Beleidsregels bijzondere bijstand kinderopvang

Geldend van 12-06-2014 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels bijzondere bijstand kinderopvang

Hoofdstuk 1. Inleidende bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Veldhoven

  • b.

    kinderopvang: de opvang van kinderen, woonachtig te Veldhoven, tussen 0 en 12 jaar als bedoeld in de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen

  • c.

    wet: de Wet werk en bijstand

  • d.

    Wkkp: Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen

  • e.

    SMI (sociaal medische indicatie): noodzakelijke indicatie om in aanmerking te kunnen komen voor bijzondere bijstand voor noodzakelijke kinderopvang: - als gevolg van lichamelijke, verstandelijke en/of psychische beperkingen van de ouder of; - om een dreigende ernstige ontwikkelingsachterstand van het kind op te heffen of te verminderen.

Voor zover niet anders is bepaald worden overige begrippen in deze regeling gebruikt in dezelfde betekenis als in de Wkkp.

Hoofdstuk 2. Bijzondere bijstand voor kinderopvang aan doelgroepouders

Artikel 2 Doelgroep

Het college verstrekt bijzondere bijstand:

  • 1.

    Voor de noodzakelijke kosten voor kinderopvang als aanvulling op de kinderopvangtoeslag, die door de Belastingdienst wordt verstrekt aan de in Veldhoven woonachtige ouder:

    • a.

      als bedoeld in artikel 1.6 eerste lid van de Wkkp, onderdeel c;

    • b.

      als bedoeld in artikel 1.6 eerste lid van de Wkkp, onderdeel e.

  • 2.

    Voor de noodzakelijke kosten van kinderopvang op grond van SMI.

Artikel 3 Aanvraag

  • 1. De aanvraag geschiedt bij het college op een door de gemeente Veldhoven beschikbaar gesteld aanvraagformulier.

  • 2. Het college weigert de bijzondere bijstand indien er sprake is van een voorliggende voorziening.

Artikel 4 Aanvullende voorwaarden aanvraag SMI

  • 1. Bij een aanvraag voor SMI wordt het besluit van het college gebaseerd op een indicatie-advies van een onafhankelijke adviseur die beschikt over adequate deskundigheid.

  • 2. De indicatie als bedoeld in het eerste lid heeft een geldigheidsduur van maximaal een jaar en geeft aan hoeveel uren kinderopvang noodzakelijk zijn.

  • 3. De voorziening voor kinderopvang moet gevestigd zijn in Veldhoven tenzij het om sociaal-medische redenen meer in de rede ligt gebruik te maken van een voorziening buiten Veldhoven.

Artikel 5 Hoogte en duur bijzondere bijstand

  • 1. De bijzondere bijstand bedraagt:

    • -

      de kosten van kinderopvang, die nodig zijn om het re- integratietraject of de opleiding te kunnen verrichten. Op de kosten wordt de kinderopvangtoeslag die door de Belastingdienst wordt verstrekt in mindering gebracht; of

    • -

      de kosten van kinderopvang voor het aantal uren kinderopvang wat noodzakelijk wordt geacht op grond van de sociaal medische indicatie.

  • 2. Voor de hoogte van de bijzondere bijstand wordt aangesloten bij de maximale uurprijs voor kinderopvang zoals deze is opgenomen in het Besluit kinderopvangtoeslag.

  • 3. De bijzondere bijstand wordt in de vorm van een voorschot in maandelijkse termijnen uitbetaald.

  • 4. De bijzondere bijstand wordt verleend voor de duur van het re-integratietraject, opleiding of indicatieduur SMI.

  • 5. De ouder verstrekt binnen vier weken na afloop van de in het vorige lid bedoelde periode of uiterlijk na een kalenderjaar de definitieve beschikking kinderopvangtoeslag van de Belastingdienst en de jaaropgave van de kinderopvangorganisatie of gastouderbureau. Aan de hand hiervan wordt de bijzondere bijstand definitief vastgesteld.

  • 6. Teveel betaalde bijzondere bijstand wordt teruggevorderd.

Artikel 6 Extra vergoeding bij uitstroom naar arbeid

  • 1. Indien een ouder als bedoeld in artikel 2 sub a en b door uitstroom naar arbeid niet langer tot de doelgroep behoort, kan ambtshalve de aanvullende bijzondere bijstand verlengd worden als kinderopvang noodzakelijk is om de arbeid te verrichten.

  • 2. Deze vergoeding bedraagt € 15,00 per maand per kind.

  • 3. De vergoeding als genoemd in de voorgaande leden van artikel 6, wordt slechts éénmaal voor de duur van maximaal 6 maanden verstrekt.

Artikel 7 Ingangsdatum van de bijzondere bijstand

  • 1. De bijzondere bijstand wordt verleend met ingang van de datum van de aanvraag voor de tegemoetkoming door het college in ontvangst is genomen.

  • 2. Als op deze datum nog geen kinderopvang plaatsvindt, wordt de bijzondere bijstand verleend met ingang van de datum waarop de kinderopvang zal plaatsvinden.

Artikel 8 Betaling

  • 1. De bijzondere bijstand wordt rechtstreeks betaald aan de ouder op voorwaarde dat deze een bewijs van betaling van kosten van kinderopvang kan overleggen.

  • 2. Het college kan op verzoek van de ouder een andere betaalwijze dan in lid 1 genoemd toestaan.

Artikel 9 Inlichtingenplicht

De ouder of de partner doet het college onmiddellijk na het bekend worden daarvan uit eigen beweging schriftelijk mededeling van inlichtingen en gegevens die voor de aanspraak op en de hoogte van de bijzondere bijstand van belang zijn.

Hoofdstuk 3. Slotbepalingen

Artikel 10 Afwijking

  • 1. Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van het bepaalde in deze regeling.

  • 2. In alle gevallen waarin deze regeling niet voorziet of onduidelijk is besluit het college en treffen zij zo nodig voor voorzieningen.

Artikel 11 Bekendmaking en inwerkingtreding

  • 1. Het besluit tot vaststelling van deze beleidsregels wordt bekendgemaakt door publicatie ervan in de Ahrenberger en op de gemeentelijke website.

  • 2. Deze beleidsregels treden in werking op de eerste dag na publicatie.

Artikel 12 Citeertitel

Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als “Beleidsregels Kinderopvang”.