Besluit inzake afgifte van staanplaatsen buiten de markt in het gebied Amsterdamse Poort en Omgeving

Besluit inzake afgifte van staanplaatsen buiten de markt in het gebied Amsterdamse Poort en Omgeving

I. Het gebied Amsterdamse Poort e.o. wordt als eenheid beschouwd ten aanzien van staanplaatsen buiten de markt.

Dit betreft het gebied als begrensd door:

- de Flierbosdreef; - de Hoogoorddreef;

- de Bijlmerdreef; - de N.S./metrolijn;

- alsmede het plein tussen de parkeergarages van Fleerde en Frissenstein, Fazantenhof genoemd. Het gebied is aangegeven in de bijgevoegde schets.

II. Er worden geen initiatiefplaatsen toegekend. Na de eerste toewijzing zal verdere toedeling van plaatsen - waaronder mede begrepen eventueel nadien goed te keuren nieuwe plaatsen - geschieden na publicatie en sollicitatie op basis van anciënniteit.

III. De plaatsen worden bij de eerste toedeling toegewezen naar datum van ontvangst van de aanvraag voor een bepaald assortiment.

IV. Er worden maximaal 9 aan te wijzen plaatsen toegestaan met vermelding van de omvang en de soort van het materieel.

V. Het assortiment voor de locaties wordt bepaald aan de hand van de ingediende aanvragen. Gezien de hoeveelheid aanvragen naar soort artikel zijn niet voor alle etenswaren plaatsen aangewezen

VI. Bakken en/of braden van etenswaren - op locatie - in hete oliën/vetten is naast de, de staanplaatsvergunning ter beoordeling van de Milieudienst en de Brandweer. De bereiding ter plaatse van vis voor de verkoop is ter beoordeling van de Milieudienst.

VII. De locaties worden aangewezen naar artikel volgens bijgevoegde indeling in bijlage I. De locaties als zodanig worden aangegeven in de bijgevoegde schets in bijlage II. Ingeval bij een locatie meerdere hoofdartikelen zijn vermeld worden de locaties in eerste instantie voor het eerst genoemde artikel aangeboden en vervolgens in volgorde. De indeling op de bijgevoegde schets omvat de mogelijkheid van verschuiving van ondergeschikte aard bij het uitmeten en intekenen van de definitieve plaats(-omschrijving).

VIII. Het ‘'overstaan'' van het materieel wordt toegestaan voor het Amsterdamse model van de ombouwde wagen op locaties indien en voor zover nadrukkelijk aangegeven. Overigens dient het materieel na afloop van de bedrijfsvoering te worden verwijderd. Met het toegestane materieel van 3 bij 1,25 meter wordt bedoeld licht ventmaterieel.

IX. Bij evenementen zal nader overleg dienen plaats te vinden om absolute verwijdering van vergunninghouders zoveel mogelijk te voorkomen.