Algemene kermisvoorwaarden gemeente Uden

Geldend van 14-01-2014 t/m heden

Intitulé

Algemene kermisvoorwaarden gemeente Uden

Algemene kermisvoorwaarden welke van toepassing zijn op de overeenkomst tussen de exploitant en het college inzake de toegewezen standplaatsen op de algemene kermissen in de gemeente Uden.

Artikel 1. Algemeen

  • 1. Hierna wordt verstaan onder: a. de gemeente: de gemeente Uden;

    • b.

      college: het college van burgemeester en wethouders;

    • c.

      exploitant: een natuurlijke of rechtspersoon die zijn beroep of bedrijf heeft gemaakt van de exploitatie van een kermisinrichting;

    • d.

      huurder: de exploitant welke een standplaats toegewezen heeft gekregen;

    • e.

      standplaats: een ruimte op het kermisterrein aangewezen voor het plaatsen van een kermisinrichting;

    • f.

      kermisinrichting: vermakelijkheden, vermaakzaken, oefeningspelen en verkoopzaken, bestemd tot vermaak, genot en vertier op kermissen;

    • g.

      huursom: de som welke door de exploitant is geboden voor innemen van een standplaats op de algemene kermis;

    • h.

      algemene kermis: een bij de kermisverordening gemeente Uden ingestelde openbare gelegenheid ten behoeve van exploitatie van kermisinrichtingen;

    • i.

      kermismeester: de persoon die als zodanig is aangewezen door het college;

    • j.

      kermisterrein: plaats waar de algemene kermis plaatsvindt;

    • k.

      deze voorwaarden: deze algemene kermisvoorwaarden die van toepassing zijn op en deel uitmaken van de overeenkomst.

  • 2. De voorwaarden zijn van toepassing op de huurovereenkomst tussen de gemeente en de exploitant ten aanzien van de verhuur van een standplaats op de algemene kermis.

  • 3. Alleen schriftelijk overeengekomen afwijkingen van deze voorwaarden en wijzigingen in of bij de overeenkomst zijn geldend.

  • 4. Indien enige bepaling van deze voorwaarden nietig is of vernietigd wordt, blijven de overige bepalingen van deze voorwaarden onverkort van kracht.

  • 5. Op deze voorwaarden, alsmede op alle aanbiedingen en overeenkomsten waarop deze geheel of gedeeltelijk van toepassing zijn, is uitsluitend Nederlands recht van toepassing met uitsluiting van het Weens Koopverdrag: Convention on the International Sale of Goods (CISG).

  • 6. Geschillen die uit deze voorwaarden of de daarop gebaseerde overeenkomsten voortvloeien worden voorgelegd aan de bevoegde rechter te 's-Hertogenbosch.

Artikel 2. Totstandkoming huurovereenkomst

Wanneer het college een standplaats op de algemene kermis heeft toegewezen aan een exploitant, is met deze exploitant een huurovereenkomst tot stand gekomen.

Artikel 3. Betaling huursom

  • 1. De exploitant aan wie een standplaats op de algemene kermis wordt verhuurd, dient de gemeente eenmalig te machtigen tot inning van de volledige huursom alsmede eventuele vergoeding voor de levering van elektriciteit. De exploitant heeft het formulier dat door de gemeente wordt verstrekt ten behoeve van de machtiging volledig ingevuld en ondertekend aan de gemeente geretourneerd.

  • 2. De inning van de huursom door de gemeente zoals bedoeld in het eerste lid zal niet eerder geschieden dan drie weken voor aanvang van de algemene kermis waarvoor is ingeschreven.

  • 3. Indien de huursom niet door de gemeente kan worden geïnd, is de exploitant van de kermisinrichting in gebreke door het enkele verloop van de termijnen zonder dat daarvoor een ingebrekestelling nodig is, en vervalt het recht op de hem toegewezen standplaats.

  • 4. De in het tweede lid bedoelde nalatige exploitant blijft verplicht tot betaling van de volledige huursom en gehouden tot schadevergoeding.

  • 5. Afwijking van dit artikel is alleen mogelijk in bijzondere gevallen en nadat overleg is geweest met en toestemming is verleend door het college.

Artikel 4. Vervallen recht op standplaats bij niet-innemen

  • 1. Een standplaats die twee dagen vóór de aanvang van de kermis niet of slechts gedeeltelijk door de huurder is ingenomen vervalt aan het college, in welk geval géén teruggave, noch geheel noch gedeeltelijk, van de betaalde huursom zal plaatsvinden, tenzij de gemeente nakoming van de overeenkomst verlangt.

  • 2. Het college kan afwijken van hetgeen bepaalde in het eerste lid, mits de huurder uiterlijk één week vóór de aanvang van de kermis aan de kermismeester kenbaar heeft gemaakt dat hij niet kan voldoen aan het in het eerste lid bepaalde.

Artikel 5. Boetebepaling

  • 1. Indien een huurder een standplaats heeft gehuurd voor grootvermaak zijn standplaats gedurende een of meer dagen van de kermis niet, of met een inrichting waarvoor hem geen standplaats is toegekend, inneemt, zonder dat hem daarvoor door het college toestemming is verleend, is hij aan de gemeente een boete verschuldigd van € 5.000,00 per dag. Iedere dag dat een boete verschuldigd is wordt opgeteld tot een totaal.

  • 2. Indien een huurder een standplaats heeft gehuurd voor een andere kermisinrichting dan grootvermaak zijn standplaats gedurende een of meer dagen van de kermis niet, of met een inrichting waarvoor hem geen standplaats is toegekend, inneemt, zonder dat hem daarvoor door het college toestemming is verleend, is hij aan de gemeente een boete verschuldigd van:

    • -

      voor de eerste dag éénmaal de huursom, waarvoor de standplaats is verhuurd;

    • -

      voor de tweede dag tweemaal de huursom, waarvoor de standplaats is verhuurd;

    • -

      voor de derde dag driemaal de huursom, waarvoor de standplaats is verhuurd;

    • -

      voor de vierde dag viermaal de huursom, waarvoor de standplaats is verhuurd;

    • -

      voor de vijfde dag vijfmaal de huursom, waarvoor de standplaats is verhuurd;

    • -

      voor de zesde dag zesmaal de huursom, waarvoor de standplaats is verhuurd;

    • -

      voor de zevende dag zevenmaal de huursom, waarvoor de standplaats is verhuurd;

    • -

      voor de achtste dag achtmaal de huursom, waarvoor de standplaats is verhuurd;

    • -

      voor de negende dag negenmaal de huursom, waarvoor de standplaats is verhuurd;

    • -

      voor de tiende dag tienmaal de huursom, waarvoor de standplaats is verhuurd.

  • 3. Gedeelten van een dag worden bij de toepassing van dit artikel voor een gehele dag gerekend. Met het niet innemen van een standplaats wordt gelijk gesteld het niet volledig opgebouwd hebben en/of houden van een inrichting gedurende de uren, dat de inrichting geopend moet zijn.

Artikel 6. Elektriciteit

  • 1.

    Het is een huurder niet toegestaan op de standplaats gebruik te maken van een elektriciteitsvoorziening, anders dan die door de gemeente wordt aangeboden, tenzij hiertoe door het college toestemming is verleend.

  • 2.

    Met betrekking tot de levering van elektriciteit ten behoeve van kermisaansluitingen zijn de huurders gebonden aan de voorwaarden, welke door Essent te 's-Hertogenbosch zijn of worden gesteld.

  • 3.

    Voor het gebruik van de door de gemeente aangeboden elektriciteitsvoorziening, is de huurder een vergoeding verschuldigd, welke nader zijn gespecificeerd in het vierde lid.

4. Voor het gebruik van de door de gemeente aangeboden elektriciteitsvoorziening, zullen de volgende tarieven worden gehanteerd. Deze tarieven zijn exclusief eventueel verschuldigde BTW:

Afzekerings- Tarieven voor de Tarieven voor de Tarieven voor

waarden kermis in Uden kermis in Odiliapeel kermis in Volkel

1 x 10 ampère € 243,00 € 137,55 € 137,55

1 x 16 ampère 356,00 184,80 184,80

1 x 25 ampère 415,00 216,00 216,00

3 x 10 ampère 450,00 264,60 264,60

3 x 16 ampère 550,00 292,95 292.95

3 x 25 ampère 650,00 344,40 344,40

3 x 35 ampère 750,00 411,60 411,60

3 x 50 ampère 850,00 458,85 458,85

3 x 63 ampère 950,00 509,25 509,25

3 x 80 ampère 1.250,00 568,05 568,05

3 x 100 ampère 1.350,00 620,55 620,55

3 x 125 ampère 1.550,00 688,80 688,80

3 x 160 ampère 1.750,00 832,65 632,65

3 x 200 ampère 2.000,00 1.274,70 1.274,70

3 x 225 ampère 2.250,00 1.433,25 1.433,25

3 x 250 ampère 2.500,00

  • 5.

    Voor aansluiting van salon- of keukenwagens zijn geen extra kosten verschuldigd.

  • 6.

    Indien blijkt dat de huurder welke elektriciteit afneemt van de gemeente, zijn zekeringen dient te verzwaren, zullen hiervoor de meerkosten voor rekening komen van de huurder. Hiervoor is de huurder aan de gemeente een vergoeding verschuldigd van € 29,00.

  • 7.

    Indien door schuld van de huurder een storing ontstaat aan het elektriciteitsnetwerk van de gemeente, zijn alle hieruit voortvloeiende kosten voor de huurder.

  • 8.

    Voor aansluiting van de inrichting op het door de gemeente aangeboden elektriciteitsnetwerk wordt geen leidingmateriaal beschikbaar gesteld.

  • 10.

    Indien een huurder zijn kermisinrichting wil aansluiten op het elektriciteitsnetwerk van de gemeente, is dit mogelijk op de dinsdag tot en de vrijdag direct voorafgaand aan de aanvang van de algemene kermis, tussen 08.00 en 16.30 uur.

  • 11.

    De bekabeling ten behoeve van het aansluiten van de kermisinrichting op het elektriciteitsnetwerk van de gemeente dient te geschieden met minimaal vijftig meter vijf-aderige aansluitkabel en dient minimaal drie meter bovengronds te worden aangebracht, gemeten vanaf de kermisinrichting of de salon- of keukenwagen tot het aansluitpunt.

Artikel 7. Niet aansluiting elektriciteitsnetwerk

Het college behoudt zich het recht voor om, indien de huurder een verplichting voortvloeiend uit artikel 6 nalaat of overtreedt, niet over te gaan tot aansluiting van de kermisinrichting, salon- of keukenwagen op het stroomnet dan wel over te gaan tot afsluiting van de kermisinrichting, salon- of keukenwagen van het stroomnet, onverminderd de verplichting tot betaling van vergoeding zoals bedoeld in artikel 3, eerste lid.

Artikel 8. Beschadigen straatwerk

In de bestrating op het kermisterrein mogen geen pennen, wiggen of andere soortgelijke voorwerpen worden geslagen, gedreven of op welke andere wijze ook ingebracht, noch mogen gaten of kuilen worden gemaakt.

Artikel 9. Geluidsbepalingen

  • 1. De exploitant dient er voor te zorgen dat de in zijn kermisinrichting aanwezige orgels, audio-installaties en/of andere geluidsproducerende instrumenten, gemeten op 1 meter van de geluidsbox(en), zijn afgesteld op maximaal LAeq 85 dB(A).

  • 2. Bij attracties waarbij blijkt dat metingen 1 meter van de box(en) niet mogelijk zijn, mag het geluidsniveau aan de rand van de attractie gemeten maximaal LAeq 85 dB(A) bedragen, dit ter beoordeling van de ambtenaren die met de geluidsmetingen zijn belast.

  • 3. De geluidsmetingen vinden gedurende minimaal 1 minuut plaats en dienen te worden uitgevoerd volgens het gestelde in de Handleiding Meten en Rekenen Industrielawaai, 1999.

Artikel 10. Plaatsing en toepassing geluid

  • 1. De geluidsboxen behoren zodanig te zijn aangebracht, dat het voortgebrachte geluid naar de binnenzijde van de attractie wordt uitgestraald.

  • 2. Geluidsboxen welke extreem hoge of lage tonen produceren, dienen zodanig te worden opgesteld dat dit geen geluidsoverlast kan veroorzaken bij derden.

  • 3. Het gebruik van overmatig lawaaimakende apparaten zoals sirenes en dergelijk is niet toegestaan.

Artikel 11. Geluidsbegrenzende apparatuur

Het college is bevoegd bij één of meerdere inrichtingen geluidsbegrenzende apparatuur aan te brengen. Aanwijzingen gegeven door of namens het college dienen stipt en onmiddellijk te worden opgevolgd.

Artikel 12. Lichtsbepalingen

De exploitant dient ervoor zorg te dragen dat de in de kermisinrichting aangebrachte of gebezigde verlichting, zodanig is afgeschermd dat geen hinderlijke lichtstraling buiten de inrichting waarneembaar is.

Artikel 13. Afvoer van stoffen in de buitenlucht

Installaties, generatoren, ventilatiesystemen, luchtbehandelingsinstallaties of afzuigsystemen waarvan de afvoer uitmondt in de buitenlucht, moeten zodanig zijn gesitueerd dat hierdoor geen hinder wordt toegebracht aan het gebied buiten het kermisterrein.

Artikel 14. Gebruik motoren voor opwekken energie

Het is verboden diesel-, benzine- of andere motoren, welke dienen tot opwekking van energie voor verlichting en/of het in werking brengen of houden van de inrichting te gebruiken op de algemene kermis, tenzij hiertoe toestemming is verleend door het college.

Artikel 15. Opruimen gevaarlijke stoffen

  • 1. De huurder is verplicht gevaarlijke stoffen welke zijn vrijgekomen uit een opslagvoorziening van of aan zijn kermisinrichting, zo snel mogelijk op te ruimen.

  • 2. Ten behoeve van het eerste lid, is de huurder verplicht om materialen aanwezig te hebben om gevaarlijke stoffen te kunnen immobiliseren te neutraliseren of te absorberen. De aard en hoeveelheid van deze materialen zijn afgestemd op de aard en hoeveelheid van de opgeslagen gevaarlijke stoffen.

Artikel 16. Verontreiniging buiten attractie

  • 1. Indien verontreinigde stoffen buiten de attractie en/of bijbehorende installaties dreigen te geraken, geraken of zijn geraakt of de bodem en/of het grondwater dreigt te worden, wordt of is verontreinigd of aangetast, is de huurder verplicht:

    • -

      dit terstond te melden aan het kermismeester;

    • -

      onverwijld alle maatregelen te nemen om (verdere) verontreiniging of aantasting te voorkomen; - de verontreiniging of aantasting te beëindigen en/of de gevolgen daarvan te beperken.

  • 2. De aard, de mate en de omvang van de bodem en/of grondwaterverontreinigingen en/of aantastingen worden in overleg met goedkeuring van het college onderzocht.

  • 3. De opgetreden verontreinigen en/of aantastingen, zulks ter beoordeling van het college op een door haar goed te keuren wijze, moeten binnen een door het college te bepalen termijn, door de huurder ongedaan worden gemaakt.

Artikel 17. Afvoer van afvalwater

Afvoer van afvalwater dient zodanig plaats te vinden dat verontreiniging van de bodem en/of het grondwater wordt voorkomen, via een tijdelijke aansluiting op het vuilwaterriool.

Artikel 18. Maatregelen ter voorkoming van calamiteiten

  • 1. Op een duidelijk zichtbare plaats bij de toegang tot de inrichting of bij de portier is een duidelijk leesbare instructie aangebracht over de te nemen maatregelen in het geval van calamiteit. Deze instructie bevat gegevens van instanties of personen waarmee in het geval van een calamiteit contactmoet worden opgenomen.

  • 2. De huurder verplicht zich ervoor zorg te dragen, dat de inrichting in zodanige staat is, alsmede dat zodanige maatregelen zijn getroffen, dat de veiligheid van het publiek dat zich in of nabij de inrichting bevindt, redelijkerwijs is gewaarborgd.

Artikel 19. Brandpreventie

  • 1. Teneinde een begin van brand effectief te kunnen bestrijden moeten ten minste brandblusmiddelen en/of brandbestrijdingsinstallaties aanwezig zijn in of in de directe omgeving van de inrichting. Alle blusmiddelen moeten voor eenieder duidelijk zichtbaar en gemakkelijk bereikbaar zijn aangebracht of opgehangen, voor direct gebruik gereed zijn en in goede staat van onderhoud verkeren. De draagbare blustoestellen dienen gecontroleerd en onderhouden te worden overeenkomstig het gestelde in NEN 2559. Draagbare blustoestellen moeten zijn voorzien van een Rijkskeurmerk met rangnummer.

  • 2. De huurders zijn verplicht alle door de Commandant van de brandweer ter voorkoming van brandgevaar gegeven bevelen onverwijld op te volgen.

  • 3. Houders van gebak- en/of viskramen/verkoopwagens, waarin olie op een open vuur of op een fornuis wordt verhit, moeten zorgen, dat in de kraam of verkoopwagen minstens één duidelijke brandblusser met ten minste 7 kg bluspoeder of 6 kg koolzuursneeuw aanwezig is. Bovendien moeten de bak- en braadpannen e.d. bij brand onmiddellijk door een goed passend deksel kunnen worden afgesloten.

Artikel 20. Opvolgen bevelen in het kader van openbare orde en veiligheid

  • 1. De exploitant is verplicht tot zijn inrichting te allen tijde toe te laten de dienstdoende ambtenaren van de politie, de kermismeester, alsmede de Commandant van de brandweer.

  • 2. De exploitant is gehouden de gemeentelijke verordeningen stipt na te leven en de bevelen van de politie en de kermismeester, gegeven in het belang van de openbare orde, veiligheid en zedelijkheid direct uit te voeren.

Artikel 21. Opleveren standplaats

  • 1. De standplaats (inclusief de onderliggende bodem) moet, vrij van alle opstallen, in de staat, waarin zij bij de aanvang van de huur verkeerde, aan de gemeente worden opgeleverd, uiterlijk op de tweede dag na het einde van de kermis.

  • 2. Bij gebreke van een en ander geschiedt de ontruiming en het in oorspronkelijke staat brengen van de standplaats door de gemeente voor rekening van de huurder met de bevoegdheid om de opstal in het openbaar te doen verkopen en op de opbrengst de gemaakte kosten te verhalen.

Artikel 22. Risico en kwaliteit

  • 1. Het risico van de zaken wordt geacht bij de exploitant te zijn gebleven indien het college op goede gronden het recht op ontbinding van de overeenkomst inroept.

  • 2. De exploitant staat in voor de kwaliteit en integriteit bij de uitvoering van de overeenkomst.

  • 3. De exploitant zal voor zijn rekening en risico alle voorkomende gebreken op eerste aanzegging en tot genoegen van het college herstellen, onverminderd de aansprakelijkheid uit artikel 21.

Artikel 23. Voorschriften, verzekering, toezicht

  • 1. De exploitant, zijn werknemers en door hem ingeschakelde derden zijn gehouden bij de nakoming van de overeenkomst, alle toepasselijke wettelijke voorschriften in acht te nemen, evenals de voorschriften die door de gemeente zijn vastgesteld en bekendgemaakt.

  • 2. De exploitant verplicht zich vanaf de totstandkoming van de overeenkomst afdoende verzekerd te zijn en zich verzekerd te houden voor beroepsaansprakelijkheid en andere aansprakelijkheden die van toepassing zijn, en werkt op eerste verzoek van de gemeente mee aan de cessie van alle aanspraken hieruit.

  • 3. De gemeente is gerechtigd binnen de voorschriften en verplichting uit de leden 1 en 2 te allen tijde en zonder vooraankondiging, bij de wederpartij toe te zien op de naleving hiervan.

Artikel 24. Aansprakelijkheid

  • 1. De exploitant is met betrekking tot de door hem geleverde zaken en verrichte diensten aansprakelijk voor alle (verdere) schade, gevolgschade daaronder begrepen, en gehouden tot vergoeding van bedrijfsschade, winstderving, alle gerechtelijke en buitengerechtelijke kosten, schade voortvloeiende uit aanspraken van derden jegens de gemeente of welke andere schade dan ook. Deze aansprakelijkheid strekt zich mede uit jegens natuurlijke en/of rechtspersonen werkzaam voor of bij de gemeente, alsmede derden waarmee de gemeente verplichtingen is aangegaan.

  • 2. De exploitant vrijwaart de gemeente terzake van alle aanspraken van derden tot vergoeding van schade aan derden door de wederpartij aan de gemeente geleverde zaken en/of verrichte diensten.

Artikel 25. Informatieplicht exploitant

  • 1. Indien het college het noodzakelijk acht, kan zij de exploitant met wie een huurovereenkomst is aangegaan heeft voor een standplaats op een algemene kermis verplichten een lijst over te leggen met daarop de gemeenten waar deze met zijn inrichting een standplaats heeft gehuurd en tevens mede te delen waar de inrichting zich bevindt.

  • 2. Als de gevraagde informatie niet binnen de daartoe gestelde termijn wordt verstrekt, kan het college besluiten om te huurovereenkomst te beëindigen. In dat geval zal teruggaaf van gestorte gelden niet plaatsvinden, terwijl de huurder in geen enkele vorm recht op schadeloosstelling kan doen gelden.

  • 3. Tevens kan het college besluiten een door haar vast te stellen aantal jaren de inschrijving(en) van de exploitant zoals bedoeld in het eerste en tweede lid buiten behandeling te laten.

Artikel 26. Niet voldoen aan voorwaarden

  • 1. Indien één van beide partijen de verplichtingen op grond van deze algemene kermisvoorwaarde niet, niet tijdig of niet deugdelijk nakomt is deze partij, na schriftelijk in gebreke te zijn gesteld waarbij een redelijke termijn is gesteld om alsnog na te komen, tenzij zulks op grond van deze voorwaarden, de overeenkomst of de wet niet nodig is, en in geval van termijnstelling, nakoming binnen die termijn uitblijft, aansprakelijk voor alle schade die hieruit voor de andere partij en/of derden voortvloeit en is de andere partij gerechtigd tot ontbinding van de overeenkomst over te gaan.

  • 2. De verplichting tot betaling van een schadevergoeding op grond van het vorige lid laat onverlet de verplichting tot betaling van de huursom door de exploitant dan wel het verval van de huursom aan de gemeente.

Artikel 27. Ontbinding en beëindiging

  • 1. Buiten hetgeen elders in deze voorwaarden is bepaald, is de gemeente gerechtigd de overeenkomst met onmiddellijke ingang bij een aangetekend schrijven buiten rechte te ontbinden indien:

    • a.

      de exploitant in staat van faillissement wordt verklaard, of, al dan niet voorlopig, surséance van betaling wordt verleend, danwel zijn vermogen wordt opgeheven of op een aanmerkelijk deel van zijn vermogen beslag wordt gelegd, danwel in al die gevallen een aanvraag daartoe, danwel anderszins niet langer in staat moet worden geacht aan zijn verplichtingen uit hoofde van deze overeenkomst te kunnen voldoen;

    • b.

      door of vanwege de exploitant enig voordeel is aangeboden of verschaft aan personeel, medewerkers of vertegenwoordigers van de gemeente of door haar ingeschakelde derden;

    • c.

      de exploitant niet of niet langer beschikt over de noodzakelijke publiekrechtelijke vergunningen;

    • d.

      de exploitant deze voorwaarden niet of niet correct naleeft.

  • 2. Bij ontbinding van de huurovereenkomst is de exploitant verplicht aan de gemeente behalve de in artikel 21 genoemde schade, ook alle verdere schade die de gemeente mocht lijden te vergoeden.

  • 3. Door de ontbinding worden alle openstaande vorderingen van de gemeente onmiddellijk opeisbaar.

  • 4. De beëindiging, opzegging of ontbinding van de overeenkomst ontslaat de exploitant niet van de verplichtingen op de exploitant die naar hun aard bedoeld zijn om van kracht te blijven, zoals aansprakelijkheid.

  • 5. Indien een overeenkomst welke is aangegaan voor een periode van drie jaren voortijdig wordt beëindigd, zal geen teruggaaf plaatsvinden van de reeds gestorte gelden en zal de exploitant geen enkele vorm van recht op schadeloosstelling kunnen doen gelden.

Artikel 28. Kennis van voorwaarden

  • 1.

    Iedere exploitant geeft door middel van inschrijving te kennen de verhuurvoorwaarden te hebben ontvangen.

  • 2.

    Iedere exploitant wordt geacht met deze voorwaarden bekend te zijn en geeft door inschrijving te kennen deze te accepteren.

Aldus vastgesteld op 29 oktober 2013 in de vergadering van het College van burgemeester en wethouders van Uden.