Regeling vervallen per 01-01-2023

De raad van de gemeente Zandvoort; Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d.4 februari 2014, nr. 2014/01/000584 ; Gelet op de overwegingen van de raad d.d. 27 mei 2014; Gelet op onderstaande wettelijke bepalingen: Besluit:vast te stellen de volgende regeling:  Regeling kwijtschelding gemeentelijke belastingen gemeente Zandvoort 2014.

Geldend van 19-06-2014 t/m 31-12-2022

Intitulé

De raad van de gemeente Zandvoort; Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d.4 februari 2014, nr. 2014/01/000584 ; Gelet op de overwegingen van de raad d.d. 27 mei 2014; Gelet op onderstaande wettelijke bepalingen: Besluit:vast te stellen de volgende regeling:  Regeling kwijtschelding gemeentelijke belastingen gemeente Zandvoort 2014.

Artikel 1 Uitgesloten van kwijtschelding

De gemeente verleent geen of beperkte kwijtschelding voor belastingaanslagen op de wijze zoals deze in de betreffende belastingverordening zijn aangegeven.

Artikel 2 Kosten van bestaan

1. Bij de kwijtschelding wordt in afwijking van artikel 16, tweede lid, onderdelen a en b, van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990  het percentage voor de berekening van de kosten van bestaan gesteld op 100 percent.

2. In afwijking van het eerste lid worden de kosten van bestaan van de in artikel 1a van de Nadere regels kwijtschelding gemeentelijke en waterschapsbelastingen bedoelde AOW-gerechtigde personen gesteld op 100 percent van de toepasselijke, in genoemd artikel 1a bedoelde netto AOW-bedragen.

Artikel 3 Netto kosten kinderopvang

Als uitgaven als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990  worden mede in aanmerking genomen de in artikel 28, derde lid, van genoemde regeling bedoelde netto kosten van kinderopvang.

Artikel 4 Kwijtschelding aan ondernemers

Met inachtneming van het overigens in dit besluit bepaalde, wordt een verzoek om kwijtschelding van gemeentelijke belastingen en heffingen die geen verband houden met de uitoefening van het bedrijf of beroep, van een natuurlijk persoon die een bedrijf of zelfstandig beroep uitoefent, behandeld volgens de bepalingen van hoofdstuk II, afdelingen 1, 2 en 5 van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990.

Artikel 5 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de zevende dag na die van de bekendmaking.

Artikel 6 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Regeling kwijtschelding gemeentelijke belastingen gemeente Zandvoort 2014.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de gemeenteraad van Zandvoort van 27 mei 2014,

de griffier, de voorzitter,

ToelichtingRegeling kwijtschelding gemeentelijke belastingen gemeente Zandvoort 2014

1. Algemeen

1.1 Wet- en regelgeving gemeentelijk kwijtscheldingsbeleid

1.1.1 Vindplaatsen wet- en regelgeving

Bij de kwijtschelding van gemeentelijke belastingen zijn de volgende wettelijke bepalingen en regelingen van toepassing:

a. artikel 26 van de Invorderingswet 1990;

b. hoofdstuk I en II van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990;

c. artikel 255 van de Gemeentewet;

d. Nadere regels kwijtschelding gemeentelijke en waterschapsbelastingen.

Een nadere toelichting op de uitvoering van de kwijtschelding heeft de staatssecretaris van Financiën opgenomen in de Leidraad Invordering 2008 (Rijksleidraad). Omdat gemeenten formeel niet aan de Rijksleidraad zijn gebonden en zij hun eigen beleidsregels moeten vaststellen, heeft de VNG een model-Leidraad invordering gemeentelijke belastingen opgesteld (gemeentelijke Leidraad). De beleidsregels over kwijtschelding van belastingen staan in artikel 26 van de (gemeentelijke) Leidraad.

1.1.2 Mogelijkheden gemeentelijk kwijtscheldingsbeleid

Artikel 255 van de Gemeentewet regelt de mogelijkheid voor gemeenten om kwijtschelding van belastingen te verlenen. Het verlenen van kwijtschelding is geen verplichting maar een bevoegdheid. De Invorderingswet zegt namelijk dat gehele of gedeeltelijke kwijtschelding kan worden verleend aan een belastingplichtige die zijn belastingaanslag of een deel daarvan niet anders dan met buitengewoon bezwaar kan betalen. Hoofdregel bij het verlenen van kwijtschelding is dat gemeenten de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 volgen. Als de gemeente met betrekking tot een belasting niets regelt, geldt deze ministeriële regeling automatisch ook voor deze gemeentelijke belasting.

De Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 stelt onder andere regels over de vaststelling van het vermogen, de uitgaven en het netto-besteedbare inkomen van de belastingschuldige, de wijze waarop kwijtschelding wordt verleend en de omstandigheden die aan het verlenen van kwijtschelding in de weg kunnen staan.

1.1.3 Strakker of ruimer kwijtscheldingsbeleid

Op grond van artikel 255 Gemeentewet kan de raad bepalen dat in het geheel geen dan wel gedeeltelijk kwijtschelding wordt verleend. Daarnaast kan de raad met betrekking tot de wijze waarop de kosten van bestaan in aanmerking worden genomen afwijkende regels stellen die er toe leiden dat in ruimere mate kwijtschelding wordt verleend.

De gemeentelijke regeling kan per belasting verschillen:

a. de gemeente verleent voor een belasting geen kwijtschelding;

b. de gemeente verleent voor een belasting gedeeltelijk kwijtschelding. Gedeeltelijke kwijtschelding houdt in dat een belastingaanslag niet geheel voor kwijtschelding in aanmerking komt, maar bijvoorbeeld maar voor de helft. Ook kunnen gemeenten bijvoorbeeld alleen kwijtschelding verlenen voor de eerste hond in de hondenbelasting. Het gaat dus om gedeeltelijke kwijtschelding van het belastingbedrag.;

c. de gemeente verleent voor een belasting ruimere kwijtschelding door ten opzichte van de rijksregeling een hoger percentage te hanteren bij de berekening van de kosten van bestaan.

De mogelijkheden voor een strakker kwijtscheldingsbeleid zijn beperkt. Bij de berekeningsgrondslag is de rijksregeling uniform voorgeschreven. Afwijkingen waarbij vermogensbestanddelen, inkomsten of uitgaven niet of maar beperkt worden meegenomen in de vermogens- of inkomenstoets, zijn niet toegestaan.

1.1.4 Afwijken van de Uitvoeringsregeling gebeurt bij raadsbesluit De raad bepaalt dus of en zo ja, van welke belasting kwijtschelding wordt verleend. Het raadsbesluit dat het kwijtscheldingsbeleid regelt, is vormvrij. Naast een afzonderlijk besluit is ook mogelijk het afwijkende kwijtscheldingsbeleid in de betreffende belastingverordening te regelen. Het beleid heeft alleen betrekking op de in die verordening geregelde gemeentelijke belasting. Als de raad kwijtschelding voor één of meer belastingen mogelijk heeft gemaakt, dan is het de invorderingsambtenaar van de gemeente die de kwijtschelding vervolgens verleent.

1.1.5 Wanneer wordt geen kwijtschelding verleend

Een belastingschuldige komt voor kwijtschelding in aanmerking als hij geen vermogen en geen betalingscapaciteit heeft. Los van de vraag of belastingschuldige al dan niet over voldoende vermogen of betalingscapaciteit beschikt, kunnen zich omstandigheden voordoen waardoor geen kwijtschelding wordt verleend. Een inhoudelijke beoordeling van het kwijtscheldingsverzoek blijft dan achterwege. De uitzonderingssituaties moeten bij elke aanvraag om kwijtschelding in de beoordeling worden betrokken. Deze bijzondere omstandigheden waardoor geen kwijtschelding wordt verleend, zijn opgesomd in artikel 8 van de Uitvoeringsregeling.

2 Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 Uitgesloten van kwijtschelding

Het verlenen van kwijtschelding is geen verplichting maar een bevoegdheid. De wet zegt namelijk dat gehele of gedeeltelijke kwijtschelding kan worden verleend aan een belastingplichtige die zijn belastingaanslag of een deel daarvan niet anders dan met buitengewoon bezwaar kan betalen. De raad bepaalt of en zo ja, van welke belasting kwijtschelding wordt verleend.

Het raadsbesluit dat het kwijtscheldingsbeleid regelt, is vormvrij. Naast een afzonderlijk besluit kunt u het afwijkende kwijtscheldingsbeleid ook in de betreffende belastingverordening regelen. Het beleid heeft alleen betrekking op de in die verordening geregelde gemeentelijke belasting.

Beperkte kwijtschelding

De Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 stelt onder andere regels over de vaststelling van het vermogen, de uitgaven en het netto-besteedbare inkomen van de belastingschuldige, de wijze waarop kwijtschelding wordt verleend en de omstandigheden die aan het verlenen van kwijtschelding in de weg kunnen staan.

De mogelijkheden voor een strakker kwijtscheldingsbeleid zijn beperkt. Bij de berekeningsgrondslag is de rijksregeling uniform voorgeschreven. Afwijkingen waarbij vermogensbestanddelen, inkomsten of uitgaven niet of maar beperkt worden meegenomen in de vermogens- of inkomenstoets, zijn niet toegestaan. Gemeenten hebben de volgende mogelijkheden om een afwijkend beleid te voeren:

a. de gemeente verleent voor een belasting gedeeltelijk kwijtschelding. Gedeeltelijke kwijtschelding houdt in dat een belastingaanslag niet geheel voor kwijtschelding in aanmerking komt, maar bijvoorbeeld maar voor de helft.

b. de gemeente verleent alleen kwijtschelding voor de eerste hond in de hondenbelasting. Het gaat dus om gedeeltelijke kwijtschelding van het belastingbedrag.

Het gemeentelijke beleid kan per belasting verschillen.

Artikel 2 Kosten van bestaan

Eerste lid

De Uitvoeringsregeling stelt de kosten van bestaan op 90% van de bijstandsnorm. Op grond van artikel 255, vierde lid, van de Gemeentewet hebben gemeenten echter de mogelijkheid om dit percentage hoger vast te stellen. Aan een hoger percentage zijn echter wel grenzen gesteld. Gemeenten mogen het percentage voor de kosten van bestaan vaststellen op maximaal 100% van de bijstandsnorm. Dit percentage is niet verplicht en kan per belastingsoort verschillen.

Tweede lid

Voor personen van die de AOW-gerechtigde leeftijd hebben bereikt kan de raad besluiten om de reguliere kwijtscheldingsnormen voor AOW-gerechtigden, te verhogen tot 100% van de toepasselijke netto AOW-bedragen. Deze maatregel voorkomt dat AOW’ers minder aanspraak op kwijtschelding gemeentelijke belastingen kunnen maken. Door het wetsvoorstel ‘Geleidelijke afbouw van de dubbele heffingskorting in het referentieminimumloon tot een keer de algemene heffingskorting met uitzondering van het referentieminimumloon voor de Algemene Ouderdomswet’ komen AOW-ers zonder aanvullende maatregelen in mindere mate in aanmerking voor kwijtschelding van de gemeentelijke belastingen.

Artikel 3 Netto kosten kinderopvang

Eigen bijdrage kinderopvang

Gemeenten mogen bij het verlenen van kwijtschelding rekening houden met de kosten van kinderopvang. Op grond van artikel 28, derde lid, van de Uitvoeringsregeling kan de gemeente - als de raad daartoe besluit - bij het bepalen van het netto-besteedbare inkomen voor de kwijtschelding rekening houden met de netto-kosten van kinderopvang. De netto-kosten worden dan aangemerkt als uitgaven als bedoeld in artikel 15 van de Uitvoeringsregeling.

Netto-kosten

Het gaat om de kosten die huishoudens voor kinderopvang moeten maken, na aftrek van ontvangen kinderopvangtoeslag. Als het huishouden een tegemoetkoming in de te betalen kosten van kinderopvang van de gemeente dan wel van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) ontvangt, gaat het om de kosten van kinderopvang na aftrek van deze tegemoetkomingen.

Voor de berekening van de kosten van kinderopvang mag maximaal worden gerekend met de maximum-uurprijs zoals vermeld in artikel 4, eerste lid, van het Besluit kinderopvangtoeslag en tegemoetkomingen in kosten kinderopvang. De maximale uurprijzen worden jaarlijks geïndexeerd.

Artikel 4 Kwijtschelding aan ondernemers (natuurlijke personen)

Privé belastingschulden

Natuurlijke personen die een bedrijf of zelfstandig beroep uitoefenen kunnen in aanmerking komen voor kwijtschelding van hun privé belastingschulden. Voorwaarde is dat de raad de kwijtschelding voor deze groep heeft opengesteld. In de praktijk gaat het om rioolheffing en afvalstoffenheffing.

De voorwaarden waaronder kwijtschelding aan een ondernemer wordt verleend, zijn gelijk aan de voorwaarden die voor natuurlijke personen/niet-ondernemers gelden. Dat wil zeggen dat van dezelfde betalingscapaciteit en hetzelfde vermogen wordt uitgegaan.

Op het moment dat een ondernemer om kwijtschelding verzoekt, is het netto besteedbare inkomen doorgaans nog niet in te schatten. De gemeente zou dit kunnen oplossen door de belanghebbende van wie zij vermoedt dat hij voor kwijtschelding in aanmerking komt, te vragen te zijner tijd een inkomensverklaring van de Belastingdienst over de betrokken periode over te leggen aan de hand waarvan dan definitief op het kwijtscheldingsverzoek kan worden beslist. In de tijd die ligt tussen indiening en beslissing kan uitstel van betaling worden verleend. In de praktijk kan er ruime tijd zijn gelegen tussen het moment waarop een ondernemer om kwijtschelding verzoekt en het moment waarop het netto besteedbare is in te schatten.

Belastingschuldigen die hun onderneming in een rechtspersoon (B.V. of N.V.) hebben ondergebracht, zijn in loondienst van hun onderneming. Zij oefenen dus geen bedrijf of zelfstandig beroep uit. Mits de vermogens- en inkomenstoets dat toelaten, kunnen ook deze belastingschuldigen in aanmerking komen voor kwijtschelding.

Zakelijke belastingschulden

Voor zakelijke belastingschulden komen ondernemers uitsluitend voor kwijtschelding in aanmerking als de kwijtschelding wordt verleend in het kader van een akkoord met alle schuldeisers en er geen redelijke mogelijkheid aanwezig is om een derde aansprakelijk te stellen. Deze omstandigheid zal zich over het algemeen alleen voordoen bij een schuldsanering in het kader van uitstel van betaling bij een (naderend) faillissement. Daarom kan als hoofdregel gelden dat ondernemers voor zakelijke belastingschulden niet in aanmerking komen voor kwijtschelding. Als reden hiervoor wordt wel aangedragen dat kwijtschelding voor ondernemers als een verkapte overheidssubsidie kan worden gezien die de concurrentiepositie verstoort.

Artikel 5 Inwerkingtreding

De regeling is een algemeen verbindend voorschrift en moet dus worden bekendgemaakt.

Artikel 6 Citeertitel

De citeertitel vergemakkelijkt het verwijzen naar de regeling.