Beleidsregels Stadionomgevingsverboden

Beleidsregels Stadionomgevingsverboden

De burgemeester van Waalwijk,

Overwegende dat:

Op 23 maart 2007 is de “Beleidsregels stadionomgevingsverboden 2007” vastgesteld. Dit beleid was nog gebaseerd op het oude artikel 2.2.13 van de APV. Gelet op het huidige artikel 2.81 van de Algemene Plaatselijke Verordening van de gemeente Waalwijk dient het beleid hierop aangepast te worden. Op de volgende onderdelen wordt het beleid aangepast:

• -

  De “Beleidregels Stadionomgevingsverboden” wordt op het nieuwe artikel 2.81 APV en niet meer op artikel 2.2.13 APV gebaseerd.

• -

  De omgeving van het stadion is aangepast. Voorheen werd alleen het westelijk gedeelte ten opzichte van het stadion benoemd. Nu is gebleken dat er in het oostelijk gebied enkele knelpunten bevinden waar zich problemen voordoen wanneer een voetbalwedstrijd gespeeld wordt in het RKC stadion. Om wanorde te voorkomen, ter bescherming van de openbare orde en binnen de grenzen van proportionaliteit, wordt ook het oostelijk gedeelte van het stadion benoemd.

• -

  Op grond van het nieuwe artikel 2:81 lid 4 sub b van de APV kan de burgemeester nadere plaatsen aanwijzen. Recentelijk is gebleken dat met betrekking tot de plaats van voetbalvandalisme een ontwikkeling heeft plaatsgevonden. De overlast, voor en na de wedstrijd, blijft niet beperkt tot in het stadion van RKC-Waalwijk, maar strekt zich tevens uit tot buiten het stadion, richting centrum en cafés. Het oude juridische instrumentarium bood onvoldoende mogelijkheden om aan dit probleem weerstand te bieden.

• -

  De termijnen in “Beleidsregels stadionomgevingsverboden 2007” zijn afgeleid van de “Richtlijn termijn stadionverbod van de KNVB”. Deze richtlijn geeft de mogelijkheid termijnen te stellen van langer dan twee jaar. Ingevolge artikel 2.81 APV is het niet mogelijk een termijn te stellen langer dan twee jaar. Het beleid is hierop aangepast.

Om in de toekomst op de juiste manier gebruik te kunnen maken van de beleidsregels dienen deze dus aangepast te worden. Deze beleidsregels waarborgen de rechtszekerheid en rechtsgelijkheid, omdat een stadionomgevingsverbod een tamelijk ingrijpende maatregel is. Voorgesteld wordt bijgevoegde “beleidsregels stadionomgevingsverboden” vast te stellen

Besluit

onder intrekking van de “BeleidsregelsStadionomgevingsverboden 2007 (van kracht per 23 maart 2007) ”,

ingevolge artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht in samenhang met afdeling 16 van de APV vast te stellen de “Beleidregelsen”.

Juridisch kader stadionomgevingsverbod

Op grond van artikel 2.81 van de APV kan de burgemeester in het belang van de openbare orde aan een persoon schriftelijk het verbod opleggen zich op te houden in de omgeving van het stadion vanaf drie uur voor het vastgestelde aanvangstijdstip tot drie uur na afloop van voetbalwedstrijden. Het verbod geldt voor een bepaalde periode en is niet langer dan twee jaar.

Onder de omgeving van het RKC WAALWIJK-stadion wordt verstaan: a. het gebied dat wordt omsloten door: v.d. Merwedelaan – Ambrosiusweg - Burgemeester Smeelelaan –de Coubertinlaan – Drunenseweg tot het Drongelens kanaal en de Bloemendaalweg (rood aangemerkt zie bijlage 1).b. door de burgemeester nader aan te wijzen plaatsen (groen aangemerkt zie bijlage 1).

Voorheen vonden de meeste incidenten plaats in en rondom de voetbalstadions. Landelijk is, mede door de toegenomen veiligheidsmaatregelen in en rondom de stadions, het voetbalvandalisme zich geleidelijk aan gaan verplaatsen naar de omgeving richting de centra. Deze trend heeft zich ook doorgezet in de gemeente Waalwijk. Een voorbeeld hiervan zijn de ordeverstoringen in de binnenstad van Waalwijk rond de wedstrijd RKC Waalwijk en PSV in 2012.

De burgemeester kan op basis van de Algemene plaatselijke verordening nader plaatsen aanwijzen waar het stadionomgevingsverbod geldt. Het gebied waar voorheen een stadionomgevingsverbod kon worden opgelegd bereikte niet het gewenste effect aangezien de openbare verstoringen tevens hebben plaatsgevonden op plaatsen die niet binnen artikel 2.81 lid 4 sub a vallen. Voor en na afloop van de wedstrijd verplaatste de orde verstorende gedragingen zich ook naar het centrumgebied. Om de supporters te kunnen weren die zich hieraan schuldig maken en om herhaling te voorkomen is het noodzakelijk om het gebied uit te breiden op grond van artikel 2.81 lid 4 sub b.

Daarnaast leert de ervaring dat de confrontaties tussen supportersgroepen en of de politie voornamelijk worden aangegaan voorafgaand aan en na afloop van de wedstrijden. In Waalwijk speelt café De Victorie, gevestigd aan de Loeffstraat, een centrale rol. Dit café is een bekend verzamelpunt voor RKC supporters. Om confrontaties in dit gebied, waarin ook het café is gelegen, te voorkomen wordt de Loeffstraat aangewezen als behorende bij de omgeving van het RKC stadion. Een voorbeeld van een dergelijke confrontatie is de vechtpartij die ontstond voorafgaand aan de voetbalwedstrijd van RKC Waalwijk tegen NEC in 2012.

Op grond van artikel 2.81, lid 4 sub b van de APV wijst de burgemeester dan ook het gebied aan als behorende bij de omgeving van het RKC WAALWIJK-stadion, zijnde het gebied omsloten door de straten: Putstraat – Groenstraat – Taxandriaweg – Winterdijk – Poststraat – Meester van Coothstraat – Noord Parallelweg. Hierbij tellen de genoemde straten en de gebouwen binnen het gebied zelf ook mee. Daarnaast wordt ook de Loeffstraat en de daar aan gelegen percelen en gebouwen aangewezen.

Indien de persoon aan wie het stadionomgevingsverbod gegeven wordt in het gebied woont of werkt waarvoor het stadionomgevingsverbod geldt, wordt het gebied zodanig aangepast dat die persoon een aanlooproute heeft naar en van zijn woning of werklocatie.

De burgemeester kan in het belang van de openbare orde een stadionomgevingsverbod opleggen vanaf drie uur voor het vastgestelde aanvangstijdstip tot drie uur na afloop van een voetbalwedstrijd zoals omschreven in artikel 2:78 lid 2 van de APV.

Procedure

Wanneer door de KNVB of de BVO RKC WAALWIJK, of een andere bevoegde instantie aan bezoekers van wedstrijden van RKC WAALWIJK een stadionverbod is opgelegd wordt daarvan kennis gegeven aan de politie. De politie stelt de burgemeester hiervan in kennis. De burgemeester kan vervolgens, een stadionomgevingsverbod opleggen. De burgemeester kan ook zelf de procedure starten tot opleggen van een stadionomgevingsverbod zonder dat een stadionverbod is opgelegd.

Wanneer wordt besloten tot het opleggen van een stadionomgevingsverbod correspondeert de duur van het verbod in beginsel met de duur van het stadionverbod volgens de “Richtlijn termijn stadionverbod” van de KNVB met een maximale termijn van twee jaar.

In de beschikking wordt duidelijk aangegeven voor welk tijdvak het stadionomgevingsverbod geldt en op grond van welke feiten een stadionomgevingsverbod wordt opgelegd.

Als wordt overwogen aan een persoon een stadionomgevingsverbod op te leggen, wordt deze in de gelegenheid gesteld mondeling, dan wel schriftelijk zijn of haar zienswijze hieromtrent naar voren te brengen, tenzij de uitzonderingsgronden van artikel 4:11 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing zijn.

De oplegging van een stadionomgevingsverbod is een beschikking waartegen bezwaar kan worden gemaakt bij de burgemeester en vervolgens beroep kan worden ingesteld bij de bestuursrechter. De bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht zijn van toepassing.

Een stadionomgevingsverbod geldt voor een bepaalde termijn en derhalve voor alle wedstrijden, ongeacht het risicoprofiel van die wedstrijden, in dat tijdvak.

Termijnen

In onderstaand schema wordt weergegeven wanneer en voor hoelang er een stadionverbod (afgekort SV) en, of een stadionomgevingsverbod (afgekort SOV) wordt opgelegd. De termijnen van het stadionverbod zijn conform de door de KNVB opgestelde richtlijnen 2012-2013 met een maximale termijn conform artikel 2:81 van de APV van twee jaar.

INWERKINGTREDING

Deze beleidsregel treedt in werking op de eerste dag na de datum van bekendmaking.

CITEERTITEL

Deze regeling kan worden aangehaald als de “Beleidregels en”.

Aldus vastgesteld door de burgemeester op 31 januari 2014.

De burgemeester van Waalwijk,

drs. A.M.P. Kleijngeld

BIJLAGE 1

Publicatie beleidsregels stadionomgevingsverboden

De beleidsregels stadionomgevingsverboden zijn op grond van artikel 4:81 lid 1 Algemene wet bestuursrecht en afdeling 16 van de Algemene plaatselijke verordening (APV) per (30 januari 2014) vastgesteld. Op basis van artikel 2:81 APV kan de burgemeester van de gemeente Waalwijk een gebied aanwijzen waarvoor een stadionomgevingsverbod geldt.

De gebieden zijn af gekaderd in het beleid. Tegen de aanwijzing van plaatsen waar het

stadionomgevingsverbod geldt, kunnen belanghebbenden een bezwaarschrift indienen. De termijn voor het indienen van een bezwaarschrift bedraagt, op grond van artikel 6:7 van de Algemene wet bestuursrecht, zes weken. Deze termijn vangt aan met ingang van de dag na die waarop het beleid is bekendgemaakt.

Het bezwaarschrift dient te worden gericht aan de burgemeester van de gemeente Waalwijk, ter attentie van de commissie Bezwaarschriften, Postbus 10.150, 5140 GB Waalwijk. Het bezwaarschrift moet zijn ondertekend. Het bevat ten minste de naam en het adres van de indiener, de dagtekening, een omschrijving van het aangewezen gebied waartegen het bezwaar is gericht en de gronden van het bezwaar.

Indien een bezwaarschrift is ingediend gedurende de genoemde periode, kan indien er sprake is van een spoedeisend belang een verzoek worden gedaan tot het treffen van een voorlopige voorziening. Dit verzoek dient te worden gericht aan de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant Team Bestuursrecht, Postbus 90.006, 4800 PA Breda. Voor het indienen van een verzoek tot voorlopige voorziening is griffierecht verschuldigd.

Meer informatie over het maken van bezwaar is te lezen in de brochure Bezwaarprocedure. Deze kunt u inzien en downloaden op de internetpagina van de gemeente, www.waalwijk.nl. U wordt dringend aangeraden de brochure te lezen voordat u bezwaar maakt.

Wij wijzen u erop dat het indienen van een bezwaarschrift geen schorsende werking heeft. Dat wil dus zeggen dat de nadere regels na bekendmaking van kracht worden.