beleidsregel ontheffing ex artikel 35 Drank- en Horecawet

Geldend van 26-06-2014 t/m heden

Intitulé

beleidsregel ontheffing ex artikel 35 Drank- en Horecawet

De burgemeester, 22 mei 2014,

gelet op artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht en de Drank- en Horecawet,

BESLUIT

vast te stellen de volgende beleidsregel:

Beleidsregel ontheffing ex artikel 35 Drank- en Horecawet gEMEENTE MOERDIJK

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

  • 1.

    Ontheffing artikel 35 Drank- en Horecawet: een ontheffing van het in artikel 3 van de Drank- en Horecawet voor de uitoefening van het horecabedrijf gestelde verbod voor het verstekken van zwak-alcoholhoudende drank (drank met een alcoholpercentage van maximaal 15%) zonder vergunning tijdens een in de beschikking aangewezen bijzondere gelegenheid van zeer tijdelijke aard voor een aaneengesloten periode van ten hoogte twaalf dagen, mits de verstrekking geschiedt onder onmiddellijke leiding van een of meer personen die voldoen aan artikel 35, lid 1 a en b van de Drank- en Horecawet.

  • 2.

    Een bijzondere gelegenheid van zeer tijdelijke aard: in de toelichting van de Drank- en Horecawet is een bijzondere gelegenheid van zeer tijdelijke aard omschreven als een tijdelijk evenement zoals een braderie, jaarmarkt, kermis, muziek- en/of sportfeest en andere manifestaties die eenmalig, dan wel in de regel niet meer dan tweemaal per jaar voorkomen.

  • 3.

    Tappunt / Uitgiftepunt: een plaats waar tegen betaling verstrekking van zwak-alcoholhoudende dranken geschiedt.

  • 4.

    Weg: weg, als artikel 1, eerste lid, onder b, van de Wegenverkeerswet 1994.

Artikel 2 Toepassingsbereik

De ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Drank- en Horecawet heeft uitsluitend betrekking op het bedrijfsmatig of anders dan om niet verstrekken van zwak-alcoholhoudende drank buiten een inrichting, waarbij de bijzondere gelegenheid van zeer tijdelijke aard openbaar toegankelijk is.

Hoofdstuk 2 Tijdelijke ontheffing artikel 35 Drank- en Horecawet

Artikel 3 Aanvraag

  • 1.

    Een aanvraag voor een ontheffing kan uitsluitend worden ingediend door een natuurlijke persoon die voldoet aan artikel 35, lid 1 a en b. van de Drank- en Horecawet.

  • 2.

    De aanvrager overlegt bij zijn aanvraag om ontheffing de volgende stukken:

    a. Een volledig ingevuld aanvraagformulier met bijgevoegde bijlage 1.

    b. Een kopie van een geldig legitimatiebewijs van de persoon die onmiddellijk leiding geeft aan het uitgiftepunt.

    c. Een kopie van een Verklaring Sociale Hygiëne van de persoon die onmiddellijk leiding geeft aan het uitgiftepunt.

    d. Een op schaal ingetekende situatietekening waarop staat:

    1. Het gehele (feest-)terrein.

    2. De exacte plaats van het uitgiftepunt/de uitgiftepunten op het (feest-)terrein.

    3. Andere objecten die op het (feest-)terrein staan of worden geplaatst.

    4. De aan het (feest-)terrein grenzende percelen.

    5a. Het (verwachte) aantal bezoekers dat op het drukste moment aanwezig zal zijn.

    5b. Het (verwachte) totaal aantal bezoekers.

    6. Andere van belang zijnde aangelegenheden.

  • 3.

    Uit de aanvraag blijkt dat de verstrekking van zwak-alcoholhoudende dranken, een directe relatie heeft met en ondersteunend is aan een bijzondere gelegenheid van zeer tijdelijke aard.

Artikel 4 Voorschriften aan de ontheffing

Uit oogpunt van openbare orde en veiligheid, zedelijkheid en sociale hygiëne worden aan de ontheffing voorschriften verbonden (zie bijlage 2).

Artikel 5 Termijn van indiening

Een aanvraag om ontheffing wordt tenminste drie weken voor de datum van de bijzondere gelegenheid van zeer tijdelijke aard bij de burgemeester ingediend. Als de aanvraag niet binnen de gestelde termijn is ingediend, dan kan worden besloten om de aanvraag niet in behandeling te nemen.

Artikel 6 Meerjarige ontheffing

  • 1. Een meerjarige ontheffing voor jaarlijkse terugkerende identieke bijzondere gelegenheden van zeer tijdelijke aard wordt verleend voor maximaal vijf jaren.

  • 2. Een ontheffing genoemd in het eerste lid wordt alleen verleend indien de verstrekking van zwak-alcoholhoudende drank steeds geschiedt onder leiding van dezelfde persoon.

  • 3. De voorschriften verbonden aan een ontheffing genoemd in bijlage 2 worden zo nodig één maal per jaar aangepast.

Artikel 7 Weigeringsgronden

De burgemeester weigert de ontheffing artikel 35 Drank- en Horecawet indien:

  • 1.

    De leidinggevende de leeftijd van eenentwintig jaar nog niet heeft bereikt en/of in enig opzicht van slecht levensgedrag is.

  • 2.

    De bezoekers van de bijzondere gelegenheid van zeer tijdelijk aard hoofdzakelijk of uitsluitend bestaan uit personen die de leeftijd van 18 jaar nog niet hebben bereikt.

  • 3.

    Het schenken van alcohol niet past binnen het karakter van de bijzondere gelegenheid van zeer tijdelijke aard, dit ter beoordeling van de burgemeester.

  • 4.

    Er redelijkerwijs wordt vermoed of er aanwijzingen zijn dat de feitelijke toestand niet overeenkomt met hetgeen in de aanvraag staat.

  • 5.

    Er redelijkerwijs wordt vermoed of er aanwijzingen zijn dat de openbare orde, veiligheid of zedelijkheid in het gedrang komen.

  • 6.

    Wanneer niet voldaan wordt aan het gestelde in artikel 3 van deze beleidsregel.

Hoofdstuk 3 Slotbepalingen

Artikel 8 Overgangsrecht

  • 1. Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze beleidsregel een aanvraag om ontheffing is ingediend, waarop nog niet is beslist, wordt daarop deze beleidsregel toegepast.

  • 2. Op bezwaarschriften gericht tegen een besluit krachtens ‘Beleidsregel ontheffing ex artikel 35 Drank- en Horecawet GEMEENTE MOERDIJK’ wordt beslist met toepassing van deze beleidsregel.

Artikel 9 Inwerkingtreding

  • 1.

    De ‘beleidsregel ontheffing ex artikel 35 Drank- en Horecawet’ treedt in werking op de eerste dag na de bekendmaking.

  • 2.

    De beleidsregel wordt bekendgemaakt in huis aan huisblad de Moerdijkse Bode.

Vastgesteld door de burgemeester van Moerdijk op 22 mei 2014.

De burgemeester van Moerdijk,

J.P.M. Klijs

Bijlage 1

Bijlage bij aanvraag ter verkrijging van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 Drank- en Horecawet.

Omschrijf de doelgroep waarvoor het feest, de gelegenheid of het evenement wordt georganiseerd. Geef voorts het aantal (verwachte) bezoekers aan dat op het drukste moment aanwezig zal zijn en het totaal (verwachte) aantal bezoekers.

-het aantal (verwachte)bezoekers op het drukste moment:

-(verwachte)totaal aantal bezoekers:

Is het evenement in hoofdzaak gericht op personen die 18 jaar en ouder zijn ?

Omschrijf de meerwaarde van de aanwezigheid van zwak-alcoholhoudende drank.

Kortom: is de verstrekking van zwak-alcoholhoudende drank passend bij het evenement.

Bij de aanvraag om ontheffing dient tevens ingediend te worden een op schaal ingetekende situatietekening met daarop:

  • 1.

    Het gehele (feest-)terrein.

  • 2.

    De exacte plaats van het uitgiftepunt/de uitgiftepunten op het (feest-)terrein.

  • 3.

    Andere objecten die op het (feest-)terrein staan of worden verplaatst.

  • 4.

    De aan het (feest-)terrein grenzende percelen.

  • 5.

    a. het (verwachte) aantal bezoekers dat op het drukste moment aanwezig zal zijn.

    • b.

      het (verwachte) totaal aantal bezoekers.

  • 6.

    andere van belang zijnde aangelegenheden.

Bijlage 2

Voorschriften aan ontheffing artikel 35 Drank- en Horecawet

Openbare orde- en veiligheidsaspecten

Ter voorkoming van de verstoring van de openbare orde en veiligheid en zedelijkheid worden de volgende voorschriften aan de ontheffing verbonden:

  • a.

    het aanvangstijdstip van de ontheffing is afhankelijk van de aanvraag van het evenement maar ligt nooit vóór 12:00 uur.

  • b.

    de eindtijd van de ontheffing is gelijk aan de eindtijd van het evenement waaraan de ontheffing is gekoppeld. De burgemeester kan hiervan afwijken en de eindtijd van de ontheffing vaststellen op één uur of nog eerder voor de eindtijd van het evenement.

  • c.

    evenementen op de openbare weg krijgen afhankelijk van de aard en omvang van het evenement uiterlijk een einde schenktijd van 01:00 uur.

  • d.

    op een uitgiftepunt zijn zwak-alcoholhoudende, niet –alcoholhoudende dranken en water verkrijgbaar.

  • e.

    wanneer sprake is van meerdere taplocaties van waaruit zwakalcoholhoudende drank verstrekt wordt, dient minimaal één leidinggevende aanwezig te zijn. Bij mobiele verstrekkingen (bijv. een rugzak of navulslang) mag alleen niet-alcoholische dranken en water worden verstrekt.

  • f.

    alle dranken en water worden alleen verstrekt in kunststof beker of kunststof glazen.

  • g.

    zwak-alcoholhoudende dranken worden enkel tegen betaling per consumptie verstrekt (geen onbeperkte verstrekking tegen eenmalige betaling).

Sociaal-hygiënische aspecten

Ter voorkoming van bovenmatig alcoholgebruik en –misbruik worden aan de ontheffing de volgende voorschriften verbonden:

  • a.

    aan personen van wie niet is vastgesteld, dat zij de leeftijd van 18 jaar hebben bereikt wordt geen alcoholhoudende drank verstrekt. Deze wettelijke bepaling wordt duidelijk leesbaar en zichtbaar aan het publiek kenbaar gemaakt bij het bargedeelte;

  • b.

    aan personen die aan hen verstrekte drank doorgeven aan personen die de leeftijd van 18 jaar nog niet hebben bereikt, wordt geen alcoholhoudende drank meer verstrekt.

  • c.

    personen beneden de 16 jaar zijn niet werkzaam in de verkoop van alcoholhoudende drank.

  • d.

    personen die kennelijk onder invloed van alcoholhoudende drank verkeren of die door hun gedrag aanstoot geven worden geweerd of geweigerd.

  • e.

    gedurende de tijd waarin van de ontheffing gebruik wordt gemaakt, mag ter plaatse geen sterke drank aanwezig zijn, noch worden toegelaten dat zodanige drank aan het publiek wordt verstrekt.

  • f.

    de burgemeester kan via een voorschrift in de ontheffing de houder van de ontheffing de verplichting opleggen een in de ontheffing aangegeven leeftijdscategorie, die deel uitmaakt van de bezoekers, een visueel kenmerk te laten dragen als verificatiesysteem voor de leeftijd.

  • g.

    op het (feest)-terrein of in de onmiddellijke nabijheid daarvan dient een deugdelijke toiletvoorziening aanwezig te zijn met voor mannen en vrouwen gescheiden toiletten.

Toelichting

Artikel 1 Begripsbepalingen

Een ontheffing voor het verstrekken van zwak-alcoholhoudende drank kan voor een aaneengesloten periode van ten hoogste twaalf dagen worden verleend. Dit betekent dat een ontheffing nooit een langere aaneengesloten periode kan worden afgegeven. De verstrekking beperkt zich tot zwak-alcoholhoudende drank met een alcoholpercentage van maximaal 15%. Het is niet toegestaan sterke drank, met een alcoholpercentage van 15% of meer, aanwezig te hebben. Ook niet voor het maken van mix-dranken. De toelichting van de Drank- en Horecawet geeft een omschrijving van het begrip ’bijzondere gelegenheid’ van zeer tijdelijke aard.

Artikel 2 Toepassingsbereik

Het verstrekken van zwak-alcoholhoudende drank binnen een inrichting valt onder de reguliere vergunning op grond van artikel 3 van de Drank- en Horecawet. Een inrichting is het totaal aan lokaliteiten en terras(sen) waar alcoholhoudende drank wordt verstrekt. Voorts moet het gaan om bedrijfsmatige verstrekking of anders dan om niet. Wanneer er wordt betaald voor de verstrekking van de alcoholhoudende drank (per consumptie, een vrijwillige bijdrage, vooraf ingelegd bedrag, entreekaart of iets dergelijks), dan is er sprake van bedrijfsmatige verstrekking of anders dan om niet. De bijzondere gelegenheid van zeer tijdelijke aard is openbaar toegankelijk d.w.z. anders dan alleen op uitnodiging.

Artikel 3 Aanvraag en Verklaring Sociale Hygiëne

Artikel 35 spreekt van een bijzondere gelegenheid van zeer tijdelijke aard. De memorie van toelichting van de Drank- en Horecawet geeft aan dat hier tijdelijke evenementen worden bedoeld en geeft een aantal voorbeelden van evenementen.

Per 1 januari 2013 is in de Drank- en Horecawet de wettelijke bepaling vervallen dat een persoon die onmiddellijk leiding geeft aan een uitgiftepunt bij een afgegeven ontheffing ex artikel 35 over een Verklaring Sociale Hygiëne moet beschikken.

Artikel 35 lid 2 geeft de burgemeester de mogelijkheid beperkingen en/of voorschriften aan een ontheffing te verbinden. De burgemeester kan na 1 januari 2013 in een beleidsregel eisen dat de persoon die onmiddellijk leiding geeft aan het uitgiftepunt over een Verklaring Sociale Hygiëne moet beschikken.

Tijdens bijzondere gelegenheden van zeer tijdelijke aard is het van wezenlijk belang dat alle aspecten die met alcoholische drankverstrekking gepaard gaan in voldoende mate in beeld zijn en blijven en dat er zo nodig tijdig handelend wordt opgetreden. Zij die over een Verklaring Sociale Hygiëne beschikken hebben aantoonbaar blijk gegeven van het feit dat zij weten welke aspecten van belang zijn bij alcoholische drank verstrekking. Reden waarom de eis van de Verklaring Sociale Hygiëne voor degene die onmiddellijk leiding geeft aan het uitgiftepunt is opgenomen.

Om een goed beeld te krijgen van de bijzondere gelegenheid van zeer tijdelijke aard is het noodzakelijk dat een op schaal ingetekende situatietekening bij de aanvraag om ontheffing wordt gevoegd waar op staat:

  • 1.

    Het gehele (feest-)terrein.

  • 2.

    De exacte plaats van het uitgiftepunt/de uitgiftepunten op het (feest-)terrein.

  • 3.

    Andere objecten die op het (feest-)terrein staan of worden verplaatst.

  • 4.

    De aan het (feest-)terrein grenzende percelen.

  • 5.

    a. het (verwachte) aantal bezoekers dat op het drukste moment aanwezig zal zijn.

    • b.

      het (verwachte) totaal aantal bezoekers.

  • 6.

    andere van belang zijnde aangelegenheden.

Artikel 4 Voorschriften uit oogpunt van openbare orde- en veiligheid, sociale hygiëne en economie

Artikel 35 lid 2 van de wet geeft de burgemeester de mogelijkheid om aan de ontheffing beperkingen en/of voorschriften te verbinden. Deze kunnen betrekking hebben op sociaal-hygiënische aspecten, economische aspecten en openbare orde en veiligheidsaspecten.

Openbare orde- en veiligheidsaspecten

Bij openbare orde aspecten gaat het om het feit dat het verstrekken van alcoholische en niet alcoholische dranken op een verantwoorde wijze plaatsvindt. Artikel 21 van de wet verbiedt het om bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende drank te verstrekken indien redelijkerwijs moet worden aangenomen dat dit tot verstoring van de openbare orde en/of veiligheid kan of zal leiden.

  • 1.

    In het licht van alcoholmatigingsbeleid en het voorkomen van overlast is een begrenzing van de geldigheidsduur van de ontheffing gewenst. Alcoholgebruik vóór 12:00 uur tijdens een tijdelijke aangelegenheid van bijzondere aard moet als maatschappelijk ongewenst worden beschouwd. Reden waarom het aanvangstijdstip van de ontheffing nooit voor 12:00 uur kan liggen.

  • 2.

    De eindtijd van de ontheffing is gelijk aan de eindtijd van het evenement waaraan de ontheffing is gekoppeld. De burgemeester kan hiervan afwijken en de eindtijd van de ontheffing vaststellen op een half uur of nog eerder voor de eindtijd van het evenement. De burgemeester zal dan duidelijk motiveren waarom hij daartoe besloten heeft.

  • 3.

    In het licht van alcoholmatigingsbeleid en het voorkomen van overlast is een begrenzing van de eindschenktijd tot 01:00 uur bij evenementen (al dan niet op de openbare weg) gewenst. De burgemeester kan hier in individuele gevallen van afwijken en een andere eindschenktijd vaststellen.

  • 4.

    Op een evenement met meerdere tappunten is in principe één leidinggevende voldoende. De burgemeester kan aanvullende voorschriften stellen en één van de aanvullende voorschriften kan zijn dat er meerdere leidinggevenden aanwezig moeten zijn in verband met het toezicht op de verstrekking van alcohol. De voorschriften kunnen ook betrekking hebben op het soort bier, de toegangsleeftijd en het gebruik van een leeftijdsverificatiesysteem.

  • 5.

    Het uitgiftepunt /de uitgiftepunten mogen alleen staan op de locatie zoals aangegeven op de ingediende situatietekening.

  • 6.

    Het duidelijk zicht houden op de verstrekking van zwak-alcoholhoudende drank kan alleen deugdelijk uitgevoerd worden wanner de uitgifte daarvan geschiedt bij de vaste tappunten. Reden waarom de zogenaamde ‘rugzaktap’ en de ‘navulslang’ wel ingezet mag worden maar alleen voor niet-alcoholische dranken en water.

Sociaal-hygiënische aspecten

De Drank- en Horecawet kent een sociaal-hygiënisch motief; dit motief wordt dan ook als toetsingskader gebruikt bij aanvragen om ontheffing.

In het aanvraagformulier dient daartoe te worden aangegeven onder wiens onmiddellijke leiding de drankverstrekking plaatsvindt. Bij een bijzondere gelegenheid van tijdelijke aard waarbij sprake is van meerdere taplocaties van waaruit zwakalcoholhoudende drank verstrekt wordt, dient minimaal één leidinggevende aanwezig te zijn. De burgemeester kan aanvullende voorschriften stellen en één van de aanvullende voorschriften kan zijn dat er meerdere leidinggevenden aanwezig moeten zijn in verband met het toezicht op de verstrekking van alcohol. De voorschriften kunnen ook betrekking hebben op het soort bier, de toegangsleeftijd en het gebruik van een leeftijdsverificatiesysteem. Zie tevens bijlage 1 met aanvullende vragen.

Economische aspecten

Bij economische aspecten gaat het om de vraag in hoeverre het verstrekken van zwakalcoholhoudende drank ondersteunend is aan de bijzondere gelegenheid van tijdelijke aard die aan de aanvraag ten grondslag ligt. Uit de aanvraag zal moeten blijken dat de verstrekking van alcoholhoudende drank een relatie heeft met de bijzondere gelegenheid van tijdelijke aard.

Artikel 5 Termijn van indiening

Deze termijn loopt samen met de termijn die wordt gehanteerd voor de aanvraag van een vergunning voor een evenement.

Artikel 6 Meerjarige ontheffing

De burgemeester wordt in staat gesteld voortaan één ontheffing te verlenen als sprake is van jaarlijks terugkerende identieke evenementen, waarbij telkens dezelfde persoon leiding geeft over de alcoholverstrekking. Dit brengt een reductie van de administratieve lasten met zich mee. De meerjarige ontheffing wordt voor maximaal 5 jaar verstrekt. Indien tussentijds een of meerdere nieuwe voorschriften worden gekoppeld aan de vergunning dan dient de verleende ontheffing te worden ingetrokken en een nieuwe ontheffing te worden verleend. De wijzigingen dienen in het besluit te worden gemotiveerd.

Artikel 9 Overgangsrecht

Eerste lid

Aanvragen die ten tijde van de inwerkingtreding van deze nieuwe beleidsregel nog niet zijn afgehandeld worden afgehandeld op basis van deze nieuwe beleidsregel.

Tweede lid

Op bezwaarschriften wordt ook beslist met toepassing van deze beleidsregel.