Meldcode Huiselijk geweld en Kindermishandeling gemeente Landerd

Geldend van 28-02-2014 t/m heden

Intitulé

Meldcode Huiselijk geweld en Kindermishandeling gemeente Landerd

Meldcode Huiselijk geweld en Kindermishandeling (2014/561)

Het College van Burgemeester en wethouders van de gemeente Landerd

Overwegende:

Dat de gemeente de gemeente Landerd verantwoordelijk is voor een goede kwaliteit van de dienstverlening aan zijn burgers en dat deze verantwoordelijkheid zeker ook aan de orde is in geval van dienstverlening aan burgers die (vermoedelijk) te maken hebben met huiselijk geweld en/of kindermishandeling;

Dat van de medewerkers die werkzaam zijn bij de gemeente Landerd op basis van deze verantwoordelijkheid wordt verwacht dat zij in alle contacten met burgers attent zijn op signalen die kunnen duiden op huiselijk geweld en/of kindermishandeling en dat zij effectief reageren op deze signalen;

Dat de gemeente Landerd een meldcode wenst vast te stellen zodat de medewerkers die binnen de gemeente werkzaam zijn weten welke stappen van hen worden verwacht bij signalen van huiselijk geweld en/of kindermishandeling;

Dat de gemeente Landerd in deze meldcode ook vastlegt op welke wijze zij de medewerkers bij deze stappen ondersteunt;

Dat onder huiselijk geweld wordt verstaan: (dreigen met) geweld, op enigerlei locatie, door iemand uit de huiselijke kring, waarbij onder geweld wordt verstaan: de fysieke, seksuele of psychische aantasting van de persoonlijke integriteit van het slachtoffer, daaronder ook begrepen ouderenmishandeling, eergerelateerd geweld en genitale verminking. Tot de huiselijk kring van het slachtoffer behoren: (ex) partners, gezinsleden, familieleden en huisgenoten;

Dat onder kindermishandeling wordt verstaan: iedere vorm van een voor een minderjarige bedreigende of gewelddadige interactie van fysieke, psychische of seksuele aard, die de ouders of andere personen ten opzichte van wie de minderjarige in een relatie van afhankelijkheid of van onvrijheid staat,actief of passief opdringen, waardoor ernstige schade wordt berokkend, of dreigt te worden berokkend aan de minderjarige in de vorm van fysiek of psychisch letsel, daaronder ook begrepen eergerelateerd geweld en genitale verminking;

Dat onder medewerker in deze meldcode wordt verstaan: de medewerker die voor de gemeente Landerd werkzaam is en die in dit verband aan burgers begeleiding of een andere wijze van ondersteuning biedt;

Dat onder burger in deze meldcode wordt verstaan iedere persoon aan wie de medewerker zijn professionele diensten verleent;

In aanmerking nemende

  • -

    De Wet verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling.

  • -

    De Wet bescherming persoonsgegevens.

  • -

    De Wet op de jeugdzorg.

  • -

    De Wet Maatschappelijke ondersteuning.

  • -

    De Leerplichtwet 1969.

stelt de volgende Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling vast:

Artikel 1: Stappenplan bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling

Stap 1: In kaart brengen van signalen

Het vastleggen van signalen van huiselijk geweld of kindermishandeling moet plaatsvinden aan de hand van het registreren van concrete feiten en omstandigheden. Bij het vastleggen dient u waardeoordelen te vermijden. Leg de signalen die een vermoeden van huiselijk geweld of kindermishandeling bevestigen of ontkrachten vast. Gebruik hierbij een signaleringsformulier huiselijk geweld en kindermishandeling. Beschrijf uw signalen zo feitelijk mogelijk. Vermeld uitdrukkelijk, wanneer u een hypothese of veronderstelling beschrijft of als er informatie van derden wordt vastgelegd.

Risicofactoren voor huiselijk geweld en kindermishandeling zijn psychische/psychiatrische problemen en verslaving. Indien de situatie daarom vraagt, voer dan een kindcheck uit. De kindcheck behelst nagaan of kinderen onder de zorg van de burger staan en beoordelen of kan worden vastgesteld of kinderen veilig zijn. Bij twijfel contact opnemen met Steunpunt Huiselijk Geweld of het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling voor advies.

Wijzen signalen overduidelijk op een acuut onveilige situatie: neem dan direct contact op met de politie! Bij acuut gevaar 112 en anders 0900-8844.

Stap 2:Collegiale consultatie en zonodig raadplegen van het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling of het Steunpunt Huiselijk Geweld (vanaf 1 januari 2015 het Advies- en Meldpunt Huiselijk Geweld en Kindermishandeling) of een deskundige op het gebied van letselduiding

Bespreek de signalen met een of meerdere directe collega’s. Vraag zo nodig op basis van anonieme gegevens van de burger/het gezin advies aan:

  • -

    Het Steunpunt Huiselijk Geweld (wanneer er sprake is van alleen volwassenen): tel: 0900-0443322

  • -

    Het advies- en Meldpunt Kindermishandeling (wanneer er kinderen in het spel zijn): tel: 0900-1231230

  • -

    Een deskundige op het gebied van letselduiding (wanneer sprake is van (zichtbaar) letsel): kan via het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling of het Steunpunt Huiselijk Geweld.

Voor een adviesgesprek met bovenstaande partijen hoeft u ook uw eigen naam en functie niet te vermelden. Na een adviesgesprek ondernemen het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling en het Steunpunt Huiselijk Geweld geen actie. U blijft verantwoordelijk.

Vraag bij een vermoeden van (dreigende) genitale verminking of eergerelateerd geweld altijd consult voor u handelt bij het Steunpunt Huiselijk Geweld of het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling.

Stap 3:Gesprek met de burger

Bespreek de signalen met de burger in aanwezigheid van een collega.

Openheid is een belangrijke grondhouding in de verschillende vormen van dienstverlening. Vandaar dat u volgens dit stappenplan zo snel mogelijk in gesprek gaat met de burger of met de ouders van een kind.

Tijdens het gesprek:

  • -

    Leg de burger het doel van het gesprek uit.

  • -

    Beschrijf de feiten die u hebt vastgesteld en de waarnemingen die u hebt gedaan.

  • -

    Ga na of de boodschap is overgekomen.

  • -

    Nodig de burger uit om een reactie hierop te geven.

  • -

    Kom pas na deze reactie zonodig en zo mogelijk met een interpretatie van hetgeen u hebt gezien, gehoord en waargenomen. In geval van genitale verminking kunt u de Verklaring tegen meisjesbesnijdenis gebruiken. Deze verklaring is in diverse talen beschikbaar via www.meisjesbesnijdenis.nl.

Het doen van een melding bij het Steunpunt Huiselijk Geweld of het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling zonder dat de signalen zijn besproken met de burger is alleen mogelijk als:

  • -

    De veiligheid van de burger, die van uzelf of die van een ander in het geding is.

  • -

    Er sprake is van een zodanig urgente situatie dat een directe melding geen uitstel duldt.

U beoordeelt zelf of een gesprek zinvol of mogelijk is, zo nodig in overleg met een collega, het Steunpunt Huiselijk Geweld of het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling. Het kan van belang zijn een kind alleen te spreken. Uitgangspunt is dat ouders hierover vooraf geïnformeerd worden, maar in verband met veiligheid kan besloten worden eerst met het kind te spreken.

Stap 4:Weeg de aard en de ernst van het huiselijk geweld en/of de kindermishandeling

Weeg op basis van de signalen, het ingewonnen advies en het gesprek met de burger het risico op huiselijk geweld en/of kindermishandeling. Weeg eveneens de aard en de ernst van het huiselijk geweld en/of de kindermishandeling. De afweging van de aard en de ernst van het huiselijk geweld en/of de kindermishandeling vindt plaats op basis van een risicotaxatie. Hierbij spelen de volgende elementen een rol:

  • -

    Veiligheid: is er een acute dreiging waarbij de veiligheid van het slachtoffer niet gegarandeerd kan worden?

  • -

    Hoe gewelddadig is het? Moet het geweld direct stoppen?

  • -

    Duur van de situatie: hoe lang speelt dit al? Ernst van de gevolgen?

  • -

    Isolement: kan de situatie met behulp van direct betrokkenen worden doorbroken?

Raadpleeg bij twijfel het Steunpunt Huiselijk Geweld of het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling. Zij kunnen meedenken over het risico, de aard en de ernst van het geweld en zodoende helpen bepalen of signalen aanleiding geven tot het ondernemen van vervolgacties.

Stap 5:Beslissen: geen actie, zelf hulp organiseren of melden

-Geen actie: vastleggen

Indien op basis van de overwegingen van stap 1 tot en met 4 de vermoedens van huiselijk geweld en/of kindermishandeling worden weggenomen wordt volstaan met vastlegging van de doorlopen stappen in het signaleringsformulier. Dit wordt afgestemd met het leidinggevende.

-Zelf hulp organiseren

Meent u dat u de burger en zijn gezin redelijkerwijs voldoende tegen het risico op huiselijk geweld en/of kindermishandeling kunt beschermen door hen naar specifieke hulpverlening toe te leiden of deze zelf te bieden, onderneem dan de volgende acties:

  • -

    Breng uw leidinggevende op de hoogte van uw voorgenomen besluit om hulp te organiseren.

  • -

    Leid de burger via een warme overdracht toe naar de noodzakelijke hulp of organiseer die hulp zelf.

  • -

    Als u heeft geconstateerd dat de noodzakelijke hulp daadwerkelijk is ingezet, ligt de verantwoordelijkheid bij de betrokken organisatie.

  • -

    Doe bij kindermishandeling een melding in de verwijsindex risicojongeren ‘Zorg voor Jeugd’.

  • -

    Breng uw leidinggevende op de hoogte van de gedane stappen.

Doe alsnog een melding als er signalen zijn dat het huiselijk geweld en/of de kindermishandeling niet stopt of opnieuw begint.

-Melden bij Steunpunt Huiselijk Geweld of Advies- en Meldpunt Kindermishandeling en bespreken met de burger

Kunt u de burger niet voldoende tegen het risico op huiselijk geweld of op kindermishandeling beschermen of twijfelt u er aan of u voldoende bescherming hier tegen kunt bieden:

  • -

    Breng uw leidinggevende op de hoogte van uw voorgenomen besluit.

  • -

    Bespreek uw melding vooraf met de burger.

  • -

    Meld uw vermoeden bij het Steunpunt Huiselijk Geweld of het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling.

  • -

    Sluit bij uw melding zoveel mogelijk aan bij feiten en gebeurtenissen en geef duidelijk aan indien de informatie die u meldt (ook) van anderen afkomstig is.

  • -

    Overleg bij uw melding met het Steunpunt Huiselijk Geweld of het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling wat u na de melding, binnen de grenzen van uw gebruikelijke werkzaamheden, zelf nog kunt doen om de burger en/of zijn gezinsleden tegen het risico op huiselijk geweld of op mishandeling te beschermen.

  • -

    Breng uw leidinggevende op de hoogte van de gedane melding.

In het geval van:

  • -

    Kinderen jonger dan 12 jaar: bespreek de melding alleen met de ouder(s).

  • -

    Kinderen tussen de 12-16 jaar: bespreek de melding met het kind en de ouder(s).

  • -

    Kinderen vanaf 16 jaar: bespreek de melding alleen met het kind.

Bij een gesprek met de burger:

  • -

    Breng uw leidinggevende op de hoogte van uw voorgenomen besluit om met de burger in gesprek te gaan.

  • -

    Spreek met de burger in aanwezigheid van een collega.

  • -

    Leg aan de burger uit waarom u van plan bent een melding te doen en wat het doel daarvan is.

  • -

    Vraag de burger uitdrukkelijk om een reactie.

  • -

    In geval van bezwaren van de burger, overleg op welke wijze u tegemoet kunt komen aan deze bezwaren.

  • -

    Is dat niet mogelijk, weeg de bezwaren dan af tegen de noodzaak om de burger of zijn gezin te beschermen tegen het huiselijk geweld en/of de kindermishandeling. Betrek in uw afweging de aard en de ernst van het geweld en de noodzaak om de burger of zijn gezin door het doen van een melding daartegen te beschermen

  • -

    Doe een melding indien naar uw oordeel de bescherming van de burger of zijn gezinslid de doorslag moet geven.

  • -

    Breng uw leidinggevende op de hoogte van de gedane melding.

Van een gesprek met de burger kunt u afzien:

  • -

    Als de veiligheid van de burger, die van uzelf of die van een ander in het geding is.

  • -

    Als u goede redenen hebt om te veronderstellen dat de burger daardoor het contact met u zal verbreken.

  • -

    Er sprake is van een zodanig urgent situatie dat het direct melden geen uitstel duldt.

Na een melding is het Steunpunt Huiselijk Geweld of het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling verantwoordelijk. Het Steunpunt Huiselijk Geweld of het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling verstrekt in principe inlichtingen over de herkomst van de melding, tenzij anonimiteit gewenst is in het belang van de bescherming van de betrokkene of van de rechten en vrijheden van anderen. Iedereen heeft recht om informatie over het slachtoffer te verstrekken als daarnaar gevraagd wordt door het Steunpunt Huiselijk Geweld of Advies- en Meldpunt Kindermishandeling. Hiervoor is volgens de wet geen toestemming nodig. Het Steunpunt Huiselijk Geweld of Advies- en Meldpunt Kindermishandeling koppelen terug naar de melder over het vervolg van de melding.

Artikel 2: Verantwoordelijkheden van gemeente voor het scheppen van randvoorwaarden voor een veilig werk- en meldklimaat

Om het voor medewerkers mogelijk te maken om in een veilig werkklimaat huiselijk geweld en kindermishandeling te signaleren en om de stappen van de meldcode te zetten, draagt de gemeente er zorg voor dat:

  • -

    Binnen de gemeente en onder burgers bekendheid wordt gegeven aan het doel en de inhoud van de meldcode.

  • -

    Regelmatig een scholingsaanbod wordt gedaan zodat medewerkers voldoende kennis en competenties ontwikkelen en op peil houden voor het signaleren van huiselijk geweld en kindermishandeling en voor het zetten van de stappen van de meldcode.

  • -

    Er een aandachtsfunctionaris of in ieder geval deskundige ondersteuning (via afspraken met een andere gemeente of het Steunpunt Huiselijk Geweld of Advies en Meldpunt Kindermishandeling) beschikbaar is die de medewerkers kan ondersteunen bij het signaleren en het zetten van de stappen van de meldcode.

  • -

    De meldcode aansluit bij de werkprocessen en introductieprogramma’s binnen de gemeente.

  • -

    Medewerkers toegang hebben tot de meldcode, stappenplan, app en het signaleringsformulier (digitaal).

  • -

    Intern en extern duidelijk wordt gemaakt dat het tegengaan van (de gevolgen van) huiselijk geweld en kindermishandeling, zoals omschreven in de meldcode, beleid is van de gemeente en dat van medewerkers wordt verwacht dat zij conform de meldcode handelen.

  • -

    De werking van de meldcode regelmatig wordt geëvalueerd en dat zo nodig acties in gang worden gezet om de toepassing van de meldcode te optimaliseren.

  • -

    Afspraken worden gemaakt over de wijze waarop de gemeente zijn medewerkers ondersteunt als zij door burgers in of buiten rechte worden aangesproken over de wijze waarop zij de meldcode toepassen.

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Landerd op 28 januari 2014

De secretaris, De burgemeester,

J.A.J. Lenssen M.C. Bakermans