Regeling vervallen per 29-03-2019

Beleidsregel Bijdrage gemeentelijke monumenten Geldrop-Mierlo 2014

Geldend van 19-06-2014 t/m 28-03-2019

Intitulé

Beleidsregel Bijdrage gemeentelijke monumenten Geldrop-Mierlo 2014

Beleidsregel

Beleidsregel Bijdrage gemeentelijke monumenten Geldrop-Mierlo 2014

De raad van de gemeente Geldrop-Mierlo;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 28 maart 2014:

gelet op de artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet, de bepalingen van titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene subsidieverordening Gemeente Geldrop;

BESLUIT:

  • I.

    in te trekken de beleidsregel “Bijdrage gemeentelijke monumenten Geldrop-Mierlo 2006” zoals vastgesteld op 29 januari 2007;

  • II.

    vast te stellen de navolgende beleidsregel “Bijdrage gemeentelijke monumenten Geldrop-Mierlo 2014”.

  • III.

    Vast te stellen een reserve “bijdrage gemeentelijke monumenten Geldrop-Mierlo” in te stellen met een maximum van € 16.000,=

Algemene bepalingen

Artikel 1 begripsbepalingen

Deze beleidsregel verstaat onder:

  • a.

    monument: alle zaken die op grond van de Monumentenverordening Geldrop-Mierlo zijn opgenomen in het gemeentelijk monumentenregister;

  • b.

    eigenaar: diegene die in de kadastrale registers als eigenaar of zakelijk gerechtigde van een monument staat ingeschreven;

  • c.

    monumentencommissie: commissie zoals bedoeld in artikel 1 aanhef en onder g van de Monumentenverordening Geldrop-Mierlo.

Artikel 2 toepassingsbereik

  • 1. Voor zover niet anders is bepaald is de “Algemene subsidieverordening Gemeente Geldrop” van toepassing;

  • 2. Deze beleidsregel is niet van toepassing wanneer middels de “Subsidieverordening Beschermd Dorpsgezicht Broek Mierlo 2006” een gelijke financiële bijdrage in de kosten kan worden verstrekt.

Artikel 3 doelstelling

Met deze beleidsregel wordt beoogd het onderhoud aan gemeentelijke monumenten te stimuleren en compenseren.

Kernbepalingen

Artikel 4 monumentenwacht

  • 1. iedere eigenaar van een monument wordt een lidmaatschap op de Monumentenwacht aangeboden;

  • 2. iedere eigenaar van een monument wordt eenmaal per drie kalenderjaren een bouwkundige inspectie door de Monumentenwacht aangeboden.

Artikel 5 tegemoetkoming leges

Omtrent de heffing van leges door monumenteneigenaren is vastgesteld dat,

  • 1.

    Geen leges worden geheven voor een aanvraag om een ‘bouwactiviteit’ voor een pand dat is geplaatst op de lijst van gemeentelijke monumenten of op de lijst van de karakteristieke panden indien het een aanvraag betreft die normaal gesproken vergunningsvrij is volgens het Besluit omgevingsrecht (Bor);

  • 2.

    Geen leges worden geheven voor een aanvraag om de activiteit ‘wijzigen van een monument’ voor een pand dat is geplaatst op de lijst van gemeentelijke monumenten of op de lijst van de karakteristieke panden.

Artikel 6 reserveringsregeling

De gemeenteraad stelt jaarlijks een bedrag van € 8.000 ter beschikking voor de verstrekking van een financiële bijdrage ten behoeve van onderhoud en restauratie van gemeentelijke monumenten.

Artikel 7 grondslag en werkingssfeer

  • 1. Op grond van deze beleidsregel kan het college van burgemeester en wethouders aan de eigenaar van een monument een financiële bijdrage ter beschikking stellen voor instandhoudingwerkzaamheden aan hun monument.

  • 2. De bijdrage wordt berekend op basis van de in artikel 13 genoemde randvoorwaarden.

  • 3. Vaststelling van en toekenning van de bijdrage geschiedt door het college van burgemeester en wethouders;

  • 4. In geval van brand- en of stormschade worden de kosten berekend aan de hand van de kosten van de treffen voorzieningen minus de bij voldoende dekking uit te keren verzekeringspenningen.

  • 5. Het college van burgemeester en wethouders kan in het belang van de monumentenzorg en in gevallen waarin deze beleidsregels niet voorzien, afwijken van het bepaalde in deze beleidsregels.

Artikel 8 indienen aanvraag om een financiële bijdrage

  • 1. Een aanvraag om een financiële bijdrage moet bij het college van burgemeester en wethouders worden ingediend middels het daarvoor bestemde aanvraagformulier. Het college van burgemeester en wethouders bevestigt de ontvangst per ommegaande.

  • 2. Een gespecificeerde kostenbegroting maakt verplicht onderdeel uit van de aanvraag om financiële bijdrage.

  • 3. Als de in lid 2 bedoelde kostenbegroting ontbreekt wordt de aanvrager van de financiële bijdrage schriftelijk in de gelegenheid gesteld om deze binnen een termijn van zes weken aan te leveren. Gedurende deze termijn wordt de beslissing op de aanvraag aangehouden. Wanneer ook na het verstrijken van deze termijn geen kostenbegroting is ontvangen wordt de aanvraag buiten behandeling gelaten.

Artikel 9 beoordeling aanvragen en verzoeken

  • 1. Aanvragen om een financiële bijdrage worden op volgorde van binnenkomst behandeld.

  • 2. Bij de beslissing op aanvragen om financiële bijdrage houdt het college van burgemeester en wethouders in elk geval rekening met a. de monumentale waarde van het object; b. de bouwtechnische- en uiterlijke staat van het monument alsmede het gebruik daarvan, mede in relatie tot zijn omgeving, zulks zo veel mogelijk te staven door een deskundigenrapport.

  • 3. Aanvragen om een financiële bijdrage waarover in verband met het overschrijden van het budget niet positief kan worden beschikt, worden door het college van burgemeester en wethouders voor die betreffende periode afgewezen;

  • 4. Met de uitvoering van de werkzaamheden mag niet worden begonnen voordat op de aanvraag om financiële bijdrage door het college van burgemeester en wethouders is beslist. Op verzoek van de eigenaar kan desgewenst, vooruitlopend op de te nemen beslissing omtrent de financiële bijdrage door het college van burgemeester en wethouders, met de werkzaamheden worden gestart nadat het toe te kennen financiële bijdrage is vastgesteld en schriftelijk akkoord is gegeven.

Artikel 10 beslissingstermijn

  • 1. Het college van burgemeester en wethouders beslist omtrent een volledige aanvraag om een financiële bijdrage binnen acht weken. Zij kunnen hun beslissing éénmaal voor ten hoogste acht weken verdagen. Als zich het geval voordoet zoals bedoeld in artikel 8 lid 3 begint de beslistermijn te lopen nadat de aanvraag is gecomplementeerd.

  • 2. De beslissing op de aanvraag vermeldt de hoogte van het toe te kennen financiële bijdrage.

Artikel 11 kostensoorten

  • 1. Onder kosten die voor een financiële bijdrage in aanmerking komen worden verstaan: kosten voor werken/ of werkzaamheden die betrekking hebben op het behoud en herstel van een gemeentelijk monument.

  • 2. Voor een financiële bijdrage komen niet in aanmerking: de kosten die tot het normale onderhoud behoren of die gedekt zijn door verzekeringen.

  • 3. Het bepaalde in het tweede lid is niet van toepassing wanneer hierdoor een duidelijke bijdrage wordt geleverd aan het behoud en/ of de versterking van het gemeentelijke monument.

  • 4. De volgende werken/ werkzaamheden komen voor een financiële bijdrage op basis van deze beleidsregel in aanmerking: a. schilderwerk; b. beplanting; c. luiken; d. dakbedekking; e. kozijnen; f. gevelverbetering en/ of – herstel; g. sloop van (in slechte staat verkerende) bijgebouwen (niet zijnde bedrijfsgebouwen) welke nadelig zijn voor de monumentale waarde van het gemeentelijke monument.

Artikel 12 begrotingsvoorbehoud

  • 1. Voor het verlenen van financiële bijdrage van de in artikel 11 bedoelde kostensoorten is maximaal een bedrag van € 8.000,- beschikbaar.

  • 2. Wanneer er in een jaar minder dan € 8.000,- is verstrekt aan bijdragen, wordt het resterende bedrag meegenomen naar het opvolgende jaar, met dien verstande dat de reserveringsregeling maximaal € 16.000 mag omvatten. Ingeval dit maximum bedrag wordt overschreden vallen de overschotten terug in de algemene middelen.

  • 3. Op financiële bijdrage kan slechts aanspraak worden gemaakt zolang het door de gemeenteraad beschikbaar gestelde bedrag nog niet volledig is toegekend.

  • 4. Het onder lid 1 bedoelde bedrag kan enkel worden besteed aan de in artikel 11 vermelde kostensoorten.

Artikel 13 randvoorwaarden

1.De hoogte van de vergoeding wordt voor de verschillende kostensoorten als volgt bepaald:

Kostensoortvergoedbare rekeneenheid

  • a.

    schilderwerk € 225,- per pand

  • b.

    beplanting € 2,25 per m² met een maximum van € 500,- c. luiken € 13,50 per m² met een maximum van € 460,-

  • d.

    dakbedekking € 13,50 per m² (riet) € 7,- per m² (pannen) met een maximum van € 4.600,- per pand e. kozijnen € 7,- per meter met een maximum van € 1.365,- f. gevelherstel & 20% van kosten met een maximum van € 2.725,- gevelverbetering g. sloop bijgebouwen € 4,50 per m³ met een maximum van € 900,- per pand

    • 2.

      Per pand of perceel kan ten hoogste éénmaal per aaneengesloten periode van vijf jaar een financiële bijdrage geclaimd worden, met een maximum van € 4.000,-.

Artikel 14 weigeringsgronden

De aanvraag om een financiële bijdrage wordt geweigerd indien:

  • 1.

    Aanvrager de feitelijk gemaakte kosten niet kan bewijzen middels facturen, bonnen of andere betalingsbewijzen;

  • 2.

    Voor de te verrichten werkzaamheden een omgevingsvergunning is vereist en deze is geweigerd;

  • 3.

    Het budget van de ter beschikking gestelde financiële middelen wordt overschreden.

Slotbepalingen

Artikel 15 onvoorziene gevallen

  • 1. In gevallen waarin deze beleidsregel niet voorziet, dan wel in gevallen waarbij twijfel bestaat omtrent de toepasbaarheid van deze beleidsregel, beslissen burgemeester en wethouders;

  • 2. burgemeester en wethouders kunnen de monumentencommissie in gevallen zoals bedoeld in het eerste lid om informeel advies verzoeken;

  • 3. dit artikel laat de inherente afwijkingsbevoegdheid voor beleidsregels, zoals opgenomen in artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht, onverlet.

Artikel 16 inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking op de eerste dag na de bekendmaking in het gemeentelijk informatieblad in het huis-aan-huisblad “Middenstandsbelangen” en op de gemeentelijke website.

Artikel 17 citeertitel

Deze beleidsregel kan worden aangehaald als “Beleidsregel Bijdrage gemeentelijke monumenten Geldrop-Mierlo 2014”.

Aldus vastgesteld in de vergadering van 19 mei 2014,

De raad voornoemd,

G.A.A. van Luijn M.J.D. Donders-De Leest

griffier voorzitter