Nadere regels seksinrichtingen en escortbedrijven,

Geldend van 31-10-2000 t/m heden

Intitulé

Nadere regels seksinrichtingen en escortbedrijven,

Overwegende, dat het in het belang van de openbare orde, het voorkomen of beperken van overlast, het voorkomen of beperken van aantasting van het woon- en leefklimaat, de veiligheid van personen of goederen, de verkeersvrijheid of –veiligheid, de gezondheid of zedelijkheid en de arbeidsomstandigheden van de prosititué(e), geboden is de exploitatie van seksinrichtingen en escortbedrijven aan nadere regels te verbinden;

Gelet op artikel 3.3.3 van de Algemene PLaatselijke Verordening voor de gemeente Zandvoort;

besluiten vast te stellen:

NADERE REGELS SEKSINRICHTINGEN EN ESCORTBEDRIJVEN

Paragraaf 1 Inleidende bepalingen

Artikel 1.1 begripsbepalingen

In deze nadere regels wordt verstaan onder:

  • a.

    seksinrichting: een seksinrichting als bedoeld in artikel 3.1.1, onderdeel c van de Algemene Plaatselijke Verordening;

  • b.

    escortbedrijf: een escortbedrijf als bedoeld in artikel 3.1.1, onderdeel d van de Algemene Plaatselijke Verordening;

  • c.

    exploitant: de exploitant als bedoeld in artikel 3.1.1, onderdeel f van de Algemene Plaatselijke Verordening;

  • d.

    beheerder: de beheerder als bedoeld in artikel 3.1.1, onderdeel g van de Algemene Plaatselijke Verordening;

  • e.

    werkruimte: de ruimte, waar de feitelijke dienstverlening plaatsvindt;

  • f.

    verblijfruimte: een besloten ruimte, bestemd voor het verblijven van mensen;

  • g.

    Bouwbesluit: het Besluit als bedoeld in artikel 2 Woningwet houdende de technische voorschriften omtrent het bouwen van bouwwerken en de staat van bestaande bouwwerken;

Artikel 1.2 termijn vergunning

De vergunning als bedoeld in artikel 3.2.1 van de Algemene Plaatselijke Verordening wordt verleend voor de periode van 1 jaar.

Paragraaf 2. Aanwijzing gebieden

Artikel 2.1 uitsluiting van gebieden

De vergunning voor de vestiging van een seksinrichting wordt niet toegestaan als:

  • a)

    de seksinrichting is gevestigd in een straal van 250 meter van een school;

  • b)

    er in de straat reeds een seksinrichting is gevestigd;

  • c)

    de seksinrichting is gevestigd in een straal van 250 meter van een andere seksinrichting;

  • d)

    de seksinrichting is gevestigd op het strand of aan de boulevards.

Paragraaf 3. Inrichtingseisen seksinrichtingen

Artikel 3.1 reikwijdte

Het gestelde in deze paragraaf geldt voor alle vormen van seksinrichtingen.

Artikel 3.2 algemene eisen

Seksinrichtingen dienen te voldoen aan het gestelde in:

  • a.

    hoofdstuk 7 van het Bouwbesluit; en

  • b.

    de Bouwverordening van Zandvoort.

Artikel 3.3 verblijfsruimten

  • 1.

    Tot een seksinrichting moeten tenminste behoren:

    • a.

      een verblijfsruimte ingericht als keuken;

    • b.

      een verblijfsruimte ingericht als kleedkamer met een per werkruimte afsluitbare hang/legkast;

    • c.

      een verblijfsruimte ingericht als dagverblijf met een vloeroppervlakte van tenminste 20 m2;

    • d.

      maximaal 5 aparte werkruimten.

  • 2.

    Samenvoeging van de keuken en het dagverblijf is toegestaan als daarmee, naar het oordeel van de burgemeester en wethouders, een gelijkwaardige situatie wordt bereikt.

  • 3.

    Het dagverblijf, de keuken en de kleedkamer mogen niet voor prostitutiedoeleinden worden gebruikt.

Artikel 3.4 werkruimten

  • 1. Elke werkruimte moet een vloeroppervlakte hebben van ten minste 10 m2.

  • 2. Elke werkruimte moet zijn voorzien van een wasbak met warm en koud stromend water en een heldere witte elektrische verlichting.

Artikel 3.5 sanitaire voorzieningen

  • 1. In een seksinrichting moet tenminste één toilet en één badruimte voor het personeel aanwezig zijn.

  • 2. In een seksinrichting moet tenminste één toilet voor bezoekers aanwezig zijn.

Artikel 3.6 sociale veiligheid

  • 1. Iedere werkruimte dient voorzien te zijn van een stil alarm.

  • 2. De toegangsdeur van een werkruimte mag niet van binnen afsluitbaar zijn.

  • 3. Het bepaalde in het vorige lid is niet van toepassing indien een toegangsdeur van een werkruimte is gelegen aan een weg en in het prostitutiebedrijf een voor de overige aanwezige prostituees goed bereikbare, op die deur passende, moedersleutel aanwezig is.

Paragraaf 4. Brandveiligheidseisen prostitutiebedrijven

Artikel 4.1 brandveiligheidsvoorschriften

  • 1. Voor een seksinrichting met meer dan één werkruimte is hoofdstuk 7, titel 2 en hoofdstuk 9, titel 2 van het Bouwbesluit van overeenkomstige toepassing.

  • 2. De algemene gebruikseisen van hoofdstuk 6 van de Bouwverordening van de gemeente Zandvoort zijn van overeenkomstige toepassing.

Paragraaf 5. Eisen ten aanzien van de bedrijfsvoering

Artikel 5.1 algemeen

De exploitatie van een seksinrichting of escortbedrijf is verplicht maatregelen te treffen in het belang van de veiligheid, de hygiëne en de bescherming van de gezondheid van de in de inrichting of het bedrijf werkzame prostitué(e), alsmede de bescherming van de volksgezondheid.

-4 -

Artikel 5.2 hinder en overlast

De exploitant en beheerder van een seksinrichting of escortbedrijf zijn verplicht te doen en na te laten hetgeen redelijkerwijs kan worden gevergd om hinder en overlast van bezoekers voor de omgeving te voorkomen of te beperken.

Artikel 5.3 klantenwerving

Het is verboden vanuit een seksinrichting klanten te werven die zich op of aan de weg bevinden.

Artikel 5.4 leeftijdsgrens bezoekers

De exploitant en beheerder mogen gedurende de uren dat de inrichting is geopend geen personen jonger dan 18 jaar in zijn inrichting toelaten.

Artikel 5.5 register

  • 1. De exploitant en beheerder van een seksinrichting of escortbedrijf zijn verplicht een register bij te houden met daarin opgenomen naam, adres en geboortedatum van alle in het bedrijf werkzame personen.

  • 2. De exploitant en beheerder van een seksinrichting of escortbedrijf zijn verplicht het register als bedoeld in het eerste lid op eerste vordering ter inzage te geven aan een toezichthouder.

  • 3. De exploitant van een seksinrichting of escortbedrijf is verplicht aan de gemeente door te geven onder welke nummers de het bedrijf bereikbaar is en/of haar diensten aanbiedt.

Artikel 5.6 bewoningsverbod

  • 1. Het is verboden om het gedeelte van een gebouw dat door de exploitant is bestemd als prostitutiebedrijf als woonruimte in gebruik te nemen dan wel daarin te overnachten.

  • 2. De exploitant is verplicht op het bepaalde in het vorige lid toezicht uit te oefenen.

Paragraaf 6. Gezondheidsvoorschriften

Artikel 6.1 technische hygiënezorg

  • 1. De exploitant van een seksinrichting dient zorg te dragen dat de inrichting voldoet aan de hygiëne-eisen die door de GGD worden gesteld, zoals vermeld in het hygiëneprotocol GGD.

  • 2. De exploitant verleent aan de GGD toegang tot de seksinrichting en werkt mee aan het bezoek van de medewerker van de GGD die een technische hygiëne-inspectie uitvoert. Van deze hygiëne-inspectie wordt door de GGD rapport gemaakt hetgeen wordt toegezonden aan de exploitant. Een afschrift van dit rapport wordt aan de gemeente gezonden.

Artikel 6.2 preventie

  • 1. De exploitant van een seksinrichting of escortbedrijf verleent de GGD toegang tot de inrichting en verleent medewerking aan preventie- en voorlichtingsactiviteiten van de GGD gericht op verbetering van de gezondheidssituatie van de bij hem werkzame prostitué(e)s.

  • 2. De exploitant van een seksinrichting of escortbedrijf voert een “veilig seks beleid”. Hij ziet erop toe dat er geen onveilige seks wordt aangeboden en dat veilige seks wordt bewerkstelligd.

  • 3. De exploitant van een inrichting draagt zorg voor verspreiding onder de bij hem werkzame prostitué(e)s van voor hen toegankelijk en in begrijpelijke taal geschreven voorlichtings- en informatiemateriaal, over gezondheidsrisico’s van hun werk, m.n. seksueel overdraagbare aandoeningen, en over de aanwezigheid en bereikbaarheid van de gezondheidszorg- en hulpverleningsinstellingen.

  • 4. De exploitant van een seksinrichting of escortbedrijf dient zorg te dragen voor een lijst van hulpverleningsinstanties en belangenverenigingen voor prostitué(e)s die voor de werkzame prostitué(e)s steeds toegankelijk is.

  • 5. De exploitant van een seksinrichting of escortbedrijf stelt huisregels op om de klant te informeren over de toepassing van “veilige sekstechnieken” en het in de huisregels beschreven zelfbeschikkingsrecht van de prostitué(e)s. De huisregels dienen op een voor de klant duidelijk zichtbare plaats gehangen te worden. In de huisregels wordt in ieder geval opgenomen dat:

    • a.

      de prostitué(e) mag klanten weigeren;

    • b.

      de prostitué(e) niet verplicht kan worden, als daarom wordt verzocht, met de klant alcoholhoudende dranken te drinken en/of andere verdovende middelen te gebruiken;

    • c.

      de prostitué(e) het werken zonder condoom mag weigeren;

    • d.

      in de werkruimten ten allen tijde voldoende wettelijk goedgekeurde condooms voor gebruik beschikbaar zijn;

    • e.

      de prostitué(e) niet verplicht kan worden zich geneeskundig te laten onderzoeken;

    • f.

      de prostitué(e) het recht heeft op een vrije artsen keuze.

Artikel 6.3 geneeskundig onderzoek

  • 1.

    De exploitant en beheerder van een seksinrichting of escortbedrijf zijn verplicht de in het bedrijf werkzame prostitué(e)s in de gelegenheid te stellen zich regelmatig te laten onderzoeken op seksueel overdraagbare aandoeningen en overige aan het beroep gerelateerde klachten.

  • 2.

    Indien een arts vast verbonden is aan de seksinrichting of het escortbedrijf, meldt de exploitant of beheerder de naam en adres van deze arts aan de GGD.

Artikel 6.4 verboden reclame

Het is verboden voor een seksinrichting of escortbedrijf reclame te maken waarbij de garantie wordt gegeven of op andere wijze wordt aangegeven dat de in de seksinrichting of escortbedrijf werkzame prostitué(e)s vrij zijn van seksueel overdraagbare aandoeningen.

Paragraaf 7. Slotbepaling

Artikel 7.1 inwerkingtreding

Deze nadere regels treden in werking op 1 oktober 2000.

Artikel 7.2 citeertitel

Deze nadere regels kunnen worden worden aangehaald als ‘nadere regels seksinrichtingen en escortbedrijven’.

Ondertekening

Zandvoort, 31 oktober 2000.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
de secretaris, de burgemeester,

TOELICHTING NADERE REGELS SEKSINRICHTINGEN EN ESCORTBEDRIJVEN

Paragraaf 2 Aanwijzing gebieden

Artikel 3.2.1 geeft Burgemeester en Wethouders de bevoegdheid om een deel of een gebied in de gemeente aan te wijzen, waar de exploitatie van prostitutie mogelijk wordt gemaakt. Burgemeester en wethouders wijzen de gehele gemeente Zandvoort aan als exploitatiegebied met uitzondering van de in artikel 2.1 van de ‘nadere regels’ genoemde gebieden.

Paragraaf 3 Inrichtingseisen seksinrichtingen

In iedere seksinrichting moeten naast werkruimten ook een aantal verblijfruimten zijn ingericht, te weten een keuken, een kleedkamer en een dagverblijf. Deze verblijfruimten moeten aan een aantal voorwaarden voldoen. Deze ruimten mogen niet voor prostitutiedoeleinden worden gebruikt.

Ook de werkruimten moeten aan een aantal eisen voldoen. Er moet een wasbak aanwezig zijn met warm en koud stromend water en daarboven helder witte verlichting. Daarnaast moet de werkruimte voldoende doelmatig zijn verlicht.

Overige voorwaarden betreffen de aanwezigheid van toilet- en wasruimten, verwarming, luchtverversing en de veiligheid van de prostitué(e).

Paragraaf 4 Brandveiligheidseisen

Een seksinrichting moet voldoen aan dezelfde eisen op het gebied van brandveiligheid als elk ander bedrijf.

Paragraaf 5 Eisen ten aanzien van de bedrijfsvoering

De exploitant van een seksinrichting of een escortbedrijf is verplicht te zorgen dat zijn bedrijf zowel veilig als hygiënisch is voor zowel zijn klanten als de in het bedrijf werkzame prostitué(e)s. Bovendien moeten de exploitant en de beheerder zorgdragen voor het feit dat de omgeving zo min mogelijk overlast en hinder heeft van het desbetreffende bedrijf.

Paragraaf 6 gezondheidsvoorschriften

De prostitué(e) heeft het recht, over haar eigen lichaam en psychische integriteit te beschikken. Dit recht is in de Grondwet vastgelegd. Om te voorkomen dat dat recht binnen de prostitutie in gevaar komt, is het van belang dat de prostitué(e) geheel vrijwillig en zelfstandig kan werken. Dit betekent dat hij/zij niet gedwongen mag worden tot onveilig vrijen, het meedrinken van (alcoholische) dranken e.d. Deze regels moeten als huisregels voor de bezoeker duidelijk zichtbaar in de seksinrichting aanwezig zijn.

Bovendien kent de prostitutie gezondheidsrisico’s voor wat betreft de besmetting met SOA(seksueel overdraagbare aandoeningen) en AIDS. Daarom worden regels ter bescherming van de gezondheid van de prostitué(e) en de volksgezondheid gesteld. Deze voorschriften zijn van voorwaardenscheppende aard en hebben betrekking op voorlichting, condoomgebruik, het toepassen van safe-sekstechnieken en het periodieke geneeskundig onderzoek. De bedrijven zijn verplicht medewerking te verlenen aan voorlichtingsactiviteiten over risico’s en preventiemogelijkheden. Bovendien moeten ten allen tijde voorlichtingsmateriaal en condooms beschikbaar zijn. Bedrijven mogen de GGD niet belemmeren in hun activiteiten voor wat betreft het technisch hygiënisch onderzoek en hun voorlichtingsactiviteiten.