Verordening op de rekenkamercommissie

Geldend van 01-07-2014 t/m heden

Intitulé

Verordening op de rekenkamercommissie

De raad van de gemeente Maasdriel;

gezien het voorstel van het Presidium van 10 april 2014;

gelet op artikel 81oa van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de volgende:

Verordening op de rekenkamercommissie

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Wet: Gemeentewet;

  • b.

    commissie: rekenkamercommissie;

  • c.

    voorzitter: voorzitter/directeur van de rekenkamercommissie;

  • d.

    college: college van burgemeester en wethouders;

  • e.

    rekenkamercommissie: de rekenkamercommissie van de gemeente Maasdriel.

Artikel 2 Rekenkamercommissie

  • 1. Er is een commissie die door de raad wordt ingesteld en wordt aangeduid als de rekenkamercommissie.

  • 2. De rekenkamercommissie bestaat uit één lid.

Artikel 3 Benoeming leden

  • 1. De raad benoemt het enige lid van de rekenkamercommissie en de raad benoemt het enige lid als voorzitter/directeur van de rekenkamercommissie.

  • 2. Het lid wordt voor een periode van twee jaar benoemd. Hierna beslist de raad of herbenoeming plaatsvindt.

  • 3. De voorzitter/directeur draagt zorg voor het bewaken van de uitgangspunten en werkwijze. Bij ontstentenis van de directeur treedt een van de aan zijn kantoor verbonden senior-onderzoekers als plaatsvervanger op.

  • 4. Voorafgaand aan de benoeming van een lid voeren twee vertegenwoordigers van de raad en de griffier gesprekken met de kandidaten voor deze functie..

Artikel 4 Eed

Ten aanzien van het lid is artikel 81g van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing.

Artikel 5 Ontslag en non-activiteit

  • 1. De raad ontslaat het lid/de voorzitter/directeur of stelt hem op non-activiteit.

  • 2. Het lidmaatschap van het lid/de voorzitter/directeur eindigt:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      bij aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap van de rekenkamercommissie;

    • c.

      wanneer het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

    • d.

      indien het lid bij onherroepelijk geworden rechtelijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surseance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld.

  • 3. Het lid/de voorzitter/directeur van de rekenkamercommissie kan door de raad worden ontslagen wanneer hij door ziekte of gebreken blijvend ongeschikt is zijn functie te vervullen.

Artikel 6 Vergoeding voor werkzaamheden

  • 1. Het lid/de voorzitter/directeur ontvangt een vergoeding op basis van maandelijkse declaraties in te dienen bij de griffier.

  • 2. De vergoedingen genoemd in het eerste lid komen ten laste van het budget van de rekenkamercommissie.

  • 3. De lid/de voorzitter/directeur zet zijn kantoor in voor het doen van onderzoek en budgetbewaking.

Artikel 7 Secretaris

  • 1. De taak van secretaris wordt onderdeel van het takenpakket van de directeur.

  • 2. De secretariële ondersteuning wordt vanuit de ambtelijke organisatie voor twee uur per week verzorgd.

Artikel 8 Reglement van Orde

De rekenkamercommissie stelt een reglement van orde vast. Hierin wordt ook een onderdeel opgenomen als gedragsprotocol. De commissie zendt het reglement ter kennisneming naar de raad.

Artikel 9 Onderzoeksprotocol

De rekenkamercommissie stelt zelf een onderzoeksprotocol op voor haar activiteiten op het gebied van onderzoek.

Artikel 10 Onderwerpselectie en opdrachtverlening

  • 1. Het lid/de voorzitter/directeur bepaalt de onderwerpen die worden onderzocht. Hij formuleert de probleemstelling en stelt de onderzoeksopzet vast. Hij voert onderzoek uit naar de (maatschappelijke) effecten van het gemeentelijke beleid en naar de efficiency en effectiviteit van het gemeentelijke beheer en van de gemeentelijke organisatie, alsmede van instellingen waarvan de activiteiten geheel of in belangrijke mate door de gemeente worden bekostigd.

  • 2. De in het vorige lid bedoelde onderzoeksopzet wordt door de rekenkamercommissie ter kennisneming aan de raad gestuurd.

  • 3. De raad kan de rekenkamercommissie een gemotiveerd verzoek doen tot het instellen van een onderzoek. De rekenkamercommissie bericht de raad binnen een maand in hoeverre aan dat verzoek wordt voldaan. Indien de rekenkamercommissie niet aan het verzoek van de raad voldoet, zal zij daarvoor goede gronden aanvoeren.

Artikel 11 Werkwijze

  • 1. De rekenkamercommissie is belast met en verantwoordelijk voor de uitvoering, begeleiding en sturing van het onderzoek volgens de door haar vastgestelde onderzoeksopzet.

  • 2. De rekenkamercommissie beoordeelt of het wenselijk is de raad tussentijds te informeren.

  • 3. De rekenkamercommissie is bevoegd bij alle leden van raad, college, ambtelijke organisatie, externe deskundigen, bestuurders en medewerkers de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig acht voor de uitvoering van de onderzoeken.

    De leden van het gemeentebestuur en de ambtenaren van de gemeente zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door de rekenkamercommissie gestelde termijn te verstrekken.

  • 4. Het werkterrein van de commissie strekt zich uit over alle organen, sectoren, diensten en gesubsidieerde instellingen. Het gaat hierbij om de rol van de gemeente als subsidiegever of opdrachtgever.

  • 5. De rapporten van de rekenkamercommissie zijn openbaar. Op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet Openbaarheid van Bestuur (WOB) kan de rekenkamercommissie rapporten die aan de raad worden voorgelegd of gedeelten daarvan als geheim aanmerken.

  • 6. De rekenkamercommissie kan openbare informatieve vergaderingen beleggen.

  • 7. De uitvoering van het onderzoek begeleidt de directeur, en schakelt daarbij onderzoekers van zijn kantoor in.

  • 8. De rekenkamercommissie stelt de betrokkenen in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn, die tenminste twee weken bedraagt, hun zienswijze op het conceptonderzoeksrapport aan de commissie kenbaar te maken met hoor en wederhoor. Betrokkenen zijn degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De rekenkamercommissie bepaalt wie verder als betrokkenen worden aangemerkt.

  • 9. Na vaststelling door de rekenkamercommissie worden het onderzoeksrapport en de nota met conclusies en aanbevelingen en zienswijze van betrokkenen erop zo spoedig mogelijk, onder toezending van een afschrift aan het college en betrokkenen, aan de raad aangeboden.

Artikel 12 Budget

  • 1. De rekenkamercommissie is bevoegd binnen een aan haar bij de begroting beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar taken. Het budget wordt daarmee als kaderstellend voor de rekenkamercommissie gehanteerd.

  • 2. Ten laste van het in het voorgaande lid bedoelde budget worden de kosten gebracht van:

    • a.

      de vergoedingen van de directeur

    • b.

      de vergoedingen van de aan zijn kantoor verbonden ingeschakelde onderzoekers

    • c.

      overige uitgaven die de commissie nodig acht voor de uitoefening van haar taak.

  • 3. De directeur is voor de besteding van het budget uitsluitend verantwoording verschuldigd aan de raad en ontvangt vergoeding op basis van declaraties.

Artikel 13 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag van de maand na de dag van bekendmaking daarvan.

  • 2. Op dat moment vervalt de Verordening rekenkamercommissie 2012 zoals vastgesteld op 1 maart 2012.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening rekenkamercommissie 2014.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 5 juni 2014.

De raad voornoemd,

de griffier

J.F. van Zutphen

de voorzitter

G.E.W. Prick