Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR33185
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR33185/1
Regeling vervallen per 01-01-2011
Verordening precariobelasting
Geldend van 01-01-2010 t/m 31-12-2010
Intitulé
VERORDENING PRECARIOBELASTINGDE RAAD VAN DE GEMEENTE GRONINGEN;
gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 31 oktober 2008
(bijlage raadsverslag nr. 312);
gelet op de artikelen 228 van de Gemeentewet;
BESLUIT:
vast te stellen de Verordening precariobelasting.
Begripsomschrijvingen
Artikel 1
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
jaar : een kalenderjaar;
- b.
maand : een kalendermaand;
- c.
week : een tijdvak van zeven opeenvolgende dagen;
- d.
dag : een tijdvak van vierentwintig opeenvolgende uren, beginnend
bij 0.00 uur;
- e.
tabel : de bij deze verordening behorende tabel;
- f.
bouwmaterialen : door bouwmaterialen, grond of zand, keten, loodsen, bouwwerktuigen (waaronder begrepen rails en kraanbanen) en stellingen ingenomen of doorschuttingen en omheiningen afgesloten oppervlakte;
- g.
diepenring : het gebied dat wordt omsloten door Verbindingskanaal, Zuiderhaven, A-diep (de A), Spilsluizen, Turfsingel, Schuitendiep, Winschoterkade en Oosterhaven.
Belastbaar feit
Artikel 2
Onder de naam precariobelasting wordt een belasting geheven ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, bedoeld of genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
Belastingplicht
Artikel 3
-
1. De precariobelasting wordt geheven van degene die het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft, dan wel van degene ten behoeve van wie dat voorwerp of die voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond aanwezig zijn.
-
2. In afwijking in zoverre van het eerste lid wordt, indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, degene aan wie de vergunning is verleend of diens rechtsopvolger aangemerkt als degene bedoeld in het eerste lid, tenzij blijkt dat hij niet het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft.
Vrijstellingen
Artikel 4
-
1. De precariobelasting wordt niet geheven ter zake van:
- a.
voorwerpen, aangebracht of geplaatst door de gemeente, de provincie, het rijk of de waterschappen, noodzakelijk voor de uitoefening van hun publiekrechtelijke taak;
- b.
voorwerpen, aangebracht of geplaatst door de ANWB of een andere overeenkomstige instelling, voor zover deze voorwerpen uitsluitend een openbaar belang dienen of een verkeersaanwijzing bevatten;
- c.
voorwerpen ten behoeve van de afvoer van regen- of grondwater;
- d.
voorwerpen aan of in de onmiddellijke nabijheid van een perceel, bestaande uit rolluiken, alarminstallaties, televisiecamera's, lampen en dergelijke, die uitsluitend ten behoeve van de veiligheid zijn aangebracht;
- e.
vlaggenstokken, vlaggenstokhouders, vlaggen, spionnetjes, bloembakken, lampen, feestverlichting, spandoeken en zonneschermen;
- f.
bouwmaterialen aangebracht of geplaatst door derden ter uitvoering van een opdracht van de gemeente, verstrekt in het kader van de uitoefening van haar publiekrechtelijke taak;
- g.
billboards, mupi’s, abri’s en reclameobjecten rond lichtmasten.
- a.
-
2. De precariobelasting wordt niet geheven indien en voor zover ter zake daarvan al uit hoofde van een privaatrechtelijke overeenkomst of een andere gemeentelijke belasting-verordening een bedrag wordt gevorderd.
Maatstaf van heffing en belastingtarieven
Artikel 5
De precariobelasting wordt geheven naar de maatstaven en tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het overigens in deze verordening bepaalde.
Berekening van de precariobelasting
Artikel 6
-
1. Voor de berekening van de precariobelasting wordt met betrekking tot een in de tarieventabel genoemde lengte- of oppervlaktemaat een gedeelte daarvan als een volle eenheid aangemerkt.
-
2. Indien een tarief per oppervlakte is vastgesteld, wordt de precariobelasting berekend naar de oppervlakte van de horizontale projectie van de voorwerpen, tenzij anders is bepaald.
-
3. De oppervlakte van andere dan rechthoekige voorwerpen wordt gesteld op het product van de twee aangrenzende zijden van een om het voorwerp geplaatste denkbeeldige rechthoek.
-
4. Indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, wordt voor de berekening van de precariobelasting aangesloten bij de geldigheidsduur van die vergunning, tenzij blijkt dat het belastbaar feit zich gedurende een kortere periode heeft voorgedaan. In dat geval bestaat aanspraak op ontheffing, waarbij het vijfde lid van overeenkomstige toepassing is.
-
5. Indien in de tarieventabel voor een voorwerp tarieven voor verschillende tijdseenheden zijn opgenomen, wordt de precariobelasting berekend op de voor de belastingplichtige meest voordelige wijze.
-
6. In afwijking van het bepaalde in artikel 1 wordt voor de berekening van de precariobelasting:
- a.
indien in de tarieventabel voor een voorwerp wel een weektarief maar geen dagtarief is opgenomen, een gedeelte van een week gelijkgesteld met een week;
- b.
indien in de tarieventabel voor een voorwerp wel een maandtarief maar geen dag- of weektarief is opgenomen, een gedeelte van een maand gelijkgesteld met een maand;
- a.
-
7. Indien in de tarieventabel voor een voorwerp een dagtarief, weektarief of maandtarief is opgenomen en het belastingtijdvak een langere periode dan een dag, onderscheidenlijk een week of een maand omvat, gelden deze tarieven per dag, onderscheidenlijk week of maand van het belastingtijdvak.
Belastingtijdvak
Artikel 7
-
1. In de gevallen waarin de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, is het belastingtijdvak de periode waarvoor de vergunning is verleend, met dien verstande dat bij een kalenderjaaroverschrijdende geldigheidsduur van de vergunning het belastingtijdvak gelijk is aan het kalenderjaar.
-
2. In andere dan de in het eerste lid bedoelde gevallen, is het belastingtijdvak de aaneengesloten periode gedurende welke het belastbaar feit zich voordoet of heeft voorgedaan.
Wijze van heffing
Artikel 8
De precariobelasting wordt geheven bij wege van aanslag.
Ontstaan van de belastingschuld en bepalingen omtrent aanvang en einde van de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak
Artikel 9
-
1. De belasting wordt verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, indien de belastingplicht in de loop van het jaar aanvangt, bij de aanvang van de belastingplicht.
-
2. Indien het belastingtijdvak een jaar is en het aanwezig zijn van voorwerpen als bedoeld in artikel 2 in de loop van dat jaar aanvangt, wordt de belasting geheven naar evenredigheid van het aantal volle maanden dat na aanvang van de belastingplicht in het jaar nog overblijft.
-
3. Indien het belastingtijdvak een jaar is en het aanwezig zijn van voorwerpen als bedoeld in artikel 2 in de loop van dat jaar eindigt, wordt op verzoek van de belastingplichtige ontheffing verleend naar evenredigheid van het volle aantal maanden dat na beëindiging van de belastingplicht in het jaar nog overblijft.
Termijn van betaling
Artikel 10
De aanslagen moeten worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.
Kwijtschelding
Artikel 11
Bij de invordering van de precariobelasting wordt geen kwijtschelding verleend.
Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Artikel 12
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de precariobelasting.
Inwerkingtreding en citeertitel
Artikel 13
- 1.
De 'Verordening precariobelasting' van 28 januari 1998, nr. 10, laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 28 mei 2008, nr. 13, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
- 2.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.
- 3.
De datum van ingang van heffing is 1 januari 2009.
- 4.
Deze verordening kan worden aangehaald als 'Verordening precariobelasting'.
Ondertekening
Tabel
Tarieventabel behorende bij de verordening Precariobelasting
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl