Regeling vervallen per 13-02-2018

Vaststelling bekostigingsplafond, programma onderwijshuisvesting 2013 overzicht 2013 en programma bouwvoorbereiding 2013

Geldend van 20-12-2012 t/m 12-02-2018

Intitulé

Vaststelling bekostigingsplafond, programma onderwijshuisvesting 2013 overzicht 2013 en programma bouwvoorbereiding 2013

VASTSTELLING BEKOSTIGINGSPLAFOND, PROGRAMMA ONDERWIJSHUISVESTING 2013, OVERZICHT 2013 EN PROGRAMMA BOUWVOORBEREIDING 2013

HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS,

overwegende het bepaalde in de artikelen 93, 95 en 96 van de Wet op het primair onderwijs (WPO), de artikelen 91, 93 en 94 van de Wet op de expertisecentra (WEC) en de artikelen 76d, 76f en 76g van de Wet op het voortgezet onderwijs (WVO).

Besluit:

  • I.

    Onder verwijzing naar artikel 11, respectievelijk artikel 27, van de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Den Haag 1997 (verder: de Verordening) voor voorzieningen in de huisvesting respectievelijk bouwvoorbereiding voor het jaar 2013, conform bijgaande toelichting, een bekostigingsplafond vast te stellen ten bedrage van € 29,9 miljoen, waarvan:

    • -

      € 28,8 miljoen ten behoeve van voorzieningen in de huisvesting als bedoeld in artikel 2 van de Verordening en

    • -

      € 1,1 miljoen ten behoeve van bouwvoorbereiding als bedoeld in artikel 3 van de Verordening.

  • II.

    De op basis van artikel 6, eerste lid, van de Verordening aangevraagde voorzieningen, voor zover zij zijn vermeld in bijlage 1 overeenkomstig de aangegeven omvang en voorwaarden goed te keuren en op te nemen op het Programma onderwijshuisvesting 2013.

  • III.

    Met inachtneming van het gestelde in artikel 99, eerste lid, van de WPO, artikel 97, eerste lid, van de WEC en artikel 76j, eerste lid, van de WVO, dat de bekostiging van een voorziening die is opgenomen op het Programma onderwijshuisvesting 2013 (bijlage 1) daadwerkelijk een aanvang kan nemen met ingang van 1 februari 2013.

  • IV.

    De op basis van artikel 6, eerste lid, van de Verordening aangevraagde voorzieningen, voor zover zij zijn vermeld in bijlage 2 af te wijzen en op te nemen op het Overzicht 2013.

  • V.

    De op basis van artikel 25, eerste lid, van de Verordening aangevraagde bekostiging van bouwvoorbereiding voor het jaar 2013, zoals vermeld in bijlage 3 op het Programma bouwvoorbereiding 2013toe te kennen respectievelijk af te wijzen.

  • VI.

    Het budget voor voorzieningen in de huisvesting en bouwvoorbereiding voor het kalenderjaar 2013 ten laste van het Meerjarig Investeringsplan 2013-2016 vast te stellen op € 22,2 miljoen en het Meerjarig Investeringsplan 2013-2016 (bijlage 4) bij de eerstvolgende wijziging hierop budgettair neutraal aan te passen; het (nog) niet benutte deel ad € 3,8 miljoen van de door de raad (rv 93 2012) beschikbaar gestelde investeringsmiddelen voor de bekostiging van onderwijshuisvesting voor het investeringsprogramma 2013 zal worden aangewend voor toekomstige investeringsprogramma’s onderwijshuisvesting (toegroeien naar ideaalcomplex) conform eerder gemaakte bestuurlijke afspraken in de retraite van het college in het jaar 2010.

  • VII.

    Kennis te nemen van het Indicatief Meerjaren Investeringsplan Onderwijshuisvesting 2014-2017 volgens bijlage 5.

  • VIII.

    Het budget voor voorzieningen in de huisvesting voor het programma onderwijshuisvesting 2013 ten laste van de exploitatiebegroting 2013 vast te stellen op € 7,7 mln waarbij € 7,2 miljoen ten laste van de exploitatiebegroting 2013 komt en € 0,5 miljoen overcommitering die gedekt zal worden uit toekomstige vrijval van gelden onderwijshuisvesting

  • IX.

    Dat dit besluit wordt gepubliceerd in het gemeenteblad van week 51 van 2012 en m.i.v. 20 december 2012 (inclusief toelichting en bijlagen) terug te vinden zal zijn op de site http://zbs.denhaag.nl/internet onder risnummer 255231.

Den Haag, 11 december 2012

Het college van burgemeester en wethouders,

de secretaris, de burgemeester,

Mw. A.W.H. Bertram J.J. van Aartsen

Toelichting:

1.Inleiding

Schoolbesturen hebben op grond van de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Den Haag 1997 (hierna: de Verordening) jaarlijks de gelegenheid voor 1 februari bij het college aanvragen voor voorzieningen in de huisvesting in te dienen, waarvan de uitvoering in het daaropvolgende jaar dient aan te vangen. Bekostiging van toegekende voorzieningen geschiedt vanuit de algemene middelen van de gemeente. Aanvragen voor voorzieningen in de huisvesting die in behandeling zijn genomen, worden beoordeeld en getoetst aan de in de Verordening opgenomen criteria, zoals noodzaak en omvang van de aangevraagde voorziening. Voorzieningen die na beoordeling en toetsing van een positief (bekostigings) advies worden voorzien zijn opgenomen op het jaarlijks vast te stellen "Programma onderwijshuisvesting" (bijlage 1). Aanvragen die op grond van de Verordening niet voor vergoeding in aanmerking komen, zijn opgenomen op het "Overzicht" (bijlage 2). Aanvragen voor bekostiging van bouwvoorbereiding zijn opgenomen op het “Programma bouwvoorbereiding” (bijlage 3). Met het Indicatief Meerjaren Investeringsplan Onderwijshuisvesting 2014-2017 (IMIP) wordt inzicht gegeven in de te verwachten investeringen tot en met 2017 (bijlage 5).

2. Programma onderwijshuisvesting 2013

Toetsing en beoordeling van de ingediende aanvragen voor voorzieningen in de huisvesting en het daarover gevoerde overleg met de schoolbesturen resulteren in het door het college vastgestelde Programma onderwijshuisvesting 2013. De gemeente kan op grond van de wet en de Verordening een voorziening deels of geheel anders toekennen dan door een schoolbestuur is aangevraagd. Deze aanvragen zijn gekenmerkt door de toevoeging Pr/Ov op zowel het Programma onderwijshuisvesting 2013 (toekenning) als het Overzicht 2013 (afwijzing). Met het toekennen van een andere voorziening dan is gevraagd, wordt bereikt dat enerzijds de beschikbare onderwijshuisvesting in de stad zo efficiënt mogelijk wordt gebruikt en anderzijds de beschikbare middelen zo effectief mogelijk worden ingezet.

De bedragen die achter de toegekende voorzieningen staan vermeld, zijn normbedragen indien de toegekende voorziening betrekking heeft op (vervangende) bouw, uitbreiding, onderwijskundige vernieuwing, eerste aanschaf van onderwijsleerpakket en/of meubilair of huur sportterrein in het voortgezet onderwijs. Betreft de toegekende voorziening aanpassing of onderhoud dan is sprake van een geraamd bedrag. In het laatste geval wordt de vergoeding gebaseerd op de feitelijke kosten, zoals deze blijken uit door de schoolbesturen te overleggen offertes of, indien van toepassing, uit de resultaten van een aanbesteding. De bekostiging van de toegekende voorzieningen kan vanaf 1 februari 2013 een aanvang nemen, mits de wettelijk voorgeschreven toetsing aan nieuwe feiten en omstandigheden waarin de school verkeert, heeft plaatsgevonden.

Juridisch is het programma onderwijshuisvesting een bundel van beschikkingen, waarop titel 4.2 Subsidies van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is. Met opname van een voorziening in de huisvesting op het Programma ontstaat een financiële aanspraak van het betrokken schoolbestuur op de gemeente. Het betrokken schoolbestuur is opdrachtgever voor de tot stand te brengen voorzieningen en draagt de financiële gevolgen voor onderhoud en exploitatie. Na de wettelijk voorgeschreven toetsing aan nieuwe feiten en omstandigheden van de voorzieningen die op het Programma zijn opgenomen, wordt het subsidiebedrag definitief toegekend. De schoolbesturen zijn vervolgens gehouden voor 1 oktober van het programmajaar de opdrachten te verstrekken.

Bekostiging door de gemeente vindt plaats aan de hand van de door de schoolbesturen in te zenden facturen met betalingsbewijzen, waaruit blijkt dat de prestatie geleverd is. Hierbij moet worden aangetekend dat bij de uitvoering van de projecten er sprake kan zijn van niet vooraf te voorziene vertraging als gevolg van bezwaarprocedures, tegenvallende aanbestedingsresultaten, wijzigende omstandigheden etc. Een aantal in het oog springende voorzieningen wordt hieronder vermeld en zo nodig toegelicht.

2.1 Nieuwbouw/uitbreiding

Op het Programma onderwijshuisvesting 2013 zijn de volgende (vervangende) bouwprojecten of grote uitbreidingen opgenomen:

  • -

    vervangende bouw van de gymnastiekzaal en uitbreiding met één groep (groep acht) aan de Doorniksestraat 21 ten behoeve van de openbare school voor speciaal onderwijs Eerste Nederlandse Buitenschool als eerste fase van de aanpak van de gehele locatie en onder handhaving van het monumentale lesgebouw;

  • -

    vervangende bouw voor 14 groepen met speellokaal voor de openbare basisschool De Wissel aan de Steenwijklaan 10-12;

  • -

    vervangende bouw voor 241 leerlingen met gymnastiekzaal ten behoeve van de openbare school voor voortgezet onderwijs Maris College Kijkduin, op de locatie Landréstraat 150;

  • -

    uitbreiding met negen groepen van de bijzondere basisschool Onze Wereld aan de Brandtstraat 87 via aankoop van de naastgelegen kerk;

  • -

    uitbreiding met drie groepen ten behoeve van de school voor bijzonder basisonderwijs Duinoordschool aan de Prins Mauritslaan 8;

  • -

    uitbreiding van met 726 m² ten behoeve van de bijzondere school voor voortgezet onderwijs De Vrije School Den Haag aan de Waalsdorperweg 12;

  • -

    bij 20 scholen met nieuwbouw of uitbreidingsplannen (nog uit te voeren en in uitvoering zijnde) wordt een toeslag voor het binnenmilieu toegekend ter grootte van 10 % van de bouwkosten.

2.2. Huur gebouwen

Op het Programma onderwijshuisvesting 2013 zijn voor twee scholen bedragen opgenomen voor een bijdrage in de huur van een gebouw. In de eerste plaats is het de huur ten behoeve van de bijzondere school voor speciaal basisonderwijs Het Avontuur, nu nog gehuisvest in noodlokalen in Nootdorp. In 2013 zal deze school verhuizen naar het schooldeel in een permanent complex met woningen en bedrijven aan de Windjammersingel in Ypenburg. In de tweede plaats is het een tijdelijke voorziening tijdens de nieuwbouw, namelijk voor de bijzondere school voor voortgezet onderwijs Zandvliet aan de Bezuidenhoutseweg 40. Tijdens de in 2014 te starten nieuwbouw is vanaf eind 2013 een leegkomend kantoorpand beschikbaar op nr. 105. Omdat dit gebouw tegenover het huidige schoolgebouw ligt, wordt de overlast voor de school beperkt en wordt tegelijk een leeg kantoorpand nuttig gebruikt.

2.3 Onderhoud, aanpassing en revitalisatie

Met schoolbesturen zijn afspraken gemaakt voor het gefaseerd in aanmerking laten komen van schoolgebouwen voor primair onderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs voor groot onderhoud en/of aanpassingen waarvoor de gemeente is gehouden de bekostiging op zich te nemen (in principe de buitenzijde van les- en gymnastiekgebouwen). Op het Programma onderwijshuisvesting 2013 zijn van het bijzonder onderwijs opgenomen de schoolgebouwen Vrijstaathof 50 en Houtrustweg.

Bij wetswijziging komen vanaf 2005 de kosten voor aanpassing (inclusief groot onderhoud) van schoolgebouwen voor het voortgezet onderwijs volledig voor rekening van de betrokken schoolbesturen (via rijksbekostiging). Voor monumenten betekent dit dat betrokken schoolbesturen, indien dergelijke schoolgebouwen niet meer aan de eisen van de tijd voldoen, uitsluitend konden opteren voor sloop en vervangende bouw (op kosten van de gemeente). De uiterste consequentie hiervan is dat op termijn scholen niet meer in monumenten gehuisvest zijn en dat voor deze gebouwen andere bestemmingen zouden moeten worden gezocht door de gemeente. Omdat dit als onwenselijk werd ervaren is in 2009 (rv 158/2009, RIS 168443) in de Verordening de mogelijkheid opgenomen om schoolgebouwen die als rijks- of gemeentelijk monument zijn aangewezen te revitaliseren, waarbij geldt dat de gemeente onder aangegeven voorwaarden in principe de helft van deze revitaliseringskosten op zich neemt (co-financiering). Bekostiging van revitalisering is op het Programma onderwijshuisvesting 2013 opgenomen voor een deel van het monumentale lesgebouw Nieuwe Duinweg 6-14 ten behoeve van 210 HAVO leerlingen van het Johan de Wittcollege. Afgesproken is dat dit een eerste fase is. Afhankelijk van verdere ontwikkelingen kan de rest gefaseerd worden aangepakt.

3. Overzicht 2013

Het Overzicht 2013 (bijlage 2) bevat de afgewezen aanvragen voor voorzieningen in de huisvesting. De meeste aanvragen zijn op het Overzicht geplaatst op grond van "geen noodzaak", dat wil zeggen dat niet voldaan is aan het in de Verordening aangegeven noodzakelijkheidscriterium voor toekenning van een gevraagde voorziening.

Ingeval van onderhoud betekent "geen noodzaak" dat na het (samen met vertegenwoordigers van schoolbesturen) schouwen van desbetreffende lesgebouwen en gymnastieklokalen er onderhoudstechnisch geen noodzaak bestaat de gevraagde voorziening ten laste van de gemeente uit te voeren. Indien een aanvraag wordt afgewezen op grond van het criterium “niet haalbaar in 2013”, dan wil dat zeggen dat redelijkerwijs niet kan worden verwacht dat met de aangevraagde voorziening in 2013 een aanvang kan worden gemaakt, of dat de voorziening in 2013 kan worden gerealiseerd. Wettelijk is het niet toegestaan in dergelijke gevallen een voorziening op het Programma onderwijshuisvesting voor het desbetreffende kalenderjaar op te nemen.

4. Bekostiging van bouwvoorbereiding 2013

Voorafgaand aan het opnemen van een aangevraagde voorziening voor bekostiging van nieuwbouw op het Programma onderwijshuisvesting biedt de Verordening schoolbesturen de mogelijkheid een aanvraag in te dienen ter bekostiging van de kosten van bouwvoorbereiding. Daarbij moet gedacht worden aan te vergoeden kosten van architecten en adviseurs. De bekostiging van de kosten van bouwvoorbereiding is bedoeld om een bouwplan zo ver voor te bereiden dat het jaar van uitvoering zo goed mogelijk kan worden ingepland en een definitief ontwerp kan worden gemaakt voor het kunnen indienen van een aanvraag. Een toegekend bedrag voor de bekostiging van de kosten van bouwvoorbereiding wordt te zijner tijd in mindering gebracht op een eventueel toe te kennen bekostiging van de stichtingskosten van nieuwbouw (exclusief grond).

Voor de volgende projecten is bekostiging van bouwvoorbereiding opgenomen op het Programma bouwvoorbereiding 2013 (bijlage 3):

  • -

    vervangende bouw voor 14 groepen inclusief speellokaal ten behoeve van de bijzondere basisschool Liduina op de locatie Amalia van Solmsstraat 155, onder handhaving van het huidige schoolgebouw op nummer 157 ten behoeve van de bijzondere school voor speciaal basisonderwijs IVIO;

  • -

    vervangende bouw/aanpassing monumentale deel voor 11 groepen exclusief speellokaal voor de bijzondere basisschool Toermalijn aan de Beeklaan 184;

  • -

    vervangende bouw voor 19 groepen inclusief twee speellokalen ten behoeve van de bijzondere basisschool De Oase aan de Donker Curtiusstraat 4 in combinatie met:

  • -

    vervangende bouw voor tien groepen exclusief speellokaal voor de bijzondere scholen voor speciaal onderwijs De Octaaf aan het Cantateplein 27 en Pastoor van Ars, Haviklaan 1;

  • -

    vervangende bouw voor negen groepen voor de bijzondere nutsbasisschool M.M. Boldingh aan het Verhulstplein 21;

  • -

    vervangende bouw voor 12 groepen voor de bijzondere basisschool Ds. W.E. den Hertog aan de Luxemburgstraat 7-9.

5. Integrale Huisvestingsplannen Onderwijs

Met het in februari 2011 door de gemeenteraad vastgestelde Integraal huisvestingsplan (IHP) Leidschenveen-Ypenburg (RV 16/2011, RIS 178061) is voor alle acht Haagse stadsdelen een IHP beschikbaar. De in een IHP opgenomen voorstellen worden binnen een planperiode van tien jaar gerealiseerd. Het eerste IHP (voor het stadsdeel Escamp) dateert van 1999 en is op een aantal punten achterhaald. Afhankelijk van de behoefte zullen de IHP’s dan ook per stadsdeel periodiek worden geactualiseerd. Het al met de schoolbesturen besproken IHP Escamp wordt begin 2013 aan de raad aangeboden ter vaststelling. Ook is begonnen met een IHP gericht op de ontwikkelingen van de scholen voor speciaal basisonderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs in Den Haag en omgeving. In 2013 zal die aan de raad worden aangeboden ter vaststelling.

De in dit besluit opgenomen voorzieningen/bouwvoorbereiding ontleend onder andere aan een IHP, gerubriceerd per stadsdeel, zijn:

stadsdeel Escamp

-vervangende bouw voor 14 groepen met speellokaal voor de openbare basisschool De Wissel aan de Steenwijklaan 10-12.

stadsdeel Haagse Hout

  • -

    uitbreiding van met 726 m² ten behoeve van de bijzondere school voor voortgezet onderwijs De Vrije School Den Haag aan de Waalsdorperweg 12;

  • -

    bouwvoorbereiding voor vervangende bouw voor 14 groepen inclusief speellokaal ten behoeve van de bijzondere basisschool Liduina op de locatie Amalia van Solmsstraat 155.

stadsdeel Centrum

-uitbreiding met negen groepen van de bijzondere basisschool Onze Wereld aan de Brandtstraat 87.

stadsdeel Scheveningen

  • -

    vervangende bouw van de gymnastiekzaal en uitbreiding met één groep (groep acht) aan de Doorniksestraat 21 ten behoeve van de openbare school voor speciaal onderwijs Eerste Nederlandse Buitenschool als eerste fase van de aanpak van de gehele locatie en onder handhaving van het monumentale lesgebouw;

  • -

    uitbreiding met drie groepen ten behoeve van de school voor bijzonder basisonderwijs Duinoordschool aan de Prins Mauritslaan 8.

stadsdeel Loosduinen

  • -

    vervangende bouw voor 241 leerlingen met gymnastiekzaal ten behoeve van de openbare school voor voortgezet onderwijs Maris College Kijkduin op de locatie Landréstraat 150;

  • -

    bouwvoorbereiding voor vervangende bouw voor 19 groepen inclusief twee speellokalen ten behoeve van de bijzondere basisschool De Oase aan de Donker Curtiusstraat 4 in combinatie met:

  • -

    bouwvoorbereiding voor vervangende bouw voor tien groepen exclusief speellokaal voor de bijzondere scholen voor speciaal onderwijs De Octaaf aan het Cantateplein 27 en Pastoor van Ars, Haviklaan 1;

  • -

    bouwvoorbereiding voor vervangende bouw voor 12 groepen voor de bijzondere basisschool Ds. W.E. den Hertog aan de Luxemburgstraat 7-9.

6.Uitvoering Programma’s onderwijshuisvesting

In 2012 zijn tien nieuwe of uitgebreide scholen opgeleverd. De volgende projecten zijn opgeleverd: Gymnasium Haganum aan de Laan van Meerdervoort 57, Comeniusschool aan de Colensostraat 6, de gymzaal van De Spoorzoeker aan de Max Havelaarstraat 75, een vestiging van de Johan de Witt Scholengroep aan de Capadosestraat 25, Schoolvereniging Wolters aan de Utenbroekestraat 2, gymzalen bij Heldring VMBO aan de Morsestraat 1, College St. Paul aan de Isabellaland 251 en de uitbreidingen van De Walvis aan het Eendenplein 5, Het Lichtbaken aan de Georges Bizetstraat 21 en de Christoffel aan de Madurolaan 25. Tevens is aan de Houtrustweg 2 de Europese school gestart na aankoop en aanpassing van het schoolgebouw.

In 2012 zijn twaalf projecten in aanbouw genomen of nog in uitvoering: Het Avontuur aan de Windjammersingel, het Roemer Visscher College aan de Roemer Visscherstraat, De Ontmoeting aan de Draaistraat, de Bavinckschool aan de Acaciastraat, de twee Montessorischolen aan de Abeelstraat en Cederstraat, de Prof. Mr. A. Anemaschool aan de Eindstede, De Opperd aan de Hengelolaan, de Dr. Willem Dreesschool aan de Bresterstraat, Nutsschool Woonstede aan de Woonstede, De Poort aan de 2e Sweelinckstraat en de O.G. Heldringschool aan het IJsvogelplein.

De voorgenomen nieuwbouwplannen voor de jaren vanaf 2014 zijn op het Indicatief Meerjaren Investeringsplan Onderwijshuisvesting 2014-2017 (IMIP) opgenomen (bijlage 5). Op dit plan zijn ook de nieuwbouwplannen voor voorschoolpeuterspeelzalen opgenomen. Het IMIP wordt jaarlijks geactualiseerd naar aanleiding van onder meer de verwachte feitelijke realisatie van de bouwprojecten, de beschikbare investeringsmiddelen en de door de gemeenteraad vastgestelde Integrale Huisvestingsplannen per stadsdeel.

7.Bijzondere ontwikkelingen

Met de nieuwbouw van de scholen worden voor zover in aanmerking komend voorschool/peuterspeelzalen, ruimtes voor kinderopvang en ruimtes voor multifunctioneel gebruik meegebouwd. Die laatste ruimtes zijn na vaststelling van het Beleidskader multifunctioneel gebruik schoolgebouwen door het college in december 2011 bij veel basisscholen gepland. Bij ca. 20 scholen worden nu plannen gemaakt om al op korte termijn deze ruimtes te realiseren. Gesteld kan worden dat er met toepassing van het beleidskader alleen nog maar brede scholen worden gebouwd. Dit gebeurt naast de vier brede buurtscholen plus die al in ontwikkeling zijn in de Krachtwijken als multifunctionele accommodaties.

In 2011 zijn door de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu alle schoolbesturen benaderd met het verzoek om alle gebouwen op asbest aanwezigheid te controleren gezien de gevaren voor de gezondheid. Hoewel niet alle schoolbesturen dat hebben gedaan, blijkt wel dat er in de schoolgebouwen die wel geïnventariseerd zijn en voor 1994 zijn gebouwd, er nog veel asbest aanwezig is. In 1997 zijn in Den Haag alle gebouwen onderzocht op asbest (alleen visueel) en alle toen urgente zaken zijn aangepakt. Om de schoolbesturen tegemoet te komen en versneld de asbest zo veel als mogelijk te verwijderen, zijn we van plan om aan de raad een regeling voor te leggen, waarmee schoolbesturen in de gelegenheid gesteld worden over te gaan tot gefaseerde verwijdering van asbest uit hun schoolgebouwen.

8. Bestuurlijk overleg

Voordat een besluit met betrekking tot het Programma onderwijshuisvesting 2013, Overzicht 2013 en Programma bouwvoorbereiding 2013 door burgemeester en wethouders kan worden genomen, moeten op grond van artikel 10, respectievelijk artikel 26, van de Verordening de bevoegde gezagsorganen van de desbetreffende scholen voor primair en voortgezet onderwijs in Den Haag in de gelegenheid worden gesteld hun zienswijze over de voorgenomen inhoud van het te nemen besluit naar voren te brengen. Daartoe zijn de concepten van het Programma onderwijshuisvesting 2013, het Overzicht 2013 en het Programma bouwvoorbereiding 2013 schriftelijk aan de bestuursvertegenwoordigers van de (overleg)kamers voor Primair- en Voortgezet Onderwijs voorgelegd. Er zijn geen opmerkingen door de bestuursvertegenwoordigers naar voren gebracht.

9. Financiële dekking

Met het Programma onderwijshuisvesting 2013 en het Programma bouwvoorbereiding 2013 is een ten behoeve van het investeringsdeel een bedrag gemoeid van € 29,9 mln inclusief € 1,1 mln bouwvoorbereiding. Hiervan is een bedrag van € 22,2 mln (inclusief € 1,1 mln bouwvoorbereiding) voorzien in het Meerjarig Investeringsplan 2013-2016. Het voorgestelde investeringskrediet is door de raad op 8 november 2012 verleend met rv 93-2012 voor een bedrag van € 26 miljoen. Het (nog) niet benutte deel ad € 3,8 miljoen van de door de raad (rv 93 2012) beschikbaar gestelde investeringsmiddelen voor de bekostiging van onderwijshuisvesting voor het investeringsprogramma 2013 zal worden aangewend voor toekomstige investeringsprogramma’s onderwijshuisvesting (toegroeien naar ideaalcomplex) conform eerder gemaakte bestuurlijke afspraken in de retraite van het college in het jaar 2010.

Voor het exploitatiedeel is met het programma onderwijshuisvesting 2013 een bedrag van € 7,7 mln nodig. Hiervan is voor een bedrag van € 7,2 mln. dekking aanwezig binnen de reguliere begroting 2013 onderwijshuisvesting. Daarnaast zal € 0,5 miljoen overcommitering gedekt worden uit toekomstige vrijval van gelden onderwijshuisvesting.

Bij de begrotingsretraite 2012 is de begroting van onderwijshuisvesting vanaf 2013 structureel met € 1 miljoen verlaagd. Afgesproken is dat bij het uitzetten van de subsidiemiddelen van het exploitatiedeel OHV in de toekomst door de gemeente overcommitering van subsidiegelden mag plaatsvinden. Doordat de declaraties van de schoolbesturen in de praktijk vaker lager uitvallen dan de subsidieverlening zal het bedrag van de overcommitering gedekt worden uit deze vrijval. Gezien de vrijval van de voorgaande jaren is de verwachting dat in de komende jaren ook voldoende vrijval zal zijn om de overcommitering van het programma 2013 exploitatiedeel te kunnen dekken.

Bij het jaarlijks vast te stellen Programma onderwijshuisvesting wordt een Indicatief Meerjaren Investeringsplan Onderwijshuisvesting overgelegd voor de volgende vier kalenderjaren, i.c. 2014-2017 (bijlage 5). Daarin is aangegeven voor welk bekostigingsjaar en voor welke scholen nieuwbouw en uitbreiding is voorzien.