo beperkt mogelijke inzet van middelen, of met de beschikbare middelen zo veel mogelijk resultaat wordt bereikt. b. Doeltreffendheid De mate waarin de gewenste prestaties en beoogde maatschappelijke effecten van het beleid daadwerkelijk worden behaald.

Artikel 2 Onderzoeksfrequentie

  • 1. Het college bewaakt permanent de doelmatigheid van (onderdelen van) de organisatie-eenheden van de gemeente en de uitvoering van taken door de gemeente.

  • 2. Indien daartoe aanleiding is wordt een specifiek diepgaand onderzoek verricht naar een gemeentelijke organisatie-eenheid, gemeentelijke taak of naar de doeltreffendheid van de progamma's van de programmabegroting.

Artikel 3 Onderzoeksplan

In het onderzoeksplan wordt globaal aangegeven: a. het object van onderzoek b. de reikwijdte van het onderzoek c. de onderzoeksmethode d. doorlooptijd van het onderzoek e.de wijze van uitvoering

Artikel 4 Rapportage en gevolgtrekking

  • 1. De uitkomsten van een onderzoek als bedoeld in artikel 2 lid 2 worden vastgelegd in een rapportage. Elke rapportage bevat tenminste een analyse van de onderzoeksresultaten en indien nodig aanbevelingen voor verbeteringen. De rapportage wordt ter kennisname aan de raad aangeboden.

  • 2. Op basis van de resultaten van ieder onderzoek als bedoeld in artikel 2 lid 2 stelt het college indien nodig een plan van verbetering op. Het college neemt op basis van het plan van verbetering organisatorische maatregelen.

Artikel 5 Voortgang onderzoeken

Het college rapporteert in de bedrijfsvoeringsparagraaf van de begroting en jaarstukken over de voortgang van de onderzoeken naar de doelmatigheid en doeltreffendheid zoals bedoeld in artikel 2 lid 2.

Artikel 6 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2014.

Artikel 7 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: "Verordening onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid van de gemeente Vaals 2013".

Ondertekening

Bekendgemaakt in het Vaalser Weekblad en op de gemeentelijke website d.d. 20.12.2013Inwerkingsdatum: 1 januari 2014.

Toelichting op de artikelen

Artikel 2 Onderzoeksfrequentie

In artikel 2 wordt het college opgedragen permanent de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur te bewaken.

De onderzoeken naar de doelmatigheid betreffen onderzoeken naar de uitvoering van het beleid en het beheer van middelen. De uitvoering wordt, indien daartoe aanleiding is, gedaan door ten eerste de gemeentelijke organisatie, zodat deze onderzoeken zich ten eerste richten op de organisatie-eenheden van de gemeente. Een tweede ingang voor de doelmatigheidsonderzoeken is de procesgang. Hiervoor kan men kijken naar de gemeentelijke taken. Het voordeel hiervan is dat ook de doelmatigheid van de uitvoering van gemeentelijk beleid en het beheer van middelen door derden wordt onderzocht.

De onderzoeken naar de doeltreffendheid vinden plaats, indien daartoe aanleiding is, op basis van het in de programma's van de begroting geformuleerde beleid. Dit beleid kan gehele begrotingsprogramma's omvatten of delen daarvan.

Artikel 3 Onderzoeksplan

Het onderzoeksplan moet een volledig beeld geven van de voorgenomen onderzoeken, zij het uiteraard nog globaal.

Het onderzoeksplan wordt door het college vastgesteld. In de verordening kan worden aangegeven wat in een onderzoeksplan in ieder geval moet worden opgenomen. De onderwerpen kunnen als volgt worden toegelicht:

  • a.

    Het object van een onderzoek wordt dusdanig omschreven dat duidelijk aangegeven is wat de afbakening van het onderzoek is. Daarbij worden bij de doelmatigheidsonderzoeken duidelijk de scheidslijnen aangegeven ten aanzien van de te onderzoeken procedures en instrumenten. Bij de doeltreffendheidsonderzoeken worden duidelijk de scheidslijnen met andere beleidsvelden aangegeven.

  • b.

    De reikwijdte van ieder onderzoek strekt zich in beginsel uit over alle organen (raad, college), organisatie-eenheden en instellingen waarvoor de gemeente bestuurlijk verantwoordelijk is of waarvan de activiteiten geheel of in belangrijke mate door de gemeente worden bekostigd. De reikwijdte kan in het onderzoeksplan worden ingeperkt door het aangeven van het te onderzoeken tijdsvak en de te onderzoeken organen, organisatie-eenheden en instellingen. De reikwijdte van onderzoeken moet van te voren duidelijk worden aangegeven. Aangegeven moet worden welk tijdvak wordt onderzocht en welke organisatie-eenheden en niet gemeentelijke instellingen bij het onderzoek worden betrokken.

  • c.

    Hier wordt aangegeven welke methoden gebruikt zullen worden (benchmarking, enquête, enzovoorts).

  • d.

    Een inschatting van de duur van het onderzoek, eventueel onderverdeeld in fasen.

  • e.

    Onderzoeken kunnen in opdracht van het college worden uitgevoerd door het ambtelijke apparaat (al of niet met inbreng van deskundigheid van derden) of door derden. Indien de ambtelijke organisatie de onderzoeken uitvoert zullen in de onderzoeksopzet waarborgen dienen te worden ingebouwd, waarmee de onafhankelijkheid van de analyse en/of adviezen ter verbeteringen worden gegarandeerd. Dat betekent dat van het onderzoek wel mag worden uitgevoerd door functionarissen die in hun dagelijks werk betrokken zijn bij het onderzoeksobject. De analyse en de aanbevelingen tot verbetering echter moeten zoveel als mogelijk onafhankelijk tot stand komen en uitgevoerd worden door functionarissen die niet in hun dagelijks werk betrokken zijn bij het onderzoeksobject.

Artikel 4 Rapportage en gevolgtrekking

Met de instelling van de onderzoeken als bedoeld in artikel 2 lid 2 beoogt de gemeente de transparantie van gemeentelijk handelen te vergroten en de publieke verantwoording daarover te versterken. De bevindingen van de onderzoeken worden dan ook neergelegd in een rapportage voor de raad, zoals voorgeschreven in artikel 213a, tweede lid, van de Gemeentewet.

Systematische aandacht voor doelmatigheid en doeltreffendheid impliceert ook het doel om te leren, om te denken over en te streven naar verbetering, daarom is in deze modelverordening opgenomen dat evaluatie en aanbevelingen voor verbetering onderdeel zijn van de rapportage, en dat zo nodig door middel van een plan van verbetering het vervolgtraject moet worden ingezet. De bedrijfsvoering is een zaak van het college. Het is dan ook het college dat maatregelen moet nemen tot verbetering. Het college moet een plan van verbetering opstellen en uitvoeren. Het plan van verbetering wordt indien de raad dit wenst ter kennisgeving aan de raad gestuurd

Artikel 5 Voortgang onderzoek

De bedrijfsvoeringsparagraaf van de begroting en jaarstukken dient inzicht te geven in de stand van zaken en de beleidsvoornemens omtrent de bedrijfsvoering. Daarbij dient een relatie te worden gelegd met de inhoud van de programma's van de begroting en jaarstukken. Het ligt voor de hand om in deze paragraaf eveneens te rapporteren over de stand van zaken bij de onderzoeken naar de doelmatigheid en doeltreffendheid als bedoeld in artikel 2 lid 2 van het gevoerde bestuur.