Verordening werkzaamheden kabels en leidingen gemeente Heemstede 2014

Geldend van 01-04-2014 t/m heden

Intitulé

Verordening werkzaamheden kabels en leidingen gemeente Heemstede 2014

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • -

    huisaansluiting: niet met andere kabels of leidingen samengebonden delen van kabels of leidingen die een verbinding vormen tussen een net dat naar zijn aard voor aansluiting van huishoudens wordt opengesteld en één onroerende zaak als bedoeld in artikel 16, onder a tot en met e, van de Wet waardering onroerende zaken;

  • -

    kabels en leidingen: één of meer kabels of leidingen, daaronder in ieder geval begrepen dat wat onder kabels wordt verstaan in artikel 1.1, onder z, van de Telecommunicatiewet en daaronder mede begrepen lege buizen, ondergrondse en bovengrondse ondersteuningswerken en beschermingswerken, bestemd voor transport van vaste, vloeibare of gasvormige stoffen, van energie of van informatie;

  • -

    openbare gronden: dat wat daaronder wordt verstaan in artikel 1.1, onder aa, van de Telecommunicatiewet;

  • -

    werkzaamheden van niet-ingrijpende aard:

    • a.

      werkzaamheden inzake de aanleg, instandhouding of opruiming van een huisaansluiting, voorzover de lengte van de huisaansluiting in de openbare weg niet langer dan 10 meter betreft;

    • b.

      overige werkzaamheden van waarbij een sleuf van geringe lengte (minder dan 10 meter) in de openbare weg benodigd is of waarbij een gat kleiner dan 10 m2 benodigd is;

    • c.

      werkzaamheden die binnen één dag worden uitgevoerd.

Artikel 2. Coördinatie van werkzaamheden

  • 1. Burgemeester en wethouders zijn belast met de coördinatie van werkzaamheden in of op openbare gronden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels en leidingen.

  • 2. Hierbij worden mede betrokken andere werkzaamheden in of op openbare gronden.

  • 3. Burgemeester en wethouders bevorderen het medegebruik van voorzieningen, waarbij in ieder geval de technische mogelijkheden in acht worden genomen.

Artikel 3 Nadere regels

Burgemeester en wethouders stellen in ieder geval nadere regels vast met betrekking tot:

  • a.

    de eisen aan de uitvoering van werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels en leidingen;

  • b.

    ordening, planning en coördinatie van werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels en leidingen;

  • c.

    de omgang met kabels en leidingen in verontreinigde gronden, rond watergangen en stedelijk groen, en op verhardingen boven kabels en leidingen.

Hoofdstuk 2. Werkzaamheden inzake kabels en leidingen, uitgezonderd kabels ten dienste van een openbaar elektronisch telecommunicatienetwerk

Artikel 4. Reikwijdte

Dit hoofdstuk is van toepassing op werkzaamheden in of op openbare gronden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels en leidingen, met uitzondering van werkzaamheden die onder de reikwijdte van hoofdstuk 3 vallen.

Artikel 5. Vergunning

  • 1. Het is verboden zonder vergunning van burgemeester en wethouders werkzaamheden uit te voeren in of op openbare gronden inzake de aanleg, instandhouding of opruiming van kabels en leidingen.

  • 2. Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht, de Wet beheer rijkswaterstaatswerken, de provinciale wegenverordening of de waterschapskeur.

Artikel 6. Beslistermijnen

  • 1. Burgemeester en wethouders beslissen op een aanvraag voor een vergunning binnen acht weken na de datum van ontvangst van de aanvraag.

  • 2. Als het werkzaamheden van niet-ingrijpende aard betreft beslissen burgemeester en wethouders, in afwijking van het eerste lid, binnen vijf werkdagen na de datum van ontvangst van de aanvraag.

  • 3. Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is niet van toepassing.

Artikel 7. Weigeringsgronden

Een vergunning kan worden geweigerd in het belang van:

  • a.

    de openbare orde;

  • b.

    de veiligheid;

  • c.

    het voorkomen of beperken van overlast;

  • d.

    de bereikbaarheid van gronden en gebouwen;

  • e.

    de ondergrondse ordening.

Artikel 8. Voorschriften en beperkingen

  • 1. Aan een vergunning kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden.

  • 2. Deze kunnen slechts betrekking hebben op:

    • a.

      de plaats van de werkzaamheden;

    • b.

      het tijdstip van de werkzaamheden, met dien verstande dat het toegestane tijdstip van aanvang, behoudens zwaarwichtige redenen van publiek belang, niet later mag liggen dan 12 maanden na de datum van verlening van de vergunning;

    • c.

      de wijze van uitvoering van de werkzaamheden;

    • d.

      het bevorderen van medegebruik van voorzieningen;

    • e.

      het afstemmen van de voorgenomen werkzaamheden met beheerders van overige in de grond aanwezige werken.

Artikel 9. Gegevensverstrekking

  • 1. Bij een aanvraag voor een vergunning wordt een uitvoeringsplan gevoegd.

  • 2. Het uitvoeringsplan omvat in ieder geval:

    • a.

      een omschrijving van de kabels en leidingen die worden aangelegd, in stand gehouden of opgeruimd, alsmede een omschrijving van de voorzieningen die worden medegebruikt of voor medegebruik worden aangelegd;

    • b.

      een omschrijving van de werkzaamheden die worden uitgevoerd;

    • c.

      de contactgegevens van degene onder wiens verantwoordelijkheid de werkzaamheden worden verricht, inclusief een contactgegeven dat gedurende de uitvoering van de werkzaamheden de gehele dag bereikbaar zal zijn;

    • d.

      een opgave van het voorgenomen tijdvak waarbinnen de werkzaamheden zullen plaatsvinden en, indien van toepassing, een opgave van de fasering binnen dit tijdvak;

    • e.

      een aanduiding van de wijze waarop omwonenden en andere belanghebbenden vooraf in kennis worden gesteld van de werkzaamheden;

    • f.

      een omschrijving van de maatregelen die om reden van openbare orde, veiligheid, het voorkomen of beperken van overlast, de bereikbaarheid van gronden of gebouwen, dan wel ondergrondse ordening zijn voorgenomen.

  • 3. Het uitvoeringsplan wordt voorzien van één of meerdere tekeningen waarop in ieder geval de aan te leggen, in stand te houden of te verwijderen kabels en leidingen en de daartoe te verrichten werkzaamheden staan aangeduid.

Artikel 10. Herstel openbare gronden na beëindiging werkzaamheden

Openbare gronden worden na beëindiging van de werkzaamheden in de oude staat teruggebracht, tenzij burgemeester en wethouders anders hebben besloten.

Artikel 11. Ernstige belemmeringen en storingen

  • 1. Het verbod, bedoeld in artikel 5, eerste lid, geldt niet voor spoedeisende werkzaamheden ten gevolge van een ernstige belemmering of storing als de voorgenomen werkzaamheden schriftelijk zijn gemeld aan de burgemeester.

  • 2. Ingeval de openbare orde of gevaar dan wel de vrees voor het ontstaan van gevaar zich verzet tegen de uitvoering van voorgenomen werkzaamheden als bedoeld in het eerste lid, kan de burgemeester besluiten dat deze werkzaamheden op een ander dan het voorgenomen tijdstip plaatsvinden.

  • 3. Het besluit wordt onverwijld na het tijdstip van ontvangst van de melding genomen.

  • 4. Degene die werkzaamheden overeenkomstig het eerste lid heeft uitgevoerd, verstrekt binnen acht weken na beëindiging van de werkzaamheden een uitvoeringsverslag aan burgemeester en wethouders.

  • 5. Het uitvoeringsverslag omvat in ieder geval:

    • a

      en omschrijving van de kabels en leidingen die zijn aangelegd, in stand gehouden of opgeruimd;

    • b

      een omschrijving van de werkzaamheden die zijn uitgevoerd; en

    • c

      een aanduiding van de spoedeisende aard van de werkzaamheden.

Hoofdstuk 3. Werkzaamheden inzake kabels ten dienste van een openbaar elektronisch telecommunicatienetwerk

Artikel 12. Reikwijdte

Hoofdstuk 3 is van toepassing op werkzaamheden in of op openbare gronden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van:

  • a.

    kabels als bedoeld in artikel 1.1, onder z, van de Telecommunicatiewet, die ten dienste staan van een openbaar elektronisch communicatienetwerk als bedoeld in artikel 1.1, onder h, van de Telecommunicatiewet; en

  • b.

    ondergrondse ondersteuningswerken en beschermingswerken als bedoeld in artikel 5.15 van de Telecommunicatiewet.

Artikel 13. Meldings- en beslistermijnen

  • 1. Het voornemen, bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, onder a, van de Telecommunicatiewet, wordt tenminste acht weken voor de voorgenomen aanvang van de werkzaamheden bij burgemeester en wethouders gemeld.

  • 2. Burgemeester en wethouders beslissen over de instemming, bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, onder b, van de Telecommunicatiewet, binnen acht weken na de datum van ontvangst van de melding.

  • 3. Als het werkzaamheden van niet-ingrijpende aard betreft, wordt, in afwijking van het eerste lid, het voornemen tenminste vijf werkdagen voor de voorgenomen aanvang van de werkzaamheden bij burgemeester en wethouders gemeld.

  • 4. Als het werkzaamheden van niet-ingrijpende aard betreft, beslissen burgemeester en wethouders, in afwijking van het tweede lid, binnen vijf werkdagen na de datum van ontvangst van de aanvraag.

Artikel 14. Gegevensverstrekking

  • 1. Bij de melding van een voornemen als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, onder a, van de Telecommunicatiewet, wordt een uitvoeringsplan gevoegd.

  • 2. Het uitvoeringsplan omvat in ieder geval:

    • a

      een omschrijving van de kabels die worden aangelegd, in stand gehouden of opgeruimd, alsmede een omschrijving van de voorzieningen die worden medegebruikt of voor medegebruik worden aangelegd;

    • b

      een omschrijving van de werkzaamheden die worden uitgevoerd;

    • c

      de contactgegevens van degene onder wiens verantwoordelijkheid de werkzaamheden worden verricht, inclusief een contactgegeven dat gedurende de uitvoering van de werkzaamheden de gehele dag bereikbaar zal zijn;

    • d

      een opgave van het voorgenomen tijdvak waarbinnen de werkzaamheden zullen plaatsvinden en, indien van toepassing, een opgave van de fasering binnen dit tijdvak;

    • e

      een aanduiding van de belanghebbenden die vooraf in kennis worden gesteld van de werkzaamheden;

    • f

      een omschrijving van de maatregelen die om reden van openbare orde, veiligheid, het voorkomen of beperken van overlast, de bereikbaarheid van gronden of gebouwen, dan wel ondergrondse ordening zijn voorgenomen.

  • 3. Het uitvoeringsplan wordt voorzien van één of meerdere tekeningen waarop in ieder geval de aan te leggen, in stand te houden of te verwijderen kabels en de daartoe te verrichten werkzaamheden staan aangeduid.

Artikel 15. Herstel openbare gronden na beëindiging werkzaamheden

Openbare gronden worden na beëindiging van de werkzaamheden in de oude staat teruggebracht, tenzij burgemeester en wethouders anders hebben besloten.

Artikel 16. Ernstige belemmeringen en storingen

  • 1. Degene die spoedeisende werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.6, eerste lid, van de Telecommunicatiewet heeft uitgevoerd verstrekt binnen acht weken na beëindiging van de werkzaamheden een uitvoeringsverslag aan burgemeester en wethouders.

  • 2. Het uitvoeringsverslag omvat in ieder geval:

    • a

      een omschrijving van de kabels die zijn aangelegd, in stand gehouden of opgeruimd;

    • b

      een omschrijving van de werkzaamheden die zijn uitgevoerd; en

    • c

      een aanduiding van de spoedeisende aard van de werkzaamheden.

Hoofdstuk 4. Handhaving

Artikel 17. Toezicht

Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde zijn belast de door burgemeester en wethouders aangewezen personen.

Artikel 18. Strafbepaling

Overtreding van artikel 5, eerste lid, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of een geldboete van de tweede categorie.

Hoofdstuk 5. Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 19. Intrekken oude regeling

De Telecommunicatieverordening 2010 wordt ingetrokken.

Artikel 20. Overgangsbepaling

  • 1. De Telecommunicatieverordening 2010 blijft van toepassing ten aanzien van aanvragen die zijn ingediend voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening.

  • 2. Een krachtens de Telecommunicatieverordening 2010 verleende vergunning geldt als vergunning verleend krachtens deze verordening.

Artikel 21. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 april 2014.

Artikel 22. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening werkzaamheden kabels en leidingen gemeente Heemstede 2014.

Ondertekening

Vastgesteld door de raad op 20 februari 2014.