Regeling vervallen per 01-05-2006

Vaarwegenverordening Provincie Overijssel 1993

Geldend van 01-07-1995 t/m 30-04-2006

Intitulé

Vaarwegenverordening Provincie Overijssel 1993

Algemene toelichting

Opzet en inhoud van het ontwerp

De Vaarwegenverordening provincie Overijssel 1993 dient ter vervanging van de Vaarwegenverordening provincie Overijssel 1990.

Als gevolg van de inwerkingtreding van het Vijfde wijzigingsbesluit Binnenvaartpolitiereglement zijn enkele bepalingen van de Vaarwegenverordening provincie Overijssel 1990, voor zover daarin door het Binnenvaartpolitiereglement wordt voorzien, van rechtswege vervallen. Het betreft in artikel 1, lid e, de omschrijving van een snelle motorboot en artikel 3 (bepalingen inzake het registratieteken van snelle motorboten).

Voorts dient de Vaarwegenverordening 1990 te worden herzien in verband met de inwerkingtreding van de Algemene wet bestuursrecht per 1 januari 1994.

Artikelsgewijs is aangegeven welke artikelen zijn aangepast c.q. vervallen. De te handhaven artikelen zijn waar nodig vernummerd.  

Toepasselijkheid

De vaarwegen waarop de verordening van toepassing wordt verklaard, zijn opgenomen in de bij deze verordening behorende lijst.

HOOFDSTUK I. ALGEMENE BEPALINGEN

Definities

Artikel 1

  • 1. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      vaarwegen: de wateren, aangegeven op een bij deze verordening behorende lijst;

    • b.

      kunstwerken: de waterstaatswerken in, over of onder vaarwegen;

    • c.

      beheerder: het bestuursorgaan, waarbij het beheer over de betrokken vaarweg berust, zoals blijkt uit de sub a bedoelde lijst;

    • d.

      rechthebbende: ieder die over enige zaak enige zeggenschap heeft krachtens een zakelijk of persoonlijk recht of daarover enige feitelijke zeggenschap uitoefent;              

    • e.

      schip: elk vaartuig met inbegrip van een vaartuig zonder waterverplaatsing en een watervlieg-tuig, gebruikt of geschikt om te worden gebruikt als een middel van vervoer te water.

  • 2. a. Onder schepen zijn mede begrepen drijvende inrichtingen, luchtkussenvaartuigen en woon-schepen.

  • b. Onder oevers zijn mede begrepen, de   oeverbeschermingen en de daarvan deel uitmakende   rietkragen.

Toepasselijkheid

Artikel 2

  • 1. Deze verordening is van toepassing op de vaarwegen als bedoeld in artikel 1.

  • 2. Het bepaalde in hoofdstuk III is uitsluitend van toepassing op de provinciale vaarwegen alsmede op de daarbij behorende oevers en kunstwerken.

  • 3. Als bevoegd gezag met betrekking tot het beheer van de vaarwegen is aangewezen het bestuurs-orgaan genoemd op de bij deze verordening behorende lijst van vaarwegen.

HOOFDSTUK II. DE VAARWEGEN

PARAGRAAF 1. HET GEBRUIK VAN VAARWEGEN

Handel en bedrijf

Artikel 3

  • Het is verboden in een vaarweg:

  • a. vanuit een schip handelswaar aan te bieden of beroepsmatig nachtverblijf te verschaffen;

  • b. schepen te bouwen, te verbouwen of te slopen.

PARAGRAAF 2. BESCHERMING VAN VAARWEGEN EN OEVERS

Goed zeemanschap

Artikel 4

  • 1. In de gevallen, waarvoor deze verordening geen voorschriften geeft, moeten alle maatregelen worden genomen, die door goed zeemanschap zijn geboden, teneinde beschadigingen van oevers te voorkomen.

  • 2. Van de voorschriften van deze verordening moet volgens de eisen van goed zeemanschap worden afgeweken, indien en voor zover de omstandigheden dit vorderen, teneinde beschadiging van oevers te voorkomen.

Bescherming van vaarwegen

Artikel 5

  • Het is verboden:

  • a. vaste stoffen of voorwerpen in een vaarweg te doen geraken;

  • b. vaste stoffen of voorwerpen op een zodanige wijze op oevers te plaatsen of te hebben, dat deze geheel of gedeeltelijk in een vaarweg kunnen geraken.

Baggeren, graven

Artikel 6

Het is verboden in een vaarweg te baggeren of in een vaarweg of oever te graven.

Bescherming oevers

Artikel 7

  • Het is verboden:

  • a. oevers te verontreinigen of te beschadigen;

  • b. het voortstuwingswerktuig van een aangelegd schip te laten werken anders dan bij onmiddellijk wegvaren of aanleggen;

  • c. het voortstuwingswerktuig van een schip zodanig te laten werken, dat daardoor oevers kunnen worden beschadigd.

PARAGRAAF 3. ONTTREKKING VAN VAARWEGEN AAN HET OPENBAAR SCHEEPVAARTVERKEER

Onttrekking aan het openbaar scheepvaartverkeer

Artikel 8

Op een besluit van het bevoegd gezag met betrekking tot het onttrekken van een vaarweg aan het openbaar scheepvaartverkeer is afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.

Schadevergoeding

Artikel 9

  • 1. Indien een belanghebbende tengevolge van de onttrekking van een provinciale vaarweg aan het openbaar scheepvaartverkeer schade lijdt of zal lijden, die redelijkerwijze niet of niet geheel te zijnen laste behoort te blijven en waarvan de vergoeding niet of niet voldoende op andere wijze is verzekerd, kennen provinciale staten hem op zijn verzoek een naar billijkheid te bepalen schade-vergoeding toe.

  • 2. Een aanvraag om schadevergoeding moet binnen dertien weken, nadat het besluit tot onttrekking van een vaarweg aan het openbaar scheepvaartverkeer bekend is gemaakt, schriftelijk worden ingediend bij provinciale staten.

HOOFDSTUK III. DE PROVINCIALE VAARWEGEN

PARAGRAAF 1. LIGPLAATS NEMEN

Artikel 10

Het is verboden in een provinciale vaarweg op de niet met herhaalde verbodsborden aangeduide vaarweggedeelten ligplaats te nemen anders dan in door gedeputeerde staten te bepalen uitzonderings-gevallen.

PARAGRAAF 2. DIEPGANG

Artikel 11

Gedeputeerde staten kunnen voor door hen aan te wijzen vaarwegen de maximum diepgang voor schepen vaststellen.

PARAGRAAF 3. DE BESCHERMING VAN PROVINCIALE VAARWEGEN, OEVERS EN KUNSTWERKEN

Gedoogplicht

Artikel 12

  • 1. De rechthebbenden van kunstwerken en van gronden, aan de provinciale vaarwegen gelegen, zijn verplicht voor zover  zulks nodig is ten behoeve van de werkzaamheden van de beheerder van de provinciale vaarwegen en van de kunstwerken:

    • a.

      materieel, waaronder machines toe te laten op hun percelen;

    • b.

      alle tijdelijke werken en verrichtingen, waaronder begrepen het doen van gravingen, het verrichten van opmetingen, het stellen van tekens en de tijdelijke neerlegging van aarde en bouwstoffen, in respectievelijk op hun percelen toe te staan;

    • c.

      alles na te laten, wat het beheer en de uitvoering van het onderhoud van de provinciale vaarwegen en van de kunstwerken hindert en alle beletselen weg te nemen, welke daaraan in de weg staan.

  • 2. Van de te verrichten werkzaamheden moeten de rechthebbenden van desbetreffende percelen door of vanwege de beheerder ten minste tweemaal vierentwintig uur van tevoren schriftelijk in kennis worden gesteld.

  • 3. Voor zover deze werkzaamheden niet betrekking hebben op het verrichten van het normale onderhoud wordt de daardoor veroorzaakte schade vergoed. Het bepaalde in artikel 12b van de Waterstaatswet 1900 is hierop van toepassing.

Bescherming kunstwerken

Artikel 13

  • Het is verboden:

  • a. in provinciale vaarwegen binnen een afstand van 50 m uit een sluis, brug of zinker voor anker te gaan;

  • b. in provinciale vaarwegen binnen een afstand van 50 m gemeten uit een brug, sluis of ander beweegbaar kunstwerk te zwemmen of te vissen, alsmede vanaf deze kunstwerken te vissen;

  • c. over een in een provinciale vaarweg gelegen sluisdeur of een beweegbare brug te lopen of te rijden, zolang deze niet geheel is gesloten en vastgezet en voor het verkeer is opengesteld.

Bouwwerken, objecten, bomen en beplantingen

Artikel 14

  • 1. Het is verboden:

    • a.

      in, boven, over of onder een provinciale vaarweg alsmede binnen een afstand van 12 m uit de boord van een provinciale vaarweg bouwwerken of objecten aan te brengen of te hebben;

    • b.

      in of over een provinciale vaarweg of binnen een afstand van 8 m uit de boord van een provinciale vaarweg bomen of andere opgaande beplantingen te planten of te hebben.

  • 2. De rechthebbende ten aanzien van beplanting in, over of langs een provinciale vaarweg, de houder van een ontheffing of de onderhoudsplichtige van die beplanting is verplicht op last van het bestuursorgaan de beplanting of gedeelten daarvan, die het orgaan voor het normale gebruik en de instandhouding van de vaarweg hinderlijk of gevaarlijk acht, in de bij die lastgeving aangegeven mate en binnen de daarbij bepaalde termijnen te verwijderen.

  • 3. Het in het eerste lid, onder a, vervatte verbod geldt niet voor:

    • a.

      de wettelijk voorgeschreven verkeersaanduidingen;

    • b.

      objecten die dienen tot het openbaren van gedachten en gevoelens, tenzij daardoor de veilig-heid van het scheepvaartverkeer in gevaar kan worden gebracht, dan wel de bruikbaarheid of de instandhouding van de vaarweg kan worden belemmerd.

PARAGRAAF 4. HET GEBRUIK VAN KUNSTWERKEN

Bediening kunstwerken

Artikel 15

Het is verboden zonder daartoe bevoegd te zijn kunstwerken te bedienen.

Naderen, in- en doorvaren sluizen en bruggen

Artikel 16

  • Het is verboden:

  • a. binnen een afstand van 50 m uit een sluis of brug aan te leggen, tenzij:

    • 1.

      gebruik wordt gemaakt van plaatsen bestemd voor het wachten op gelegenheid tot schutten of doorvaart;

    • 2.

      ter plaatse is aangegeven dat aanleggen voor een bepaalde tijd of voor een bepaalde categorie schepen is toegestaan;

  • b. langer dan de sub a, punt 1, bedoelde plaatsen – ook indien deze op een grotere afstand dan 50 m uit een sluis of brug zijn gelegen – gebruik te maken dan voor het wachten op gelegenheid tot schutten of doorvaart nodig is;

  • c. een sluis in te varen zonder dat het schip op deugdelijke wijze is voorzien van stootkussens, wrijfhouten en dergelijke;

  • d. bij het varen door een sluis of brug of langs enig ander kunstwerk met haken of vaarbomen in het hout of muurwerk hiervan of van enig daarbij behorend object te steken of iets anders tot steunpunt te nemen dan de speciaal voor dit doel aangebrachte voorzieningen.

Doorvaartwijdte

Artikel 17

Het is verboden een sluis in of een brug door te varen met een schip, dat een grotere breedte heeft dan de doorvaartwijdte van de betrokken kunstwerken minus 0,20 m.

Weg te nemen of te strijken delen

Artikel 18

Als een schip na wegneming of strijking van delen, die naar het oordeel van de brugwachter gemakkelijk en in weinig tijd weg te nemen of te strijken zijn, onder een gesloten brug door kan varen, is de brugwachter niet verplicht voor een dergelijk schip de brug te openen.

Maatregelen tijdens schutten

Artikel 19

Gedurende het schutten moet een schip voldoende bemand zijn.

Bediening sluizen en bruggen

Artikel 20

  • 1. Gedeputeerde staten stellen een regeling vast betreffende de dagen en tijden, waarop respectievelijk gedurende welke de sluizen en bruggen voor de scheepvaart worden bediend.

  • 2. De sluis- en brugwachters zijn verplicht schepen op bijzondere last van of vanwege de directeur van de Hoofdgroep milieu en waterstaat van de provincie Overijssel buiten de openingstijden, vastge-steld krachtens het eerste lid, te schutten respectievelijk door te laten.

HOOFDSTUK IV. ONTHEFFINGEN

Artikel 21

  • 1. Het bestuursorgaan kan van de verbodsbepalingen, gesteld in of krachtens de artikelen 3, 6 en 14 schriftelijk ontheffing verlenen.

  • 2. Aan de ontheffingen kunnen voorschriften of beperkingen worden verbonden.

  • Intrekking ontheffingen

Artikel 22

  • Een ontheffing kan worden ingetrokken:

  • a. indien dit in het belang van het gebruik van vaarwegen, dan wel ter bescherming van vaarwegen, oevers of kunstwerken nodig is;

  • b. indien de daaraan verbonden voorschriften of beperkingen niet worden nagekomen.

HOOFDSTUK V. STRAFBEPALINGEN

Straffen

Artikel 23

Overtreding van het bepaalde in deze verordening of niet naleving van een of meer van de aan een ontheffing verbonden voorschriften of beperkingen wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of een geldboete van de tweede categorie.

Opsporing

Artikel 24

  • 1. Met het opsporen van strafbare feiten als bedoeld in artikel 23 zijn behalve de personen genoemd in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering, belast de daartoe door het bestuursorgaan aangewezen personen.

  • 2. Zij hebben daartoe met de door hen nodig geoordeelde personen toegang tot de schepen met uitzondering van het woongedeelte.

HOOFDSTUK VI. OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

Bestaande ontheffingen en besluiten

Artikel 25

De ten tijde van de inwerkingtreding van deze verordening geldende ontheffingen en besluiten met betrekking tot de onderwerpen, waarin thans door deze verordening wordt voorzien, blijven van kracht.

Bestaande bouwwerken, enz.

Artikel 26

Voor bouwwerken, objecten, bomen, andere opgaande beplantingen en gravingen, welke ten tijde van de inwerkingtreding van deze verordening rechtmatig aanwezig waren, worden de door deze verordening vereiste ontheffingen geacht te zijn verleend.

Algemene termijnenwet

Artikel 27

De Algemene termijnenwet is op termijnen, gesteld in deze verordening, van toepassing.

Intrekking en inwerkingtreding

Artikel 28

  • 1. De Vaarwegenverordening provincie Overijssel 1990, vastgesteld bij besluit van provinciale staten van 20 juni 1990, nr. 26, wordt ingetrokken.

  • 2. Deze verordening treedt in werking op een nader door het bestuursorgaan te bepalen datum en in het provinciaal blad bekend te maken datum.

  • 3. Deze verordening kan worden aangehaald als de Vaarwegenverordening provincie Overijssel 1993.

Bijlage I Lijst van vaarwegen

Lijst van vaarwegen, bedoeld in artikel 1 van de vaarwegenverordening provincie Overijssel 1993

Lijst van vaarwegen

nr.

naam 

bestuursorgaan

1.

Vaarweg Beukers-Steenwijk (van het Meppelerdiep via het kanaal Beukers-Steenwijk naar het kanaal Steenwijk-Ossenzijl)

provincie Overijssel

2.

Vaarweg Steenwijk-de Linde (van Steenwijk via het kanaal

Steenwijk-Ossenzijl en de Ossenzijlersloot naar de Linde)

provincie Overijssel

3.

Vaarweg mr. H.P. Linthorst Homansluis-Ossenzijlersloot (van de Helomavaart via de Linde naar de Ossenzijlersloot) 

provincie Overijssel

4.

Vaarweg Ossenzijlersloot-Schoterzijl (van de Ossenzijlersloot

via de Linde naar Kuinre-Nieuwe Kanaal-Tussenlinde-Worstsloot-Schoterzijl) 

provincie Overijssel

5. 

Vaarweg Giethoornse meer-kanaal Steenwijk-Ossenzijl (van vaarweg nr. 7 via het Giethoornse meer, de Wetering, de Heuvengracht en de Kalen-bergergracht naar vaarweg nr. 2)

provincie Overijssel

5a.

Vaarweg Valsche Trog-Wetering (van de Valsche Trog via het

Giethoornse meer naar de Wetering) 

provincie Overijssel

6. 

Vaarweg van kanaal Steenwijk-Ossenzijl naar de Wetering (van

vaarweg nr. 2 via het Steenwijkerdiep naar de Wetering)

provincie Overijssel

7.

Vaarweg Blauwe Hand-Blokzijl (keersluis)(van de Blauwe Hand

via het Beulakerwijde, de Walengracht, het Giethoornse meer, de Valsche Trog, het Noorderdiep en de Havenkolk naar de keersluis te Blokzijl)

provincie Overijssel

8. 

Vaarweg Zwartsluis-Walengracht (van het Zwartewater via de

Whaa, Arembergergracht, de Ronduite, het Beulakerwijde naar de Walengracht) 

provincie Overijssel

9.

Vaarweg IJssel-Zwolsche Diep (van de IJssel via het Ganzendiep,

de Goot en het Scheepvaartgat naar het Zwolsche Diep)

provincie Overijssel

10.

Giethoornse meer

provincie Overijssel

11. 

Beulakerwijde 

provincie Overijssel

12.

Belterwijde    

provincie Overijssel

13. 

Opvaart of vaart bij Pijlman  

waterschap Vollenhove

14.  

Jurriesvaart      

waterschap Vollenhove

15. 

Vaart bij Tietema 

waterschap Vollenhove

16.

Twaalf Damgat  

waterschap Vollenhove

17.

Hamsgracht

waterschap Vollenhove

17a.

Meentegat 

waterschap Vollenhove

18.

Bokvaart 

waterschap Vollenhove

19.

Verlengde Bokvaart 

waterschap Vollenhove

20. 

Heer van Diezenvaart 

waterschap Vollenhove

21.

Roomsloot

waterschap Vollenhove

22.

Vaart bij Teunis Hoen  

waterschap Vollenhove

23. 

Bokvaart-Nijevaart 

waterschap Vollenhove

24. 

Hogewegsloot  

waterschap Vollenhove

25. 

Vlodder

waterschap Vollenhove

26.

Lokkenvaart 

waterschap Vollenhove

27.

Moddergat 

waterschap Vollenhove

28.

Vaart door Muggenbeet 

waterschap Vollenhove

29. 

Thijssengracht (ten westen van het kanaal Beukers-Steenwijk) 

waterschap Vollenhove

30. 

Thijssengracht (ten oosten van het kanaal Beukers-Steenwijk)

gemeente Brederwiede

30a.

Boksloot 

gemeente Brederwiede

31. 

Pinkesloot 

waterschap Vollenhove

32. 

Cornelisgracht

gemeente Brederwiede

32a. 

Westelijke Vaart 

waterschap Vollenhove

33.

Dwarsgracht 

gemeente Brederwiede

34.

Vaartsloot 

waterschap Vollenhove

35. 

Bouwersgracht

waterschap Vollenhove

36. 

Ettenlands Kanaal (ten oosten van de tonnen tot Vaartsloot)

waterschap Vollenhove

36a. 

De Korversgaten 

waterschap Vollenhove

37. 

Boschwijde 

waterschap Vollenhove

38.

Schutsloterwijde

waterschap Vollenhove

39.

Kleine Belterwijde  

waterschap Vollenhove

40.

Diephoofd     

waterschap Vollenhove

41.

Pikkersvaart 

waterschap Vollenhove

42.  

Verbinding Pikkersvaart

waterschap Vollenhove

43.

Schutsloot    

gemeente Brederwiede

44.

Zandgracht 

waterschap Vollenhove

45. 

Dwarsheuven  

waterschap Vollenhove

46.

Schenkelvaart-noord (verbinding Dirkswijde-Mastenbroekerkolk)

waterschap Vollenhove

47.

Verbinding Vossebelt-Venematen

waterschap Vollenhove

48.

Oostelijke Wetering 

waterschap Vollenhove

49. 

Garriet Geessen

waterschap Vollenhove

50. 

Schuine Vaart 

waterschap Vollenhove

51. 

Baggervaart

waterschap Vollenhove

52. 

60 roe van het Schuine tot Schutsloot

waterschap Vollenhove

53. 

Bartelsgat met vaart naar het Wijde  

waterschap Vollenhove

54.

Nederstouwe

waterschap Vollenhove

54a.

Zuiderstouwe 

waterschap Vollenhove

55.  

Noorderstouwe en Noordeinde 

waterschap Vollenhove

56. 

Dorpsgracht

gemeente Brederwiede

57. 

Verbindingen Dorpsgracht-Bovenwijde (Molenvaart, Smitsvaart, Jan Balsvaart, Volkensvaart en Molsvaart)

gemeente Brederwiede

58. 

Bovenwijde 

gemeente Brederwiede

58a.

Vaart bij Woudsma 

gemeente Brederwiede

59.

Meuleboezem (verbinding Molengat-Thijssengracht) 

gemeente Brederwiede

60.

Jan Hoozengracht (tussen kanaal Beukers-Steenwijk en Dorps-

gracht)  

gemeente Brederwiede

61. 

Paasloërvaart 

waterschap Vollenhove

61a.

Klossegracht  

waterschap Vollenhove

62.

Hoosjesgracht 

waterschap Vollenhove

63.

Haagjesgracht

waterschap Vollenhove

64.

Westelijke Schutsloot 

waterschap Vollenhove

65.

Kerkgracht-Dwarssloot  

waterschap Vollenhove

66.

Molengracht 

gemeente Brederwiede

67. 

Bovenboersevaart 

gemeente Brederwiede

68.

Zuidergracht  

gemeente Brederwiede

69. 

Zuideindigerwijde

waterschap Vollenhove

70. 

Mallegat 

waterschap Vollenhove

71. 

Hasselter stadsgrachten  

gemeente Hasselt

72.

Zwartewater van Zwolle-IJsselkanaal tot Thorbeckegracht 

gemeente Zwolle

73. 

Thorbeckegracht    

gemeente Zwolle

74.

Almelo’s kanaal  

gemeente Zwolle

75.  

Steenwijker Aa/Dolderkanaal 

waterschap Vollenhove

76.

Kloostergracht (verbinding Dorpsgracht Giethoorn-Noord

en ‘t Klooster)

gemeente Brederwiede

77. 

Kanaal Almelo-de Haandrick 

provincie Overijssel

In overleg met het Waterschap Vollenhove en de gemeente Brederwiede zijn aan de lijst toegevoegd:

Steenwijker AA/Dolderkanaal, Meentegat, Westelijke Vaart, Klossegracht, de Vaart bij Woudsma en de Kloostergracht.   

Bijlage II TRANSPONERINGSTABEL

Transponeringstabel

VWO 1990  

VWO 1993

Artikel 1. 

Definities 

idem

Artikel 2. 

Toepasselijkheid 

idem

Artikel 3*.

Registratieteken van snelle motorboten

– 

Artikel 4. 

Handel en bedrijf 

Artikel 3

Artikel 5.

Goed zeemanschap

Artikel 4

Artikel 6. 

Bescherming van vaarwegen 

Artikel 5

Artikel 7.  

Baggeren, graven   

Artikel 6

Artikel 8. 

Bescherming oevers 

Artikel 7

Artikel 9. 

Onttrekking aan het openbaar scheepvaartverkeer  

Artikel 8

Artikel 10**. 

Onttrekking van een vaarweg, niet zijnde een provinciale vaarweg, aan het openbaar scheepvaartverkeer  

Artikel 11**. 

Onttrekking van een provinciale vaarweg aan het openbaar  scheepvaartverkeer 

Artikel 12. 

Schadevergoeding

Artikel 9

Artikel 13.

Ligplaats nemen  

Artikel 10

Artikel 14. 

Diepgang 

Artikel 11

Artikel 15.

Gedoogplicht 

Artikel 12

Artikel 16.

Bescherming kunstwerken

Artikel 13

Artikel 17.

Bouwwerken, objecten, bomen en beplantingen 

Artikel 14

Artikel 18. 

Bediening kunstwerken

Artikel 15

Artikel 19.

Naderen, in- en doorvaren sluizen en bruggen 

Artikel 16

Artikel 20.  

Doorvaartwijdte

Artikel 17

Artikel 21. 

Weg te nemen of te strijken delen 

Artikel 18

Artikel 22. 

Maatregelen tijdens schutten   

Artikel 19

Artikel 23.

Bediening sluizen en bruggen

Artikel 20

Artikel 24.

Ontheffingen  

Artikel 21

Artikel 25. 

Intrekking ontheffingen 

Artikel 22

Artikel 26***. 

Delegatie  

Artikel 27. 

Straffen   

Artikel 23

Artikel 28. 

Opsporing      

Artikel 24

Artikel 29.

Bestaande ontheffingen en regeling bediening sluizen en bruggen

Artikel 25

Artikel 30. 

Bestaande bouwwerken, enz.  

Artikel 26

Artikel 31. 

Algemene termijnenwet   

Artikel 27

Artikel 32.   

Intrekking en inwerkingtreding 

Artikel 28

* Dit artikel uit de Vaarwegenverordening van 1990 is in de nieuwe verordening niet meer opgenomen omdat dit thans geregeld is in het Binnenvaartpolitiereglement. Aan deel I van het Binnenvaartpolitie-reglement is een nieuw Hoofdstuk 8 toegevoegd inzake aanvullende bepalingen met betrekking tot onder andere het registratiebewijs en registratieteken van snelle motorboten. 

** Deze artikelen uit de Vaarwegenverordening 1990 zijn in de nieuwe verordening niet meer opgenomen, omdat afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht hierin voorziet. In het nieuwe artikel 8 is genoemde wet derhalve van toepassing verklaard op besluiten van het bevoegd gezag met betrekking tot het onttrekken van een vaarweg aan het openbaar scheepvaartverkeer.

*** Dit artikel uit de Vaarwegenverordening 1990 is in de nieuwe verordening niet meer opgenomen.