Subsidieverordening instandhouding gemeentelijke monumenten

Geldend van 25-01-2014 t/m heden

Intitulé

Subsidieverordening instandhouding gemeentelijke monumenten

Vastgesteld bij besluit van de raad van 9 januari 2014 nr. 334152

De raad der gemeente Putten;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van18 december 2013, nr. 334118;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de Subsidieverordening instandhouding gemeentelijke monumenten.

Artikel 1 Begripsomschrijving

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    c onservering:

    werkzaamheden gericht op het treffen van zodanige voorzieningen aan bedrijfsruïnes, tevens zijnde monumenten, dat de staat waarin deze zich bevinden niet verder achteruit gaat;

  • b.

    d uurzame instandhouding:

    een beschermings- of ontwikkelingsaanpak, die erop gericht is gericht het verval van het monument tegen te gaan en zo mogelijk schade te herstellen; hieronder vallen de maatregelen op het gebied van onderhoud en restauratie;

  • c.

    g emeentelijk monument:

    een object dat - op het moment dat met de te subsidiëren activiteiten een aanvang wordt gemaakt - door burgemeester en wethouders is aangewezen als gemeentelijk monument;

  • d.

    h aalbaarheidsonderzoek:

    onderzoek om inzicht te krijgen in de kosten van herstel, verbetering, al of niet in combinatie met het nagaan van de mogelijkheden van een sluitende exploitatie na restauratie; een en ander mede met het oog op beoordeling of een restauratie zinvol is;

  • e.

    o nderhoud:

    werkzaamheden noodzakelijk om een monument in goede staat te houden c.q. als zodanig in stand te houden en/of om toekomstig groot onderhoud en kostbare restauraties te voorkomen of te verminderen;

  • f.

    o nderzoek:

    haalbaarheidsonderzoek en wetenschappelijk (historisch) onderzoek;

  • g.

    restauratie:

    (herstel) werkzaamheden die noodzakelijk zijn voor de instandhouding van een monument en die het Onderhoud te boven gaan;

  • h.

    u itvoeringsvoorschriften:

    de laatstelijk door Gedeputeerde Staten van Gelderland vastgestelde voorschriften ten behoeve van duurzame instandhouding cultuurhistorische waarden.

Artikel 2 Subsidieontvanger

De subsidie kan uitsluitend worden toegekend aan de natuurlijke persoon of rechtspersoon die krachtens enig zakelijk recht het genot heeft van een monument.

Artikel 3 Budget

  • 1. Indien de in de Gemeentebegroting daartoe bestemde middelen dat toelaten, kan het college met inachtneming van deze verordening subsidie toekennen ten behoeve van onderhoud of restauratie van in de gemeente Putten gelegen gemeentelijke monumenten.

  • 2. Indien de in lid 1 bedoelde gelden zijn uitgeput kan het college de aanvraag om subsidie afwijzen.

Artikel 4 Procedure

  • 1. De aanvraag om subsidie dient van tevoren schriftelijk bij het college te worden ingediend. De aanvraag dient vóór 1 januari van het jaar waarin de werkzaamheden uitgevoerd zullen worden, te worden ingediend. De uitvoering van de werkzaamheden mag niet eerder beginnen dan nadat het college een subsidiebeschikking heeft afgegeven.

  • 2. Indien na de behandeling van de aanvragen ingediend voor 1 januari blijkt dat er nog budget beschikbaar is, kunnen ook nieuwe aanvragen in behandeling worden genomen.

  • 3. Aanvragen worden in volgorde van binnenkomst behandeld.

  • 4. Bij de aanvraag dienen ter goedkeuring te worden overlegd:

    • a.

      een gespecificeerde offerte c.q. gespecificeerde offertes van de uit te voeren onderhoud- en/of restauratiewerkzaamheden;

    • b.

      een inspectierapport, van de Monumentenwacht Gelderland dan wel van een onafhankelijk deskundige of onafhankelijke deskundige instantie, opgesteld voorafgaand aan de uitvoering van het onderhoud in het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft of het daaraan voorafgaande jaar;

    • c.

      een verzekeringsovereenkomst tegen brand- en stormschade.

  • 5. Het college kan bepalen dat naast de in lid 4 bedoelde bescheiden andere bescheiden dienen te worden overlegd.

  • 6. Aanvragen ten aanzien waarvan niet wordt voldaan aan de eisen gesteld in of krachtens de voorgaande leden worden niet ontvankelijk verklaard, tenzij ter zake ontheffing is verleend als bedoeld in artikel 11.

  • 7. De onderhoudswerkzaamheden dienen binnen 1 jaar na de datum van subsidieverlening te zijn voltooid.

  • 8. De restauratiewerkzaamheden dienen binnen 2 jaar na de datum van subsidieverlening te zijn voltooid.

  • 9. Om in aanmerking te komen voor subsidie mag met de werkzaamheden niet worden begonnen dan nadat deze subsidie is toegekend en voor zover voor de werkzaamheden een vergunning ingevolge de gemeentelijke monumentenverordening is vereist, deze is verleend.

  • 10. Degene ten behoeve van wie subsidie is aangevraagd dient een door het college aangewezen deskundige desgewenst de gelegenheid te geven de wijze waarop het onderhoud wordt of is uitgevoerd te controleren.

Artikel 5 Subsidiabele kosten

  • 1. Het college kan op grond van deze verordening subsidie verlenen voor de kosten voor instandhouding van monumenten.

  • 2. Subsidie kan worden verleend voor onderhoud of restauratie. Het is niet mogelijk om voor één object in één kalenderjaar subsidie voor onderhoud en restauratie te ontvangen.

  • 3. De subsidiabel geachte kosten zijn in geval van onderhoud van een monument de kosten in gevolge de volgende onderhoudswerkzaamheden:

    • a.

      Herstel en vernieuwen van rieten daken (met deklatten en beperkt herstel van sporen).

    • b.

      Herstel van dakvlakken gedekt met pannen (met panlatten), leien, lood, zink of koper met beperkt herstel van dakbeschot en sporen.

    • c.

      Herstel van goten (in zink, koper of lood) inclusief bijbehorende hemelwaterafvoeren; het aanbrengen van goten waar deze niet eerder aanwezig waren, inclusief aansluitingen op riolering en open water.

    • d.

      Herstel van buitenkozijnen, buitendeuren, raampartijen, luiken, stoepen, roedenverdeling, lijstwerk.

    • e.

      Herstel van windveren, schoorstenen, kapellen en loodaansluitingen.

    • f.

      Herstel van dak-/torenluiken, loopbruggen, het afgazen van torenopeningen.

    • g.

      Inboeten, beperkt herstel muurwerk en opvoegen of pleisteren van gevels.

    • h.

      Beperkt vervangen of inboeten van natuursteen.

    • i.

      Behandeling van muur- en houtwerk ter regulering van de vochthuishouding dan wel ter bestrijding van zwamaantasting of houtaantasters.

    • j.

      Herstel c.q. vervangen van de bestaande en indien nodig aanbrengen van een nieuwe bliksembeveiliging.

    • k.

      Buitenschilderwerk en binnenschilderwerk wat betreft de buitenramen, -kozijnen en -deuren, mits er een technische noodzaak bestaat.

    • l.

      Beperkt herstel van dragende constructies (ankerbalkgebinten, schoren en platen, balkkoppen, spantbenen.

    • m.

      Herstel van glas-in-lood, beglazing en aanbrengen van beschermende beglazing voor gebrandschilderd glas.

    • n.

      Vervanging en herstel van overige bouwelementen met waarde van grote zeldzaamheid of historische waarde.

    • o.

      Het plaatsen of vervangen van achterzetbeglazing.

    • p.

      Orgels: het stemmen, het verhelpen van storingen en het bijregelen van het mechaniek, alsmede incidentele werkzaamheden aan het pijpwerk van orgels.

    • q.

      Het aanbrengen van inspectievoorzieningen zoals dakluiken en klimhaken.

  • 4. Het subsidie ten behoeve van restauratie van een Gemeentelijk monument kan uitsluitend worden toegekend indien het monument, ten behoeve waarvan het subsidie wordt aangevraagd:

    • a.

      in een naar oordeel van het college zodanige staat verkeert, dat zij het verrichten van de restauratie c.q. conservering zinvol achten;

    • b.

      voor zover het de restauratie van een monument betreft, een adequate bestemming heeft of zal krijgen.

  • 5. De subsidiabel geachte kosten zijn in geval van restauratie van een monument de kosten in gevolge de volgende werkzaamheden die door hun omvang de onderhoudswerkzaamheden te boven gaan:

    • a.

      Herstel en vernieuwen van rieten daken (met deklatten en (beperkt) herstel van sporen).

    • b.

      Herstel en/of vervanging van dakvlakken gedekt met pannen (met panlatten), leien, lood, zink of koper met beperkt herstel van dakbeschot en sporen.

    • c.

      Herstel en/of vervanging van goten (in zink, koper of lood) inclusief bijbehorende hemelwaterafvoeren; het aanbrengen van goten waar deze niet eerder aanwezig waren, inclusief aansluitingen op riolering en open water.

    • d.

      Herstel en/of gedeeltelijke vervanging van buitenkozijnen, buitendeuren, raampartijen, luiken, stoepen, roedenverdeling, lijstwerk.

    • e.

      Herstel en/of vervanging van windveren, schoorstenen, kapellen en loodaansluitingen.

    • f.

      Herstel en/of vervanging van dak-/torenluiken, loopbruggen, het afgazen van torenopeningen.

    • g.

      Inboeten, herstel muurwerk en opvoegen of pleisteren van gevels.

    • h.

      Vervangen of inboeten van natuursteen.

    • i.

      Behandeling van muur- en houtwerk ter regulering van de vochthuishouding dan wel ter bestrijding van zwamaantasting of houtaantasters.

    • j.

      Herstel c.q. vervangen van de bestaande en indien nodig aanbrengen van een nieuwe bliksembeveiliging.

    • k.

      Buitenschilderwerk en binnenschilderwerk wat betreft de buitenramen, -kozijnen en -deuren, mits er een technische noodzaak bestaat.

    • l.

      Herstel van dragende constructies (ankerbalkgebinten, schoren en platen, balkkoppen, spantbenen.

    • m.

      Herstel van glas-in-lood, beglazing en aanbrengen van beschermende beglazing voor gebrandschilderd glas.

    • n.

      Vervanging en herstel van overige bouwelementen met waarde van grote zeldzaamheid of historische waarde.

    • o.

      Het plaatsen of vervangen van achterzetbeglazing.

    • p.

      Orgels: het stemmen, het verhelpen van storingen en het bijregelen van het mechaniek, alsmede incidentele werkzaamheden aan het pijpwerk van orgels; idem kleine restauratiewerkzaamheden.

    • q.

      Het aanbrengen van inspectievoorzieningen zoals dakluiken en klimhaken.

Artikel 6 Kosten die niet voor subsidie in aanmerking komen

  • 1. Bij onderhoud of restauratie van een monument of conservering van een ruïne, kan geen subsidie worden toegekend voor zover de kosten:

    • a.

      op grond van verzekeringsovereenkomsten gedekt zijn;

    • b.

      op grond van de Wet op de omzetbelasting op verschuldigde belasting in mindering kunnen worden gebracht.

  • 2. Bij restauratie van een monument of conservering van een ruïne, kan tevens geen subsidie worden toegekend voor zover de kosten:

    a.op grond van zelfwerkzaamheid worden gedeclareerd.

Artikel 7 Subsidiebedrag

  • 1. De subsidie voor onderhoud aan een gemeentelijk monument bedraagt 34% van het totaal van door het college subsidiabel geachte kosten, met een maximum van € 3.857,30 per kalenderjaar, mits door de provincie Gelderland aan de gemeente subsidie is verleend voor de instandhouding van gemeentelijke monumenten en dit budget hiervoor toereikend is.

  • 2. Indien door de provincie Gelderland aan de gemeente geen subsidie is verleend voor de instandhouding van gemeentelijke monumenten of dit budget niet meer toereikend is, bedraagt de subsidie voor onderhoud aan een gemeentelijk monument 20% van het totaal van door het college subsidiabel geachte kosten, met een maximum van € 2.269,-- per kalenderjaar.

  • 3. Subsidie voor onderhoud wordt uitsluitend verleend indien de subsidiabel geachte kosten van onderhoud per aanvraag het bedrag van € 681,-- te boven gaan, met dien verstande dat, indien het onderhoud geheel door zelfwerkzaamheid wordt uitgevoerd, het subsidie slechts kan worden toegekend in materiaalkosten welke een bedrag van € 454,-- te boven gaan, mits de uit te voeren werkzaamheden naar oordeel van het college voor zelfwerkzaamheid in aanmerking komen.

  • 4. De subsidie voor restauratie van een gemeentelijk monument bedraagt 25,5% van de door het college subsidiabel geachte kosten, tot een maximum van € 7.714,60, mits door de provincie Gelderland aan de gemeente subsidie is verleend voor de instandhouding van gemeentelijke monumenten en dit budget hiervoor toereikend is.

  • 5. Indien door de provincie Gelderland aan de gemeente geen subsidie is verleend voor de instandhouding van gemeentelijke monumenten of dit budget niet meer toereikend is, bedraagt de subsidie voor restauratie van een gemeentelijk monument 15% van de door het college subsidiabel geachte kosten, tot een maximum van € 4.538,--.

Artikel 8 Voorwaarden

  • 1. De werkzaamheden ten behoeve waarvan subsidie is verleend dienen te voldoen aan de Uitvoeringsvoorschriften.

  • 2. De werkzaamheden ten behoeve waarvan subsidie is verleend mogen niet in afwijking van de ter zake verstrekte gegevens worden uitgevoerd dan na voorafgaande schriftelijke toestemming van het college.

  • 3. Het college kan aanwijzingen geven met betrekking tot de uitvoering van de werkzaamheden.

  • 4. Degene aan wie subsidie is verleend, dient het monument in redelijke staat van onderhoud te houden alsmede het monument voldoende te verzekeren en verzekerd te houden tegen brand- en stormschade.

Artikel 9 Vaststelling van het subsidie

  • 1. Het verzoek om vaststelling van het subsidie dient binnen 8 weken na de feitelijke beëindiging van de werkzaamheden ten behoeve waarvan subsidie is verleend bij de gemeente te worden ingediend.

  • 2. het verzoek om vaststelling dient te zijn vergezeld van een gespecificeerde verantwoording van de werkelijke kosten, alsmede (afschriften van) rekeningen en betalingsbewijzen.

  • 3. Vaststelling van het subsidie geschiedt:

    • a.

      nadat de uitgevoerde werkzaamheden ten behoeve waarvan subsidie is verleend zijn goedgekeurd door de gemeente of een door de gemeente aangewezen onafhankelijke deskundige instantie;

    • b.

      nadat de op de uitgevoerde werkzaamheden ten behoeve waarvan subsidie is verleend betrekking hebbende rekeningen en betaalbewijzen zijn gecontroleerd en akkoord bevonden.

Artikel 10 Intrekking en terugvordering van subsidie

  • 1. Ingeval van niet-naleving van het bij of krachtens deze verordening gestelde zal het college, al naar gelang de ernst van de overtreding:

    • a.

      een besluit tot verlening en/of vaststelling geheel of gedeeltelijk intrekken en niet of niet geheel tot betaling van de subsidie overgaan;

    • b.

      reeds betaalde subsidie geheel of gedeeltelijk terugvorderen.

  • 2. In het geval de niet-naleving van de voorwaarden als bedoeld in deze verordening de eigenaar niet verwijtbaar is kan het college besluiten de in het eerste lid bedoelde sancties geheel of gedeeltelijk niet te treffen.

Artikel 11 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen:

  • 1.

    ontheffing verlenen van de bepalingen en voorschriften van de verordening;

  • 2.

    bijzondere voorschriften stellen.

Artikel 12 Vervallen van verordening

Vanaf de datum van inwerkingtreding van deze verordening komt de "Subsidieverordening inzake de restauratie van gemeentelijke monumenten in Putten" en "Subsidieverordening inzake onderhoud van gemeentelijke monumenten in Putten" te vervallen.

Artikel 13 Titel en inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening kan worden aangehaald als de "Subsidieverordening instandhouding gemeentelijke monumenten".

  • 2. Zij treedt in werking 1 dag na haar bekendmaking.