Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR328021
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR328021/1
Regeling vervallen per 22-01-2015
Handhavingsbeleid op artikel 13b Opiumwet in de gemeente Veldhoven
Geldend van 22-08-2013 t/m 21-01-2015
Intitulé
Handhavingsbeleid op artikel 13b Opiumwet in de gemeente Veldhoven1. Inleiding
Sinds 1 januari 2013 vormen de gemeenten Bergeijk, Best, Bladel, Eersel, Oirschot, Reusel-de Mierden, Veldhoven, Waalre het basisteam Kempen. Deze gemeenten hebben gezamenlijk een aantal speerpunten opgesteld die in Kempenverband zullen worden opgepakt. De aanpak van hennepteelt en hennephandel is een van deze speerpunten. Uit een inventarisatie is gebleken dat de Kempengemeenten geen of een sterk verouderd handhavingsbeleid hiervoor hebben. Gelet op het gegeven dat criminelen zich niets aan gemeentegrenzen gelegen laten liggen, is het van belang om in Kempenverband de toe te passen bestuursrechtelijke maatregelen op elkaar af te stemmen.
De burgemeesters van de Kempengemeenten hebben in hun vergadering van 7 juni 2013 besloten om gezamenlijk eenzelfde handhavingsbeleid voor artikel 13b Opiumwet vast te stellen. Het voorliggend handhavingsbeleid is overgenomen van de B5-gemeenten, Breda, Eindhoven, Helmond, ’s-Hertogenbosch en Tilburg, die bij de ontwikkeling hiervan zijn ondersteund en geadviseerd door het Regionaal Informatie- en Expertisecentrum Zuid-West Nederland en het programmabureau Taskforce B5.
2. Juridisch kader
Voor de bestuursrechtelijke handhaving van de verboden in de zin van artikel 2 (verbod op aanwezigheid van harddrugs, Lijst I) en artikel 3 (verbod op aanwezigheid van softdrugs, Lijst II) Opiumwet, is in die wet het artikel 13b opgenomen.
Artikel 13b Opiumwet luidt als volgt:
- 1.
De burgemeester is bevoegd tot toepassing van bestuursdwang indien in woningen of lokalen dan wel in of bij woningen of zodanige lokalen behorende erven een middel als bedoeld in lijst I of II wordt verkocht, afgeleverd of verstrekt dan wel daartoe aanwezig is.
- 2.
Het eerste lid is niet van toepassing indien woningen, lokalen of erven als bedoeld in het eerste lid, gebruikt worden ter uitoefening van de artsenijbereidkunst, de geneeskunst, de tandheelkunst of de diergeneeskunde door onderscheidenlijk apothekers, artsen, tandartsen of dierenartsen
Eveneens is de aanwijzing Opiumwet van het college van procureurs-generaal van het Openbaar Ministerie d.d. 13-12-2012 van kracht (inwerking getreden per 1 januari 2013; Staatscourant 2012, 26938), waarop het beleid is afgestemd.
3. Handhavingsbeleid artikel 13b Opiumwet
Definitie drugshandel:
In deze beleidsregels wordt onder drugshandel verstaan: de verkoop, aflevering of verstrekking dan wel daartoe aanwezigheid van drugs in een pand en de daarbij behorende erven.
Onderstaande beleidsregels zien toe op de bevoegdheid tot het sluiten van panden door de burgemeester bij verkoop, aflevering of verstrekking dan wel aanwezig zijn van een middel als bedoeld in lijst I of II vanuit woningen of lokalen en daarbij behorende erven.
Zoals de redactie van artikel 13b Opiumwet aangeeft heeft de burgemeester voor de handhaving van de handel in drugs in panden de mogelijkheid bestuursdwang toe te passen. Om betrokkenen niet in de gelegenheid te stellen een financiële belangenafweging te maken, wordt er in beginsel geen gebruik gemaakt van het opleggen van een last onder dwangsom.
Zienswijzen/spoedeisende bestuursdwang
Al naar gelang de omstandigheden van het geval kan gekozen worden voor toepassing van spoedeisende bestuursdwang of wordt alvorens tot besluitvorming over te gaan de belanghebbende in de gelegenheid gesteld een zienswijze kenbaar te maken. In de artikelen 5:21 e.v. Algemene wet bestuursrecht (Awb) zijn de procedureregels opgenomen die gevolgd moeten worden indien tot toepassing van bestuursdwang wordt overgegaan.
Onderverdeling beleid
Het beleid betreffende de bestuurlijke handhaving van artikel 13b Opiumwet wordt onderverdeeld in de volgende rubrieken:
a. Gedoogde verkooppunten van softdrugs (de zgn. coffeeshops);
b. Woningen: de drugshandel in woningen dan wel bij woningen behorende erven;
c. Niet gedoogde verkooppunten van drugs: de drugshandel in (al dan niet voor het publiek opengestelde) lokalen dan wel in of bij zodanige lokalen behorende erven.
Voor de uitvoering van het beleid is een handhavingarrangement vastgesteld waarin de diverse verschijningsvormen van drugshandel met daarop de bestuursrechtelijke reactie worden weergegeven. Het in de bijlage opgenomen handhavingarrangement maakt deel uit van het uniform handhavingsbeleid artikel 13b Opiumwet in de B5-gemeenten.
3a. Gedoogde verkooppunten van softdrugs (de zgn. coffeeshops)
Definitie coffeeshop
Een coffeeshop is een alcoholvrije horecagelegenheid waarin met inachtneming van gedoogcriteria de verkoop, aflevering of verstrekking dan wel daartoe aanwezigheid van softdrugs wordt gedoogd.
De toepassing van artikel 13b Opiumwet heeft een directe relatie met het coffeeshopbeleid van de gemeenten. Bij coffeeshops gaat het immers ook om panden waar gehandeld wordt in softdrugs, maar waar bewust de handhaving op grond van artikel 13b Opiumwet onder de werking van de AHOJGI criteria niet plaatsvindt.
De AHOJGI-criteria zijn:
A: geen affichering: dit betekent geen enkele vorm van reclame anders dan een summiere aanduiding op de betreffende lokaliteit;
H: geen harddrugs: dit betekent dat geen harddrugs voorhanden mogen zijn en/of verkocht worden;
O: geen overlast: onder overlast kan worden verstaan parkeeroverlast rond de coffeeshops, geluidshinder, vervuiling en/of voor of nabij de coffeeshop rondhangende klanten;
J: geen verkoop aan jeugdigen en geen toegang voor jeugdigen tot een coffeeshop: gelet op de toename van het cannabisgebruik onder jongeren is gekozen voor een strikte handhaving van de leeftijdsgrens van achttien jaar;
G: geen verkoop van grote hoeveelheden per transactie: dat wil zeggen hoeveelheden groter dan geschikt voor eigen gebruik (= 5 gram). Onder "transactie" wordt begrepen alle koop en verkoop in één coffeeshop op eenzelfde dag met betrekking tot eenzelfde koper;
I: geen toegang voor en verkoop aan anderen dan ingezetenen van Nederland
Eveneens gelden de volgende gedoogvoorwaarden (plus-criteria):
- ·
geen alcohol: coffeeshops mogen geen alcoholische dranken verkopen of ter verkoop aanwezig hebben
- ·
de handelsvoorraad van de coffeeshop mag niet meer dan 500 gram bedragen.
Vast te stellen handhavingsbeleid op artikel 13b Opiumwet in de gemeente:
- 1.
er wordt bestuursrechtelijk handhavend opgetreden indien een coffeeshop zich niet houdt aan de AHOJGI-plus criteria zoals hierboven aangegeven.
- 2.
de exploitant draagt er zorg voor dat in en nabij de inrichting geen overlast (waaronder parkeeroverlast), geluidhinder, vervuiling en/of sociale onveiligheid, wordt veroorzaakt.
- 3.
in beginsel wordt als beleidsuitgangspunt gekozen voor het toepassen van bestuursdwang in de vorm van sluiting van de inrichting.
Sluitingstermijnen
De coffeeshops worden gesloten in de volgende gevallen:
- H a rddrugs in coffeeshop s
Bij constatering van drugshandel ten aanzien van harddrugs in de coffeeshop of daarbij behorende erven wordt de coffeeshop bij een 1ste overtreding voor 12 maanden gesloten. Bij een tweede constatering binnen 2 jaar na de eerste overtreding wordt de coffeeshop voor onbepaalde tijd gesloten en buiten het gedoogbeleid geplaatst. Om de bekendheid weg te nemen dat ter plaatse harddrugs verkrijgbaar was, is een periode van minimaal één jaar sluiting noodzakelijk.
Overtreding : |
Sluiting : |
In (gedoogde) coffeeshop: drugshandel ten aanzien van harddrugs (H-criterium). |
1ste constatering: 12 maanden sluiting 2de constatering: sluiting voor onbepaalde tijd en buiten het gedoogbeleid plaatsen van de coffeeshop. |
- S oftdrugs in coffeeshop s
Bij constatering van overtreding van de gedoogvoorwaarden wordt een coffeeshop gesloten in de navolgende gevallen:
- a.
A en O-criteria: sluiting voor de duur van 1 maand. Bij een 2de constatering binnen twee jaar na de eerste constatering, voor de duur van 3 maanden. Bij een 3de constatering binnen twee jaar na de tweede constatering voor de duur van 6 maandenom vervolgens bij een 4de overtreding binnen twee jaar na de derde constatering tot sluiting voor onbepaalde tijd over te gaan;
- b.
G en I-criteria: een bestuurlijke waarschuwing. Bij een 2de constatering binnen twee jaar na de eerste constatering, sluiting van 3 maanden. Bij een 3de constatering binnen twee jaar na de tweede constatering een sluiting van 12maanden. Bij een 4de constatering binnen twee jaar na de derde constatering sluiting voor onbepaalde tijd;
- c.
J-criterium: sluiting van de inrichting voor de duur van 6 maanden. Bij een 2de constatering, binnen twee jaar na de eerste constatering, voor de duur van 12 maanden. Bij een 3de constatering volgt sluiting voor onbepaalde tijd en buiten het gedoogbeleid plaatsen van de coffeeshop.
Overtreding : |
Sluiting : |
strijd met de A en O-criteria |
1ste constatering: 1 maand sluiting 2de constatering: 3 maanden sluiting 3de constatering: 6 maanden sluiting 4de constatering: sluiting voor onbepaalde tijd |
strijd met de G en I-criteria |
1ste constatering: waarschuwing 2de constatering: 3 maanden sluiting 3de constatering: 12 maanden sluiting 4de constatering: sluiting voor onbepaalde tijd |
het toelaten van een persoon onder de 18 jaar (J-criterium). |
1ste constatering: 6 maanden sluiting 2de constatering: 12 maanden sluiting 3de constatering: sluiting voor onbepaalde tijd en buiten het gedoogbeleid plaatsen van de coffeeshop. |
-Aanwezig zijn/verstrekken van en gebruik van alcohol in een coffeeshop (plus-criterium)
Bij een 1ste constatering van het aanwezig zijn/verstrekken van en gebruik van alcohol in een coffeeshop sluiting van 3 maanden. Bij een 2de constatering binnen twee jaar na de eerste constatering, sluiting van 6 maanden en bij een 3de constatering binnen twee jaar na de tweede constatering, sluiting van de coffeeshop voor een periode van 12 maanden.
Overtreding: |
Sluiting: |
Aanwezig zijn/verstrekken van en gebruik van alcohol in een (gedoogde) coffeeshop. |
1ste constatering: 3 maanden sluiting 2de constatering: 6 maanden sluiting 3de constatering: 12 maanden sluiting |
-Een grotere handelsvoorraad dan 500 gram (plus-criterium)
Niet alleen softdrugs in de openbare verkoopruimte vormen handelsvoorraad. Handelsvoorraad zijn ook softdrugs die elders worden aangetroffen indien er een directe relatie bestaat met de coffeeshop. Het moet gaan om elders aanwezige drugs die kennelijk voor verkoop in deze coffeeshop bestemd zijn. Indien aan dit criterium is voldaan, gelden ook softdrugs die bijvoorbeeld elders in het pand, in een ander pand of in een auto liggen, als handelsvoorraad.
Overtreding: |
Sluiting: |
Meer dan 500 gram handelsvoorraad |
1ste constatering: sluiting van 6 maanden 2de constatering: sluiting van maximaal 1 jaar 3de constatering: sluiting voor onbepaalde tijd en buiten het gedoogbeleid plaatsen van de coffeeshop. |
-Herhaalde overtreding
In een coffeeshop wordt nadat is gewaarschuwd of een besluit tot sluiting is genomen, opnieuw gehandeld in strijd met één of meerdere AHOJGI-plus criteria. |
Een vervolgstap wordt alleen genomen indien de overtreding plaatsvindt binnen 2 jaar na de laatst opgelegde bestuurlijke maatregel in hetzelfde criterium. |
3b. Woningen en daarbij behorende erven: drugshandel
Doordat de sluiting van woningen zwaarder ingrijpt op de persoonlijke levenssfeer van betrokkene(n) dan de sluiting van lokalen wordt onderscheid gemaakt tussen woningen en lokalen. De essentie ligt daarin dat er in bewoonde woningen sprake is van het hebben van een woongenot en de daaraan sterk gerelateerde persoonlijke levenssfeer.
De burgemeester verstaat in het kader van de bestuurlijke handhaving van de Opiumwet onder een woning een pand dat (of ruimte die) in de aangetroffen staat op een normale wijze voor bewoning kan worden gebruikt en dat/die daarvoor ook mag worden gebruikt (woongenot). Of een woning wordt gebruikt als woonruimte en er dan ook sprake is van het hebben van woongenot, blijkt uit de feitelijke constatering ter plaatse, zoals dat veelal wordt verwoord in het rapport van bevindingen van de politie.
Sluitingstermijnen
De woningen worden gesloten in de volgende gevallen:
-harddrugs in woningen
Indien in woningen of bij woningen behorende erven drugshandel plaatsvindt ten aanzien van een middel als bedoeld in lijst I (harddrugs), met een handelsvoorraad van > 0,5 gram, dan volgt bij een 1ste constatering een sluiting van 3 maanden.
Bij een 2de overtreding van de Opiumwet in een woning of bij woningen behorende erven binnen twee jaar na de eerste constatering, dan vindt er een sluiting plaats van 6 maanden. Bij een 3de constatering van de Opiumwet binnen twee jaar na de tweede constatering, dan vindt er een sluiting voor onbepaalde tijd plaats.
Overtreding |
Sluiting |
In een woning (+ bijbehorende erven) wordt harddrugs geconstateerd met een handelsvoorraad van > 0,5 gram. |
1ste constatering: 3 maanden sluiting 2de constatering: 6 maanden sluiting 3de constatering: sluiting voor onbepaalde tijd |
-softdrugs in woningen
Indien in woningen of bij woningen behorende erven drugshandel plaatsvindt ten aanzien van een middel als bedoeld in lijst II (softdrugs) met een handelsvoorraad van > 30 gram, ontvangen zij een op schrift gestelde bestuurlijke waarschuwing.
Deze waarschuwing geldt voor een termijn van 2 jaar.
Bij een 2de overtreding van de Opiumwet in een woning of bij woningen behorende erven vindt er een sluiting plaats van 3 maanden. Bij een 3de overtreding van de Opiumwet binnen twee jaar na de tweede constatering vindt er een sluiting plaats van 6 maanden en bij een 4de overtreding binnen twee jaar na de derde constatering, een sluiting van 12 maanden. Bij een 5de overtreding kan ex art. 77, lid 7 Onteigeningswet tot onteigening van het pand worden overgegaan.
Overtreding: |
Sluiting: |
In een woning (+ bijbehorende erven) wordt drugshandel t.a.v. softdrugs geconstateerd met een handelsvoorraad van > 30 gram. |
1ste constatering: Bestuurlijke waarschuwing 2de constatering: 3 maanden sluiting 3de constatering: 6 maanden sluiting 4de constatering: 12 maanden sluiting |
3c. Niet gedoogde verkooppunten van drugs: de drugshandel in (al dan niet voor het publiek opengestelde) lokalen dan wel in of bij zodanige lokalen behorende erven
Onder de in deze rubriek bedoelde panden vallen de voor publiek toegankelijke lokalen en bijbehorende erven (zoals winkels en horecabedrijven) en de niet voor publiek toegankelijke lokalen en bijbehorende erven (zoals loodsen, magazijnen en andere bedrijfsruimten).
Drugshandel in of bij lokalen vormt eveneens een ernstige aantasting van de openbare orde, veiligheid en volksgezondheid. Daarbij legt een illegaal verkooppunt een zware druk de omgeving. Zeker in woongebieden wordt de aanwezigheid daarvan als zeer belastend ervaren. Illegale verkooppunten (de drugshandel zoals dat hierboven is gedefinieerd) vormen een bedreiging voor de sociale veiligheid in de buurt en leiden vaak tot verloedering van het straatbeeld.
Sluitingstermijnen
De niet gedoogde verkooppunten van drugs worden gesloten in de volgende gevallen:
-harddrugs in niet gedoogde verkooppunten van drugs
Bij een 1ste constatering dat in al dan niet voor publiek toegankelijke lokalen -niet zijnde feitelijk bewoonde woningen - en daarbij behorende erven drugshandel t.a.v. harddrugs wordt geconstateerd, dan wordt het pand gesloten voor de duur van 12 maanden. Bij een 2de constatering, binnen twee jaar na de eerste constatering wordt het pand gesloten voor onbepaalde tijd(minimaal 12 maanden).
Overtreding: |
Sluiting: |
In een al dan niet voor het publiek toegankelijke lokaal, niet zijnde bewoonde woning (+ bijbehorende erven) wordt drugshandel ten aanzien van harddrugs geconstateerd. |
1ste constatering: 12 maanden sluiting 2de constatering: sluiting voor onbepaalde tijd (minimaal 12 maanden) |
-softdrugs in niet gedoogde verkooppunten van drugs
Bij een 1ste constatering dat in al dan niet voor publiek toegankelijke lokalen -niet zijnde feitelijk bewoonde woningen - en daarbij behorende erven drugshandel ten aanzien van softdrugs wordt geconstateerd, wordt het pand gesloten voor de duur van 6 maanden. Bij een 2de constatering binnen twee jaar na de eerste constatering wordt een sluiting van 12 maandenbevolen. Bij de 3de constatering binnen twee jaar na de tweede constatering, vindt een sluiting plaats voor onbepaalde tijd.
Overtreding: |
Sluiting: |
In een al dan niet voor het publiek toegankelijke lokaal, niet zijnde coffeeshop (+ bijbehorende erven) wordt drugshandel t.a.v. softdrugs geconstateerd. |
1ste constatering: 6 maanden sluiting 2de constatering: 12 maanden sluiting 3de constatering: sluiting voor onbepaalde tijd (minimaal 12 maanden) |
4. Cumulatie
Bij cumulatie van op te leggen maatregelen, bijvoorbeeld als gevolg van overtredingen van verschillende AHOJGI-plus criteria, is de zwaarst gestelde maatregel van toepassing of kan worden afgeweken van het beleid (hoofdstuk 5).
5. Afwijkingsbevoegdheid
In beginsel wordt er overeenkomstig de bovenstaande beleidsregels besloten.
De getrapte sanctionering wordt in de matrixen weergegeven. Er kunnen zich echter situaties voordoen die dermate ernstig zijn dat van de matrix afgeweken moet kunnen worden. Bijvoorbeeld als er een enorme overschrijding is geconstateerd van de maximale handelsvoorraad in een coffeeshop.
Ook indien niet dezelfde overtreding voor de 2e of 3e keer is begaan, maar een overtreding uit een andere (matrix)categorie, kan er aanleiding zijn van de matrix af te wijken.
Van het in de matrix opgenomen maatregelen kan door de burgemeester dan ook gemotiveerd worden afgeweken. Dat kan bijvoorbeeld betekenen dat bij zeer ernstige overtredingen een stap wordt overgeslagen of voor een langere periode wordt gesloten.
6. Citeertitel
Handhavingsbeleid op artikel 13b Opiumwet in de gemeente Veldhoven
7. Inwerkingtreding
Dit handhavingsbeleid treedt in werking op de eerste dag na de datum van bekendmaking.
Inhoudsopgave
1. Inleiding blz. 2
2. Juridisch kader blz. 2
3. Handhavingsbeleid artikel 13b van de Opiumwet blz. 2
3a. Gedoogde verkooppunten van softdrugs blz. 3
3b. Woningen en daarbij behorende erven blz. 6
3c. Niet gedoogde verkooppunten van drugs: blz. 7
4. Cumulatie blz. 8
5. Afwijkingsbevoegdheid blz. 8
6. Citeertitel blz. 8
7. Inwerkingtreding blz. 8
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl